PIJNLIJK
MISVERSTAND
bm
DE NIEUWE TAAL VAN
BOND M0YS0N AALST - OUDENAARDE
DEFINITIEVE OPRICHTING
VAN GR0NDREGIE TE HERZELE?
DRIEJAARLIJKSE STAATSPRIJS
VOOR LOUIS-PAUL BOON
DE JONGSOCIALISTEN
EN DE REGERINGSKRISIS
ONZE MUTUALISTEN AAN HET WOORD
MASSASPORT
TE GERAARDSBERGEN
mr
V~
KAMAGURKA ONTVANGT
DE LOUIS PAUL BOON-PRIJS
VRIJDAG 27 OKTOBER 1978
40e JAARGANG NR. 41
WEEKBLAD VAN DE B.S.P.
Meer dan 1.000 jongeren namen deel
(lees ook p. 7)
op 4 november 1978
In de zaal
««De Redding»
Geraardsbergsestr
119
Ninove
IK IA/ILW
HooFO FFw
ik fofa
LrtM
OD&fOUtD
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 9300 AALST
TEL. 053-70.51.51 -Postrekeningnr.000-0952464-21
Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
En om maar op voorhand een antwoord
te geven aan kwade tongen die zullen
beweren dat wij hier uit eigen naam of
uit naam van een klein groepje mutual i
teitsvrijgestelden spreken, willen wij
ter verduidelijking nog eens benadruk
ken dat onze werkwijze i.v.m. de voor
bereiding van dit nationaal congres als
volgt was:
1in de acht gewesten van onze feder
atie werden er voorbereidende werk
vergaderingen georganiseerd door de
gewestelijke mutualiteitssekretaris met
als basis «de inleidende nota» ons toe
gestuurd door het Nationaal Verbond.
Op deze vergaderingen waren uitslui
tend aanwezig militanten van de
streek... en er was geen afvaardiging
van het federaal kader, ten einde de
basis onder de minste beïnvloeding aan
het woord te laten.
Op deze wijze hebben 450 socialisti
sche militanten meegewerkt aan de
voorbereiding van het formuleren van
onze stellingname.
2. Dan werd op 14 oktober te Aalst een
federaal congres georganiseerd. Hierop
waren er 150 militanten aanwezig (af
gevaardigden) 's voormiddags.
In deze vergadering werd er gewerkt in
drie werkgroepen, en 's namiddags
werd in een plenum onze definitieve
houding bepaald, welke we hier zopas
naar voor hebben gebracht.
Het is dan ook de vurige wens van onze
federatie dat zoals het gesteld is in «Het
Voorstel van resoluties van het Uitvoer
end Komitee» dat dergelijke werkwijze
in de toekomst ook zou-gevolgd worden
door het Nationaal Verbond van Socia
listische Mutualiteiten maar dan nog op
een verbeterde wijze, zodanig dat de te
bespreken thematiek in
een verklarende nota op voldoende
aantal exemplaren in de federaties ver
spreid worden (b.v. 500)
dat deze verklarende nota minimum
1,5 jaar op voorhand ter beschikking
wordt gesteld, zodanig dat de basis op
een zeer diepgaande wijze zich kan be
zinnen en zich niet ondoordacht en
overhaastig dient uit te spreken. Als
controle op de voorbereidende werking
zou vanuit het N.V.S.M. een opgelegd
tijdschema kunnen bepaald worden,
waaraan iedere federatie zich zou die
nen te houden.
Wij zijn ervan overtuigd, kdn., dat in
dien op deze manier zou gewerkt wor
den en een einde zou gesteld worden
aan de periode van demonstratieve kon-
gressen... en dat de socialistische orga
nisaties in de buitenwereld zouden
overkomen als daadwerkelijke voor
rechters van een socialistische maat
schappij, waarvan de principes ook toe
gepast worden in onze eigen organisa
ties.
Todaar de markante tussenkomst van
kd. Godefroid als federale woordvoer
der op het Nationaal Kongres.
De heer Willems (CVP) antwoord op
mijn artikel «Socialisme is vrijheid»,
dat het hier een «pijnlijk misverstand»
betreft, als ik zeg dat het hoog tijd wordt
dat degenen die nog altijd onder de
vleugels van de CVP zitten maar eigen
lijk zoals wij gewonnen zijn voor een
grotere spreiding van macht, inkomen,
bezit, kennis en arbeid, zich zouden be
zinnen.
Hij «beschuldigt» mij van proselitisme,
dit is van bekeringsijver. Hij zou toch
moeten weten dat het zeker de katholie
ken niet toekomt, iemand anders daar
van te beschuldigen. Gedurende 2000
jaar hebben ze zich daarin bekwaamd,
met het woord en met de daad. Die
daden hebben hen niet altijd gesierd,
om het woord van G. Willems te ge
bruiken. Ik begrijp, dat sommigen
graag de geschiedenis willen vergeten.
Ik ben altijd graag bereid enkele geheu
gensteuntjes te geven.
G. Willems geeft grif toe, dat zijn partij
geen politieke ideologie heeft maar in
ruil daarvan uitgaat van een vaag «fun
damenteel geloof in de mens, in zijn
bekwaamheid tot vrijheid, tot redelijke,
zinvolle beslissing voor zichzelf, de so
lidariteit, niet alleen in eigen groep,
maar een solidariteit gevestigd op me
deverantwoordelijkheid voor de ande
ren», wat dit allemaal ook concreet
moge betekenen.
Onze stelling is helemaal niet doctrinair
en onze beweging is zeker niet, zoals
het katholicisme, gevestigd op onwrik
bare dogma's. Het socialisme is een
voortdurende beweging die de voor
waarden wil scheppen waarin de
vrijheid van elke mens groter wordt en
waarin ook zijn verantwoordelijkheid
groter wordt naarmate de verschillende
verkleinen wat die macht het inkomen,
het bezit, de kennis en de arbeid betreft.
G. Willems schrijft jammer genoeg
niet, dat hij het met die opvatting eens
is... Waarom niet, eigenlijk?
Solidariteit die gericht is\ip de hele be
volking, zoals hij het schrijft. is onmo
gelijk op het sociaal-economikcjie vlak.
Hij blijkt geen rekening te houdeil met
de bestaande tegenstellingen. Het is
een conservatieve opvatting die deze
tegenstellingen en de vermindering er-
van ondergeschikt maakt aan een alles-
omgordend principe, nl. dat van de
piramide die in stand gehouden moet
blijven.
We hebben de afwezigheid betreurd van
GWillems op de voor iedereen zo leer
rijke Joop den Uyl-avond. In Voor Al
len heeft hij er nochtans de tekst van
kunnen lezen.
Naar het voorbeeld van de Nederlandse
Partij van de Arbeid zullen wij, tot spijt
van degenen die de solidariteit prediken
van de loontrekkenden enerzijds en de
bezitters die uitsluitend winstbejag
beogen anderzijds, verder de kunstma
tige strukturen trachten te doorbreken
van de partijen die de echte sociaal-
economische bevrijding van elke mens
met hol verbalisme willen blijven be
knotten en ook, zoals helaas de ervaring
de mensheid heeft geleerd, met alle an
dere middelen.
Wij zijn ons ervan bewust, dat de strijd
nog heel hard zal zijn, maar dat zijn we
gewend geraakt. We weten ook dat we
een geoefend en hard tegenstrever heb
ben. We weten eveneens dat onze
ideeën (die komen altijd van links) ver
der en zoals gewoonlijk door rechts
overgenomen zullen worden om ze om
te buigen en af te zwakken, laat staan te
vernietigen. Maar we weten tenslotte
ook dat de samenbundeling van de
vooruitstrevende krachten, die een gro
tere gelijkheid onder de mensen onder
ling en niet in globo tegenover een prin
cipe) nastreven, onafwendbaar is.
Dat besef is onze drijfveer en onze be
zieling. En dat doel is ons heilig ideaal.
Mare Galle
Volksvertegenwoordiger
Het mag nog eens herinnerd worden dat
de B.S.P. van Groot-Herzele. met de
laatste Gemeenteraadsverkiezingen als
eerste partij haar programma aan de
kiezers voorlegde.
Hierin was op een ondubbelzinnige
v. ijze sprake van onze eis tot de oprich
ting van een GRONDREG1E.
Inmiddels werd in dit blad de noodzaak
en het doel van een dergelijke gemeen
telijke dienst met handen en voeten uit
gelegd. Ik veroorloof mij nog eens te
onderstrepen waar het op aan komt:
1de strijd aan te gaan tegen grondspe-
culanten, die winstbejag nastreven en
jonge gezinnen het bouwen beletten ol
voor jaren extra-belasten met zware af
betalingen.
2. door de werking van een Regie een
zo ruim mogelijk aantal bouwpercelen
tegen de laagst mogelijke prijs aan
jonge gezinnen aan te bieden.
door braakgronden bouwklaar te
maken.
door de in het Gewestplan voor
ziene bouwzones op te vullen.
door Biezondere plannen van Aan
leg waarin ruimten worden geschapen
voor sociale woningbouw.
HOEVER STAAN WE THANS?
Nadat partijgenoot Lefevre anderhall
jaar geleden een Ontwerp tot Oprichting
van een Regie aan alle gemeenteraads
leden had overgemaakt werd eindelijk
op 5 oktober II. door de Gemeenteraad
het principe goedgekeurd.
Een volledige raad, op de heren De
Buysscher en V. Houdenhove na, stel
len zich positief op tegenover dit socia
listisch initiatief. Door de wijfelende
houding van de CVP-poalitiepartner is
inmiddels heel wat nuttige tijd verlóren
gegaan. Het komt er nu op aan een
werkcommissie samen te stellen die
het operationeel maken van een Re
gie
de toekomstmogelijkheden binnen
Groot-Herzele
de financieringsmogelijkheden enz.
Op basis van het Ontwerp Lefevre zal
bespreken zodat een definitieve oprich
ting aan de Gemeenteraad kan voorge
legd worden.
Daar zullen we zien ot de politieke wil
aanwezig is om een sociale politiek te
voeren inzake grondbeheer te Herzele!
Aan de CVP om, in de lijn van de re
cente Beginselverklaring van het
A.C.W. (Algemeen Christelijk Wer-
kersverbond) die nog verder gaat dan
een democratisch grondbeheer, samen
te "werken met onze B.S.P.! F.U.
De driejaarlijkse staatsprijs ter bekro
ning van een schrijversloopbaan werd
op 12 oktober jl. toegekend aan L.P.
BOON. Daarmee wordt Boons volledig
oeuvre een tweede maal reeds be
kroond. Immers in 1967 viel hem van
Nederlandse zijde reeds de Constantijn
Huygensprijs ten deel. «Alle goeie din
gen bestaan uit drie» zegt de volks
mond. Zou de weg nu openliggen naar
de Nobelprijs literatuur 1978?
Boons uitspraak «De schrijver die de
pen verdient, krijgt ze niet» (terug te
vinden in Beter blote Jan dan dode Jan.
En andere uitspraken van Louis Paul
Boon, samengesteld doorGerd De Ley,
De Arbeiderspers, Amsterdam 1978,
96 blz.gaat thans zeker niet meer voor
Boontje (tenzij hij insinueert op zijn
sant zijn in eigen land!) Naast drie an
dere literaire prijzen ontving hij ook al
de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Proza
(1971) en de Literaire Prijs Dirk Mar
tens voor «Pieter Daens», de Leo Krijn-
prijs (1942) voor «De voorstad groeit»,
de «Henriette Roland Holstprijs 1956)
voor «De kleine Eva uit de Kromme
Bijlstraat». Zelfs de prijs van de Socia
listische Gemeenschappelijke Actie
viel hem te beurt in 1971.
«Ik heb nu eenmaal teveel geschreven»
biechtte L.P Boon in «Zomer te Ter-
Joop Den Uyl op bezoek bij LP. Boon
muren» op. Uit dien hoofde is het zo
moeilijk de kern van het merkwaardig
schrijverschap van Boontje bloot te leg
gen. Met zekerheid kan echter gesteld
worden dat Boons omvangrijk oeuvre,
dat de «Moderne Encyclopedie der We
reldliteratuur» betitelt als «een als ge
drevene en om zijn weergaloze schep
pingskracht unieke verschijning in de
moderne Nederlandse literatuur», de
werkeljjkheid als enig en absoluut uit
gangspunt aanboorde. Hoewel Boon
zijn karakters eerder fictief houdt, heb
ben ze in essentie een autobiografische
achtergrond zodat Boons bekentenisli
teratuur in hoofdzaak autobiografisch
georiënteerd is. Vanaf zijn literair de
buut met «De voorstad groeit» bleef
Boons leuze: «Schop de mensen tot ze
een geweten hebben».
Als dominante trend legde hij in zijn
ganse werk de revolte, zij het tegen de
taboes en schijnheiligheid, zij het tegen
de conservatief-clericale samenleving,
zij het als schrijver tegen de mooischrij
verij, de kunstmatige boekentaal en de
bellettrie. Typeerde Paul De Wispelaer
«De Kappellekensbaan» en «Zomer te
TerMuren» niet terwille van hun onge
meen rijke structuur en romantechni
sche vondsten niet als «een van de be
langrijkste nieuwe romanscheppingen
in de Europese literatuur»? Maar de op
standigheid van de authentieke Boon in
zijn vroegere meesterwerken schijnt in
recenter werk teloor te gaan. «Zijn
schop de mensen tot ze een geweten
hebben» uit «Mijn Kleine oorlog» heeft
hij wellicht voor altijd afgezwakt, laat
staan afgezworen door zijn tederheid
voor zijn medemens. Paul de Wispe-
laere typeerde Boontje dan ook terecht
als een «tedere anarchist».
De arbeidersstrijd tegen de armoede en
sociaal onrecht heeft L.P. Boon altijd
beroerd. «Sociaal geengageerd» is dan
ook het etiket dat op menig roman van
Boon kan gekleefd worden. Van het
literair debuut over «De Kapellekens-
baan» en «De Bende van Jan De Lichte»
naar de kanjer «Pieter Daens». het
populair-wetenschappelijke «De
Zwarte Hand» en het anekdotische «Het
jaar 1901 kan moeilijk een werk geci
teerd worden waar de armoede en de-
ontbering niet om de hoek komen kij
ken. Vooral de ellendige leefgewoonten
omtrent de eeuwwisseling hielden hem
in de ban. Ook de lezer wordt inde regel
meegesleept in de adembenemende
tocht door die ongenadige klassenstrijd.
Immers uit de zorgvuldig verzamelde
documentatie distilleerde Boontje ju
weeltjes van vertelkunst. Terecht ba
zuint W.F. Hermans uit: «De eenvoud
van Boons thema maakt dat hij een der
weinige werkelijk grote auteurs is die
toegankelijk zijn voor de velen».
Paul Van Den Wijngaerde
1De Jongsocialisten waren altijd al
tegenstanders van de anti-krisiswet. Zij
handhaven hun kritiek. Zij verwerpen
het regeren met volmachten, en de glo
balisering van de krisismaatregelen
waardoor de BSP tweemaal diende te
betalen voor de struktuurhervormingen
die reeds in het regeerakkoord werden
opgenomen.
Aangezien in een regering met burger
lijke partijen de krachtsverhoudingen
voor de socialisten dermate ongunstig
liggen, werden die struktuurhervor
mingen noodzakelijkerwijze vaag ge
houden en afgezwakt. Ze kunnen ons
ekonomisch bestel niet wezenlijk wijzi
gen, evenmin bieden ze -een afdoend
antwoord op de krisis. De krisis is im
mers te wijten aan de struktuur zelf van
het kapitalistisch systeem.
2. Daarom was de praktische koppe
ling van de antikrisiswet aan de realise
ring van het gemeenschapsakkoord zo
gevaarlijk. De aandacht werd voortdu-'
rend verlegd van de nijpende sociaal-
ekonomische krisis naar het kommu-
nautaire vlak. waardoor de rechtse
krachten in de kristen-demokratie, en
niet in het minst eerste minister Tinde-
mans, als het ware vrij spel kregen voor
hun sociale atbraakpolitiek.
De Jongsocialisten zijn van oordeel dat
vooral de Waalse socialisten daarbij ge
blunderd hebben door alle heil te ver
wachten van de regionalisering en om
dat ze daarvoor een zware tol wilden
betalen.
3. Daardoor kreeg de CVP de kans haar
interne verdeeldheid die zich niet alleen
op het kommunautaire maar ook op het
sociaal-ekonomische vlak situeerde, te
verbergen. Toch is het wel kras dat die
partij zich op haar trouw aan de grond
wet beroept, terwijl haar ministers de
demokratie voortdurend uithollen door
volmachten te eisen en los van alle wer
kelijke parlementaire kontrole eigenge
reid over het lot van de regering te be
slissen.
4. Een en ander betekent geenszins dat
de Jongsocialisten de gewestvorming
niet voorstaan. De Jongsocialisten opte
ren al jaren voor een nauwe betrokken
heid van de bevolking bij de besluit
vorming en voor het zellbeschikkings-
recht van alle volkeren. Bovendien vci-
luillen de gomeenschapsgeschillen de
ware tegenstellingen in on/.e klasse
maatschappij.