i MET DE B.S.P.- NAAR DE TOP! i POLITIEK BILA I I I i CXI Tal Zaterdag 28 december 1968 20e jaargang - Nr 52 De kwestie „Leuven" De verkiezingen De burgemeester van Vilvoorde voor fallen KEDA&TIE EN ADMINISTRATIE ST.-l'IETEltSMEi:WSTKAAT 64 UENT 'l'cl. 25 07 U5 (4 lijnen) I'ostcheekrckening 567.53 «liet Licht» Voor de abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden Verantw uitgever DEKEYEN K-, Koningstraat Slcnen. S Vooraf icensen wij V allen een prettig Nieuwjaarsfeest, met onze beste wensen 1969. Deze wensen van voospoed vrede en geluk zullen wij en kel kunnen konkretiseren door mede te helpen een sceialis- tich oriëntatie te geven aan hei dagelijks wereldgebeuren. Wie beroepshalve ofwel uit loutere politieke belangstelling de evolutie van het wereldge beuren volgt en ziet wat er ziöh aan vraagstukken stelt in onze moderne maatschap pij van vandaag, stelt zich ze ker de vraag waar het alle maal naartoe moet; het voelt het des te angstwekkender aan, wanneer hij daarbij de onverschilligheid van de mas sa vaststelt en het volledige gebrek aan politieke belang stelling. Men leeft zonder te beseffen, dat de kans bestaat dat wij op weg zijn naar een katastrofaal avontuur! Laat ons even kijken raar die *vrede>, waarvan ieder- een dacht, dat zij na de twee de wereldoorlog zou gevestigd ivorden. Er is de massabroe dermoord in Vietnam, er is de uitroeiingsstrijd in Biafra, er is de steeds heropflakkerende strijd tussen het kleine Israël en de Arabische landen. Maar daarnaast beleeft men nog iedere dag de koloniale strijd in Rhodesia en in de Portuge se koloniën. Wij hadden allen gehoopt, dat met het verdwijnen van het «nazismede diktatuur uit de wereld was geholpen. De diktatoriale bedreiging is zeer groot vandaag'. In Span je en Portugal bleef ze be staan, in Griekenland met de militaire junta kreeg zij terug vaste voet. En icat in Tsjecho- sloioakije gebeurde is tenslotte het meest treffende bewijs, dat in dat grote Rusland ook nog steeds de diktatuur be staat het iveze dan een zoge naamde 'rode diktatuur Zelfs in eigen land zien wij het politieke extremisme meer en meer afdrijven naar de me todes en taktieken waarvan wij na 1945 hadden gehoopt ze nooit meer te zien verschij nen. Helaas en hoe angstwek- kend dat «fascisme» terug de kop opsteken! Er zijn over gans de ivereld de vraagstukken die zich stel len in verband met de jongere generaties. Jongerenprotest, studentenmani)ëstaties cn dit in alle werelddcleti én haast in alle industriële landen, dit alles kan niet alleen het werk zijn van enkele opruiers, het is de uiting van de jongeren tegenover een maatschappij waarvan zij bijna instinktief aanvoelen, dat er zaken zijn die «mislopen». En of er zaken zijn die mis lopen...! In deze wereld van zoge naamde welvaartzijn er tientallen miljoenen die noch werkgelegenheid hebben, noch de voldoening kennen van de allereerste menselijke behoef ten: zich voeden, zich kleden en ordentelijk wonen. Zelfs in de industrielanden zijn er mil joenen die geen werk vinden, terwijl voor de meesten die aan het werk zijn de toekomst niet eens zeker is. Het is wel de ergste logenstraffing voor diegenen die menen, dat het nèo-kapitalisme de vraagstuk ken van vandaag aankan. Moet het ons venconderen. dat jongeren in opstand komen, wanneer wij vaststellen, in eigen land, dat duizende jon ge mensen met huri diploma op zak niet aan het werk kun nen. Hebben wij in de laatste weken niet moeten vaststellen hoe in West-Europa door spe- kulatieve maneuvers slechts enkelen gans de ekonoinie aan het wankelen kunnen brengen en plotseling de dreiging van een zicare krisis, iedereen'bo ven het hoofd kan hangen.*- En intussen leven de men sen hun egoïstisch leventje. Intussen geldt vooral de regel van ieder voor zich. Intussen meent de overgrote meerder heid van de mensen dat zo zij erin gelukken hun eigen le ventje zo aangenaam moge lijk te maken, daï de wereld draait zoals hij moet draaien. Zij beseffen niet hoe broos hun geluk is, hoe onzeker de toekomst van hun kinderen zich aanmeldt. Zij menen dat «de politiekeen zaak is voor anderen, terwijl ieder dag van hun leven, gans hun bestaan, door deze politiekbepaald wordt. De gestelde vraagstukken in de wereld van vandaag gaan ons allen aan. Het zijn onze vraagstukken. Het kan en mag niet zijn, dat ze onze belang stelling niet gaande houden. Het is langs het politieke levenvan een land, dat ze een oplossing krijgen. Het is dat. wat wij allemaal moeten beseffen. Wie hier zijn plicht verzuimt, verliest ook zijn recht op kritiek. Politiek is niet alleen de zaak van de politiekers, het is de zaak van iedere burger die in de maat schappij waarin hij leeft zijn verantwoordelijkheid ivil op nemen. Om onze socialistische doel stellingen te verwezenlijken moet de BS.P. met al haar vertakkingen bestendig uitge- bouwd ivorden. Wij rekenen op uwer ..(dier medehulp opdat 1969 voor al de socialistische organisaties, waartoe u behoort, een vr t/ ht- baar jaar zou mogen worden. 01' gebied van onze binnenlandse verhoudingen is 1968 een jaar van grote beslissingen geweest. Er kwam niet alleen een nieuwe regeringskoalitie tot stand tussen de B-.S.P. en de C.V.P., maar er werden eok grondslagen gelegd voor een hernieuwd België. 'levens mag worden gezegd dat ook de Vlaamse bewustwor ding tijdens het voorbije jaar vastere vormen kreeg. 1968 begon reeds met een incident: Op 2 januari verscheen in «Le Libre Belgique» een artikel van Prot. I)e Visscher (lees: de vie chère) waarin deze liet weten dat de Acapsul NOOIT zou afzien van een franstalige Universiteit te Leuven. Deze provokatie aan het adres van de Vlamingen stak het vuur aan de lont en de Eerste-Minister Van den Boeynants mocht in de televisie, ter gelegenheid van de jaarwisseling het bekende liedje zingen van «Tout va trés bien...» op enkele we ken tijd kwam gans studerend Vlaanderen op de been om zich te verzetten tegen de inmiddels bekendgemaakte ekspansie- plannen van Leuven-Frans. De held van de «nieuwe stijl» kondigde wel aan dat zijn regering de orde zou handhaven, maar er was geen tegenhou den aan. De pretentie van de kortzichtige heren van «La Libre Bel gique» en van de Acapsul had de kelk van het geduld doen overlopen, wat de regering zou doen struikelen. De Bisschop van Brugge deed nog een duit in het zakje door openlijk toe te geven dat het standpunt der bisschoppen van 13 mei 1966, volgens hetwelk de Franse sektie der universiteit te Leuven moest blijven, een vergissing was. Dhr. Verroken bracht de kwestie in hel parlement en de Eerste-Minister trachtte nog zijn vel te redden door een ver klaring aan te kondigen... die evenwel niet werd afgelegd om dat ze door de Vlaamse C.V.P. als «onvoldoende» werd bestem peld gezien ze niet duidelijk het principe van de overheveling van Leuven-Frans inhield. De nieuwe stijl zakte in mekaar. De koning kon niets anders dan het ontslag van de regering aanvaarden en spoedig bleken nieuwe verkiezingen onvermijdelijk. Dit alles gebeurde voor een aangelegenheid die zo gemakke lijk kon worden geregeld. Inderdaad, op 20 september kondigde de Franstalige overheid van de Katolieke Universiteit (dezelf den die nooit zouden kapituleren!) aan dat ze akkoord was 7»-.. "Vi om... volledig naar Ottignies en St.-Lambrechts-Woluwe te verhuizen. Zulk beschamend schouwspel is lang geen zeld zaamheid meer in een land waar de grootpraters welig tieren! Hiermee is nog eens bewezen dat het nodig is dat de Vla mingen van zich afbijten wil men hen recht laten wedervaren. De verkiezingen van 31 maart brachten voor de socialisten, die een merkwaardige vooruitgang boekten in Vlaanderen, en kel een zetelwinst in de Senaat. De C.V.P. was de grote verliezer: ook de P.V.V., die hoog van de toren een overwinning had aangekondigd, werd verliezende partij. Dhr. Vanaudenhove verliet (voorlopig?) het politiek to neel. De franstalige socialisten kregen in de hoofdstad verdien de klappen omdat op menig gebied ze de P.V.V. waren achter na gelopen. Ze hadden samen met de liberalen de verkiezings- kampagne in het teken geplaatst van «...La Belgique a Papa» met vele tricolore lintjes en onder de Brusselse heerschappij, ter wijl de B.S.P. voor «een modern België» had geopteerd, waarin de gemeenschappen een ruimere plaats kregen toebedeeld. De neo-socialisten Simonet, Cudell, Machtens, hadden boven dien gepoogd alle Vlamingen van hun lijstje te weren. Dat is hen slecht bekomen want rondom de figuren Fayat en Gelders werd een Vlaamse Federatie opgericht, die in de hoofdstad een flink sukses kende en die in gans Vlaanderen met sympatie werd begroet. De ondervoorzitter van de partij, Jos Van Eynde, verklaarde: «Zij hebben het onaanvaardbare niet aanvaard en zij hebben gelijk. Het kon zo niet voortgaan in bepaalde Brusselse mi lieus». Frans Gelders, sprak woorden, die allen, die met de her nieuwing van het partijleven begaan zijn, tot nadenken moe ten stemmen: «Wij hebben ons op een zuiver Vlaams socialistisch standpunt gesteld,; met voldoening hebben we vastgesteld dat velen in ons vertrouwen hebben. Nooit waren we met onze Rode Leeuwen zo populair als nu. We hebben plots kontakt gekregen met het volk, met honderden jongeren van wie wij vroeger het bestaan niet vermoedden omdat alles geregeld en afgegrendeld werd door de Brusselse Federatie». (Vervolg laatste bladzijde) ft ft

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1968 | | pagina 1