VLAAMS BETAALD VERLOF waarvoor wij in de gevangenis zaten OP EEN WIJSJE VAN GILBERT BËCAUD De verhoging van het aantal schepenen en gemeenteraadsleden DE KANDIDATENLIJST VAN DE B.S.P. - NINOVE door Bert Van Hoorick 7. In elke gemeente met 5000 inwoners en méér komt er één schepen hij 2In elke gemeente met 2000 inwoners en méér komen er twee raadsleden bij door LEO COLLARD wê' Vervolg blz. 2 Vervolg blz. 2 Gewestelijk sekretaris Bond Moyson - Burgemeester 2 COPPENS René - 45 jaar Bedrijfsleider - Provinciaal Raadslid 3 TIMMERMANS Jacques - 24 jaar Arrondissementssekretaris B.S.P. - bestuurslid Jong socialisten - aktief in kulturele- en sportverenigin gen Bediende - gemeenteraadslid 5 COLLYNS Dieudonné - 50 jaar Bediende R.T.T. - lid van de K.O.O. 6 STAES Frons - 59 jaar Handelaar - Voorzitter van de K-O.O. Regent - bestuurslid Jongsocialisten - aktief in kul turele- en sportverenigingen 8 DE VOS Leon - 55 jaar Handelaar - lid van het feestkomitee - aktief in ver schillende verenigingen Bediende - lid van het stedelijk feestkomitee - syn- dikaal militant Kinderverzorgster - bestuurslid Jongsocialisten 22e JAARGANG Nr 28 ZATERDAG 11 JULI 1970 Redaktie - Administrtaie - Publiciteit 52, MOLENSTRAAT 9300 AALST Tel.: 053/24869 Postcheckrekening 95.24.64 PRIJS PER NUMMER 4 fr. MaandaDonnement I5fr. Jaarabonnement: 180 fr. Verantwoordelijke uitgever: Jacques Timmermans - 52, Molenstraat - 9300 Aalst WEEKBLAD VAN DE B.S.P. - ARRONDISSEMENT AALST VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT Volksvertegenwoordiger In deze maand juli gaat de aandacht naar dc Koude van Frankrijk en het betaald verlof. De grote uittocht is begonnen. Een gans jaar heeft men gewerkt in fabriek of bureau. Wat is er natuurlijker dan dat men nu verlof neemt en daarvoor dubbel wordt betaald. Het is zo vanzelfsprekend dat niemand er nog aan denkt dat het niet, niet zo heel lang geleden, anders was en dat een gigantische strijd moest worden gevoerd om het recht op één week enkel betaald verlof te veroveren. 1936 Enkele jaren voor het uitbreken van de tweede wereld oorlog. Kecht op verlof kenden alleen maar de rijken, degenen die teerden op het zweet van de anderen. Voor de arbeiders gold slechts werken van de eerste dagen van het jaar tot de laatste, jaar in jaar uit. In de snikhete maand juni van dit jaar 1936 voelden de werknemers het aan als een schromelijke onrechtvaardigheid die zij niet langer konden dulden. In de natte continus van de Aalsterse textielfabrieken zwoegden de meisjes in hun onderkleren. Het magische «oord «algemene werkstaking» lag op ieders lippen, in de stekjesfabrieken van Geraardsbergen, in de Fabelta's van Ninove en Aalst, in de fabrieken van gans het arrondissement, bij de mijnwerkers in Wallonië en dc dokwerkers van Antwerpen. Hier en daar werd er spontaan de blok opgelegd. Het sloeg over van het ene bedrijf naar het andere. De grauwe fabriekspoorten werden opengerukt of ingebeukt en de massa's stroomden naar buiten in het zonlicht, in lange slierten, de straten op die hen toebe hoorden. Rode vlaggen wapperden boven hun hoofden, vlaggen van vrijheid, van hoop, van strijd. Maar het kapitaal gaf zich niet gewonnen. Samenscholingen van meer dan vier personen werden verboden. De rijkswacht en de politie werden ingezet. Optochten werden uiteengeslagen. De arbeidersklasse wilde grijpen naar wat zon, naar wat bloemen en wat zomerlucht. Eén week verlof maar. Zijn wij misschien geen mensen? Maar een arbeider was in de ogen van de bourgeoisie geen mens doch slechts een koopwaar, arbeidsvee dat men op een hoop drijft of uiteenslaat wanneer het niet gehoorzaamt. Zo werd er dan in geslagen met de geweerkolven en de stoutsten werden gegrepen, in de overvalwagens geworpen en naar de gevange nis gevoerd. Onder de druk van de algemene werkstaking stemde het parlement de wet op de eerste week betaald verlof. Het is zo vanzelfsprekend nu, dat niemand er nog aan denkt, dat niemand er zich nog rekenschap van geeft welke strijd het gekost heeft en hoe wij, met honderden, in deze mooie maanden juli en augustus de gevangenissen hebben gevuld voor wat zon, wat bloemen en wat zomerlucht op dewelke ieder mens recht heeft. Prettige verlofdagen, kameraden. Iedereen kent het lied van Gil bert Bécaud «Et maintenant, que vais-jc faire?». Het is alweer een schlager die men op de politieke toestand van het huidig ogenblik kan toepas sen. Het moet voorzeker in het hoofd van de eerste-minister dreunen: «Wat moet ik nu doen?» Doch het ware niet slecht dat alle verantwoordelijke mensen zich ook die vraag stelden. Want het komt er nu op aan, werke lijk te weten wat men gaat doen. In algemene zin gesproken, kan men niets aan de regering ver wijten en in het bijzonder niet aan de eerste-minister. Men heeft aan de bewindsploeg gevraagd dat zij de motor van de grond wetsherziening zou zijn. De kom missie van 28 heeft wekenlang dc vertegenwoordigers van alle par tijen bijeengebracht. Hun werk zaamheden waren geenszins ne gatief. Zij hebben aan de rege ring toegelaten in februari een geheel van voorstellen in te die nen, die, dat mag wel eens her innerd worden, door het grootste deel van de publieke opinie gun stig werden ontvangen. Ware het mechanisme van de grondwets herziening verschillend geweest van wat het nu is, dan kan men redelijkerwijze geloven dat deze voorstellen in hol parlement een ruimschoots voldoende meerder heid zouden hebben gevonden. Nadien zou de tijd toegelaten hebben datgene wat moest ver beterd en aangepast worden, ools te verbeteren en aan te passen. Men mag voor de wil van de grondwetgevers van meer dan 'n eeuw geleden een onvoorwaarde- lijke eerbied belonen. Ik heb in dit opzicht veel gelezen en ge hoord. Doch men moet erkennen dat deze grondwetgevers niet konden voorzien dat België op zekere dag zou ophouden de uni taire staat te zijn die zij op grond van de opvattingen van hun tijd wilden bouwen en evenmin dat de politieke machten die in hun tijd in een paar monolitische blokken waren verdeeld, later volgens kommunautaire opvattin gen tegen elkaar zouden komen te staan en zich in talrijke groe- In het parlement werd een wet goedgekeurd tot wijziging van de Gemeentewet, waardoor in heel wat gemeenten het aantal raads leden en schepenen zal verhogen. Deze wet zal reeds toepasselijk zijn bij de eerstvolgende ge meenteraadsverkiezingen van 11 oktober 1970 wat het aantal raadsleden betreft en vanaf 1 januari 1971 wat aangaat het aantal schepenen. Wij schetsen hieronder de ge volgen van deze wet. De nieuwe tabel ziet er dus als volgt uit Art. 3. Er zijn 2 schepenen in de gemeenten van minder dan 5.000 inwoners; 3 schepenen in die van 5.000 tot 9.999 inwoners; 4 schepenen in die van 10.000 tot 19.999 inwoners; 5 schepenen in die van 20.000 tot 49.999 inwoners 6 schepenen in die van 50.000 tot 149.899 inwoners; 8 schepenen in de steden Brus sel, Gent en Luik; 10 schepenen in de stad Antwer pen. Dc burgemeester is van rechts wege voorzitter van liet kollege van burgemeester en schepenen. De tabel zal er dus als volgt nitzien NATIONAAL VOORZITTER pen zouden splitsen, zodanig dat het normaal funktioneren van de grondwetsherziening zoal niet to taal onmogelijk, dan toch gevaar lijk lastig zou worden gemaakt. Want in de praktijk is het daar waar wij staan. En het is waar achtig niet gemakkelijk te zi»/.i hoe men er zal uitgeraken. Som migen zijn de mening toegedaan dat er geen andere oplossing is dan het federalisme. Noch het woord, noch de zaak zeil' boezemen mi,i vrees in. Maar welk federalisme Wat zich in de jongste weken heeft voorge daan toont aan dat zomin dc Walen als de Vlamingen zich ak koord kunnen verklaren met een federalisme met drie, dat van Brussel een permanente scheids rechter zou maken. En wal het federalisme met twee aangaat: zou dat voor de hoofdstad en haar agglomeratie niet dezelfde vraagstukken stellen als deze waarop men thans botst Anderen oordelen dat de feiten de noodzakelijkheid, zoniet dc onvermijdelijkheid van een drie- partijenregering hebben aange toond. Dezen, zo komt 't me voor, schijnen te redeneren alsof er' nog drie partijen bestaan, die elk een blek zouden vormen waarvan de samenvoeging de vereiste grondwettelijke meerderheid zou opleveren. Welnu, dit is niet meer het geval. Er is een P.S.G. en 'n C.V.P. en de ene heeeft niet al tijd gestemd zoals de andere In de schoot van de B.S.P. is de Brusselse vertegenwoordiging ziel» van de rest gaan verwijderen. Wat de P.V.V. aangaat, waar van men had kunnen geloven dat het feit dat zij in de oppositie zit haar zou hebben toegelaten minstens een sehijneenheid td behouden, deze is letterlijk uit- eengesprongen en iedere groep gaat thans op eigen houtje te werk... Art. 4. De gemeenteraad be staat, met inbegrip van dc bur gemeester en de schepenen, uit 7 leden in dc gemeenten beneden 1.000 inwoners; uit 9 in die van 1.000 tot 1.999 inwoners uit 11 in die van 2.000 tot 2.999 inwoners; uit 13 in die van 3.000 tot 9.999 inwoners; uit 15 in die van 10.000 tot 14.999 inwoners; uit 17 in die van 15.000 tot 19.1)99 inwoners; uit 19 in die van 20.000 tot 24.999 inwoners; uit 21 in die van 25.000 tot 29.999 inwoners; uit 23 in die van 30.000 tot 34.999 inwoners; uit 25 in die van 35.000 tot 39.999 inwoners; uit 27 in die van 40.000 tot 49.999 inwoners; GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 11 OKTOBER '70 1 MILO Emiel - 49 jaar 4 STEVENS André - 32 jaar 7 DEBBAUT Johnny - 25 jaar 9 DE TROYER Theofiel - 51 jaar 10 DE BACKER Sonjo - 25 jaar 1 1 SIMON Rudi - 24 jaar Elektricien - atletiekkampioen 12 SCHOUP Etienne - 34 jaar Mecanicien - aktief in verschillende verenigingen 13 BERCKMANS Jozef - 44 jaar Handelaar - aktief in verschillende verenigingen 14 VIAENE Hector - 45 jaar Onderwijzer Deze lijst werd met éénparigheid van stemmen goed gekeurd door de algemene vergadering en dient nog slechts aangevuld met één kandidaat, die later bekend zal worden gemaakt. Met deze jonge dynamische kan didaten naar een prachtige overwinnning van de B.S.P.-Ninove. Uil Hl» l IIIIII IIIlll

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1970 | | pagina 1