RICHTLIJNEN I.V.M. STAKING
DOKTERS, TANDARTSEN EN AP0TEKERS
DE BELGISCHE
WERKELIJKHEID
IN HAAR REGIONALE
VERSCHEIDENHEID
NOG NET
REGERINGSCRISIS
VERMEDEN
FEDERAAL CONGRES
STATUTEN
BEHOEFTEN INZAKE
SPORTINFRASTRUCTUUR EN
HUISVESTING IN OOST-VLAANDEREN
ENERGIE en
ENERGIEBESPARING
Terugbetaling
van de
medische zorgen
Taalkundige, culturele en
sociale gespletenheid
Economische werkelijkheid
Terugbetaling van
geneesmiddelen
Aangifte van
werkongeschiktheid
OVER ONTWERP
op zaterdag 12 januari e.k.
om 9.30 u.
Volkshuis Aalst
lees op pag. 6 en 7
de ontwerp-tekst
VOORDRACHT DOOR WILLY CLAES
Minister van Economische Zaken
over
uitgesteld tot
DINSDAG 26 FEBRUARI 1980
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1
TEL. 053-70.51.51 - Postrekening nr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 19300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
9300 AALST
Vrijdag 11 januari 1980
J42' Jaargang nr. 2
Weekblad van de B.S.P
MM
MMMH
Alhoewel de gevolgen van de
stakingsaktie alleen maar merk
baar zijn bij de apothekers, houdt
onze mutualiteit er toch aan en
kele korte richtlijnen te geven
aan zijn verzekerden opdat ze
zouden weten hoe ze zich moe
ten gedragen in uitzonderlijke
gevallen.
Wanneer de geneesneer of de
tandarts officiële of niet-officiële
dokumenten heeft ingevuld
waarop de identiteit van de zie-
De interne tegenstellingen van taal en cultuur lopen als een
rode draad doorheen de Belgische geschiedenis. Van Vlaamse
z;jde was het echter oorspronkelijk een brutale «struggle for
life». In een latere fase kwam de eis van territoriale en culturele
integriteit om uiteindelijk te streven naar een volwaardig
zelfbestuur.
Daarbij dient gesteld dat Vlaanderen in de naoorlogse periode
niet alleen cultureel, maar ook sociaal en economisch een
buitengewone opgang kende. In het noorden van het land werd
men zich bewust van zijn eigen kracht en, op grond van
negatieve ervaringen in het verleden, zag men geen heil meer
in een zuivere eenheidsstaat. Concreet zou dit alles zich
kristalliseren rond de kwestie van de overheveling van «Leu
ven-Frans» naar Wallonië en later rond de begrenzing van
Brussel, met hieraan gekoppeld de positie van de Vlamingen in
de hoofdstad.
Langs Waalse kant keek men met wantrouwen naar wat zich in
het noorden afspeelde. In feite mag men de meer recente
Waalse beweging aanzien als een reactie tegen de Vlaamse
bewustwording. In het Waalse streven naar eigen persoonlijk
heid werd vooral de klemtoon gelegd op de behoefte aan een
eigen economische politiek, die zou toelaten de omschakeling
te verwezenlijken van de Waalse industrie, die al te zeer
vastgehaakt bleef aan traditionele sectoren zoals de steenkool
en de staalnijverheid.
De structurele economische verschillen
Onder structurele verschillen verstaan wij deze die in econo
misch opzicht een vrij duurzaam karakter vertonen. Ondanks
hun gebondenheid vertonen de economieën van de gewesten
een aantal eigenheden.
De Waalse economie die grotendeels de resultante is van de
eerste industriële revolutie, wordt gedomineerd door traditio
nele bedrijvigheden die plaats hebben in vrij grote onderne
mingen. De Vlaamse economie is jonger en heeft eerder
ingespeeld op de tweede industriële revolutie waarvan een
goed uitgebouwde metaalverwerkende en chemische nijver
heid gebaseerd op hoge technologie de voornaamste groei-
componenten zijn. Men vindt er vele KMO's en buitenlandse
bedrijven. Brussel kenmerkt zich door een tertiaire metropool
economie die eigen specifieke problemen met zich meebrengt.
Niet alleen de sectorenstructuur, maar ook de groeiprestaties
en het groeipatroon waren tijdens de laatste twee decennia
duidelijk verschillend.
Vlaanderen, met zijn wereldhavens, de toegangspoort tot de
,hoog ontwikkelde industrie van West-Europa, met zijn kwalita
tief en gevarieerd hoogstaand en groeiend arbeidsaanbod,
betekende voor de buitenlandse investeringen een krachtige
aantrekkingspool. Daarbij waren de lonen wegens een geringe
industriële traditie een hele tijd lager dan in het zuiden,
waardoor kostenbesparingen in de industriële aanvangsfase
werden verwezenlijkt. Verder kon Vlaanderen profiteren van
een gunstige verkeers-geografische ligging die in het kader van
een voortschrijdende internationalisering van de economie
steeds belangrijker werd.
Wallonië had niet alleen gebrek aan een aantal van deze
natuurlijke pluspunten, maar kenmerkte zich reeds eerder door
een sterk verouderde bevolking en had bovendien af te rekenen
met zware structuurproblemen. De steenkoolnijverheid, eens
de «leading-sector» van de Waalse economie had afgedaan.
Wegens de hoge exploitatiekosten was de steenkool niet meer
concUrrentieel met de nieuwe energieprodukten. Deze structu
rele moeilijkheden zouden uitdeinen op andere sectoren die
vanuit de traditie op deze extractieve nijverheid geënd waren,
zoals de cokesnijverheid, de gasfabricage, de electriciteitspro-
duktie en vooral de zware ijzer- en staalnijverheid.
Deze verschillen in sectorsamenstelling, in groeipatroon en in
groeiprestatie zouden natuurlijk een invloed hebben op de
welvaartsniveaus van de gewesten. Vlaanderen liep spoedig
zijn achterstand in en stevende op het eind van de jaren zestig
Wallonië voorbij. Vandaag kan men zeggen dat de welvaarts
verschillen tussen de regio's gering zijn. De inkomensverschil
len «binnen» de gewesten zijn veel belangrijker dan «tussen»
de gewesten. A Van Den Bossche
Volgende week: De solidariteit over de gewesten heen.
ke, de uitgevoerde medische zor
gen en de identiteit van de ge
neesheer of de tandarts vermeld
is, zullen de uitbetaaldiensten
van onze mutualiteit gewoon de
door de wetgeving voorziene te
rugbetalingen onmiddellijk uit
voeren. Wanneer de behande
lende geneesheer of de tandarts
weigert gelijk welk dokument af
te leveren mag de zieke of één
van zijn gezinsleden zich aanbie
den aan het winket of op de
zitdag van onze mutualiteit waar
een «verklaring op eer» zal wor
den opgesteld over de uitgevoer
de medische prestaties die, na
onderzoek en dus later, aan het
lid zullen worden terugbetaald.
Wij hebben vernomen dat som
mige apotekers de regeling van
de derde betalende (dit is de
mutualiteit die rechtstreeks de
apoteker betaalt i.p.v. de zieke)
niet zou toepassen.
Indien de apoteker bijgevolg de
volledige terugbetaling eist van
de kostprijs van het geneesmid
del, dan moet het lid een voor
kwijting ondertekend betalings
bewijs eisen met aanduiding van
het afgeleverd geneesmiddel.
Dit dokument mag voorgelegd
worden aan de winketten of op
de zitdagen van de mutualiteit en
de verzekerde zal later worden
uitgenodigd om de terugbetaling
van de afgeleverde geneesmid
delen te ontvangen.
Voor de apotekers die ook wei
geren van een dergelijk kwijt
schrift af te geven kan het lid bij
de mutualiteit en aan de hand
van een «verklaring op eer», ook
hun terugbetaling opvorderen
alhoewel deze terugbetaling ook
slechts zal kunnen gebeuren na
een onderzoek door de mutuali
teit. In dit geval kan de verzeker
de bvb. aan de mutualiteit de
verpakking van de afgeleverde
geneesmiddelen tonen.
Wanneer de behandelende ge
neesheer een getuigschrift van
Lees door pag. 9
Door een ultiem voorstel van eerste minister Martens werd
vooralsnog een regeringscrisis voorkomen. Op het ogenblik
dat wij dit artikel schrijven heeft de algemene raad van de P.S.
immers ingestemd met het voorstel, Inhoudende:
Een breed overleg in een parlementaire kommissie (ook
oppositie) over de definitieve fase van de gewestvorming;
Dadelijk een minimale overgangsfase die de definitieve in
niets kompromiteerd en waarin dé beperkende bevoegdheden
worden verleend aan de gewesten.
Wat deze bevoegdheden betreft wordt voorzien in twee kate-
goriën, deze die gemeenschappelijk zijn voor de drie gewesten
en deze die alleen gelden voor het Vlaamse en het Waalse
Gewest. Aldus wordt Brussel niet gelijkgesteld met het Gewest
Vlaanderen en het Gewest Wallonië.
Bij het ter perse gaan op donderdagvoormiddag dienden de
overige partijen zich nog uit te spreken over de definitieve
teksten.
Verwacht mag worden dat dit zal gebeuren vermits het politiek
kernkabinet deze overeenkomst inmiddels formeel heeft goed
gekeurd. Op donderdagmiddag zou de kabinetsraad zich
uiteindelijk over dit voorstel uitspreken.
We beschikken nu reeds over
enkele gewestelijke instellingen.
Ze hebben bij velen grote ver
wachtingen doen ontstaan, nl.
wat betreft de economische
planning.
Door de Gewestelijke Economi
sche Raad voor Vlaanderen sa
men met de vijf Vlaamse Gewes
telijke Ontwikkelingsmaatschap
pijen (Oost-Vlaanderen, West-
Vlaanderen, Antwerpen, Lim
burg en Vlaams Brabant) werd
een inhoudsschema voor het
Plan 1981-1985 vastgelegd.
Het omvat verschillende
plansectoren ^p.a. prognoses van
de bevolking en de gezinnen;
behoeften aan industrieparken,
huisvesting en infrastructuur
(wegen, spoorwegen, zeeha
vens, toeristische sector); so
ciaal-culturele voorzieningen
(sportinfrastructuur, hospitalen,
gehandicaptenzorg, culturele
centra, openbare bibliotheken).
De Gewestelijke Ontwikkelings
maatschappij voor Oost-Vlaan
deren heeft in het kader hiervan
reeds een eerste reeks adviezen
uitgebracht. In een eerste kro
niek werden de drie adviezen
betreffende de bevolking en ge
zinnen behandeld en we weer
hielden vooral de noodzakelijk
heid nieuwe werkgelegenheden
tot stand te brengen. In de twee
de kroniek werden de enquêtes
van het Bestuur voor Lichamelij
ke Opvoeding, Sport en Open
luchtleven (BLOSO) op het voor
plan gesteld met prioriteiten
voor sportzalen en sporthallen.
Vandaag komen de behoeften
aan overdekte zwembaden en
woningen aan bod. We herinne
ren eraan dat het gaat om ramin
gen van de G.O.M.O.V. en de
betrokken instanties, gemeente
besturen en andere vrij blijven
de voorrang te geven aan andere
plannen en prioriteiten.
Overdekte zwembaden
Het rekruteringsgebied van een
zwembad reikt over het algem
een verder dan dit van een sport
hal en overschrijdt meestal de
gemeentegrenzen. Vandaar dat
het voorstel van planning niet
per gemeente doch wel per
streek gebeurde. Mogelijke in
plantingsplaatsen worden niet
voorgesteld. De behoeften wer
den wel per gemeente berekend,
teneinde zo nauwkeurig mogelijk
de streefbehoeften te kunnen
bepalen.
Door BLOSO wordt als mini
mumnorm 0,012 m2 waterop
pervlakte per inwoner vooropge
zet. De streefnorm ligt natuurlijk
hoger nl. 0,02 m2 per inwoner.
De Provincie Oost-Vlaanderen
beschikt volgens de enquête van
BLOSO naar de normen eerste
prioriteit over een degelijke in
frastructuur. Slechts één over
dekt zwembad namelijk in Sint-
Niklaas betekent een dringende
noodzakelijkheid. Voor een op
pervlakte van 280 m2 wordt als
kostprijs ongeveer 10 miljoen
vooropgezet. Maar hierbij ko
men zich hoge onderhouds-,
werkings- en exploitatiekosten
voegen.
Als gemeenten waar geen over
dekt zwembad aanwezig, noch in
uitvoering, noch gepland is, wor
den voor het arrondissement
Aalst vermeld: Haaltert, Lede en
St. Lievens Houtem. Voor het
arrondissement Oudenaarde
gaat het om zeven gemeenten:
Horebeke, Kruishoutem, Lierde,
Zingem, Maarkedal, Wortegem-
Petegem, Zwalm.
Om te komen tot een waterop
pervlakte van 0,020 m2 per inwo
ner, hetzij de tweede prioriteit
zouden in het arrondissement
Aalst vier bijkomende overdekte
zwembaden moeten komen, nl.
te Geraardsbergen, Ninove, Lede
en Haaltert. Voor het arrondisse
ment Oudenaarde wordt niets
vooropgezet. Dit is niet te aan
vaarden wanneer we rekening
houden met de zeven hoger ver
melde gemeenten die een totaal
van circa 40.000 inwoners ver
tegenwoordigen.
Voorrang voor
sanering van het
woonpatrimonium
De raming door de Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij voor
Oost-Vlaanderen voor de perio
de 1981-1985 is gebaseerd op de
analyse van de verschillende
deelbehoeften. Deze zijn: de be
hoeften verbonden aan de de
mografische evolutie, de sane
ring van het woningpark, andere
vervangingsbehoeften o.a. be
stemmingswijzigingen en voor-
tijdse slopingen en tenslotte het
nodig aantal leegstaande wo
ningen.
In 1968 bedroeg het aantal onge
zonde en onverbeterbare wonin
gen 16,42% van het woningpark
van de provincie Oost-Vlaande
ren. Dit vertegenwoordigt bijna
70.000 woningen. De ventilatie
per arrondissement gebeurde op
grond van een enquête van het
Nationaal Instituut voor de Huis
vesting die vroeger werd uitge
voerd. Het saneringsbeleid inza
ke de ongezond-onverbeterbare
woningen wordt geacht gespreid
te zijn over 20 jaar. Derhalve
wordt 25% van de behoefte van
vervanging van woningen ten la
ste gelegd van de planperiode
1981-1985.
De gegevens betreffende onze
twee arrondissementen weer
hielden onze aandacht. Voor
Aalst bestaat het woningpark uit
81.987 huizen waarvan 12,46%
ongezond en onverbeterbaar
zijn. Het gaat om 10.216 wonin
gen. In kader van het sanerings
beleid verdeeld over 20 jaar zou
den 511 woningen per jaar die
nen gesloopt. Voor Oudenaarde
omvat het woningpark 36.534
huizen waarvan 24,19% onge
zond zijn, hetzij een coëfficiënt
bijna dubbel zo hoog als in Aalst.
442 woningen zijn in het arron
dissement te slopen per jaar.
Als besluit van het advies betref
fende de huisvestingsbehoeften
in de provincie Oost-Vlaanderen
voor de periode 1981-1985 wordt
door de Gewestelijke Ontwikke
lingsmaatschappij voor Oost-
Vlaanderen een ingewikkelde re-
Lees door pag. 9
te 20 u.
in de Stadsfeestzaal te Aalst
Een onderwerp waar we allen mee te maken hebben.
Informatie uit eerste hand.