VLAAMS
Y er onder stellingen
voor na het verlof
Rekonvertie
in Fabelta-Aalst
Minister Vlerick, Vlaanderen
en het arrondissement Aalst
1
22e JAARGANG Nr 32
ZATERDAG 8 AUG. 1970
PRIJS PER NUMMER 4 fr.
WEEKBLAD VAN DE B.S.P. - ARRONDISSEMENT AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
BERT VAN HOORICK
Een rijksbegroting van 375 miljard
Expansie kredieten Vlaanderen-Wallonië
Intussen wacht het arrondissement Aalst
op nieuwe nijverheden
LEO COLLARD
Vervolg blz. 2
B.S.P. KANDIDATENLIJST HERZELE
(aangevuld tot 13 kandidaten)
<N,
Redaktie - Administrtaie - Publiciteit
52, MOLENSTRAAT 9300 AALST
Tel.: 053/24869 Postcheckrekening 95.24.64
Maandabonnement. I5fr. Jaarabonnement: 180 fr.
Verantwoordelijke uitgever:
Jacques Timmermans - 52, Molenstraat 9300 Aalst
DOOR
Zij die nog niet de gelegenheid hadden maken thans gebruik
van de laatste vakantieweken om uit te blazen en zich voor
te bereiden op het zware werk dat op de planken komt de
campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen en het hernemen
van de parlementaire en regeringswerkzaamheden die beloven
niet van de poes te zullen zijn. Immers waarheen de voorlopig
gestrande grondwetsherziening, waaraan in september opnieuw
moet gedokterd worden, ons zal leiden weet niemand.
De huishouding van de Staat wordt vastgelegd in jaarlijkse
begrotingen. Een zeer belangrijk probleem waarmede het land
zal worden gekonfronteerd en dat zware diskussies in het par
lement zal uitlokken is de opmaak van de rijksmiddelenbegro
ting en van de begTotingen van de verschillende ministeriële
departementen. Een en ander werd reeds door de ministerraad
onder de loep genomen. Er is sprake van 375 miljard overheids
uitgaven voor het begrotingsjaar 1971, waarin de gewone en
de buitengewone begrotingen zijn begrepen evenals de uitgaven
voor het wegenfonds en de toelagen voor de gemeentelijke wer
ken. Het is een zeer hoog bedrag dat aantoont dat de Staat
in steeds grotere mate verplicht is op te treden als regelaar
van het sociale, ekonomische en kulturele leven.
Heftige perspolemieken zijn ontstaan naar aanleiding van de
nieuwe rijksbegrotingen en dit in verband met een verklaring
van de h. Vlerick, Minister voor de streekontwikkeling in liet
Vlaamse land, die zich verzet tegen gelijke kredieten voor de
ekonomische expansie aan het Vlaamse en het Waalse lands
gedeelte. Minister Vlerick eiste desbetreffend een verdeling op
grond van het bevolkingsaantal, nl. 60 t.h. voor Vlaanderen »n
40 t.h. voor Wallonië. In de regeringsverklaring was vooropge
steld geworden dat deze verdeling moet gebeuren volgens
objektieve kriteria maar dat in afwachting van de uitwerking
dezer kriteria de kredieten gelijkelijk zouden verdeeld worden
tussen de twee landsgedeelten. Het gaat hier om geen formida
bel bedrag, per slot van rekening slechts over een verschil van
een half miljard dat onder de vorm van toelage of interest
verlaging aan vreemde of eigen kapitalistische ondernemingen
ten goede komt. Van rechtse en nationalistische zijde maakt
men zich daar, zoals te verwachten, om de duivels druk om
en stelt men het voor alsof het Vlaamse volk bestolen wordt.
De werkelijkheid is dat met het systeem van staatshulp aan
private firma's gans het volk betaalt om een aantal kapitalis
ten rijker te maken. Het werkelijk en het groot probleem ligt
dus elders dan in de nieuwe tegenstelling tussen de Vlaamse
en de Waalse gemeenschappen die sommigen op dit punt pro
beren aan te wakkeren. Het ligt in waarachtige anti-kapitalis
tische struktuurhervormingen die wij sedert jaar en dag voor
staan. In de huidige situatie die wij inzake ekonomiscli beleid
kennen en die wij als neo-kapitalistisch kenmerken speelt de
staatshulp aan investeerders klaarblijkelijk een rol in de eko
nomische expansie van hetzij het Vlaamse hetzij het Waalse
landsgedeelte. In deze optiek is het noodzakelijk ten spoedigste
tot het vastleggen van de objektieve kriteria te komen. Voor de
arbeidersbeweging zou het echter duizendmaal beter zijn de
vereende krachten van de Waalse en Vlaamse arbeiders aan
te wenden om de strijd aan te binden tegen het systeem in
stede van zich te laten verdelen en tegen mekaar uitspelen
voor een half miljard dat aan kapitalisten is voorbehouden.
Minister Vlerick verklaarde ook nog dat er sedert 1968 in
Vlaanderen om 68 miljard frank geïnvesteerd werd inzake
ekonomische bedrijvigheid. Over het eerste halfjaar 1970 wer
den 23,5 miljard frank investeringen in het Vlaamse lands
gedeelte verwezenlijkt. Hierdoor werden 15.000 nieuwe werk
plaatsen in het leven geroepen. Niet onaardig. Het arrondis
sement Aalst heeft hierin, naar verluidt, meegedeeld. De cijfers
waarover Minister Vlerick en Vlaanderen zich all'cht kunnen
verheugen, hebben ons echter in het arrondissement Aalst niet
precies van vreugde doen dansen. Deze cijfers wijzen op een
zeer ongelijkmatige ontwikkeling van de Vlaamse gewesten.
Hier bij ons zijn wij de sluiting van de Filature du Canal en
deze aangekondigd voor de Fabelta niet vergeten, om van de
vele anderen niet te spreken. Wij hebben rekonversie geëist.
Wij hebben de inplanting van een paar werkelijk belangrijke
ondernemingen in ons arrondissement onafgebroken bepleit.
De werkers van Aalst hebben betoogd. Er zijn menigvuldige
delegaties ontvangen. Wij hebben de installatie van een werk
groep arrondissement Aalst bij het kabinet van Minister Vle
rick gekregen. Tegen het einde van dit jaar moet deze werk
groep zijn besluiten en aanbevelingen indienden. De vraag is
wanneer, na hoeveel tijd. van deze besluiten iets zal in huis
komen. Eén zaak is zeker, er zijn geen grote studies nodig om
te weten dat onze streek nood heeft aan werkelijk belangrijke
en loonsintensieve I ïjven. Minister Vlerick moet op de uit
slag van de werkgroep niet wachten om te trachten iets in die
zin te doen.
Het is normaal dat verantwoor
delijke politici, en ook de pers,
zich afvragen wat in België gaat
gebeuren, wanneer in september
de verlofperiode zal beëindigd
zijn. De enen zowel als de ande
ren kunnen vooralsnog slechts
veronderstellingen maken. Doch
misschien is het niet nutteloos
deze met enkele feitelijke elemen
ten te omringen.
Het eerste feit is dat het met
de grondwetsherziening in de Ka
mer anders verlopen is dan in
de Senaat, om de doodeenvou
dige reden dat een bepaald aan
tal volksvertegenwoordigers heb
ben besloten hun plicht niet te
vervullen die erin bestaat aan
wezig te zijn en volgens hun ge
weten te stemmen. Zij hebben er
de voorkeur aan gegeven uit de
vergaderzaal te deserteren. Had
den zij anders gehandeld, dan
zou het land vandaag uit het
kommunautaire slop zijn ge
raakt..
Ik geloof niet dat de openba
re opinie het in haar overgrote
meerderheid goedkeurt dat man
datarissen, die werden verkozen
óm hun taak te vervullen, zulks
niet doen. Te gepasten tijde zal
daaraan alleszins dienen te wor
den herinnerd.
Een tweede feit is dat men de
regering niet kan verwijten dat
zij hjar taak, die erin bestond
als motor op te treden voor de
grondwetsherziening, niet ver
vuld heeft. Voor de vergaderin
gen in de kommissie van 28, die
op haar initiatief is tot stand
gekomen, waren alle partijen uit-
DOOR
VOORZITTER VAN DE BSP
genodigd. Alleen de Volksunie
heeft zich op het laatste ogen
blik teruggetrokken. AUe ande
ren zijn gebleven en hebben
meegewerkt.
Het is zich op de werkzaam
heden van deze kommissie steu
nend dat de regering de verkla
ring uitwerkte die zij in april
aan het parlement voorlegde.
Men kan over sommige punten
diskussiëren. Men heeft dat trou
wens gedaan en de regering
heeft er in de hoogst mogelijke
mate rekening mee gehouden.
Zoals onlangs werd aangestipt
door de h. Pol Vandromme in
«Le Rappel»: «Iedereen weet zeer
goed dat er, wat het essentiële
aangaat, geen enkele andere re
delijke oplossing bestaat dan de
ze die door de h. Eyskens werd
voorgesteld.»
Een derde punt houdt meer
speciaal verband met de P.V.V.
en dan nog in de eerste plaats
met de franstalige en Waalse.
Het past aan sommige feiten te
herinneren. Het zijn P.V.V.-mi-
nisters die de uitvoeringsbeslui
ten van de taalwetten van 196a
hebben uitgevaardigd. Het is on
der druk van de P.V.V. dat de
regering Vanden Boeynants - De
Clercq gedurende twee jaar de
gemeenschapsproblemen in de
De aangekondigde sluiting van
Fabelta Aalst, tegen einde van
dit jaar heeft terecht een storm
van protest doen losbarsten.
Niet alleen maakt men door de
bedrijfssluitingen van Aalst een
slaapzone zonder uitzichten voor
zijn inwoners, doch tevens wordt
de sociaal en ekonomische onver
antwoorde pendel op angstwek
kende wijze opgevoerd. Dan ma
ken wij niet eens gewag van de
genen die geen betrekking meer
zullen vinden en tot de pensioen
gerechtigde leeftijd op werklo
zensteun zijn aangewezen.
U.C.B. heeft waarschijnlijk
eveneens beseft dat door de slui
ting van Fabelta een nieuwe do
delijke slag aan Aalst werd toe
gebracht, en heeft de pil willen
vergulden door een nieuwe be
drijvigheid aan te kondigen met
60 tot 70 werkplaatsen. De vraag
stelt zich echter of UCB werkelijk
begaan is met het lot van zijn
werknemers dat hen zo vele jaren
trouw diende. Het uilgehangen
bericht in verband met de nieu
we uitbatingszetel, verplicht er
ons toe er aan te twijfelen, ge
zien de gestelde leeftijdsvoor-
waarden zeker niet passen bij
UCB dat een fabriek sluit met
ongeveer 450 werknemers. De
Textielcentrale van het ABVV
heeft deze voorwaarden als een
kaakslag aangevoeld, met als ge
volg dal aan de Direktie onmid
dellijk volgend schrijven werd ge
stuurd:
<sMijne Heren,
Wij vernemen dat in de fa
briek een bericht loerd uitgehan
gen in verband met het aanwer
ven van personeel voor de ge
plande rekonversie in de huidige
gebouwen.
Tot onze grote verbazing stel
len wij vast, dat inzake leeftijd
van het toekomstig personeel
normen ivorden gesteld, die men
selijk gezien niet aanvaardbaar
zijn. De vrouwen moeten een
ijskast stopte, in plaats van een
poging te doen om ze op te los
sen.
Intussen is het leven voortge
gaan. Het was gemakkelijk te
voorzien en wij hebben het trou
wens destijds aangekondigd, dat
deze problemen steeds scherper
gesteld en ingewikkelder zouden
worden. Welnu, wanneer de hui
dige regering het waagt zich in
te spannen om ze op te lossen,
dan ontrekken de franstalige en
Waalse P.V.V.'ers zich eens te
meer aan hun plicht. En boven
dien verschuilen zij zich in een
afwachtende houding, er zich toe
beperkend te verklaren dat het
de taak van de regering is nieu
we voorstellen te doen.
Wie anders dan het land wordt
met dit spel bedrogen? De kom
munautaire en de gewestelijke
strukturen die het verwacht en
die het dringend nodig heeft, de
kulturele autonomie, de bescher
ming van de minderheden, dat
alles blijft in de lucht hangen.
Men moet nochtans koelbloe
dig blijven. Men mag niet alles
in de steek laten wat reeds in
het parlement verworven werd.
Men mag evenmin verzaken aan
de verwezenlijking van wat nog
overblijft. De gemeenteraadsver
kiezingen van 11 oktober mogen
geen fatale vervaldag zijn. Mis
schien is nog niets echt onmo
gelijk voor deze gemeenteraads
verkiezingen en zeker niet daar
na
Doch indien er mensen zijn
die geloven dat een andere rege
ringsformule een oplossing zou
brengen, dat die dan maar gauw
iets anders denken. Ik wil er
niet eens rekening mee houden
dat een parlementsontbinding al
le problemen ik zeg wel de
gelijk alle weer geheel iri het
geding zou stellen. Men make
zich in dit opzicht niet de ge
ringste illusie.
Het land zou dan in een on
verklaarbaar avontuur worden
gesmeten en voor sommigen zou
het te laat zijn om te zeggen
dat zij dat niet hebben gewild.
Van alle veronderstellingen die
men op het huidige ogenblik kan
maken past het in ieder geval
deze laatste van nu af uit te
sluiten.
I
1
1. LEFEVRE JUL1EN
Sekretaris A.B.V.V. Arbeidsrecht
2. VAN KEYMEULEN CHARLES
Bestuurschef Vrije Universiteit Brussel
3. DE VADDER PAUL
Technisch leraar
4. DE WINNE JACQUES
Handelsreiziger
5. VAN DAMME REMI
Adjunkt-sekretaris pensioendiensten
6. SANGLAN HECTOR
Metser
7. HAELTERMAN RENE
Bouwvakarbeider
8. VAN WAYENBERGE GEORGES
Timmerman
9. OTTE OCTAAF
Deurwachter bij het Parlement
10. VAN DER GUCHT KAMIEL ETIENNE
Brievenbesteller
11. GORDEBEKE PETRUS
Metser
12. VEKEMAN WILLY
Regent moderne talen
13. VAN DEN DRIESSCHE WALTER
Adjunkt-controleur Openbare Werken
I
I
I