Zuidertoren bezet door socialistische gepensioneerden
Nabeschouwingen over
de voorbije
gemeenteraadsverkiezingen
Provinciale belastingen stijgen in 1983
in Oost-Vlaanderen tot meer dan 700 miljoen
I
Volgende week in «Voor Allen»
Binnen in
Een positieve balans
Vrijdag 26 november 1982
44* jaargang nr. 46
Weekblad van de S.P
Met de bezetting van de
Zuidertoren- de
pensioentoren - heeft de
Vlaamse Federatie van
Socialistische
Gepensioneerden het groot
ongenoegen van de
gepensioneerden willen
onderlijnen. Met een zekere
fierheid hebben we
vastgesteld dat onder de
«bezetters» er een
kontingent van het
arrondissement was. In een
reeks van artikelen hebben
we reeds vroeger de cijfers
gegeven waar uit
overduidelijk blijkt dat de
ouderen meer dan voldoende
hebben ingeleverd.
De geschiedenis «De
Internationale», pag. 4
Een vergeten
Ninovieter: Joseph
Camille Standaert,
pag. 5
Huldiging
schuttersmaatschappij
«De Ware Vrienden»
Denderwindeke, pag. 3
Een politiek testament
te Oudenaarde, pag. 7
Jongsocialisten Rönse:
een nieuw bestuur, een
nieuw elan! pag. 7
Pornografie - zangers -
demonstrateurs en
miljoen te
Geraardsbergen pag. 6
Sociaal overleg 1982
door Senator
Georges de Smeyter,
pag. 8
Gezins- en
weduwenpensioenen
Aantal
pensioengerechtigden
Gemiddelde
maandbedragen
Zelfstandigen
Tussen het indienen van de kopij voor ons weekblad en het
verschijnen van dit nummer zal het bestuur van de SP-
arrondissementsfederatie Aalst een bespreking gewijd heb
ben op donderdag 25 november aan de resultaten der
gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober laatstleden.
Aangezien slechts een zeer gering aantal lezers de zij het
bondige nota voor de vergadering bezitten, volgt hieronder
een summiere analyse van de cijfergegevens, de bestuurscoa-
lities plus een aantal beschouwingen.
Uitslagen
Koken kost geld
Provinciale opcentiemen
Milieubelasting
Luxe-belastingen
Vertoningen en vermakelijk
heden
Nijverheidsbelastingen
Slotbedenking
SP-Federatie Aalst buigt zich over een verantwoord
economisch herstel- en tewerkstellingsbeleid
Op basis van een uitgebreide en zeer degelijke nota
van Willy Vernimmen over bovenstaande thema'i
ten behoeve van het arrondissementeel bestuur
krijgt u volgende week alvast een bijdrage plus de
eerste resultaten van de besprekingen.
Kedaktie - Administratie - Publiciteit:
Houtmarkt I te 9300 AALST
Tel.: 053/70.51.51 - Postrekeningnr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 40 fr. - Jaarabonnement: 450 fr.
Verantwoordelijke uitgever: Willy Vernimmen, Houtmarkt I. 9300 Aalst
Uit de jaarlijkse statistiek 1982 van
de gerechtigden op een werkne
merspensioen halen we nieuwe ge
gevens om aan te tonen dat het
pensioen als enige bron van inko
men voor velen onvoldoende is om
een waardig bestaan te garanderen.
Uit de ontleding van dat statistisch
materiaal, kunnen we volgende al
gemene vaststellingen naar voren
brengen.
ging van het aantal rustpensioenen
bedrag alleenstaande toegekend
aan gehuwde mannen en vrouwen.
Ook bij de weduwen is er een
verschuiving - minder weduwen
uitsluitend gerechtigd op een over
levingspensioen en meer weduwen
gerechtigd op de twee: rust- en
overlevingspensioen. Dit is het ge
volg van de groeiende beroepsakti-
viteit van de vrouwen.
We vragen vooral de aandacht voor
twee kategorieën van die zeven,
namelijk de rustpensioenen gezins
bedrag en de weduwen uitsluitend
gerechtigd op een overlevingspen
sioen.
Het minimum rustpensioen gezins
bedrag "oor een volledige loopbaan
Het totaal aantal pensioengerech
tigden bij de Rijkskas voor Rust
en Overlevingspensioenen waarin
zijn begrepen: de werknemers,
zelfstandigen en gewaarborgd inko
men voor bejaarden maar niet de
pensioengerechtigden van de open
bare diensten, blijft stijgen. Het
was op 1 januari 1982 opgelopen tot
1.424.128. In vergelijking met de
vorige periode is het aantal geste
gen met 12.483, maar in mindere
mate dan vroeger, namelijk 26.424
tussen 1979 en 1980 en 18.042 tus
sen 1980 en 1981.
De evolutie is verschillend volgens
het pensioenstelsel en verder per
kategorie. Er is een stijging bij de
werknemerspensioenen, de ge
mengde loopbanen werknemers en
zelfstandigen en de pensioenen
zelfstandigen aangevuld met een
deel gewaarborgd inkomen. Daar
entegen gaat het aantal zelfstandi
gen met een volledige loopbaan in
dit beroep maar verder dalen. Het
was 160.876 op 1 januari 1978, het
is op 1 januari 1982 teruggevallen
tot 141.899.
Zowel bij de werknemers als bij de
zelfstandigen en ook de gemengde
loopbanen, is er daling van het
aantal rustpensioenen gezinsbe
drag, met daartegenover een stij-
In januari 1982 bedroeg de totale
uitgave van de maand voor de pen
sioenen: 19.734.159.545 fr. voor
1.424.128 pensioengerechtigden of
gemiddeld maandbedrag 13.857 fr.
In die totalen zijn begrepen:
956.468 werknemers, gemiddeld:
14.639 fr.; 141.899 zelfstandigen,
gemiddeld: 9.911.fr.; 21.533 ge
waarborgd inkomen voor bejaar
den, gemiddeld: 9.496 fr.; en
304.228 gemengde loopbanen,
waarvan de gemiddelden voor de
verschillende kombinaties schom
melen tussen 10.762 en 13.986 fr.
Het verwijt is dat die gemiddelde
maandbedragen, afgeleid uit de to
tale maandbedragen van de uitga
ven geboekt door de Rijkskas voor
Rust- en Overlevingspensioenen
gedeeld door het aantal pensioen
gerechtigden, geen juist beeld ge
ven van de werkelijke toestand.
Bij de beoordeling van de gemid
delde maandbedragen moet reke
ning gehouden met het feit dat de
pensioenen worden bepaald in
funktie van de duur van de be
roepsloopbaan. Daaruit vloeit
voort dat een minimumpensioen
het gevolg kan zijn van een gedeel
telijke loopbaan met bovendien
een vervroegde inwerktreding.
Ook is het mogelijk dat iemand die
een klein pensioentje trekt als
werknemer of zelfstandige over een
zeer hoog pensioen beschikt uit de
openbare sektor.
Er dient opgemerkt dat de beschik
bare gegevens niet geglobaliseerd
worden per gezin. Iedere echtge
noot wordt vermeld voor zijn per
soonlijk pensioenbedrag. Een ver
minderd pensioenbedrag toege
kend aan een gehuwde vrouw mag
ons bijgevolg niet uit het oog doen
verliezen dat de man misschien ook
een pensioen ontvangt of nog een
beroepsaktiviteit uitoefent.
Maar zelfs wanneer we rekening
houden met de verschillende voor
afgaande opmerkingen, mogen we
wel voorop stellen dat voor vele
bejaarden het pensioen als enige
bron van inkomen, onvoldoende
blijft om een waardig bestaan te
garanderen. We wachten met een
zeker ongeduld op de statistische
gegevens van de dienst «Bijdragen
gepensioneerden» van het Rijksin
stituut voor ziekte- en invaliditeits
verzekeringen. Ze zouden een ka
daster van de pensioenen moeten
uitmaken. Laat ons hopen dat ze
met niet al te veel vertraging be
schikbaar worden.
Om in afwachting dan toch betere
aanduidingen te verkrijgen dan de
globale algemene gemiddelden,
werd eerst een onderscheid ge
maakt tussen de zuivere loopbanen
werknemers en zelfstandigen en de
andere gemengde loopbanen en
verder hebben we ieder van die
groepen uitgesplitst in niet minder
dan zeven kategorieën.
bedroeg op 1 januari 1982 20.958
fr. We stellen vast dat 30 procent
van de pensioengerechtigde van de
ze kategorie geen 20.000 fr. halen.
Voor 68% of meer dan de twee
derden schommelt het bedrag tus
sen 20.000 fr. en 30.000 fr. Een
kleine minderheid, nog geen 2%
overschrijden de 30.000 fr. Het
aantal hoge pensioenen, uitbetaald
door de Rijkskas en waarin dus de
pensioenen van de openbare dien
sten niet begrepen zijn, van 40.000
fr. en meer is beperkt tot 260. Het
hoogste rustpensioen gezinsbedrag
is 90.000 fr. Het zijn brutobedra-
gen, dus vóór afhouding van belas
tingen, bijdrage ziekteverzekering
enz.
Ook bij de weduwen, uitsluitend
gerechtigd op een overlevingspen
sioen, liggen de gemiddelden aan
de lage kant. Het minimumpen
sioen voor een volledige loopbaan
van de overleden echtgenoot was
op 1 januari 1982 16.490 fr. 28,3%
van het totaal aantal bleven bene
den de 16.000 fr. Voor de overgrote
meerderheid, 70,7% schommelt
het tussen 16.000 fr. en 20.000 fr.
Minder dan 1% gaat boven de
20.000 fr. Slechts 241 overschrijden
de 30.000 fr. De maxima zijn twee
weduwen met 49.000 fr.
Het forfaitair bedrag voor een ge
zin van zelfstandigen was op 1 ja
nuari 1983 13.004 fr. Meer dan een
derde, 34,80% bleven beneden de
13.000 fr. Voor de overige 65,18%
schommelde het bedrag tussen
13.000 fr. en 13.999 fr. De uitzon
deringen zijn, 9 zelfstandigen met
een gezinsbedrag tussen 14.000 fr.
en 14.999 fr.
De weduwen van zelfstandigen, uit
sluitend gerechtigd op een overle
vingspensioen, moet het met nog
lagere bedragen stellen. Hun forfai
tair bedrag op 1 januari 1982 was
10.403 fr. Iets meer dan 20% van
hen bleven onder de 10.000 fr.
Bijna 80% liggen in de groep van
een maandbedrag tussen 10.000 fr.
en 10.999 fr. De uitzonderingen
zijn 11 weduwen met een pensioen
variërend tussen 11.000 en 13.000
fr.
De pensioenen van de openbare
diensten zullen later in een afzon
derlijke nota aan bod komen. De
statistieken moeten ons toelaten na
te gaan in hoeverre de volledige
aftopping van de hoge pensioenen
in de openbare diensten gebeurde
op 1 januari 1982, datum die hier
voor was vooropgesteld. We stellen
nochtans onmiddellijk de vraag,
moet die aftopping niet voor ieder
een gelden, o.a. ook voor de bui
tenwettelijke pensioenen uitbe
taald in het kader van de groepsver
zekeringen.
E. De Nauw
Het is een traditie dat na afloop van
verkiezingen, hetzij wetgevende
hetzij voor de gemeenteraad, een
balans wordt opgemaakt van winst
en verlies, van positieve of negatie
ve uitslagen weerspiegeld in stem-
menaantal en behaalde zetels. Der
gelijke overzichten vergemakkelij
ken een analyse en de even gebrui
kelijke bespreking van het globale
resultaat binnen het arrondisse
menteel bestuur. Allicht zal elke
afdeling de cijfergegevens voor ei
gen intern gebruik wel totaal ont
leed hebben, met het oog op het
eventueel aanvullen van de soms
nog voorkomende hiaten voor de
gemeenteraadsverkiezingen van
1988. Een suksesvol resultaat be
gint immers met een grondige aan
pak van het werk vanaf de dag na
de voorbije kampagne.
In «Voor Allen» van 12 november
1976 schreef toenmalig federaal
secretaris Freddy Van den Bossche
dat de S.P. toen globaal licht ach
teruitging in het arrondissement
Aalst. De fusieoperatie van ge
meenten, toch duidelijk een
C.V.P.-emanatie was hieraan zeker
niet vreemd. Hij beklemtoonde
toen echter dat op voorwaarde dat
de socialistische mandatarissen (de
coalitievorming was nl. suksesvol
voor de toen nog B.S.P.) en mili
tanten de eerstvolgende jaren be
nutten om de partij ook in de
buitengemeenten van de grote en in
een aantal kleinere afdelingen zelf
te structureren, de volgende keer
een opmerkelijke vooruitgang zou
worden geboekt.
De verkiezingen van 10 oktober
laatstleden hebben deze stoutmoe
dige voorspelling reëel gemaakt.
Het is ons inziens duidelijk dat de
S.P. de klap van de gemeentefusies
in Vlaanderen, en zeker in het
arrondissement Aalst definitief te
boven is gekomen. De kop van
onze nabeschouwing in «Voor Al
len» van de vrijdag na de stembus
slag «opmerkelijke socialistische
vooruitgang in federatie Aalst
12 zetels) krijgt niet overal ver
lengstuk in bestuurscolleges» is een
juiste samenvatting van de toe
stand.
Redenen om tevreden te zijn heeft
men inderdaad te over. In negen
van de tien gemeenten kon men
een eigen S.P.-lijst indienen. Ook,
en dat voor de eerste maal in de
geschiedenis, met sukses in de
kleinste gemeente van de federatie,
Sint-Lievens-Houtem. In Lede
koos men uit partijpolitieke over
wegingen één front tegen de
gevreesde C.V.P.-meerderheid
bewust voor een kartellijst. Ook
deze opstelling werd een volledig
sukses.
Qua stemmenaantal scoort de S.P.
goed: van de in totaal in het arron
dissement Aalst uit te brengen
191.578 stemmen gingen er 39.593
naar de S.P. als zuivere lijst. Bij dit
totaal dient het stemmenaantal ge
voegd die de 10 S.P.'ers op de
kartellijst Leedse Democraten be
kwamen. Procentueel stemde in
1982 dus 22,9% van de stemgerech
tigde bevolking socialist, wat neer
komt op een aangroei van 2,3% ten
opzichte van 1976 (20,6%). Met dit
cijfer overtreft het arrondissement
dan ook het gemiddelde 22,2% van
de S.P. over geheel Vlaanderen
met 0,7%. Zonder rekening te hou
den met de speciale situatie binnen
Brussel-Halle-Vilvoorde komt de
federatie Aalst als 7de (op 16) naar
voor. Enkel de federaties Brugge
(25,6%), Hasselt (25,1%), Antwer
pen (24,8%), Leuven (24,6%), Ou-
denaarde-Ronse (24,4% met
een spectaculaire winst van gemid
deld 5,4%!) en Mechelen (23,7%)
doen beter. Aangezien onze fede
ratie echter t.a.v. bovenstaande
«grote broers» (met uitzondering
van onze buren natuurlijk) steeds
minder sterk was, kunnen we ge
rust bogen op een knappe uitslag.
Chris Vancoppenolle
Lees door pag. 5
Wie een politiek beleid wil uitvoe
ren heeft centen nodig.
Voor een provinciebestuur bete
kent dit dat ook zij moet overgaan
tot het heffen van belastingen.
Naast de inkomsten uit het «Fonds
der Provinciën» (dit is een nationa
le pot, die zoals het Gemeen
tefonds, gespijsd wordt uit de na
tionale belastingen). De verdeling
over de diverse provinciën en ge
meenten gebeurt via een wettelijk
vastgestelde verdeelsleutel. Het
Fonds der Provinciën bestaat dus in
feite ook uit belastingsgelden, de
nationale belastingen.
Ten gevolge van de nationale dis
cussies over de regionalisering van
de provinciale belastingen in 1982
geblokkeerd op het niveau van
1981. In 1983 mogen de provincies
echter opnieuw hun belastingen
aanpassen. Dit stond op de agenda
van de oktoberzitting van de pro
vincieraad.
Wie dacht dat met intrede van
PW in de Oostvlaamse deputatie
de belastingen zouden verminder?
is echter bedrogen uitgekomen. De
slogan «minder geld voor de Staat,
meer centen voor u» was dus duide
lijk kiesbedrog.
Aan provinciale belastingen alleen
zal de bedrogen Oostvlaamse kie
zer in 1983 niet minder dan 15
miljoen meer moeten betalen. Dit
betekent in totaal 703 miljoen
frank. Voor provinciaal gebruik
wordt anderzijds 819 miljoen frank
uit de nationale belastingspot over
geheveld.
Alles wat de provincie meer uit
geeft zal zij in 1983 met subsidies
(vooral bij onderwijs) of met lenin
gen moeten financieren. Ter infor
matie geven we hierna in het kort
even welke provinciale belastingen
er in 1983 zullen moeten betaald
worden.
De provinciale opcentiemen op de
onroerende voorheffing (grondbe
lasting) blijft ongewijzigd op 136.
Dit zal de provincie 306 miljoen
opbrengen.
Naast de provinciale opcentiemen
moet op de onroerende voorheffing
eveneens gemeentelijke opcentie
men betaald worden. Die variëren
echter van gemeente tot gemeente.
Teneinde de uitgaven voor milieu
bescherming (provinciale dienst
Leefmilieu, aandeel in werking
Vlaamse Waterzuiveringsmaat
schappij) te kunnen financieren,
heft de provincie een milieubelas
ting van 200 fr. per gezin en mini
mum 1000 fr. voor bedrijven en
beoefenaars van vrije beroepen.
Dit moet 182,5 miljoen opbrengen.
In dit verband moet opgemerkt
worden dat via deze provinciale
milieubelasting de gezinnen wel de
gelijk betalen voor de zuivering van
het leefmilieu. De grote verbrui
kers, in casu de bedrijven, betalen
vandaag nog steeds niet in verhou
ding tot de vervuiling die zij veroor
zaken. Een inn van het leefmi-
lit ten spijt zJ. aan deze feitelijke
discriminate in de eerstvolgende
procedure niet veel veranderen.
Evenmin milieuvriendelijk is het
feit dat de provincie meer dan 39
miljoen blijft innen op de rijwielen
met en zonder hulpmotor. Alle
pleidooien voor afschaffing ten
spijt zullen wij in 1983 voor onze
fiets 50 fr en voor ons rijwiel met
hulpmotor 80 fr provinciale belas
ting blijven betalen. Ook hier kun
nen de gemeenten (en de meesten
doen dit) een gemeentelijke belas
ting toevoegen.
Voor het houden van een hond
betalen wij in 1983 aan provinciale
belasting 200 fr. (jachthond: 700
fr.), met een totale opbrengst van
24,5 miljoen. Paarden en pony's
brengen in Oost-Vlaanderen 3,9
miljoen op (1.000 fr. per paard en
500 fr. per pony).
Het huis- en dienstpersoneel brengt
amper 400.000 fr. op (daghuur
vrouw 50 fr., dienstboden 80 fr.,
leermeester 150 fr.).
De provinciale belasting op de
jachtvergunningen bedragen 10%
op de taxen geheven door de Staat.
Opbrengst 1,5 miljoen.
Motorfietsen worden tussen 80 fr
270 fr. belast (in verhouding tot
cc). Pleziermotorvaartuigen leve
ren 360 of 720 fr. op.
Wie het nog niet mocht weten in
formeren wij dat bals- en danspar
tijen eveneens belastbaar zijn
rato van 150 tot 1200 fr. pier bal (in
functie van de bevolking van de
gemeente). Dit moet de provincie
3,1 miljoen opbrengen.
In haar ijver om geld te zoeken
schreef de provincie ook een be
drag in van 10.000 fr. belastingen
op hondenwedrennen, duivenschie-
tingen en... hanengevechten. Door
de SP gewezen op het onwettelijk
karakter hiervan (hanengevechten
zijn immers wettelijk verboden) gaf
de CVP-PW meerderheid toe te
voorbarig te zijn geweest.
De belastingen op de nijverheids-,
handels- en landbouwondernemin
gen zijn eerder aan de lage kant.
Ter informatie:
te werk gesteld personeel (50 fr.
per werkman of bediende):
9,7 miljoen
drijfkracht (50 fr. per KW):
70,9 miljoen
drankslijterijen (5% op globale
huurwaarde): 8;9 miljoen
tabakslijterijen (1 7°° op aan-
koopcijfer): 3,1 miljoen
agentschappen voor wedden
schappen (18.000 fr. per agent
schap): 540.000
aanplakborden 10,8 miljoen
depots voor schroot en/of oude
voertuigen (in functie opper
vlakte): 1,6 miljoen
gevaarlijke en ongezonde be
drijven (2.000 fr of 500 fr):
27,9 miljoen
olie- en motorbrandstofpom-
pen: 6,8 miljoen
Veel van de hierboven vermelde
belastingen zijn dermate klein
(grootteorde van 50 fr.) dat men
zich kan afvragen of de administra
tieve inningskosten niet even hoog
zijn als de opbrengst.
Een meer eigentijdse vorm van be
lastingsinning dringt zich dan ook
op.
Freddy Van den Bossche