Martens VI in de
communautaire
val
Dit wordt een toeristische voltreffer
Portretten van Jan Burssens
Zonegems stadsbestuur sHoort
Korrespondenten
«Voor Allen»
C.S.C. De Rank Aalst
Editoriaal
Binnen in
i log*sch
3 S3- P *s>o
't is toch
met de
Believe kopil kinnen te
brengen ten laatste dins
dagmiddag. De teksten wel
ke later toekomen zullen
dan de volgende week ver
schijnen.
Akademlsche zitting
Welkomstwoord
Schepen van Kuituur aan het
woord
Vrijdag 21 november 1986
48* jaargang nr. 45
Weekblad van de S.P.
Een gelukkige burgemeester
Een rondleiding, die niet kon
De voorbije week heeft de regering Martens-Verhofstadt
andermaal haar innerlijke verdeeldheid gemanifesteerd,
verdeeldheid die eerlang haar ondergang zal teweegbrengen.
Deze keer ging het niet om de Happartkwestie, doch wel om de
goedkeuring van de Rijksmiddelenbegroting voor 1987 in de
bijzondere Kamercommissie van Financiën. De CVP
weigerde, ondanks de enorme druk van haar
regeringspartners, de artikelen goed te keuren, die betrekking
hebben op de middelen van de gewesten en de
gemeenschappen. De heibel, die als gevolg hiervan in de
koalitie is ontstaan, hypothekeert vandaag zeer zwaar het
verder bestaan van Martens VI.
Inderdaad, de communautaire tegenstellingen zijn opnieuw zo
scherp gesteld, dat zij hierdoor alsmaar meer in een grotere
stroomversnelling komen. Hoe langer hoe meer begint men
zich in vele middens af te vragen of ons land op korte termijn
laat staan op lange termijn, nog bestuurbaar is. Men zou haast
gaan geloven dat de regeringsleiders, spijts alle mooie
intenties, bewust een politiek voeren die naar de scheiding van
België leidt. Momenteel groeit ons land meer en meer uiteen.
zodat separatisme mettertijd er het logisch gevolg zal van zijn.
Met de beslissing van de Limburgse gouverneur van vorige
vrijdag om de Voerense gemeenteraadsbeslissing, waarbij
Happart tot eerste schepen en dienstdoende burgemeester werd
verkozen, te schorsen, is de cohesie in de regering er zeker niet
op verbeterd. En dit ondanks de afgekondigde godsvrede voor
drie maanden in deze problematiek. Komt daarbij dat het
CVP-kongres van het voorbije weekend te Oostende het
communautair wantrouwen bij haar partners nog sterk heeft
aangedikt. In plaats van zich begrijpend en verzoenend op te
stellen, hebben de CVP-kongressisten agressieve stellingen
ingenomen die als het ware een regelrechte uitdaging zijn aan
de franstalige gemeenschap.
Het CVP-kongres heeft geenszins een serene sfeer gekreëerd,
die nodig is om de huidige moeilijkheden op te lossen.
Integendeel. De eerste reakties op de CVP-kongresbesluiten
zijn zowel bij de koalitiepartners als bij defrankofone
oppositie niet mals aan het adres van de CVP en laten aan
duidelijkheid niets te wensen over. Als gevolg hiervan en
voortgaande op de harde uitspraken van de PRL-ministers
Gol en de Donnea, evenals op deze van de partijvoorzitters
Deprez (PSC) en Michel (PRL) ziet het er voor de regering
niet rooskleurig uit.
Als de CVP niet drastisch inbindt, zouden de dagen van deze
regering eens kunnen geteld zijn.
Het is dus uitkijken naar de krachttoer waarmee Wilfried
Martens hoopt zijn zwalpend regeringsschip weer vlot te
krijgen.
Deze week zal het uur van de klaarheid alleszins moeten slaan.
Paul Van der Niepen
Senator
Op zaterdagavond 15 novem
ber 1986 beleefde het landelij
ke dorp Velzeke het grootste
kulturele hoogtepunt uit zijn
geschiedenis: de plechtige
openstelling van het gloed
nieuwe en prachtige Archeo
logisch Museum van Zuid-
Oost-Vlaanderen door Prof.
Dr. Herman Balthazar, Gou
verneur van de Provincie
Oost-Vlaanderen en volks
vertegenwoordiger Herman
De Loor, burgemeester van
de stad Zottegem.
Op de akademische zitting in het
C.O.C., die aan de openstelling
vooraf ging, spraken achtereenvol
gens: historicus L. De Both, voor
zitter van de Kommissie voor Ad
vies inzake Musea, schepen van
Kuituur Freddy Van den Bossche;
Prof. Dr. A. Van Doorselaer, de
heer gouverneur en tot slot de Zot-
tegemse burgemeester Herman De
Loor.
Dan kon van de openstelling zelf
een feit worden gemaakt. Het
hoogtepunt daarvan was ongetwij
feld het doorknippen van het lint
door de heer gouverneur en de
onthulling van de megaliet in Bale-
gemse steen aan het nieuwe mu
seum, waarop dan ook voortaan de
nieuwe naam prijkt: Archeologisch
Museum van Zuid-Oost-Vlaande-
ren, dit alles voor de ogen van een
stilgeworden toeschouwende men
senzee.
De geplande rondleiding door Luc
Van Durme, afscheidnemend kon-
servator, diende zelfs beperkt te
blijven tot een toespraak: het noch
tans zo ruime museum liep immers
in enkele minuten nokvol, in die
mate zelfs dat van rondleiden in de
echte zin van het woord, geen spra
ke kon zijn.
Het welkomstwoord van historicus
L. De Both stond in het teken van
Schepen Van den Bossche
vraagt provinciale hulp
voor uitbouw museum,
pag. 5
Voorstel tot afschaffing
fietsbelasting, pag. 6
Burgemeester Backer bakt
het bruin, pag. 7
A rrondissementele
info-actie, pag. 8
De akademische zitting in het C.
een diepe dank om al het gepres
teerde en bereikte: in de eerste
plaats aan de leden van de Stedelij
ke Kommissie voor Advies inzake
Musea, verder aan de 36 verzame
laars en de wetenschappelijke advi
seurs en medewerkers, aan het per
soneel van de stedelijke technische
dienst, dat zich bij de praktische
uitbouw ten volle heeft ingezet en
terecht fier mag zijn op de prachti
ge infrastruktuur, aan het perso
neel zelf en - last but not least - het
Zottegemse Kollege van Burge
meester en Schepenen en aan de
schepen van Kuituur Freddy Van
den Bossche als bemiddelaar-be
pleiter van de archeologische zaak
bij zijn kollega's in het bijzonder.
De openingstoespraak van schepen
van Kuituur Freddy Van den Bos
sche legde vooral de klemtoon op
het hoe en waarom van een mu
seumbeleid vandaag de dag, dat
volledig in het teken van de demo-
kratisering dient geplaatst te wor
den: geen instelling waar de tijd
stilstaat, maar een honderd procent
publieke instelling met in de eerste
plaats aandacht voor de relatie mu
seum-publiek.
De animatie in het museum moet
uiteraard een belangrijk aspekt
vormen in de nabije toekomst. Via
uitwisseling van de drie ter plaatse
gehuisveste diensten - de uitleen-
post van onze explosief groeiende
stedelijke bibliotheek, het eerst
daags te openen centrum voor
streekgeschiedenis en het archeolo
gisch museum zelf - moet te Velze
ke een aktief Kultureel centrum tot
stand gebracht worden.
De aankoop door de stad van het
C.O.C., waarin de akademische
zitting plaatsvond, biedt tegelijk de
kans om uitstralingsaktiviteiten in
een aangepaste zaalakkomodatie te
laten verlopen.
De teksten van de toespraken van
de heer gouverneur en van Prof.
Van Doorselaer zijn nog niet in ons
bezit. Het spreekt evenwel voor
zichzelf dat de uiteenzettingen van
deze twee eminente historici, deze
akademische zitting grote luister
bijzetten. Prof. Van Doorselaer
had het over de archeologische be
drijvigheid in Zuid-Oost-Vlaande
ren in het algemeen en te Velzeke
in het bijzonder. Prof. Balthazar op
zijn beurt trok de lijn van de ge
schiedenis door, dit zowel op het
stuk van de historische feiten, maar
evenzeer op het vlak van de kul-
tuurfilosofische golfbewegingen die
onze westerse beschaving sinds
ruim 2000 jaar in hun greep houden
en tot in het Gallo-Romeinse Vel
zeke hun naklank vonden.
CENTRALE
l5AKatte«tracitl7i
Red&ktie - Administratie - Publiciteit:
Houtmarkt 1, 9300 AALST - Tel.: 053/70.51.51
Postrekeningnr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 50 fr. Jaarabonnement: 800 fr.
Verantwoordelijke uitgever: Willy Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 Aalst
O.C.,dat in de toekomst tot de stedelijke infrastruktuur zal behoren.
Volksvertegenwoordiger Herman
De Loor, Zottegems burgemeester,
bracht in de eerste plaats dank aan
alle dynamische en idealistische
medewerkers. Hij sprak vooral zijn
geluk en bewondering voor het ge
presteerde uit bij de bedenking dat
de totale realisatie met nagenoeg
uitsluitend stedelijk personeel kon
tot stand komen. Het slot van zijn
toepsraak handelde over de diepere
funktie van deze zoveelste Zotte
gemse kulturele realisatie sinds
1983:
"Wij hebben met het Archeologisch
Museum van Zuid-Oost-Vlaande-
ren voorwaar niet de totstandbren
ging van een luxe-projekt op het oog
gehad, wel wilden wij door het ge
nomen initiatief elke volwassene en
elke opgroeiende jongere de ruimste
kans bieden om zich te ontplooien
tot een beter en schoner menselijk
wezen dat op een bewuste, persoon
lijke en menswaardige manier zijn
gang gaat in een wereld als de onze
die zich als steeds maar ingewikkel
der en veeleisender aanbiedt. De
kennis van het verleden kan daarbij
nog steeds een grote hulp zijn, zo
meenden wij, want - om het met een
oude wijsheid te zeggen - in het
verleden ligt de kennis van het heden
en van de toekomst. En als wij in dat
opzet inderdaad slagen, dan geloof
ik dat wij werkelijk van een bekro
ning van het gevoerde socio-kultu-
reel beleid in de echte zin van het
woord, mogen spreken". Tot daar
Herman De Loor.
Zoals reeds boven gezegd, bleef de
rondleiding van afscheidnemend
konservator Luc Van Durme be
perkt tot een toespraak die één
huldebetoon was aan alle mensen
die voor de verwezenlijking van de
museumgedachte een rol hebben
gespeeld. Hij begon met de pio
niers van het eerste uur, met de
amateur-archeologen, politici en
sympatisanten die met de tijdelijke
tentoonstellingen van opgegraven
stukken in 1967 en 1969 op de
Molenhoek te Velzeke, meer be
paald in de bibliotheekzaal van het
oude gemeentehuis en in het COC,
de idee van een permanente ten
toonstelling, dus van een museum,
voldoende leven konden inblazen
en dankte voorts alle landbouwers
voor het gewillig ter beschikking
Lees door pag. 4
In haar reeks tentoonstellin
gen van eigentijdse kunste
naars presenteert de C.S.C.
De Rank het werk van de
schilder en graficus Jan Burs
sens. Een kunstenaar wiens
naam zonder twijfel voldoen
de gekend is maar van wie het
werk niet of nauwelijks werd
getoond in Aalst.
Zelf kwam ik voor het eerst in
kontakt met zijn werk in de toen
malige garage-galerij Matthijs in de
Molenstraat waar nu het café Dirk
Martens wordt opengehouden. Het
moet zo'n 25 jaar geleden geweest
zijn.
Burssens was op dat ogenblik een
kunstenaar die de grote Vlaamse
tradities uit zijn werk wegveegde.
In 1952 was hij stichtend lid van de
Brusselse Abstrakte groep. Kunste
naars die een pioniersrol ver
vulden.
Het lyrische werk van Jan Burssens
deelde verwantschappen met "drip
ping art" en "action painting", twee
uit de Verenigde Staten overgeko
men manieren om kunst een ander
uitzicht te geven maar een techniek
welke tevens blijk gaf van een in
tens gevoel dat leefde binnen de
kunstenaar.
In deze werken laat Burssens op
zettelijk de verf aflopen en dat
soms over nog niet beschilderde
stukken van het doek. Persoonlijk
heb ik mij steeds aangetrokken ge
voeld door deze techniek omdat ze
de vrijheid van de kunstenaar op
uitermate typerende wijze illus
treert.
Burssens gebruikte ook nog andere
technieken, zoals het toevoegen
van zand aan de verf waardoor zijn
werken reliëf krijgen. Een van de
oudere werken in deze tentoonstel
ling demonstreert deze lyrische ex
plosie van verf, kleur en zand.
Op een ogenblik dat de Belgische
kunst er moeizaam in gelukte om
de landsgrenzen te overstijgen
krijgt Burssens de unieke kans om
zijn werken te exposeren in het
Friedericianum te Kassei (West-
Duitsland) op de inmiddels be
roemde Documenta Biënnale. Met
deze prestatie verwerft Burssens
internationale bekendheid waarna,
later, in 1974, een deelname volgt
aan de Biënnale van Venetië.
Lees door pag. 2