VLAAMS
Gemeente
verkiezingen
11 oktober 1970
ACHTER
HET SCHERM
Het dossier „Irma Laplasse"
V
DE VRAAG TOT AMNESTIE DOOR DE VOLKSUNIE
22e JAARGANG Nr 30
ZATERDAG 25 JULI 19f0
PRIJS PER NUMMER 4 fr.
WEEKBLAD VAN DE B.S.P. - ARRONDISSEMENT AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
VANDER BRUGGEN DIEUDONNE
(vervolg bladzijde 3)
Dc zaak Laplasse
(Vervolg blz. 3)
door
LEO COLLARD
ONDANKS DE BOYCOT VAN EEN GEDEELTE
VAN HET PERSONEEL
De baby is er nog vóór de vakantie
Redoktie - Administrtuie - Publiciteit
52, MOLENSTRAAT 9300 AALST
Tel.: 053/24869 Postcheckrekcning 95.24.64
Maandaoonnement I5fr. Jaarabonnement: 180 tr.
Verantwoordelijke uitgever:
Jacques Timmermans 52, Molenstraat 9300 Aalst
DOOR
SENATOR
Wat staat er op het spel, zondag 11 oktober 1970
Uiterst voorname zaken op gemeentelijk vlak. De vraag
wordt aan de kiezers gesteld. Wort uw gemeente goed be
stuurd of wilt gij het anders Het is niet te ontkennen
dat veel behoeften die deel uitmaken van het dagelijks
leven van de burgers, hun oplossing vinden binnen het
kader van de gemeentelijke aktiviteit. Het is een haast
eindeloze opsomming, lan,gs de urbanisatie, de woning
bouw, de gezinspolitiek, de bejaardenzorg, de sport en de
kuituur, zonder te vergeten de zware problemen van de
financie en van de ekonomie. Die opsomming, verre van
volledig, volstaat al genoeg om aan te tonen, de grote ver
antwoordelijkheid die bij de kiezers liggen zal op 11-10-70.
Kiest de massa goed, dan dient dat henzelf in eerste rang.
Kiest ze slecht, dan moet het volk en ook de gemeente dat
erg bezuren.
De dagelijkse problemen op gemeentelijk vlak worden
steeds zwaarder en zwaarder. Ons moderne leven stelt nu
eenmaal zulke hoge eisen, dat veel kleine en middelmatige
gemeenten de last niet meer kunnen torsen. Daardoor is
het gekomen dat men van hogerhand fusies van gemeen
ten heeft doorgevoerd, omdat in het kleine België liet be
staan van 2.586 gemeenten niet meer van onze tijd is. Men
Het scherm is de neo-kapita-
listische maatschappij, zogezegd
van verbruik en overvloed. Nie
mand denkt er aan de verbetering
en de mutaties van de laaste tien
tallen jaren te loochenen.
Wijzigingen deden zich voor in
de schoot van wat men het pro
letariaat noemde. De wereld van
hand- en geestesarbeid vormt nog
immer de zeer grote meerderheid
van de aktieve bevolking. Maar
deze «neo-kapitalistlsche» massa,
hield op een homogeen blok te
zijn, op hetzelfde ogenblik dat 'n
wijziging intrad in de levenvoor-
waarden die de psychologische
verschillen bepalen.
Deze vaststellingen laten de
teoretlci van he neo-liberalisme
toe te steunen op wat zij noemen
de «verburgerlijking» van de ar
beidersklasse om te beweren dat
de neo-kapitalistische organisa
tie, gericht op de steeds groeiende
produktie van verbruiksgoederen,
in staat is het sociaal probleem
op tc lossen. Da de voorwaarden
van de socialistische aktic moeten
gewijzigd worden, lijdt geen twij
fel. En de socialisten zijn er
steeds meer van bewust. Maar de
oorzaken van de socialistische
kontestatie, deze uitdrukking be
doeld zijnde in haar ruimste zin
zijn daarom nog niet verdwenen
Want er is wat zich achter de
schermen afspeelt.
De werkelijkheid er van werd
met evenveel kracht als duidelijk
heid onderstreept ijdens de recen
te 57se sociale week in Frank» i/k
Aan pgt. A. VRANCKX, Minister van Justitie, werden op donderdag
18 juni 1970 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers vragen ge
steld met betrekking tot het dossier «Irma Laplasse».
Minister Vranckx gaf op objektieve wijze antwoord aan diegenen die
menen dat zij bepaalde gevallen moeten misbruiken. Hierbij dan
het antwoord van de Minister. (2) - (Vervolg van verleden week).
De doodstraf
Mocht men mij de vraag stel
len of ik persoonlijk de terecht
stelling van Irma Laplasse kan
verdedigen, dan antwoord ik vol
mondig NEEN. Ik ben steeds de
overtuiging toegedaan dat de ge
meenschap in het arsenaal van
de straffen, voor de beteugeling
van misdrijven, een gamma van
straffen kan opleggen die vol
doende beteugelen, zonder de toe
vlucht te moeten nemen tot de
doodstraf.
Eén van de eerste studies die
ik trouwens heb opgelegd aan de
administratie en de leden van
mijn kabinet is in het Strafwet
boek de artikelen te wijzigen
waarin de doodstraf wordt voor
zien en ik hoop u, binen afzien
bare tijd een ontwerp in die zin
te kunnen voorleggen.
In het geval van «Irma La
plasse» vind ik het des te be-
droevender omdat, hoe schuldig
zij ook mocht bevonden zijn aan
verklikkingen die doden ten ge
volge hadden. ;ij zich op een be
langrijke verzachtende omstan
digheid Kon beroepen, nl. de be
zorgdheid om haar zoon.
Het weze mij nu veroorloofd de
feiten samen te vatten zoals zij
uit het dossier blijken. De Duitse
troepen verlieten Oost-Duinkerke
dorp op woensdag 6 september
1944 om zich voor de aanrukken
de Canadese troepen terug te
trekken in stellingen te Oost-
Duinkerke Bad. Zi; lieten twee
depots achter. De verzetslieden
begonnen dadelijk aktief op te
treden. Op 8 september 1944 wer
den 23 Duitse krijgsgevangenen
door hen bijeengebracht in de
jongens gemeenteschool. Tegelij
kertijd werden enkele, als verra
ders aangemerkte personen, op
geleid en bijeengebracht in de
zelfde school. Onder hen bevond
zich de zoon Laplasse, lid van de
Vlaamse wacht. Ondertussen was
de bevolking druk bezig met het
plunderen van de twee door de
Duitsers achtergelaten depots, on
danks de tussenkomst van de bur
gemeester, die opdracht gekregen
had ze te bewaken tot de vrij
dagmiddag. Dit lokte een eerste
reaktie uit van de Duitsers die
tussen 10 en 11 uur verschenen
ter hoogte van het tweede depot,
gekend als «l'Ermitage» en de be
volking sloeg op de vlucht na
van de burgemeester vernomen
te hebben wat er -mande was.
De Duitsers keerden evenwel
nadien terug naar hun stellingen.
Rond 16 uur, onder het bevel
van een zekere Majoor Von
Gründel, verschenen de Duitsers
terug in het dorp. Zij geraakten
ter hoogte van de Gemeente
school gewikkeld in een hevig
vuurgevecht met leden van het
verzet; twee verzetslieden sneu
velden, een derde werd dodelijk
gewond en overleed nadien; vier
anderen werden door de Duitsers
meegevoerd en ietwat verder
neergeschoten.
Ut de school werden de 23
Duitse krijgsgevangenen en de al
daar opgesloten incivieken, be
vrijd.
In de rangen van het verzet
heerste de overtuiging dat het
optreden van de Duitsers in de
namiddag van 8 september 1944
het gevolg was van inlichtingen
die hun waren verstrekt door één
of ander verrader over de akivi-
teit van het verzet en het ge
vangen nemen van 23 Duitse mi
litairen. Onmiddellijk viel de ver
denking op een zekere D. en
diens dochter R., wier relaties
met de Oberfeldwebel van de
batterij gekend waren. Zij wer
den aangehouden doch moesten,
bij gebrek aan bewijzen, vrijgela
ten worden.
NATIONAAL VOORZITTER
tot dewelke Kardinaal Villot eeit
lirief richtte, waaraan o.m. vol
gende passus dient ontleend. Met
verwijzing naar de encycliek
«Gaudium et Spes» schrijft dc
kardinaal: «Op het ogenblik dat
de ontwikkeling van de rationeel
geleide en de koördinerende eko
nomie zou toelaten dc sociale on
gelijkheid te verzachten, leidt zij
al te vaak tot haar vererging en
zelfs hier of daar ot een achter
uitgang van de sociale toestand
der armen en tot het misprijzen
van de armen».
Van daar uitgaande heeft een
syndikalistischc afgevaardigde de
organisatie zelf van de verbruiks-
maatschappij kunnen terug op
werpen en verklaren dat deze
maatschappij «de bevrediging van
de individuele voldoeningen be
gunstigt ten 'koste van de koliek-
tieve sociale behoeften».
Zelfde optiek vanwege een cko-
nomis de h. Albertini, die beklem
toont dat het probleem «onze
maatschappij in beschuldiging
stelt en haar tot op de grond
vesten terug ten berde brengt».
Hij besluit: «Wij zijn de ge
vangenen van een ekonomisch
stelsel dat de groei tot elke prijs
oplegt».
Zo ik deze verklaringen aan
haal er zijn er nog heel wat
audere dan is liet omdat zij
bevestigen wat ik zeg en schrijf
sedert een jaar om de noodzaak
te rechtvaardigen van een ver
zameling van allen die vaststellen
dat «iets verkeerd loopt» en bij
gevolg oordelen dat «iets moet ge
wijzigd» worden aan hetgeen zich
achter dc scherm afspeelt. Men
zou voorbeelden kunnen verme
nigvuldigen. In Frankrijk lijden
bijna 2 miljoen bejaarde personen
aan ondervoeding, bijzonder tij
dens de winter. Hoeveel in Bel
gië? Er zijn niet alleen bejaarden
doch ook de ganse sektor v.toi
infra-gesalarieerden, gehandikap-
ten van allerlei aard. Hoeveel
landbouwers zullen wegens hef
onafwendbare proces van teohii-
sclie vooruitgang, rationalisering
en konccntratie van de onderne
mingen, hun enkele hektaren
moeten prijsgeven, hoeveel klei
ne handelaars hun winkel verla
ten, hoeveel arbeiders hun fabrii-
ken zien sluiten tijdens de eerst
komende tien jaar? Hoe groot is
ons tekort aan kollektieve uit»
rusting, zowel inzake volksge
zondheid, moederhuizen, kinder-
kribben, tehuizen v»«r bejaa. I'ii
(zie de recente studie van het
Nationaal Instituut voor de Huis-
vesing), zonder te gewagen van
de sociaal-kulturele uitrustingen?
Dat is de keerzijde van het
scherm. Een deel slechts. Het is
tijd dat, om daarin verandering
te brengen, een grote gemeen
schappelijke inspanning wordt
gebracht door allen die menen
dat de nieuwe voorwaarden van
een sociale vooruitgang voor al
len moeten geschapen worden. En
dat daarom bepaalde fundamen
tele dingen moeten verandw-d
worden in een maatschappij, die
onrechtvaardig is en door haar
struktuur niet bij machte blijkt
het probleem op te lossen van de
rechtmatige verdeling der rijk
dommen welke zij voortbrengt.