België
wordt
filmland
TEMPERA van Jos Murez
Met Prosper De Smet
«IN HET PARTIJLOKAAL»
I
F>-■
Poëzie als levensbelijdenis in
Enkele bedenkingen bij: MILIEUVERONTREINIGING
IN MEMORIAM PATRIS
2 «TOOR ALLEN»
De bundel «Tempera» van journa
list en kunstkritikus Jos Murez (1927)
doet de Yang-poëzlereeks zowel qua
Inhoud als qua vormgeving breed
uitdeinen.
Murez is een oudgediende van de
muze (hij publiceerde in een tijd
spanne van 20 jaar zes dichtbundels)
die zich met een bewonderenswaar
dige nonchalance en steeds even fris
blijvende tematiek opmerkelijke ver
jongingskuren toedient langs zijn
poëzie om In «Tempera» rekent hij
met zichzelf en met de samenleving
JOS
MUREZ
af, nu eens gevat-nauwkeurig, dan
weer uitdagend en speels. Deze ge
dichten bezitten schijnbaar matte
kleuren die zich echter na een ge-
voels-lektuur als glanzend en extra-
vitaal aanbieden.
De melancholie van bepaalde ge
legenheidsverzen wordt door een pas
sende inbreng van natuur- en reali
teitselementen opgetild en naar een
soms sublieme hoogte van bezinning
en berusting overgeheveld.
Murez laat zich als mens gelden in
zijn poëzie.
Schrijven is voor hem een wapen
dat hem in permanente staat van
paraatheid houdt.
Murez weet echter niet aan alle
evenementen te weerstaan, soms
buigt hij het hoofd, krimpt tussen
de ruwe schors van de taal naar het
getroffen hart van het ieven. Zo in
volgende verzen voor zijn overleden
vader:
Bij eendere weemoed het
/water-vallen
waarin uw naam verruist
vergalmt mijn stem. Niets is
/gebleven,
niets vergaard, noch in het zand
/geschreven,
noch in een schelp bewaard.
Schimmen vergallen 't leven
als die herinering ruist.
Niets is gebleven,
onschendbaar voortgedreven
tenzij de vloedlijn en de baar.
Steeds beloopt hij de weg die hem
in het spoor van dt eigengereide le
vensideologie houdt. Als bewijs hier
van en tot besluit zijn eigen
woorden:
«Ik zoek mijn kluis, beloop mijn
eigen pad».
(Jos Murez: «Tempera», verschenen
in de Yang-poëziereeks - Gent).
Willie VERHEGGHE
Roland verhaert die Het Alscheid film
de (hieruit een beeld met Petra Laseur en
Julien Schoenaerts) werkt thans aan
Rolande met de bles
België is nooit een film» noman's-
land geweest. Van de glorierijke pion-
nierstijd tot de huidige periode heeft de
zevende kunst, in dit land, hartstoch
telijke, italentvolle en minder talent
volle beoefenaars gekend. Tijdens de
stomfilmperiode werden er tal van
langspeelfilms vervaardigd, maar na de
ze bloeitijd werden de eigen produkten
uit de zalen verdrongen. Men bleef lang
speelfilms vervaardigen kluchten met
beperkt budget en dito publiek, maar dit
kon bezwaarlijk als volwaardige film-
produktie worden bestempeld. Het was
echter in de mineurgenre's zowel van
de kommerciële als de niet kommerciële
sektor dat de Belgische film een ver
antwoorde aanwezigheidspolitiek voerde.
De dokumentaire. de film over kunst, de
reportage, de didaktische film van Bel
gische makelij trokken de aandacht i n
binnen en buitenland. De Keukeleire,
Storck, De Boe, Cauvin e. a. genoten te
recht een internationale faam. Maar de
langspeelfilm bleef in gebreke. Zelf
na de tweede wereldoorlog vertoonde
de Belgische filmwereld geen noemens
waardige ommekeer. Er werden lang
speelfilms vervaardigd enkele per
jaar maar zij bleven beneden een
aanvaardbaar peil. De schaarse uitzon
deringen bevestigden deze regel.
De zestiger jaren brachten een kente
ring onder invloed van drie belangrijke
faktoren de televisie als opdrachtgever
Sinds 1967, jaar waarin zijn Prinses
en coverboy verscheen (een verha
lenbundel) heeft Trosper De Smet
als romancier gezwegen, gezwegen
maar blijkbaar zeer hard gewerkt.
Thans komt hij ons verrassen met
een roman «In het Partijlokaal» ver
schenen bij de boekengilde De Clau-
waert als eerste werk in het uitgave-
plan 1971-72 van deze uitgeverij.
De titel laat een geëngageerde ro
man vermoeden, zeker voor wie de
auteur en zijn dagelijks engagement
kent. Maar dat is het o.i. precies
niet, zeker niet in de eerste plaats.
De visie van Prosper De Smet is
een MENSVISIE. Zijn wereld van
mensen, zijn milieu is weliswaar dat
van de arbeider, de arbeiderswijk, het
beluik het partijlokaal en zelfs de
beenhouwer zeker de dokter worden
in het beluik, laat staan ir. het par
tijlokaal zelf als indringers be
schouwd, vreemden, anderen... Maar
het gaat om mensen met hun zor
gen en vreugden: dat vooral, beter
uitsluitend. Wanneer speelt het ver
haal? Rond de eeuwwisseling, een
tijd die de auteur zelf niet heeft ge
kend maar waarover door zijn ouders,
zijn grootouders ongetwijfeld de ach-
PROSPER
DE SMET
tergrond van deze roman werd aan
gebracht.
Prosper De Smet heeft in de loop
der jaren in zijn stijl de gekke uit
vallen verloren eigen aan zijn eerste
gedichten, hij heeft afstand genomen
van gebeurtenissen rond hem en in
het verleden, in de tijd waarin het
verhaal speelt. Hij kiest geen partij,
hij staat «In het partijlokaal» niet
achter de staking Hij blijft er zelfs
vrij koel bij maar richt zijn aandacht
op enkele figuren die .lij op een vir
tuoze wijze met nu fijne, dan weer
harde toetsen ten tonele voert, die
hij laat spreken, handelen, zich ver
gissen, blunderen, jubelen. Het is een
andere Prosper De Smet, gelouterd,
afstand nemend van het maatschap
pelijk gebeuren maar voor alles
mens-gebonden, toch weer met hart
en ziel gebonden aan die mensen,
zijn mensen, mijn mensen die wel
sterk reageren op de gebeurtenissen.
Een roman, sterk van opbouw,
evenwichtig en geschreven in een
taal die zijn figuren, zijn mensen ge
sproken hebben, met daden die men
helaas ook nu alleen nog in be
luiken stelt.
Twee slotoverwegingen bij deze ro
man, waarvan we niet genoeg de
overtuigende mens-visie kunen on
derstrepen. Een oom las hem. We
kregen hem terug met de woorden:
«Ik praat er niet graar meer over
jongen, maar zo was het». De man
is ruim tachtig. Niets van wat er aan
feiten in de roman voorkomt had
hij in zijn geheugen teruggevonden.
Maar hij zei: «Zo was het jongen!»
Een grotier lof lijkt ons hier niet mo
gelijk.
Maar het allerbelangrijkste is dit:
zonder het te willen (of toch) steekt
o.i. Prosper De Smet waarschuwend
de vinger omhoog naar allen, ook in
onze beweging, die zozeer door kul-
tuurpolitiek en beleid en pakt zijn
in beslag genomen dat ze het zouden
uit het oog verliezen: de kuituur be
gint daar in het partijlokaal, in het
café aan de kaarttafel, de socialisti
sche kultuuraanpak moet o.i. ook NU
nog beginnen bij de VIOOL DES
VOLKS. E. BRADT
Uitgever; De Clauwaert - Leuven - 160 fr.
Doorgaans wordt ze alleen als ver
ontreiniging van lucht en water bestem
peld. Geluidshinder is er echter ook een
vorm van. Daarover wordt zo weinig ge
sproken omdat je er schijnbaar iets kan
aan doen. Je kan b.v. uit een luidruch
tige buurt wegtrekken. Of je kan zelf
een ander en aangenamer geluid gaan
produceren om het onaangename niet
meer te horen. Of dit echter oplossingen
zijn blijft een vraag. Zijn het niet eer
der pogingen om het probleem te ont
wijken
Milieuverontreiniging wordt steeds
door de anderen veroorzaakt en nooit
door onszelf. De industrie doet het blijk
baar in grote mate, om niet te zeggen
dat ze de enige schuldige is. Dat is ech
ter fout, want ongeveer de helft van de
verontreiniging komt van elk van ons.
Onze wagen speelt b.v. een rol, zij het
niet zo'n geweldige. De grote «burgerlij
ke» verontreiniger is de huisbrand met
kolen en mazout. Doch dat te veranderen
kost natuurlijk elk van ons centen, en
wie onze geldbeugel raakt... Li elk ge
val een typisch Belgische houding, dat
alleen-de-anderen-zijn-schuldig.
Deze opvatting wordt ook in stand
gehouden door heel wat officiële bena
deringen van het probleem, b.v. de te
levisie. waar alleen de zogezegd grote ge
vallen behandeld worden. Nogal verschil
lend van Nederland, waar enkele tijd
geleden via de televisie gezegd werd dat
de waterverontreiniging hoofdzakelijk
een gevolg is van de fosfaten die in het
water komen. En een deeltje van deze
fosfaten komen uit wasmiddelen. Daar
worden ze dan weer ingestopt onder
vorm van die vele witmakers. Huisvrou
wen willen immers niet alleen proper
wasgoed, het moet ook nog wit zijn (wat
zou de buurvrouw zeggen Alvast een
raad kwam er uit de bus: gebruik de
aangegeven hoeveelheid wasmiddelen, en
niet meer, want dat helpt je toch niks
vooruit. Je kan dus tegelijk spaarzaam
zijn en het milieu minder verontreinigen,
terwijl je wasgoed toch wit zal zijn.
Alle partijen hadden milieuveront
reiniging op him programma staan. Nu
eens kijken wie er wat gaat aan doen.
Alvast één maatregel lijkt hoogdringend:
lokale overheid toelaten maatregelen te
nemen, zo lang de centrale overheid in
gebreke blijft. Nu worden steevast alle
op gemeentelijk vlak genomen maatrege
len door de bestendige deputatie nietig
verklaard, omdat het een probleem is
dat schijnbaar alleen onder de bevoegd
heid van de (niets doende) centrale
overheid valt. Of hoe je ook het milieu
kan helpen verontreinigen door pietlut
tige toepassing van wetteksten. Weer
echt Belgisch.
Of niet alleen dat. Ook Amerikaans.
Zie maar die recente aflevering van «De
dief van Washington» waarin aan het
eind de vraag gesteld werd wat men
toch met al die herrie om het milieu
wilde bereiken Wou men soms paniek
zaaien De regering wist echt wel dat
het probleem bestond en deed er ook wat
aanJa, ze gooide er nog pas een
atoombom tegenaan
Milieuverontreiniging ls een pro
bleem dat ons allen aanbelangt, omdat
het om de toekomst van onze kinderen
gaat. Doch zolang we niet beseffen dat
het geld gaat kosten om er wat aan te
doen. en zolang we niet bereid zijn dat
geld ook te spenderen, komen we toch
nergens. Je kan eigenlijk best nu al zelf
moord plegen, want anders ga je tegen
I960 toch vanzelf dood.
EDMOND DE CLEEN
en filmproducent, de filmscholen en de
oprichting van de Hoge Raad voor Film
kuituur.
HET MIRA-MIRAKEL
Langzaam maar zeker ging de wagen
aan het rollen. Er was nog geen sprake
van een echte renaissance» maar wel
van een onstuitbare evolutie. Er werden
geen meesterwerken afgeleverd, maar
toch was de oogst van een paar goede
films gewaarborgd. Hun kommerciële toe
komst was niet rooskleuriger dan deze
van hun voorgangers. «Anno 1971» schijnt
deze muur van stilzwijgende tegenkan
ting en uitgesproken afkeer doorbroken.
Een paar films werden door het pu
bliek gunstig soms geestdriftig ont
haald. Dit jaar was het Mira die
voor de verrassing zorgde. Maandenlang
liep de film in de hoofdstad de grote
steden en de middelgrote gemeenten, met
eenzelfde sukses. Ondanks de vaak nega
tieve kritiek van de filmrecencenten bleef
de massa toestromen.
Het sukses Mira kreeg zelf een
kans op het festival van Cannes. De es-
teten hebben het betreurd maar de
verdienste van «Mira» kan niet wegge
cijferd worden. Er is geen precedent
waar een eigen produkt zo insloeg bij het
eigen publiek. En dit is alvast een winst
punt. Een paar kc-produkties o. a. De
trein der traagheid deden het niet
slecht, maar zij werden als buitenlandse
werken gelanceerd Uitzondering op deze
regel de tekenfilms, met lange speel-
duur Asterix Kuifje en nu
Lucky Luke door een Belgische fir
ma vervaardigd, die in binnen- en bui
tenland zeer goed werden onthaald.
De struktuur van de lokale filmmarkt
is van die aard, dat sommige Belgische
films eerst in het buitenland werden ge
lanceerd, vooraleer in het eigen land "n
verdeler te vinden. Dit is o. a. het ge
val met Rouge aux lèvres van Ku-
mel, die sinds maanden in de U. S wordt
uitgebracht onder de titel Daughters
of darkness
H. Kümel is bijna met Malperteus klaar.
Hij maakte eertijds Monsieur Hawarden.
Op de foto Hilde Uiterlinden en Ellen
Vogel In Monsieur Hawarden.
INTENSER DAN OOIT
Dat de produktie nooit zo intens is ge
weest, zo bij de Nederlandstaligen als
bij de Franstaligen bewijst een summieie
en onvolledige opsomming van het werk
dat zijn voltooiing nadert. Ook de doku
mentaire, met lange speelduur, heeft een
kommerciële waarde. De vrijheren van
het woud hebben de faam van de Bel
gische film In de hand gewerkt dit
kan ook het geval zijn met enkele goede
andere dokumentaires o. a. Het grote
koraalrif Maar hier bleef de exploita-
tatie weer in gebreke. Hopelijk zullen de
films van respektievelijk Degelin Bel
gië in de wereld en van Henri Storck
Folflore niet eenzelfde lot beschoren
worden Maar de aandacht en de inspan
ningen blijven toegespitst op de fiktie-
film. Roland Verhavert verfilmt Rolan
de met de bles naar het werk van Teir-
linck De ploeg Collet-Drouot draait
Louise met als vedette Anneke Van
Amelrooy en een andere ploeg jongeren
draait met eigen middelen De vrien
den Christian Mesnil draait «l'Amou-
reuse een intimistische tragedie. Ku-
mel is begonnen met de opnamen van net
meesterlijke Malpertuis Iedereen die
het goed meent met de fantastische film
of met wijlen Jean Ray hoopt dat de
film de evenknie zal zijn van het lite
raire werk. De lijst is ver van uitgeput
Michel Muisman legt de laatste hand
aan Over een anti-militaristisch pam
flet.
Begin 1972 wordt eveneens verwacht
Les deux saisons de la vie van Sam
my Pavels en Féminin - féminin van
Henri Calef en Joao Corres. Deze lijst is
niet volledig, maar aan de hand van dit
summiere overzicht blijkt voldoende dat
er wat veranderd ls op het nationale
filmfront. De zevende kunst kan er
slechts wel bij varen. Maelstaf R.
v.