HL
'1
B.S.P.-KONGRES TE HARELBEKE
EVEN VOORSTELLEN
SENATOR VERNIMMEN VERDEDIGT VISIE B.S.P.-FEDERATIE AALST
MILITANTENVORMING
Installatie-vergadering van de
gemeenteraadsleden»
«Bevoegdheden College van
Burgemeester en Schepenen»
DE NIEUWE PROGRAMMAWET
STAAT VOOR DE DEUR
BESTEELT DE SCHATPLICHTIGE
DE STAAT OF BESTEELT DE
STAAT DE SCHATPLICHTIGE
STELT DE REGERING ZICH
VERDER ON SOCIAAL OP?
De oppositie loonde niet
Onze zwakheden
Een nieuwe
opstelling vereist
AFDELING AALST STELT HAAR PARLEMENTAIRE VERWACHTINGEN IN DR. MARC GALLE
FEDERATIE AALST
De inflatie vreet
aan onze koopkracht
1
-1
Lnrw~
...J
Wat kunnen wij verwachten?
Welke kans kiest de regering?
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 9300 AALST
TEL. 053/21.48.69 —Postrekening nr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 35 F Jaarabonnement: 420 F
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
VRIJDAG 19 NOVEMBER 1976
20" JAARGANG NR. 45
WEEKBLAD VAN DE B.S.P.
Namens de federatie Aalst bracht sena
tor Vemimmen de visie en standpunten
van het arrondissementeel BSP-
kongres naar voor.
Hierna geven wij een verkorte weer
gave van deze tussenkomst.
Het arrondissementeel kongres van de
Federatie Aalst heeft zich vooral bezig
gehouden met de ontleding der resulta
ten van de gemeenteraadsverkiezingen
en de mogelijke gevolgen daarvan
op de volgende nationale verkiezingen.
Vooreerst stelt het kongres vast dat
niettegenstaande lofbare pogingen van
de partij om bij deze gemeenteraads
verkiezingen ergens een binding te leg
gen met de slechte sociale en ekonomi-
sche toestand en bijgevolg ook met de
nationale politiek wij daar blijkbaar
niet in geslaagd zijn.
Na 2 jaar oppositie moeten wij immers
de moed hebben om vast te stellen dat
wij stagneren in Vlaanderen, waar
schijnlijk lichtjes achteruitgaan in
Brussel en een vooruitgang kennen in
Wallonië, waar een polarisatieproces
zich verder doortrekt. De snelle indus
triële groei van de Vlaamse regio, zon
der werkelijke harde sociale strijd,
heeft er voor gezorgd dat de tegenstel
lingen tussen de partijen en de daaraan
gekoppelde historische achtergronden,
ook in deze moeilijke sociaal-
ekonomische periode minder op de
voorgrond treden. Vandaar dat be
paalde konklusies zoals «de overwin
ning van het socialisme in Wallonië en
de nederlaag van de sociaal-demokratie
in Vlaanderen» een te gemakkelijke
bewering is om ze als vertrekpunt te
nemen voor «nieuwe oplossingen».
Wij wensen te onderlijnen dat wat onze
ideologie betreft deze vastgelegd werd
op een kongres. Elke socialist, tot
welke taalgroep hij ook behoort, is er
aan gebonden en blijft er aan gebonden.
Het zou echter al te gemakkelijk zijn
ons steeds achter ideeën te verschuilen
en geen oog te hebben voor onze zwak
heden van dit ongeblik. Deze zwakhe
den zijn volgens onze federatie vooral
te zoeken in volgende zaken.
1op het gebied van het onderwijs,
waar wij vooral in Vlaanderen een
uitbouw en groei kennen van het
katoliek onderwijs zoals nooit
voordien; en waar wij spijtig ge
noeg ook vanwege heel wat socia
listen een onverschilligheid merken
ten overstaan van het rijksonder
wijs. Voeg daarbij het nagenoeg
ontbreken van socialistisch jeugd
werk en jongerengroeperingen en
het resultaat kan niet positief zijn.
2. de bevolkingsstruktuur en de demo
grafische ontwikkeling. Ik haast mij
nochtans om te zeggen dat wij
daarom geen andere ideeën moeten
gaan verdedigen; maar van een be
paalde visie op gezin en seksualiteit
moet men de gevolgen ondergaan.
Partijgenoten, wanneer de bevolkings
struktuur zich ernstig wijzigt, dan
moet daar ook een aangepaste poli
tiek aan gekoppeld worden. De
enorme stijging van de niet-
aktieven vergt een andere politiek.
Senator Vernimmen verdedigde de voorstellen van de federatie Aalst.
Vooral een sociale politiek op basis
van een grotere solidariteit en niet
op basis van een eng corporatisme
zoals wij nu meer en meer kennen.
3. het Vlaams imago van de partij
Het gaat er niet om andere taaipar
tijen achterna te hollen, want zij
lopen achteruit en gaan dit waar
schijnlijk in de nabije toekomst nog
meerdoen. Wij hebben, tenonrech-
te, bij de Vlaamse bevolking de
naam «om een aanhangsel te zijn
van de Waalse BSP».
Voor onze federatie betekent dat dat
wij dringend naar een eigen gezicht
moeten zoeken, met andere woor
den:
dat bepaalde strukturen, die nu
louter «overleg» inhouden voor be
paalde materies, bevoegdheids-
strukturen zouden moeten zijn.
dat wij, met deze bevoegd-
heidsstrukturen veel intenser de da
gelijkse politieke problemen die
zich in Vlaanderen stellen, zowel
sociaal als economisch, zouden
moeten benaderen.
Partijgenoten, dit zijn een drietal oor
zaken, laat ik ook nog een niet voor
Vlaanderen onbelangrijk verschijnsel
vermelden. Het is opvallend hoe wij in
de kleine en middelmatige steden en
gemeenten waar wij met de CVP-
besturen (die wij toch en normaal als
een partner voor het progressief beleid
aanzien) achteruitgaan.
Het kan toch niet zijn, geloof ik, dat
onze mandatarissen minder aktief,
minder intelligent of minder dienst
vaardig zijn dan anderen. De reden is
waarschijnlijk te vinden in een meer
geperfektioneerde CVP-struktuur, die
de noden van de bevolking beter op
neemt dan wij. Dit verschijnsel ver
dient, geloof ik, onze aandacht en wel
bepaalde konklusies dringen zich op.
Komen wij nu in een paar woorden tot
de konklusies die zich naar ons gevoel
opdringen.
Het zou, geloof ik, fout zijn te vertrek
ken van de idee dat wij te weinig win
nen in de oppositie en maar zo vlug
mogelijk in de regering moeten gaan
om alles in orde te krijgen.
Wij zijn de mening toegedaan dat het
partijbureau een programma op korte
termijn dient uit te bouwen, rekening
houdend met de realiteit van dit ogen
blik en los van sloganmakerij en ideeën
waar wij zelf geen oplossing bieden. Ik
verklaar mij nader:
1op sociaal gebied moeten wij drin
gend de moed en de verantwoorde
lijkheid nemen voor een werkelijk
solidariteitsbeleid. De sociale on
evenredige toestand van de werk
nemers in de rijke en arme sektoren
is onaanvaardbaar en geeft als uit
eindelijk resultaat dat men «de so
cialistische beweging en ideeën -
eerder als een gevaar dan als een
weldaad gaat beschouwen. Daar
voor zijn geen lange studies nodig,
de ideeën naar voor gebracht op het
Vlaams Kongres zijn geldig en die
nen verder uitgewerkt te worden.
2. Voor wat de werkloosheid betreft
dient vooral de nadruk gelegd op
het grote probleem van de jeugd-
werkloosheid. De tewerkstelling
van onze afgestudeerden, dient op
de meest selektieve en doelmatige
wijze door de openbare besturen
georganiseerd te worden.
3. Wat het onderwijs betreft dienen wij
de aandacht te vestigen op de be
lemmeringen die men steeds meer
en meer wettelijk in het leven roept
voor de uitoefening van intellek-
tuele beroepen. Indien wij met fier
heid mogen terugblikken op de de-
mokratisering van het onderwijs en
op de verdienste van de BSP terza
ke, dan is het ook onze plicht er nu
over te waken dat de kinderen van
t onze arbeiders verder toegang heb
ben tot bepaalde beroepen. Een be
paalde en weloverwogen politiek
van deze regering doet het tegen
overgestelde. Apotekers morgen
tandartsen, dokters en noem maar
op kunnen in de toekomst onbetaal
bare «dure notariaten» worden. Dit
betekent dat de kinderen uit de so
ciale klassen alleen nog zullen ge
roepen worden «goed betaalde»
uitvoeringsagenten te worden. Dit
verwekt wrevel en ontmoediging en
wij dienen daar aandacht aan te be
steden.
4. En laatste punt, de gewestvorming.
Wij zijn de mening toegedaan dat
wij meer en meer overtuigd worden
van de juistheid van onze visie ter
zake. Dit betekent dat wij het initia
tief moeten vasthouden en bij de
komende onderhandelingen geens
zins bereid mogen worden gevon
den tot verdere toegevingen.
Partijgenoten, dit zijn slechts enkele
bedenkingen die wij naar voor brengen,
het spreekt voor zich zelf dat heel wat
van deze programmapunten het voor
werp moeten uitmaken van een ruim
overleg met onze partners in de socia
listische gemeenschappelijke aktie. Ik
zeg wel overleg (akkoorden geven de
indruk dat men ergens iemand in een
keurslijf wil duwen, wat niet wenselijk
is en ook nig mogelijk). Naar onze me
ning kan trouwens een «intelligent
overleg» het gemeenschappelijk vak
bondsfront niet in de weg staan.
Partijgenoten, mijn federatie heeft dit
willen zeggen omdat wij er ons goed
moeten van bewust zijn dat de bevol
king van een socialistische partij meer
verlangt en eist dan van de andere par
tijen. Een regeringsdeelname na ver
kiezingen en zonder duidelijkheid kan
zeer nadelige gevolgen hebben.
Indien wij echter kordaat met verbeel
ding maar in alle duidelijkheid, oplos
singen naar voor brengen, dan menen
wij een stevige basis te kunnen leggen
voor een redelijke vooruitgang.
Indien wij daaraan een groter verant
woordelijkheidsgevoel koppelen dan in
het verleden, dan meen ik dat wij niet
alleen de sterkste, maar vooral de partij
kunnen worden die de bevolking op de
meest efficiënte wijze kan dienen. En
dit is ook een opdracht waaraan wij ons
niet mogen onttrekken.
z.opas heeft onze vriend Doctor Mare
Galle zich terug in zijn vroegere
vaderstad Aalst gevestigd.
Het ontslag van onze vriend Bert Van
Hoorick als volksvertegenwoordiger,
betekende voor Aalst, de Federatie en
de ganse partij een groot politiek
verlies.
Een figuur met een politieke faam als
Bert, is steeds moeilijk te vervangen.
Bert zit er voor iets tussen wanneer de
socialisten van de Federatie Aalst door
J ,JMerlot indertijd betiteld werden als
«les Liégeois des Flandres» (de
Luikenaars van Vlaanderen). Onze
Federatie heeft een grote faam hoog te
houden!
«Moeilijk» hoeft echter niet steeds
«onmogelijk» te betekenen.
Geplaatst vóór een moeilijke en uiterst
belangrijke keuze, midden het
Aalsterse politieke spanningsveld met
zijn sterke parlementaire
vertegenwoordiging, heeft de
BSP-afdeling van Groot-Aalst onder
het voorzitterschap van Jan Van der
Veken unaniem gekozen voor een
formule die én de onmiddellijke
politieke toekomst, én de politieke
toekomst van de afdeling op langere
termijn moet veilig stellen en die ook
voor de ganse federatie heilzame en
veelbelovende gevolgen zal hebben.
Wat de direkte politieke toekomst
betreft, ging de keuze van de afdeling,
daarin gesteund door de federale
voorzitter Willy Vernimmen, uit naar
een zeer bekende en verdienstelijke
figuur van Aalsterse herkomst in de
persoon van onze vriend Mare Galle.
Na vele gesprekken met onze federale
voorzitter Willy Vernimmen en kd.
Bert Van Hoorick, en na door het
unanieme voltallige partijbestuur van
Groot-Aalst aangezocht te zijn, heeft
Mare Galle de uitnodiging aanvaard
om, samen met andere kameraden uit
de federatie, de socialistische
parlementaire traditie-van onze
Federatie verder te zetten.
Mare Galle weet zich hierbij gesteund,
niet alleen door een ruime schare van
Mare GALLE
oude Aalsterse vrienden, maar
eveneens door prominenten uit de
syndikale, mutualistische, kulturele en
wetenschappelijke wereld. Iets wat met
het oog op de politieke promotie van
onze Federatie van niet te
onderschatten betekenis is.
Mare Galle zal als nieuw lid namens de
afdeling Groot-Aalst voorgedragen
worden voor het bestuur van de
BSP-federatie Aalst.
Een gelegenheid dus om kd. Mare
Galle even nader voor te stellen aan al
onze socialistische vrienden van de
BSP Federatie Aalst. Kd. Mare Galle
hoopt zo snel mogelijk met U allen
persoonlijk kennis te maken en is graag
bereid om U zijn medewerking te
verlenen onder vorm van spreekbeurt
of dergelijke, hetzij voor de
partijafdelingen, hetzij voor de CS .C
U kunt hem steeds schrijven of
telefoneren op volgend adres:
Welvaartstraat 187, 9300 Aalst, tel.
21.87.09 (of op zijn bureau
02-267.81.66).
Op blz. 3 vindt U het verslag van het
gesprek dat wij met hem hadden
omtrent zijn rijkgevulde leven en
toekomst.
MARTIN HUTSEBAUT
Zaterdag 20 november 1976 om 14 uur stipt
Wat moeten de gemeenteraadsleden weten over de gang van zaken?
Welke beslissingen moeten er genomen worden?
Hoe gebeurt de aanduiding van het schepenkollege?
Waar? VOLKSHUIS «Rozenhof», Kerkhofstraat 23 te Mere, tel. 053-
21.67.10.
Zaterdag 4 december 1976 om 14 uur stipt
Wat kan en wat kan een burgemeester niet?
Welke bevoegdheden bezitten de schepenen?
Waar? Café Olympia, Huytstraat 29 te Haaltert - Tel. 053-21.98.60
Kursusleider: Johan DE WOLF
Wat? Er zal een dokumentatiemap ter beschikking zijn voor alle aanwezi
gen.
Voor wie? Voor alle geïnteresseerde kameraden en militanten die met
kennis van zaken politiek willen bedrijven.
Wij rekenen zeker op de aanwezigheid van alle verkozen vrienden om met
raad »n daad een positieve inbreng te leveren in deze vergadering.
Dat de inflatie de laatste paar jaar ex
treme vormen heeft aangenomen hoeft
zeker geen betoog! Als men weet dat
men met een briefje van honderd frank
in 1975 maar evenveel meer kon kopen
als met 41,02 fr. in 1950, 49,68 fr. in
1960, 56,34 fr. in 1965 en 66,92 fr. in
1970, dan begrijpt elkeen nu wel hoe
laat het is!
Ter informatie vindt U hierbij de evolu
tie van het indexcijfer der consumptie
prijzen sedert het jaar 1920 tot en met
1975 (zie tabel).
TABEL II
Indexcijfer der konsumptieprijzen op basis van de jaargemiddelden
Jaar AprU 1914 100 1936-1938 100 1953 100 1966 100
1971 100
A
A
A
A
A
1920
455
355
63
15,2
11,70
9,84
1925
518
63
71
17,1
13,16
11,07
1930
874
356
120
28,9
22,24
18,71
1935
655
-219
90
21,7
16,70
14,05
1938/100
1940
865
210
119
19
28,7
22,09
18,58
1946
2450
1585
337
218
81,2
62,50
52,57
1950
2741
291
377
40
90,80
69,89
58/79
1951
3003
262
413
36
99,50
76,59
64,42
1952
3.024
21
416
3
100.20
77,12
64,87
1953
3018
-6
1 415
-1
100
1 77
64,77
1954
3057
39
420
5
101,3
1,3
77,97
65,58
1955
3042
—15
418
-2
100,80
-0,5
77,58 65,25
1956
3129
87
430
12
103,65
2,85
79,82
67,14
1957
3226
97
444
14
106,93
3,28
82,28
69,21
1958
3268
42
450
6
108,31
1,38
83,36 70,12
1959
3307
39
455
5
109.64
1,33
84,36
70,96
1960
3319
12
456
1
109,97
0,33
84,64
71,19
1961
3352
33
461
5
111.06
1 .OS)
85.48 71.90
1962
3399
47
467
6
112,62
1,56
86,68
72,91
1963
3472
73
478
11
115,04
2,42
88,55
74,48
1964
3016
144
497
19
119,83
4,79
92,93
77,58
1965
3763
147
518
21
124.71
4.88
95.99
80,74
1966
3921
158
539
21
V159,95
100
84,11
1967
4035
114
555
16
3,70
102,91 2,91 86,56
1968
4144
109
570
15
137,31
3,69
105,69 2,78 88,90
1969
4300
156
391
21
142,47
5,16
109,66 3,97 92,24
1970
4468
168
614
23
148,03
5,56
113.94 4
.28 95.84
1971
4662
194
641
27
154,46
6,43
1 118.89 4
,?5 IQfl
1972
4916
254
676
35
162,88
8,42
125,37 6,48 105,45
5,45
1973
5258
342
723
47
174,20
11,32
134,08 8
,71 112,78
7,33
1974
5927
669
815
92
196,29
22,09
151,09 17,01 127,08
14,30
1975
6684
757
919
104
221,35
25,06
170,38 19,29 143,31
16,23
A jaarverhoging ten overstaan van het vorige jaar
Door het feit nu dat in ons huidig eko-
nomisch stelsel onze lonen gekoppeld
zijn aan deze index, en de belasting
wordt berekend op basis van de uitbe
taalde lonen, is het zeer belangrijk te
weten of de belastingsbarema's al dan
niet worden aangepast aan de barome
ter van de levensduurte.
Vervolg blz. 2
Bij het ter perse gaan van dit artikel weten wij nog niet wat het uiteindelijk
resultaat zal zijn van de besprekingen tussen de sociale partners en de
regering over het afsluiten van het interprofessioneel akkoord voor 1977.
In de periode van I960 tot 1975 werden telkenjare akkoorden afgesloten.
Voor 1976 werd met deze traditie gebroken en kon er geen akkoord worden
bereikt met het gevolg dat de regering is tussenbeide gekomen met de
herstelwet die op 31 december verstrijkt.
Zoals men weet geldt het interprofessioneel akkoord voor circa 2,3 miljoen
werknemers en moet onder meer de jaarlijkse loonsverhoging buiten de
index bepalen.
Voortgaande op de gebeurtenissen van de laatste dagen vrezen wij dat er
voor de arbeidende klasse niet veel goeds uit de bus zal komen.
Inderdaad, de sociale partners hebben op hun eerste kontaktvergadering
van vorige week reeds alle moeite van de wereld gehad om het niet op een
breuk te laten uitlopen, ondanks de stugge houding van patronale zijde.
Bovendien stemmen de verklaringen vanfinancieminister De Clercq op een
lunchcauserie voor de société royale d'économie politiquetot nadenken,
waar hij het had enerzijds over de drukkingsgroepen bij name de syndikale
organizaties, die de ernst van de toestand niet beseffen en anderzijds over
de belasting op fortuinen die slechts 8 miljard frank zouden opbrengen.
Is het niet de moeite waard om de rijken te treffen, dan blijken er wel
voldoende redenen voorhanden om steeds maar miljarden bezuinigingen in
te voeren op de rug van de gewone man, zoals opnieuw in de programma
wet voorzien wordt.
Als de regering bij het sociaal-ekonomisch overleg de kant van het patro
naat kiest, dan zou dat kunnen betekenen voor de werknemer: geen verkor
ting van de arbeidsweek, geen terugbetaling van de transportkosten,
geen gelijke voorwaarden voor mannen en vrouwen, geen geleidelijke
gelijkschakeling van arbeider en bediende, geen dubbel verlofgeid
voor de vierde vakantieweek en geen hervorming van de onderneming
maar WEL een nieuwe loonblokkering vanaf 1 januari 1977.
En dat laat dan ook veronderstellen dat de werknemers van de-apenbare
diensten zoals in 1976 op niets hoeven te rekenen voor 1977, tenzij mis
schien de inwilliging van enkele kleine kwalitatieve eisen. Doch hiervoor
moeten de onderhandelingen nog verder gezet worden.
Eerlijk gezegd, verwachten de werknemers niet veel van deze regering, die
de toestand niet meer meester kan, en die als een rechtse en onsociale
regering aangeschreven staathopelijk maakt zij voor hogere aangele
genheid een uitzondering op deze regel.
P. VAN DER N IEP EN
Volksvertegenwoordiger