Carrière-mogelijkheden en -vereisten voor licenciaten in de sociale wetenschappen en voor licenciaten in de sociologie li I door Martin HUTSEBAUT Assistent aan het Seminarie voor Sociologie Rijksuniversiteit te Gent Op de vraag of er carrière mogelijkheden bestaan voor «overtuigde» licentiaten in de so cial e wetenschappen of licentia ten in de sociologie, die aan de voorwaarden voldoen die werkge vers doorgaans aan dergelijke gediplomeerden stellen, zou ik absoluut bevestigend antwoorden. of «alle» gediplomeerde li centiaten m voornoemde disci plines een carrière zullen kunnen opbouwen is een zaak die ik anderzijds ten zeerste betwijfel. De verklaring van dit negatief antwoord heeft zowel te maken met kwalitatieve als met kwanti tatieve overwegingen. Wat de kwantitatieve aspekten van deze problematiek betreft zou ik er willen op wijzen dat de plaatsingsmogelijkheden in eerste instantie een funktie zijn van de verhouding vraag en aan bod op de (intellektuele) ar beidsmarkt. TABEL 1 a Aantal einddiploma's uitgereikt aan de Belgische nationaliteit (gans België). studenten van laar Licentie sociale wetensch. (en sociologie*) Licentie staats- (polit.-) en soc. wetensch. Alle studie richtingen 1959-1960 1964-1965 1989-1970 52 68* 147* 148 146* 406* 5.224 6.182* 10.139* BRON Jaarverslagen van de Dienst voor Hogeschoolstatistieken, Universitaire Stichting, Brussel. TABEL 1 b Aantal einddiploma's uitgereikt aan de studenten van Belgische nationaliteit (R.U.G.). laar Licentie soc. wetensch. Licentie staats- en sociale wetensch. Alle studie richtingen 1959-1960 1 20 554 1964-1965 6 24 640 1969-1970 22 78 1.227 BRON Dienst voor Studieadvies en Plaatsingsbureau voor afgestu deerden R.U.G. In 1961 voorzag Prof. L. COET- SIER (De toekomst der Bel gische gediplomeerden) een groot overschot aan afgestudeerden in de niet-technische studierichtin gen. Niettegenstaande de ver snelde aangroei van het aantal studenten in deze richtingen, lijkt de vraag echter niet in de voor ziene mate achterwege gebleven te zijn op het aanbod ihoewel er wel degelijk een achterstand is). Door de Dienst voor Studie advies en het Plaatsingsbureau voor afgestudeerden van de Rijksuniversiteit te Gent wordt oe evolutie van de tewerkstelling van de aan de RUG afgestu deerden regelmatig gevolgd. Alle afgestudeerden worden aange schreven en 75 tot 80 t.h. geven gevolg aan het schrijven om vang van de enquête genoemd in de volgende tabellen). Voor de gediplomeerden in de ■staats- en sociale wetenschappen (RUG) kan het belang van het x£nlai nog niet gevaloriseerde diploma's op beroepsvlak afge lezen worden uit tabel 2. TABEL 2 Diploma's «Ftaats- en sociale wetenschappen» (R.U.G.) nog niet gevaloriseerd op beroepsvlak (resultaten van een enquête). 1964-69 1970 1971 1972 Voortgezette studie Postgraduate opleiding Andere basisopleiding Militaire dienst Tewerkstelling onder niveau Onvrijwillig werkloos Vrijwillig werkloos Totaal Omvang van de enquête aantal respondenten) 1 3 7 2 1 18 1 15 6 16 3 11 10 23 11 7 24 1 59 17 37 47 189 54 64 62 BRON Dienst voor Studieadvies en Plaatsingsbureau voor afgestu deerden R.U.G. Voor de gediplomeerden in de tie inzake nog niet gevaloriseer- specialisatierichting «sociale we- de diploma's op beroepsvlak be- tënschappen» (RUG) is de situa- schreven in tabel 3. TABEL 3 Diploma's «Sociale wetenschappen» (R.U.G.) nog niet ge valoriseerd op beroepsvlak (resultaten van een enquête). Voortgezette studie Militaire dienst Tewerkstelling onder niveau Onvrijwillig werkloos Vrijwillig werkloos 1979 Totaal Omvang van de enquête aantal respondenten) 17 1971 14 25 1972 14 19 BRON Dienst voor Studieadvies en Plaatsingsbureau voor afgestu deerden R.U.G. Ter illustratie van de specifieke uitwegen voor de afgestudeerden ln de «staats- en sociale weten schappen» in het algemeen en van de gediplomeerden in de «sociale wetenschappen» in het bijzonder geven wij hierbij de re centste cijfers voor de RUG af gestudeerden in voornoemde studierichtingen (tabellen 4, 5 en TABEL 4 Afzetgebieden voor de gediplomeerde «Staats- en sociale wetenschappen» (R.U.G.) (resul taten van een enquête). Sektoren van tewerkstelling 64-66 Absolute aantallen 67-69 70-72 Procentueel Totaal Onderwijs Wetenschappelijk onderzoek Overheidsdiensten Privé-sektor Zelfstandige praktijk Totaal 4 6 22 16 1 49 5 10 27 39 6 10 35 28 15 26 84 83 1 7,2 12,4 40,2 39,7 0,5 81 209 100 BRON Dienst voor Studieadvies en Plaatsingsbureau voor afgestudeerden R.U.G. LABEL 5 Gedetailleerd overzicht van de sektoren van tewerkstelling van de gediplomeerden «Staats- en sociale wetenschappen» (R.U.G.) over de periode 1964-1972 naar specialisatierichting (resultaten van een enquête). SPECIALISATIERICHTING SEKTOREN VAN TEWERKSTELLING A. ONDERWIJS Secundair onderwijs Hoger niet-universitair onderwijs B. O V ERHEID8DJEN STEIN Ministeries en rijksdiensten Parastatale organen B.R.T. Provinciale diensten Gemeentelijke diensten Intercommunales Administratie universiteiten Kultureel centrum Onbekend C. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK R.U.G. Andere universiteiten N.F.W.O. Andere wetensch. instituten D. PRIVÉ-SEKTOR Industriële ondernemingen Handelsondernemingen Banken en financiële instellingen Verzekeringswezen Andere niet industriële ondernemingen Diverse diensten aan ondernemingen en personen Sociale en beroepsorganisaties Publicistiek Sociaal-kultureel vormingswerk Sekretariaat politieke partij Niet gekend E. ZELFSTANDIGE PRAKTIJK Staats- Bestuurs- Diplom. Sociale wet. wet. wet. wet. Pers. Comm. 1 22 17 4 14 1 4 Totaal 8 7 36 12 2 2 25 1 3 1 3 19 1 5 1 21 12 13 5 1 4 13 9 1 1 3 1 Totaal 15 52 43 86 13 209 BRON Dienst voor Studieadvies en Plaatsingsdienst voor afgestudeerden R.U.G. Tabel 6 geeft ons de jongste evolutie inzake tewerkstelling van licentiaten in de sociale weten schappen (RUG). TABEL 6 Afzetgebieden voor de gediplomeerde «Sociale weten schappen» (R.U.G.) (resultaten van een enquête). Aantal Sektoren van tewerkstelling Onderwijs Wetenschappelijk onderzoek Overheidsdiensten Privé-sektor Zelfstandige praktijk Totaal 1970 1 1 5 6 13 1971 1972 Totaal 1 2 4 4 2 7 3 8 3 1 10 11 29 BRON Dienst voor Studieadvies en Plaatsingsdienst voor afgestu deerden R.U.G. 6). Men mag met zekerheid dat wat geldt voor de afgestudeerden van Gent ook geldt voor de afge studeerden van de Belgische uni versiteiten in het algemeen. (1) Entretien avec.Raymond ARON>, Psychologie, 1971, nr 18, blz. 18. Wat kunnen we nu uit boven staande cijfers afleiden? De privé-sektor blijkt veruit het belangrijkste afzetgebied te vormen voor de gediplomeerden in de sociale wetenschappen. Partikuliere instellingen en in het bijzonder de industriële en handelsondernemingen doen ge regeld beroep op afgestudeerden uit deze richtingen voor een aan tal funkties in de sociale sfeer. De jongste jaren groeide het aantal mogelijkheden in deze branche aanzienlijk aan, vooral dan in het domein van de perso neelspolitiek, de menselijke, in dustriële en publieke relaties. Er zijn echter ook mogelijkheden in de marketing, kommerciële en zuiver administratieve diensten. Merk op dat het hier vooral gaat om betrekkingen die aangeboden worden door grote bedrijven, waarbij ook instellingen als kli nieken kunnen gerekend worden. Een oud ak tie ter rein voor af gestudeerden in de sociale rich tingen wordt gevormd door de diverse sociale, ekonomische en beroepsorganisaties. We denken hier meer bepaald aan syndikale org'anisaties, werkgeversvereni gingen, middenstandsverbonden, enz... Onze afgestudeerden kun nen hier terecht hl studie-, se- kretariaats-, informatie- en pu- blikatiediensten, evenals hl zui vere 'beleidsfunktie. (Vervolg toekomende week)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1973 | | pagina 6