VLAAMS
Wat na de mislukking van
de grondwetsherziening?
Het dossier „Irma Laplasse"
OPRICHTING VAN EEN
VRIJWILLICERSDIENST
VOOR DE ONTWIKKELINGS
SAMENWERKING
DE VRAAG TOT AMNESTIE DOOR DE VOLKSUNIE
ik
Vjö
22e JAARGANG Nr 29
ZATERDAG 18 JULI 1970
PRIJS PER NUMMER 4 fr.
WEEKBLAD VAN DE B.S.P. - ARRONDISSEMENT AALST
VERSCHIJNT
IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
door Jacques Timmermans federaal sekretaris
(Vervolg blz. 3)
HET COMITÉ DE
SALUT PUBLIC OF
„NON AU CARCAN"
Tot de laatste druppel 1
Redakfie Administrtaie Publiciteit
52. MOLENSTRAAT 9300 AALST
Tel.: 053/24869 Postcheekrekening 95.24.64
Maandabonnement 15 fr. Jaarabonnement: 180 fr.
Verantwoordelijke uitgever:
Jacques Timmermans 52, Molenstraat - 9300 Aalst
Door de socialistische volksvertegenwoordigers G. C'udell en
L, Radoux werd in de Kamer het wetsvoorstel ingediend hou
dende de oprichting van een vrijwilligersdiensl voor de ont
wikkelingssamenwerking.
Dit wetsvoorstel houdt in dat dienstplichtigen vanaf het scho
lingsniveau A3 één jaar dienst kunnen doen in een ontwikke
lingsland en dit in plaats van militaire dienstplicht. Het betreft
dus eigenlijk dienstplichtigen in burger met een gewone dienst
verplichting voor wat de duur betreft. Zij ontvangen geen loon,
doch wel een vergoeding aangepast aan het werkmilieu.
Verschillende argumenten pleiten voor de goedkeuring van dit
wetsvoorstel, vooral dan uit het oogpunt onzer socialistische
levensopvatting:
1. Het wetsvoorstel loopt geheel in de lijn van onze anti-milita
ristische opvattingen.
2. Andere kategorieën dan universitairen en leraars kunnen
naar de ontwikkelingslanden.
3. De jongeren interesseren zich aan dc problemen van de Der
de Wereld en keren er misschien terug.
4. Wanneer ze in ons land terugkomen zijn het propagandisten
voor hulp aan de Derde Wereld.
Ondanks het verzet van sommigen van katolieke zijde werd dit
voorstel reeds goedgekeurd in de desbetreffende kamerkommis
sie. Laat ons hopen dat dit wetsvoorstel spoedig werkelijkheid
wordt, want zoals het Socialistisch Jcugdverbond aanstipte biedt
het volgende voordelen:
Een nuttig gebruik van de tijd voorbehouden aan de mili
taire dienstplicht in een ontwikkelingsland;
Uitbreiding van de kategorieën van jongeren die in aanmer
king komen voor het voluntariaat tot beroepsniveau;
De vrijwilligers zullen zovele propagandisten worden voor de
zaak van de Derde Wereld en er eventueel voor langere tijd
terugkeren als volwaardige technici. Het feit dat de vrijwil
ligers zich slechts voor één jaar ter beschikking stellen Is
geen bezwaar indien men rekening houdt met de grote be
hoefte van de Derde Wereld aan technici.
Het Socialistisch Jeugdverbond dringt er ook nog op aan dat
bij de realisatie van de wet wordt gestreefd:
De dienstplichtigen-vrijwilligers onder de bevoegdheid van
de minister van de Ontwikkelingssamenwerking te plaatsen,
zodat ze het militair statuut verliezen.
De selektiekommissie zó samenstellen dat absolute objecti
viteit gewaarborgd is.
Graag doen we een oproep aan alle vooruitstrevende jongeren
om van deze nieuwe wetsbesehikking gebruik te maken van
zodra deze is goedgekeurd in Kamer en Senaat. Van dit laatste
houden wij u zeker op de hoogte.
Wgi' de herziening van de
M grondwet in het slop
B •'is geraakt, ondanks de
moeite die de regering
Eyskens zich heeft getroost
om dit werk tot een goed ein
de te brengen, zullen velen
zich afvragen: En wat nu?
Gaat de regering aftreden?
Gaat men na het parlemen
tair verlof een nieuwe poging
wagen om het werk, dat reeds
zo ver gevorderd was, toch te
voltooien? Gaat men nieuwe
voorstellen uitwerken of gaat
men de gemeenteraadsverkie
zingen afwachten om te zien
of de zaken niet rustiger kun
nen worden bekeken?
In elk geval is de heer Eys-
kens er de man niet naar om
onverhoedse beslissingen te
nemen. Degenen die menen
het vel van de regering reeds
te kunnen verkopen, zijn er
ons inziens aan voor hun
moeite. De wijziging van de
grondwet is de taak van het
parlement. De regering heeft
daarbij een aktieve rol ge
speeld en deze zeer ernstig
opgenomen. Noch de eerste-
minister, noch vice-premier
Cools, noch de ministers voor
kommunautaire betrekkingen
Terwagne en Tindemans heb
ben zich moeite gespaard om
tot een oplossing te gera
ken. Indien er deze niet is ge
komen, is dat louter te wijten
aan het vluchtmisdrijf van
bepaalde parlementsleden en
hoegenaamd niet aan de re
gering, die zich op dat punt
geen enkel verwijt hoeft te
maken.
De regering moet dus geen
ontslag nemen, temeer daar
ze nog andere problemen op
te lossen heeft, die voor het
land van minstens even groot
belang zijn.
Aan pgt. A. VRANCKX, Minister van Justitie, werden op donderdag
18 juni 1970 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers vragen ge
steld met betrekking tot het dossier «Irma Laplasse».
Minister Vranckx gaf op objektieve wijze antwoord aan diegenen die
menen dat zij bepaalde gevallen moeten misbruiken. Hierbij dau
het antwoord van de Minister.
Natuurlijk is een kortslui
ting altijd mogelijk. Zo heeft
o.a. de heer Servais gedreigd
dat de P.S.C.-ministers de re
gering zouden verlaten indien
de grondwetsherziening vóór
15 augustus geen feit zou zijn.
De heer Servais kan echter
bezwaarlijk een dergelijke te-
sis volhouden, omdat hij weet
dat de regering niet voor de
geschapen toestand verant
woordelijk is.
Komen er nieuwe voorstel
len? Dit behoort tot de moge
lijkheden, doch dan rijst met
een de vraag of het evenwicht
dat in het regeringsvoorstel
was vervat, niet verbroken zal
worden.
In Brusselse politieke krin
gen houdt men in dat opzicht
er nogal naïeve, of beter ge
zegd kinderachtige, meningen
op na. De grondwet is gestrui
keld over het probleem Brus
sel... dus, menen deze heren,
moet de regering toegevingen
doen aan de Brusselaars.
Als men een dergelijke re
denering hoort, gaat men nog
sterker twijfelen aan het ge
zond verstand van de politieke
mandatarissen in de hoofd
stad. Zijn deze mensen steke
blind? Welke toegeving kan
men aan de Brusselaars doen?
Wat gaat er dan te Brussel
niet? Hebben deze mensen
reden ontstemd te zijn? Wor
den ze in hun vrijheid be
dreigd? Als men het de Fra I
talige Brusselaars vraagt,
krijgt men nooit een klaar en
duidelijk antwoord. Er wordt
dan wel wat gebazeld over «de
carcan» die moet doorbroken
worden, enz., maar verder dan
enkele holle slogans geraken
ze niet.
De heer Eyskens zei on
langs: «Breng mij één Frans
talig Brusselaar die op taal
gebied geschaad wordt,» maar
op deze uitdaging wordt niet
ingegaan, omdat men weet
dat de Franstalige Brusselaars
hoegenaamd geen reden tot
klagen hebben. (VVat men,
spijtig genoeg, van de Vla
mingen in de hoofdstad niet
kan zeggen!)
Elkeen weet nochtans goed
De genaamde Irma Zwertvae-
gher, echtgenote Laplasse, werd
op 10 februari 1945 door het
Krijgshof te Gent veroordeeld tot
de doodstraf, omdat haar ver
klikking aan de vijand, de dood
van zeven personen ten gevolge
heeft gehad. Het genadeverzoek
werd verworpen bij Regentsbe-
sluit van 23 mei 1945 De h. K.
Van Isacker die over het geval
Laplasse een boek heeft laten
verschijnen, heeft op vrijdag 5
juni 1970 in het Casino te Gent
een openbare vergadering gehou
den tijdens dewelke hij de on
schuld van Irma Laplasse heeft
willen bewijzen en waar hij de
terechtstelling een «koelbloedige
gerechtelijke moord» zou hebben
genoemd en verder een magis
traat beschuldigd heeft «wetens
en willen en opzettelijk verant
woordelijk te zijn voor de dood
van de eenvoudige volksvrouw
Irma Laplasse»,
In de Standaard van 30 mei
1970 schreef Karei 'ijK\ Isacker:
«Kan de minister >an Justitie
stilzwijgend deze aanklacht aan
het adres van een magistraat
van de staande magistratuur
voorbijgaan. Als ze niet gefun
deerd is, vormt deze aanklacht
immers niet alleen een lasterlijke
aantijging tegenover de h. Vos
sen maar ook smaad aan de ma
gistratuur».
Betreffende die aangelegen
heid heeft de achtbare senator
Bouwens in de Senaat een vraag
gesteld. Ik was niet in de ma
teriële mogelijkheid op zijn
vraag tot hiertoe te antwoorden.
Soortgelijke vragen zijn na hem
gesteld in deze Kamer door de
achtbare heren Belmans, Cop-
pieters en De Vlies.
Die vragen, in zoverre zij tot
mij zijn gericht, kunnen als volgt
worden samengevat:
1. Welk gevolg hebt u gege
ven aan de openbare beschuldi
ging tegen een hoog magistraat?
2, Welke gevolg heeft de be-
waarover het gaat. Men wil te
Brussel een uitbreiding van
het tweetalig gebied.
Vice-premier Cools heeft in
een uitzending, «Face a la
presse», hierop een antwoord
gegeven, dat onze volledige
goedkeuring kan wegdragen.
Het tweetalig gebied kan
zich niet uitbreiden, verklaar
de hij, noch naar het noorden,
noch naar het zuiden, zonder
het akkoord van de andere
gemeenschap. Voor een uit
breiding naar het zuiden,
meende hij te weten dat de
federatie Nijvel dit nooit zal
aanvaarden. «De eis tot af
bakening van de taalgrens is
trouwens een Waalse eis,» be
toogde vice-premier Cools.
Deze zienswijze geldt even
eens voor het noorden. Gans
Vlaanderen zegt «neen» aan
de uitbreiding van de olie
vlek. Waarom dan nog langer
aandringen?
Het ligt dus voor de hand
dat nieuwe voorstellen onmo
gelijk in de lijn kunnen lig
gen van wat Franstaligen in
de hoofdstad willen.
Wat kan er dan worden ge
daan om opnieuw de zaken
vlot te krijgen?
Er kan enkel worden ge
hoopt dat na de gemeentever
kiezingen er Brusselaars te
vinden zijn die zullen inzien
hoe redelijk de voorstellen van
de regering wel waren en de
laatste kans zullen grijpen om
dit redelijk vergelijk te aan
vaarden.
Gebeurt dit niet, dan k^n
het land vlug evolueren naar
een toestand die wel'eens ex
plosief zou kunnen worden en
die andere staatsvormen on
vermijdelijk zou maken.
Indien het «bezadigd fede
ralisme» van de ploeg Eyskens
er door rijp overleg niet komt,
is het mogelijk dat zich een
federalisme opdringt dat meer
op separatisme zou gaan lij
ken. Wat dan de situatie van
de hoofdstad zou worden blijft
nog te bezien.
In elk geval moet men niet
denken dat een formule, zoals
P.-H. Spaak vooropstelt en
waarbij Brussel als een fede
rale staat zou fungeren, enige
kans zou maken.
Geen enkele Vlaming zal
dulden dat Brussel ooit als
derde macht in ons land een
beslissende rol zou spelen. Dan
moet men Brussel maar een
ander statuut toemeten, zon
der dat er nog van uitbreiding
sprake is. Dat is klaar en dui
delijk, of koestert men daar
omtrent ook nog illusies?