VLAAMS Wat brengt ons 1971 Arrondissementeel Kongres der B.S.P. Te Aalst voltrok de C.V.P. haar woordbreuk door verkiezing van C.V.P. - P.V.V. - V.U. schepencollege WERK IN EIGEN STREEK VERKIEZINGEN TE DENDERLEEUW NIETIG VERKLAARD 11 ■■■llll'liTWirr -n—- Willy VERNIMMEN B.S.P. FEDERATIE AALST ZATERDAG 16 JANUARI 1971 te 14.30 u (Vervolgt blz. 2) Inleiding (Zie vervolg blz. 8) ZATERDAG 16 JANUARI 1971 23e JAARGANG Nr 3 Redaktie - Administrtaie - Publiciteit 52. MOLENSTRAAT 9300 AALST Tel.: 053/24869 Postcheckrekening 95.24.64 PRIJS PER NUMMER 4 fr. Maandaoonnement 15 fr. Jaarabonnement: 180 fr. Verantwoordelijke uitgever: Jacques Timmermans 52, Molenstraat 9300 Aalst WEEKBLAD VAN DE B.S.P. - ARRONDISSEMENT AALST VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT DOOR VOLKSVERTEGENWOORDIGER Bij de gelegenheid van de jaarwisseling en de zeer vele geluk wensen die wij elkaar toesturen is het ook onze plicht en taak ons de vraag te stellen wat het jaar 1971 ons politiek zal brengen. Het jaar 1971 wordt immers een voor-verkiezingsjaar de voorbereidingen ervan zijn trouwens nu reeds merkbaar. Ongetwijfeld zal het jaar 1971 ook gekenmerkt worden door een harde sociale strijd de uitvoering van de B.T.W., de daar aan verbonden prijzenpolitiek en de onzekerheid bij vele ar beiders over hun bestaan van morgen zal heel wat tegenstel lingen in deze welvaartmaatschappij nog scherper stellen. Ongetwijfeld zullen de omstandigheden voor het voeren van een werkelijk socialistische aktie gunstiger zijn dan dit in het verleden het geval was. Door de oplossing van de kommunautaire problemen zullen de sociaal-ekonomische problemen meer aan bod komen. Daarom ook moeten wij van alle gelegenheden gebruik ma ken opdat de socialistische beweging in haar geheel zou klaar staan om deze voor haar gunstige omstandigheden maximaal te benutten. Het komt er inderdaad op aan de grote massa te overtuigen dat een «andere politiek in de toekomst dient gevoerd te wor den». Positief in deze zin zijn zeker de voorbereidingen van het ABW-kongres waar men aandringt op een betere orga nisatie en werking. De vraag die zich inderdaad stelt is of de socialistische be weging in staat zal zijn om ai de krachten te bundelen die nodig zullen zijn voor de strijd tot omvorming van een maat schappij. Alleen, en dat moet iedereen toch duidelijk zijn, is onze beweging niet in staat deze zo nodige hervormingen te be werkstelligen. daarom moeten ook alle kristelijke arbeiders die zich steeds meer en meer bewust worden van de tekort komingen van de kapitalistische maatschappij, bij onze aktie betrokken worden. Het grote probleem van vandaag is dus de krachten van de arbeidersbeweging te groeperen rond een programma dat in wezen anti-kapitalistisch moet zijn. Het kongres van het ABVV moet een eerste stap zijn, ver mits men in grote lijnen akkoord gaat met de omschreven aktie voor plan-ekonomie en de daaraan verbonden arbeiders- kontrole. Daarom ook moet het kongres van de partij alhoewel het een ander uitzicht heeft zich op dezelfde golflengte af stemmen. De verkiezing voor het voorzitterschap en de keuze van een nieuw bureau hebben dan ook hun volle betekenis. Van hen zal inderdaad veel afhangen welke richting zal inge slagen worden. Ais de bewuste progressieven van nu af hun krachten bunde len, zullen zij meteen bijdragen tot de omvorming van de maatschappij. En dit lijkt ons voor 1971 niet zo onmogelijk toenadering zoeken met de progressieven, de dialoog in open heid aangaan en zich akkoord stellen over een gemeenschap pelijk programma zijn dus essentieel voor de verder socialis tische strijd. De strijd zal inderdaad niet ontbranden rond de bestuurstafel maar aan de basis... en daar ligt volgend jaar wel een kans toe, indien wij konsekwent ons programma verdedigen en onze strijd organiseren moeten wij lukken in ons opzet. in zaal De Redding Ninove Geraardsbergsestraat 119 We willen nog even terugko men op de ekonomische en so ciale studie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gewijd aan de pendelbeweging in het arrondissement Aalst. In deze studie zijn heel wat interessante gegeven opgenomen betreffende de ekonomische struktuur van het arrondisse ment Aalst. De ekonomische aktiviteiten blijken zich naar een geankerd patroon te hebben ontwikkeld enerzijds een traditionele lokale bedrijvigheid en, anderzijds, een uitermate sterke pendelbeweging naar de Brusselse agglomeratie. Niettegenstaande het gebied als ontwikkelingsgewest in de expan siewetten (wetten van 17 en 18 juli 1959 en 14 juli 1966) werd opgenomen, schijnt er een be stendig tekort aan werkgelegen- heit te zijn. Deze evolutie van 2.990 bedrij ven in 1960 naar 3.091 in 1988 spreekt zeker niet in het voor deel van het arrondissement Aalst. Slechts 101 bedrijven, in mindering gebracht de sluitingen van ondernemingen, die in het gewest niet onbelangrijk zijn, werden ingeplant. Veeleer duidt dit op een stagnatie in 't groei proces. Deze geringe toename kan on mogelijk aan het pendelen ver helpen. De inplanting van nieuwe be drijven, op zichzelf een lovens waardig initiatief, bestaat meest al in kleinere bedrijven, wat het probleem nog aksentueert. Vastgesteld wordt dat de klei ne bedrijven met minder dan 20 werknemers, 63 eenheden in het aangroei vertegenwoordigen. De middelgrote bedrijven (20 tot 199 werknemers) volgen op de twee de plaats met een accres van 35 eenheden. De grote bedrijven, met 1000 en meer werknemers, waarvan de numerieke toename 3 eenheden beloopt, betekenen echter qua uitbreiding van ar beidsplaatsen meer dan de kleine bedrijven. Alleen de aantrekking van zeer grote bedrijven, mits aanpassing van de infrastruktuur de no dige industrieterreinen zijn voor handen met sterke personeels bezetting, voor dewelke de uitbe taling van behoorlijke lonen ge waarborgd wordt, kan het aan tal pendelaars drukken. Daarbij dient gedacht aan de oprichting van bedrijven met gunstige toekomstperspektieven. Het is inderdaad zo dat de be drijven met traditionele aktivi teiten (landbouw, textiel, kle ding) in belangrijke mate zijn afgenomen, respektievelijk met 61, 37 en 86 eenheden, zonder dat deze sluitingen in afdoende mate gekompenseerd worden door de kreatie van nieuwe ar beidsplaatsen, die in staat zijn de vrijgekomen werknemers op te nemen, de andere werknemers werk in eigen streek te bezorgen. De nieuwe inplantingen behel zen hoofdzakelijk de overheids diensten (+85), de handel 67) het bouwbedrijf 78), het transportbedrijf (+17) en de machinekonstruktie (+27). Vanzelfsprekend beïnvloeden andere faktoren de verdere in dustrialisatie, o.a. het beschikba re kapitaal, de overheidstussen komst, geschikte arbeidskrachten afzetmogelijkheden en andere. LOKALE TEWERKSTELLING De inlichtingen zijn geput uit de jaarverslagen van de Rijks- maatschappelijke Zekerheid, die het aantal geaffilieerden aan het stelsel opgeven, zonder aandui ding der plaats van herkomst. Waar in 1980, 34.450 werkne mers zonder onderscheid naar geslacht, zonder indeling naar beroepsgroep, werklieden en be dienden, lokaal tewerkgesteld waren, is dit aantal in 1968 ge stegen tot 39.216 eenheden. Zulks impliceerde de kreatie van 4.76S nieuwe betrekkingen, of gemid deld 595 per jaar. Beschouwt men echter de aan groei van jaar tot jaar dan no teert men een gestadige stijging tot 1964, mede beïnvloed door de hoogkonjunktuur. Behoudens de plotse hausse in 1966, is veeleer een stagnatie ingetreden. Sedert dien immers werden slechts 1.078 nieuwe betrekkingen in het leven geroepen, of gemiddeld 269 per het juist vermeld jaarlijks ge middelde blijft. De weerslag van de ekonomische heropleving se dert het najaar van 1968 kon niet worden nagegaan. De pro centuele stijging leidt tot dezelf de resultaten, welke eens te meer het aantal pendelaars nadelig beïnvloedt. Zonder betoog mag gesteld dat de werklieden in de lokale te werkstelling in 1968 de overgrote meerderheid vertegenwoordigen; de bediende maken slechts 18 t.h. van het totaal uit. Bij de uitsplitsing naar ge slacht betekenen de werklieden 50 t.h., de werksters 32 til. in het geheel, de mannenlijke be diende 11 t.h. en de vrouwelijke bedienden 7 t.h. Het leeuwenaandeel van de werknemers is tewerkgesteld in de industriesektor, 71,32 t.h. in 1960, 64,40 t.h. in 1968. Het re gres van de tewerkstelling in de ze sektor is deels te wijten aan de achteruitgang in de textiel- en kiedingsnij verheid. De verschuiving heeft zich voorgedaan in het voordeel van het bouwbedrijf, van de handel en van de overheidsdiensten. LONEN EN WEDDEN Het gebrek aan lokale werkge legenheid werd bestempeld als een der oorzaken van het pen delen. Een andere oorzaak dient gezocht in hogere lonen welke buiten het arrondissement een aantrekkingskracht uitoefenen op de werknemers. In de studie van de Rijks dienst voor Arbeidsvoorziening worden de gemiddelde verdien sten van 't arrondissement Aalst vergeleken met de lonen en de wedden genoteerd voor de pro vincie Oost-Vlaanderen en voor de provincie Brabant. De voornaamste gevolgtrekking is wel degelijk dat de gemiddelde verdienste in het arrondissement lager zijn dan in de provincies Oost-Vlaanderen en Brabant ter uitzondering van de verdienste der werksters in de handel. De procentuele verdienstenver- OP DE AGENDA 1 Het nationaal voorzitterschap B.S.P. - politieke toestand BERT VAN HOORICK, volksvertegenwoordiger, lid Nationaal Bureau. 2 Allerlei Alle B.S.P.-bestuursleden die nen zeker tegenwoordig te zijn. Door de Bestendige Deputatie werd op 7 januari 11. beslist de gemeenteraadsverkiezingen van 11 oktober te Denderleeuw on geldig te verklaren. Deze beslissing werd genomen tegen alle verwachtingen in, want reeds eerder had diezelfde Bestendige Deputatie de ge meenteraadsverkiezingen te St.- Niklaas goedgekeurd, ondanks gelijkaardige feiten. Diegenen die te St.-Niklaas klacht indienden zijn in beroep gegaan bij de Raad van State. Verwacht wordt dat ook van uit Denderleeuw beroep zal wor den aangetekend. Zoals men weet behaalde de BSP te Denderleeuw de volstrek te meerderheid door 9 zetels t« behalen op 13. (Zie verder bik 9).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1971 | | pagina 1