Een Vrolijk Paasfeest aan onze lezers DE ZWAVELSTOKMAKERS VAN GERAARDSBERGEN De S.P. federatie en de gemeenschappelijke actie! Economische relatie tussen landbouw en konsumenten VOORBEREIDING CONGRES GEZONDHEIDSZORG VALT REGERING DOOR C.V.P.- VERDEELDHEID? Vrijdag 4 april 1980 42* jaargang nr. 14 Weekblad van de S.P «Het socialistisch verleden dat niet mag verloren gaan» Bij het ter perse gaan -heden donderdag- was het nog altijd niet zeker ot eerste minister Martens al dan niet het ontslag van zijn regering aan de koning had aangeboden. De reden van deze moeilijkheden begon door het niet goedkeuren met de vereiste 2/3 meerderheid van art. 5 over de Gemeenschapswet. Premier Martens had t.o.v. zijn eigen «C.V.P.-vrienden» nochthans duidelijk de vertrouwenskwestie gesteld. Het is beschamend te moeten vaststellen dat in de huidige crisissituatie op financieel en sociaal-ekonomisch vlak de regering worsteld met een probleem waar de arbeidende bevolking geen boodschap aan heeft. Bij een eventueel ontslag van de regering iaat de C.V.P. op die manier de «Mensen die zó belangrijk zijn» In de kou staan diegenen die het moeten stellen met soc. vergoedingen (werklozen, gepensionneerden, zieken, mindervallden e.a.) en morgen ai de slachtoffers van nieuwe labriekssluitingen door het niet kunnen ingrijpen van de regering. Het is om deze reden dat de Vlaamse socialisten deze regering steeds loyaal heeft gesteund. J. Timmermans. Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 TEL. 053-70.51.51 - Postrekening nr. 000-0952464-21 Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 19300 AALST VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT 9300 AALST In onze vorige tekst, legden we de nadruk op de historische waarde van de reportages gepu bliceerd in 1901 door August De Winne, journalist van Le Peuple, na een soort pelgrimtocht door verschillende steden van Vlaan deren o.a. Geraardsbergen, Ni- nove en Ronse. We hebben het vandaag over onze geboortestad Geraardsber gen, waarvan de nijverheid lan ge tijd geconcentreerd was op de sigaren- en stekjesfabrieken. Het is tegen de misbruiken, zo als ze beschreven werden door De Winne dat de socialisten hebben gereageerd. Bij de ouderen, zal het doen te rugdenken aan sommige familie leden vroegtijdig gestorven in gevolge de fosfoor. Het is tegen die wantoestanden dat ten strijde werd getrokken. Dat maakt het socialistisch verle den uit dat we niet mogen laten verloren gaan. De tekst van De Winne die we laten volgen is nog in de oude spelling. Lees door pag. 2 De nationale statuten die op het laatste congres praktisch éénparig werden goedgekeurd, kwamen via een normaal wordingsproces tot stand: de algemene ledenvergaderingen in de afdelingen resulteerde in een besluitvorming op het federaal congres, de federaties op hun beurt legden de natio nale congresbeslissingen vast. Dit zijn de regels van het democratisch spel, het is de meerderheid van aangesloten leden die beslist. Dit «spel» met betrekking tot de statuten is allesbehalve volledig gespeeld: nieuwe federale en afdelings statuten zullen moeten ontworpen en goedgekeurd worden. De volgende beurt is nu logischerwijze aan de federatie. Via een ontwerp, op te stellen door het federaal secretariaat, wordt elke afdeling de mogelijkheid gegeven te amenderen en nadien haar houding definitief te bepalen. Hieruit zullen de nieuwe federale statuten resulteren. Volgende en laatste beurt komt toe aan elke afdeling, die nu hun afdelingsstatuten kunnen ontwerpen en aan hun leden ter goedkeuring voorstel len. Eerst wanneer de federale en afdelingsstatuten zullen gemaakt en goedgekeurd zijn is het ingezette vernieuwings proces ten einde. Het is de evidentie zelf dat de federale statuten nergens in tegenstrijd mogen zijn met de nationale, bovendien mogen de afdelingsstatuten op geen enkel ogenblik strijdig zijn noch met de federale noch met de nationale. De federale statuten kunnen hoogstens aanvullingen zijn van de nationale, evenzo kunnen de afdelingsstatuten enkel en alleen de federale complementeren. De grote vraag wordt: zullen wij de wetmatigheden vastge legd in de nationale verstrengen of niet? Het is niet ondenk baar dat een federaal congres bvb. nog meer beperkingen inzake cumul of partijmandaten zou opleggen of bvb. een nog ruimere vertegenwoordiging van jongeren of vrouwen zou voorstaan. Het is zelfs mogelijk, zonder enige tegenstrijdigheid met wat reeds vastgelegd is, de gemeenschappelijke actie statutair binnen de structuren van de S.P.-federatie of -afdeling in te bouwen. Opdat terzake geen enkel misverstand zou bestaan en in het belang van gans de socialistische beweging binnen dit arron dissement moeten wij ons vooraf bezinnen over een ganse reeks van problemen, die wij vooralsnog eenvoudigweg stel len, zonder een bepaalde oplossing voor te stellen. Kernge dachte is in elk geval in volgende vraag geformuleerd: wordt de gemeenschappelijke actie ja of neen uitgebouwd los van de structuren van S.P., vakbond of mutualiteit als een op zichzelf staand orgaan? In bevestigend geval zullen structuur en doelstellingen ervan in gemeen overleg nader bepaald dienen te worden. In het ontkennend geval moeten vakbond en mutualiteit dan ingebouwd worden binnen de S.P.-structuren via raadgevende of stemgerechtigde vertegenwoordigingen? Hierbij kan zelfs de vraag gesteld worden of vakbond en mutualiteit dan ook bereid zijn een S.P.-vertegenwoordiging op te nemen binnen hun structuren? De zaak van de gemeenschappelijke actie is te ernstig om op elk van de gestelde problemen pasklare antwoorden te geven. Essentieel blijft een noodzakelijke samenwerking van alle takken der beweging zonder storende overlappingen waarbij krachten versnipperd worden in plaats van ze te bundelen. De wegen die naar een optimale samenwerking leiden moeten dringend uitgestippeld worden, eerst dan zullen wij wortel kunnen schieten in de meest brede lagen van de arbeidende bevolking. Alois Van den Bossche Federaal Voorzitter Werkstakers Louis Byl - 22 maart 1 mei 1900 - Geraardsbergen De ekonomische situatie van de landbouwproducenten en van de konsumenten worden dikwijls vergeleken. Enkele belangrijke aspek- ten van de ekonomische relaties die bestaan tussen beide worden in dit artikel kort geanalyseerd. Deze analyse is ingedeeld in drie delen. In het eerste deel wordt herinnerd aan de evolutie van de relatieve belangrijkheid van de voedingsmiddelen in de konsumptieve uitgaven van de gezinnen. In het tweede is een vergelijking gemaakt van de evolutie van de prijzen van de landbouwprodukten aan de producent en deze van de prijzen van de voedingsmiddelen aan de konsument. In het derde tenslotte, is aandacht besteed aan de invloed van de kommercialisatiemarges en van de producentenprijzen op de konsumptieprijzen. De enkele beschouwingen die volgen en die gesteund zijn op de statistische gegevens beschikbaar bij het L.E.I. en op de konklusies van studies betreffende dezelfde aspekten, laten de lezer toe zich een idee te vormen van de evolutie die zich gedurende de laatste twintig jaar heeft voltrokken (1959-1978). 1. Het belang van de voedingsmiddelen in de konsumptieuitgaven Het deel van de uitgaven van de konsumenten bestemd voor de aankoop van voedingsmiddelen is over de bestudeerde periode konstant verminderd. De evolutie van de relatieve belangrijkheid van deze produkten in de index van de konsumptieprijzen is hiervan het duidelijke bewijs. Hun aandeel in het totaal van de goederen en diensten daarin opgenomen bedroeg opeenvolgend 53,84 pet. in de index berekend in basis 1953 100, 41,56 pet. in deze berekend in basis 1966 100, 30,0 pet. in basis 1971 100 en 25,15 pet. (waarvan 17,97 pet. voor inlandse voedingsmiddelen, 4,11 pet. voor ingevoerde voedingsmid delen en 3,07 pet. voor dranken) in de index die thans in voege is en waarvoor de referentieperiode loopt van 1 juli 1974 tot 30 juni 1975. Het wegens physiologische beperkingen begrensd zijn van de be hoefte aan voedingsmiddelen en de stijging van de inkomens zijn de voornaamste faktoren die de relatieve daling verklaren van het aandeel van de uitgaven voor voedingswaren in de uitgaven van de gezinnen. 2. Vergelijking van de evolutie van de landbouwprijzen aan produ cent en van de konsumptieprijzen voor voedingsmiddelen. De vergelijking van de index van de prijzen van de landbouwproduk ten aan producent, regelmatig berekend door het L.E.I., met deze van de prijzen van de voedingsmiddelen in de index van de konsumptie prijzen laat toe de algemene tendens te volgen van respektievelijk de prijzen aan producent en aan konsument. Lees door pag. 6 In de programmawet werden fundamentele wijzigingen in ver band met de gezondheidszorg voorzien. De dokters die zich in hun privébelangen bedreigd voelden gingen over tot een im morele staking. De S.P. gaat hieromtrent een congres organiseren waarvoor reeds grondige studies aan gang zijn. Op zaterdag 22 maart wer den de OCMW-mandatarissen uitgenodigd om een eerste dis- cutienota te bespreken. Eerstelijnsgezondheidszorg De studie die gemaakt werd door prof. K. Vuylsteke meent dat het hoogst belangrijk is om over te gaan tot het realiseren van een nieuwe vorm van zorgenver- strekking. Konkreet stelt de werkgroep voor dat het O.C.M.W. het initia tief zou nemen om een medisch- sociaal team op te richten dat binnen een bepaalde populatie (ca. 10.000 inw.) de eerste zorgen zou verstrekken. Dit team wordt als volgt gezien: 5 huisartsen een medisch sekretariaat thuisverpleging maatschappelijke werkers gezin- en bejaardenhelpers. Allen in vast verband werkend met een forfaitaire betaling. Hiernaast zou een welzijnsraad tot stand komen waarin ver tegenwoordigers van de bevol king, de overheid en de zorgen- verstrekkers zouden zetelen. De overheid zou uiteraard derge lijke initiatieven wetmatig en fi nancieel moeten steunen. De geestelijke gezondheidszorg Een van de voornaamste punten welke wij uit dit verslag kunnen onthouden is dat de geestelijke gezondheidszorg zich zo dicht mogelijk bij het vertrouwd milieu van de patiënt dient te situeren. Ook wordt in dit hoofdstuk veel belang gehecht aan de zelfzorg en de medewerking van vrijwilli gers. Deze nota geeft een totaal nieu we kijk op de geestelijke gezond heid en de organisatie van de zorg. Vanuit deze optiek zouden de bestaande mastodonte psy chiatrische ziekenhuizen met meer dan 1.000 patiënten moe ten gereorganiseerd worden naar kleinere meer verspreide in stellingen. Preventie Preventie is beletten dat ziekte ontstaat en niet het vroegtijdig opsporen van ziektetekenen al leen. Leefregels en principes in verband met lichamelijke, gees telijke en sociale gezondheid moeten doorsijpelen in de ver schillende leefgemeenschappen zoals gezin, school, arbeids- midden. De eerstelijnsgezondheidszorg en de welzijnsraden hebben hier bij een belangrijke rol te spelen. Tweedelijnsgezondheidszorg De tweedelijnsgezondheidszorg is de verzorging die de patiënt in een ziekenhuis ontvangt. De or ganisatie van deze gezondheids zorg wordt gecontroleerd door de wet op de ziekenhuizen. Een aantal kritieken op deze wetge ving en op de functionering van deze instellingen werden door de werkgroep naar voor ge bracht. Het feit dat men een onder scheid blijft doorvoeren tussen gemeenschappelijke en afzon deringskamers en daardoor de patiënt verplicht een opleg te betalen voor verpleging, medi sche honoraria en farmaceutica is een verdediging van de privé geneeskunde. De facturatie van de kosten van de ziekenhuisverpleging ge beurt op een zodanige manier dat de patiënt helemaal geen doorzicht heeft in hetgeen hij ofwel de mutualiteit voor hem betaalt. Tevens dient de indeling in bedden in kategorieën (C, D, I, E, (respectievelijk heelkunde, in wendige ziekten, intensieve zor gen, kinderziekten) ten zeerste in vraag te worden gesteld. Deze werkwijze heeft momenteel voor gevolg dat diensten die niet ren derend zijn naar de openbare sektor gaan, terwijl de winstge vende diensten daarentegen naar de private sektor overgehe veld worden. Numerus clausus-vestigingswet dr. Prof. E. Vermeersch De essentiële bedoeling achter de voorstellen voor het invoeren van deze maatregelen bestaat er in het zorgenverstrekkend perso neel in de geneeskunde tegen het einde van de jaren tachtig te verminderen. Een tweede bedoeling is erop gericht de kosten voor de ge- neesherenopleiding hetzij te sta biliseren hetzij te verminderen. Professor Vermeersch gaf ver volgens een uitvoerige argu mentatie waarom hij niet achter de invoering van de numerus clausus kon staan (wordt later gepubliceerd). Ook meende hij dat de huidige vestigingswet voor apotekers diende te worden afgeschaft. De Orde van Geneesheren dr. F. Willockx De gezondheidszorg is een mas sale onderneming geworden die de samenleving in al haar gele dingen raakt. Geen enkel pro bleem van gezondheidsorgani satie noch van gezondheidse- thiek kan dus het exclusieve voorrecht uitmaken van een groep van gezondheidswerkers. Lees door pag. 7

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1980 | | pagina 1