SENATOR WILLY VERNIMMEN
IN DE BRES VOOR
ONZE KLEDINGNIJVERHEID
Het Rapport Van Houtte
of de weg naar sociale afbraak
Ql
Politieke Aktiviteiten
Kd. Bert VAN HOORICK draagt
parlementaire fakkel over
C GERAARDSBERGEN
OP DE DREMPEL VAN
DE 20* EEUW
Verhoging van
het gewaarborgd inkomen
Markt wordt overspoeld
met goedkope invoer
Voorstellen
ronde-tafelkonferentie zijn
niet gerealiseerd
Ongelimiteerde invoer
De rijken verrijken
de armen verarmen
De ware oorzaken worden
verdoezeld
Men zoekt het geld niet
waar het te vinden is
FEDERAAL BESTUUR:
FEDERALE BIJEENKOMST
v J
ZO BEDRIEGT MEN U
of een opslag van
70 fr. per maand
9300 AALST
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr
TEL. 053/21.48.69 —Postrekening nr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 35 F Jaarabonnement: 420 F
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 AALS1
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
VRIJDAG 29 OKTOBER 1976
20* JAARGANG NR. 42
WEEKBLAD VAN DE B.S.P
Vorige week heeft senator Vernimmen
een fel opgemerkte tussenkomst ge
houden in het parlement over de situatie
in de kledingnijverheid.
Wij menen dat onze lezers, wonende in
een arrondissement waar de textielnij
verheid een van de meest belangrijke
industriële sektoren is, zeker in deze
tussenkomst zullen geïnteresseerd zijn.
Wij geven hierna deze tussenkomst
weer.
Dit is mijn derde interpellatie over de
dramatische toestand waarin de kle
dingnijverheid zich bevindt. Ik zal dan
ook zo vrij zijn al de gegevens die ik op
1.3.1975 en 6.3.1975 naar voor heb
gebracht, niet te herhalen.
Wel kan ik met zekerheid mededelen
dat de ekonomische toestand sindsdien
nog een enprme achteruitgang heeft
gekend. Vooral de sektoren van de bo
venkleding en de hemdensektor kennen
enorme moeilijkheden. De invoer uit
de Oost-Aziatische landen en ook uit
het Oostblok maken het de Belgische
producenten vrijwel onmogelijk de
produktie op peil te houden.
Indien men weet dat de hemden van
daag ingevoerd worden tegen een prijs
die schommelt tussen de 110 en 120
frank, dit is voor de Belgische produ
cent de prijs van de stof en de beno
digdheden, ligt de konklusie zó voor de
hand. Beperking voor de Belgische
markt van deze landen brengt geen op
lossing; dit jaar werd de Belgische
markt trouwens overspoeld door import
via Nederland en Duitsland.
Mijnheer de Minister, bij mijn eerste
interpellatie op 1.3.1975, vroeg ik een
ronde tafelkonferentie waarop de toen
malige staatssekretaris is ingegaan. Ik
zal de resultaten van deze konferentie
niet hier aan een onderzoek onderwer
pen, alleen wil ik een voorstel even
herhalen.
Ongetwijfeld moet aan zekere abnor
male importen een einde worden ge
steld, maar er moet toegegeven worden
dat algemene invoerbeperkingen
macro-economisch niet realiseerbaar
en ook niet wenselijk zijn.
Daarom mijn voorstel: dat de invoer
zou toevertrouwd worden uitsluitend
en alleen aan producenten en niet al
leen en uitsluitend aan enkelingen die
als ekonomische infrastruktuur alleen
een bureel en vier stoelen nodig heb
ben. Dit zou de Belgische of zelfs de
Europese producent toelaten een even
wicht te vinden tussen import en eigen
produktie. Ik meen, mijnheer de Minis
ter, dat deze bemerking een bedenking
en als het kan ook een antwoord waard
is.
Een ander voorstel bij mijn interpellatie
van 6.3.1975: met alle middelen trach
ten de onrechtstreekse lonen in deze
arbeidsintensieve sektor te minderen;
door bepaalde uitzonderlijke maatrege
len. Welnu, een reeks van maatregelen
in de herstelwet hebben juist het omge
keerde effekt voor de arbeidsintensieve
bedrijven. Kan men dan nog van een
werkelijke ernstige politiek gewag ma
ken.
Ik onderzoek verder. Op 23.10.1975,
na het sociaal-ekonomisch kernkabi
net, werden enkele maatregelen geno
men die hulp moesten bieden aan de
kledingssektor, onder andere een pre
mie van 15.000 fr. per arbeidsplaats.
Vandaag oktober 1976, wachten nog
heel wat bedrijven op deze premie;
deze maatregel was trouwens naar mijn
mening te algemeen om doeltreffend te
kunnen zijn.
In feite geeft de gevoerde politiek het
volgend resultaat:
men kapt in het bos de gezonde bomen
en bemest de dode stronken.
Ander besluit van de ronde tafelkonfe-
rentie: de invoer toch enigszins te be
perken en onder kontrole houden. Re
sultaat in 1975 werden in de EEG 160
miljoen hemden ingevoerd, hetzij 70%
van het algemeen verbruik; 120 miljoen
daarvan komen uit het Verre Oosten en
20 miljoen uit landen met staatshandel
Gedurende de laatste 3 jaar steeg de
invoer uit Hong Kong met meer dan 15
miljoen stuks; deze uit Zuid-Korea met
23 miljoen stuks. Mag ik dan even ven
ijnig glimlachen wanneer men spreekt
over «beperking van de invoer».
Wij worden dus meer afhankelijk van
het verre Oosten, met meer en meer
volledige werkloosheid bij ons, maar
ook met grote risiko's voor onze be
voorrading in de toekomst tot gevolg.
Andere sektoren van de Kledingnijver
heid gaan, zonder twijfel, zeer snel met
dezelfde rampzalige situatie tegemoet.
Er zijn dus belangrijke politieke beslis
singen vereist om in de binnenlandse
kledingnijverheid een minimum pro
duktie te vrijwaren. Immers tegen de
sociale dumping van de geïndustriali
seerde landen van het vroeger Japans
Imperium, waar massief internationale
kapitalen werden geïnvesteerd, en te
genover de artificiële prijzen en wissel
koersen van de landen met Staatshan
del, staan de Europese producenten
volkomen machteloos.
Konklusie ter zake:
Indien men gewild deze politiek verder
zet, en de kledingnijverheid in onze
buitenlandse landen verder gebruikt als
wisselmunt dan moet men eerlijke taal
gaan voeren tegenover onze producen
ten die dan voor een konkreet gegeven
worden geplaatst en bijgevolg niet het
risiko dienen te nemen oin miljoenen in
de toekomst te verliezen.
De jongste dagen wordt heel wat aan
dacht besteed aan het rapport Van
Houtte, de rijksmiddelenbegroting en
de programmawet.
Voor de gewone burger, die niet altijd
het politieke gebeuren op de voet volgt,
zijn dit begrippen die niet altijd onmid
dellijk tot zijn verbeelding spreken.
Nochtans zou diezelfde burger moeten
beseffen dat achter deze begrippen in
zichten schuil gaan die een invloed
hebben op zijn dagelijks leven.
Er zit inderdaad, zowel in het verslag
van de kommissie Van Houtte, als inde
ontwerpen over de rijksmiddelenbegro
ting, met de programmawet die daaraan
dient toegevoegd, een vaste lijn die
erop gericht is de financiële moeilijk
heden waarvoor het land is geplaatst,
uitsluitend op te lossen op de rug van
diegenen die het moeten stellen met het
meest bescheiden inkomen.
Het rapport Van Houtte gaat ervan uit,
dat de staatsuitgaven de jongste jaren
en vooral sedert de regering Tinde-
mans aan het bewind is enorm zijn
gestegen en dat deze toestand op lange
duur onhoudbaar wordt. Dit verslag is
echter opgesteld door een aantal ex
perts die het huidig economisch stelsel
als uitgangspunt nemen en dus ook de
problemen zien in het kader van dit
stelsel. Met andere woorden: deze ex
perts zoeken naar oplossingen zonder
dat de ingrijpende hervormingen in
overweging worden genomen.
Hun suggesties want aan werkelijke
voorstellen hebben ze zich niet ge
waagd zijn dan ook ingegeven door
een zekere geest van behoudsgezind
heid. Zo wordt bijvoorbeeld van in den
beginne duidelijk gesteld dat een ho
gere aanslagvoet van de belastingen
geen oplossing zou bieden om meer
evenwicht te brengen tussen inkomsten
en uitgaven. Men heeft in de kommis
sie er echter geen ogenblik aan gedacht
dat, door een hervorming van het fis-
kaal stelsel, er meer rechtvaardigheid
kan worden gebracht tussen de meer-
en minderbegoeden in dit land.
Men heeft wel de vrees geopperd dat de
belasting op de winsten een grotere ka-
pitaalvlucht zou verwekken, doch men
heeft uit het oog verloren dat dit argu
ment voorde immobiliënbelastinggeen
enkele waarde heeft en dat daar nog wel
mogelijkheden voor hogere inkomsten
liggen. Men heeft wel vastgesteld dat er
een enorme fiskale fraude bestaat doch
men is zeer pessimistisch over de mo
gelijkheden tot bestrijding ervan.
In deze voorwaarden kan men immers
tot geen ander besluit komen dan dat
alleen heil te vinden is in het drastisch
doorvoeren van bezuinigingen.
De regering Tindemans heeft dan ook
heel gretig ingehaakt op deze stelling
met dien verstande dat ze deze bezui
nigingen enkel ziet in de sociale sek
tor.
Want waar wil de regering nu gaan be
sparen?
Heel eenvoudig, daar waar de arbeiders
en bedienden het ergst worden getrof
fen. De bezuinigingen worden doorge
voerd in de sektoren van het onderwijs
en van het openbaar vervoer. Men gaat
negen miljard bezuinigen op de pensi
oenen en tien miljard op de ziektever
zekering. De gelden bestemd voor de
kredieturen voor jonge arbeiders, wor
den overgeheveld om de tekorten van
de werkloosheid te dekken. Voor het
welvaart-vastmaken van de sociale
vergoedingen wordt geen cent meer
voorzien.
Hiermee zit men volop in de sociale
afbraak.
Zaterdag 30 oktober om 14 uur is er vergadering van het federaal bestuur in
het Volkshuis te Aalst. Er wordt ten stelligste gerekend op de aanwezigheid
van alle bestuursleden.
Zaterdag 6 november wordt een federale bijeenkomst gehouden ter voorbe
reiding van het nationale politieke kongres van zaterdag 13 november a.s.
De afdelingen worden verzocht voorbereidende algemene vergaderingen te
plannen.
Wij rekenen op de medewerking van alle socialistische bestuursleden en
militanten om aan dit politiek kongres de nodige stimulans te geven.
Deze federale bijeenkomst gaat door in het Volkshuis, Houtmarkt te Aalst.
Na meer dan 26 jaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers de socialis
ten van het arrondissement Aalst te hebben vertegenwoordigd, achtte kd.
Bert Van Hoorick het moment gekomen om het zware politieke werk van
deze parlementaire taak over te dragen aan een jongere kameraad.
Uiteraard betekent dit echter geenszins een politiek afscheid. Bert blijft
immers fraktieleider der socialistische verkozenen in de Aalsterse gemeen
teraad en zal natuurlijk zijn vooraanstaande rol in het Aalsterse en arrondis-
sementele politieke leven behouden.
Niettemin willen wij van deze gelegenheid gebruik maken om Bert te
danken voor de jarenlange begeesterende inzet in naam van de gehele
socialistische beweging, maar vooral in naam van de Aalsterse socialisti
sche federatie, die vooral dank zij hem een reputatie genoot in het gehele
Vlaamse land en ook bij onze Waalse vrienden als een autoriteit werd
gerespekteerd en geacht.
Wij zijn ervan overtuigd dat kd. Van Hoorick met zijn studiewerk, waar
voor hij nu hopelijk meer tijd zal hebben, zal blijven bijdragen tot dit
progressief image. Bert, wij rekenen op U!
KdBert Van Hoorick zet een punt achter een 26 jaar durende parlementaire aktiviteit
door A. RUIZ
met een inleiding van L P. BOON
met een dankwoord van VAN DER BRUGGEN Dd., oud senator.
Karton in het rood ingebonden, 208 blz.. Prijs 250 fr.
Oplage beperkt.
U kan het boek bestellen:
Door storting van 250 fr. op rekening 870-0001030-26 van de
centrale voor Socialistisch Cultuurbeleid te Aalst.
door kontante betaling op het federaal sekretariaat te Aalst.
via de plaatselijke B.S.P. en C.S.C.-verantwoordelijken.
Zorg ervoor dat u deze unieke studie in uw bezit krijgt.
Liefst niet bij de dopkantoren plakken; ook niet bij de scholen, en evenmin te
dicht bjj de groentewinkels, en niet bij..
Velen zullen wellicht langs de pers om
met grote voldoening kennis hebben
genomen van de door de regering inge
stemd gewaarborgd inkomen voor be
jaarden.
Zij zullen dan ook hoopvol uitzien naar
de betaling van oktober, in de overtui
ging dat het bedrag, zoals door de rege
ring Tindemans aangekondigd, hun
gewaarborgd inkomen in één klap met
1.000 fr. of met 700 fr. zal verhoogd
zijn, naargelang zij het «gezinsbedrag»
of het bedrag «alleenstaande» genieten.
Wij moeten de meesten helaas teleur
stellen.
Slechts een kleine minderheid zal de
volle pot ontvangen. Amper een drie
honderdtal gezinnen komen in aanmer
king voor de 1.000 fr. verhoging;
25.000 a 30.000 voor de verhoging met
700 fr.
Hoe zit de vork dan wel in de steel?
De krantekoppen vermeldden wel de
jaarlijkse verhogingen van 12.000 fr.
en 8.400 fr. doch dat terzelfdertijd de
vrijstelling voor het genot van enig an
der pensioen die tot nu toe 17.160
fr.bedroeg tot 6.000 fr. teruggebracht
wordt, is nauwelijks vermeld.
Om de weerslag van deze laatste maat
regel te begrijpen is het wellicht goed te
herinneren op welke manier het ge
waarborgd inkomen wordt toegekend.
Er wordt vertrokken van het basisbe
drag, dat thans 94.767 fr. en 68.880 fr.
naargelang het om een gezin of om een
alleenstaande gaat (vanaf oktober res-
pektievelijk 106.767 fr. en 77.280 fr.).
Van dit basisbedrag worden dan de in
komsten afgetrokken die de 12.500 fr.
(gezinnen) of 10.000 fr. (alleenstaan
den) overtreffen hieraan wordt geen
wijziging gebracht alsmede de pen
sioenen die tot nu toe de 17.160 fr.
(gezinnen) of de 13.728 fr. (alleen
staanden) overtreffen.
Vanaf oktober wordt deze vrijstelling
voor pensioenen nu voor beide katego-
rieën tot 6.000 fr. verlaagd.
Om de zaak duidelijk te'stellen, een
voorbeeld ter illustratie van de door de
regering Tindemans met veel tamtam
aangekondigde verhoging.
Een gezin geniet thans een pensioen
van 60.000 fr. per jaar, als aanvulling
van dit ontoereikend pensioentje ge
noot het derhalve ook een gewaarborgd
inkomen van 94.767 fr. (60.000 fr.
17.160 fr.) 51.927 fr.
Vanaf oktober zal ditzelfde gezin als
gewaarborgd inkomen ontvangen:
106.767 fr. (60.000fr.6.000 fr.)
52.767 fr.
Kortom, de verhoging van 12.000 fr.
respektief 8.400 fr. per jaar, wordt al
leen toegekend aan diegenen die geen
ander pensioen genieten, dat hoger is
dan 6.000 fr. per jaar.
Dezen die een pensioen genieten,
waarvan het bedrag thans reeds tussen
de 6.000 fr. en de 17.160 fr. per jaar
ligt, zal de verhoging van 12.000 fr.
verminderd worden met het bedrag van
hun pensioen dat de 6.000 fr. over
schrijdt.
Dezen tenslotte waarvan het bedrag van
het pensioen hoger ligt dan 17.160 fr.
zullen zich met 74 fr. verhoging moe
ten tevreden stellen.
Voor de alleenstaanden moet het cijfer
van 17.160 fr. door 13.728 fr. vervan
gen worden. Velen zullen ontgoocheld
zijn bij het vernemen van deze cijfers.
Wij hebben nochtans gemeend dat onze
lezers te moeten waarschuwen opdat ze
niet zouden verrast zijn wanneer hen
straks de assignatie van de maand okto
ber zal aangeboden worden.