Herwig Leus:
Isengrimus in de huid van Reinaert
'eL&
5
PENSIOENSPAREN CODEP
Tel.: 02/214.97.11 of
053/78.84.52
KA;o.E;R V 0RM-Ï.N
CSC-Vormingswerk gewest Aalst
naar Straatsburg
SillM
door CSC-Vormingswerk Gewest Aalst,
"De Morgen" van maandag
27 oktober jl. bracht met veel
tamtam het schokkende
nieuws, dat Herwig Leus erin
is geslaagd vrijwel het hele
werk van Louis Paul Boon te
"kraken". In een door Jef
Coeck afgenomen interview
heeft Leus enkele van zijn
ontdekkingen prijsgegeven.
Deze zullen definitief worden
ontsluierd in een lijvig boek
werk, dat over zo'n 2 jaar zal
verschijnen. Leus gaat in dit
boek "rake klappen" uitdelen
aan de "critici, socialisten en
Boonlezers in het algemeen".
Pas enkele weken geleden
kreeg ik het opmerkelijke in
terview onder ogen. Tot mijn
spijt moest ik constateren dat
het hier met veel bombarie
opgeklopte "oudbakken" en
vaak onzinnige nieuwigheden
betreft. Uit Voor Allen van 12
december jl. maakte ik op dat
Leus inmiddels ook het land
intrekt om het "nieuwe evan
gelie" over het leven en werk
van Boon te verkondigen.
Hoog tijd dus dat hij van
repliek wordt gediend.
Een nieuwe
bijdrage over
L.P. Boon
Nog maar net was de vori
ge editie van ons weekblad
gedrukt, of daar kreeg de
redactie opnieuw een ta
melijk volumineuze en
kwalitatief hoogstaande
bijdrage over Louis Paul
Boon. En dan nog wel van
één van onze twee authen
tieke Nederlandse abon
nees. Ook voor Jos Muyres
staat het buiten kijf dat
Boon op en top een sociale
schrijver was, met zijn ei
gen specificiteit uiteraard,
maar toch...
En zoals men bemerkt
wordt «Voor Allen» ook
over de landsgrenzen heen
gelezen. Dat men nu nog
bewere dat «Voor Allen»
geen uitstraling heeft, en
daar ook gewaardeerd
wordt.
Het beste bewijs daar
voor? Gewoon een kort ci
taat uit het begeleidend
schrijven dat wij vanwege
de heer Muyres mochten
ontvangen. Alvast een
riem onder het hart om de
weliswaar vaak moeilijke
maar toch lonende weg
van ons weekblad verder
te blijven aanhouden.
Mag ik U complimenteren
met uw blad Voor Allen?
Met veel interesse kijk ik
iedere week naar het blad
uit, dat mij, als Nederlan
der, veel informatie over
Belgische zaken verschaft
die mij via de radio en
televisie niet bereiken).
Speciale belangstelling
gaat uit naar de afdeling
Kuituur. Bewondering heb
ik voor de series over de
sociale geschiedenis, die u
enkele jaren geleden gepu
bliceerd heeft. En natuur
lijk voor de aandacht die
aan Boon wordt besteed.
Nog reacties?
De redactie kijkt uiteraard
met belangstelling uit naar
mogelijke reacties; bijkomen
de standpunten, in artikel
vorm, kunnen enkel én de
kwaliteit én de leesbaarheid
van ons blad verhogen. Wie
volgt?
C.V.
Louis Paul Boon
PieterDaens of hoe
in de negentiende eeuw-
de arbeiders van Aalsr
vochten tegen armoede
en onrecht
Praktisch
Inschrijvingen
4 - 9 januari 1987 - «Voor Allen»
kuituur
Herwig Leus heeft ontdekt dat
Boon geen socialist en geen sociaal
bewogen schrijver was. Hij verwijst
naar Boons wedervaren bij De
roode vaan en op diens maatschap
pelijke positie en afstamming.
Boon zou het prototype van een
middenstander zijn geweest en op
de gewone man hebben neergeke
ken. Inderdaad was Boon geen so
cialist (maar dat wisten we al),
zoals hij in de strikte zin van het
woord ook geen communist is ge
weest. Boon had dit in de periode
direkt na de oorlog wel willen zijn.
Ondanks zijn overwegend pessimis
tische wereldbeeld heeft hij korte
tijd, als veel andere kunstenaars,
op een betere, communistische sa
menleving gehoopt. Hij heeft daar
een steentje aan willen bijdragen,
onder andere door de mensen een
geweten te schoppen en door in De
roode vaan serieus aandacht te be
steden aan de culturele vorming
van de arbeidersklasse. Maar ook
later in Front (het weekblad van
het Onafhankelijkheidsfront) en in
Vooruit komt hij, hoewel steeds
minder, op voor de intellectuele
ontwikkeling van het gewone volk.
Boon hoopte op een nieuwe samen
leving, ook al geloofde hij niet echt
in de realisering ervan. Er is in
Boons vroege werk (tot en met de
diptiek De Kapellekensbaan/Zomer
te Ter-Muren) een voortdurende
spanning tussen hoop en wanhoop.
Hierin ligt mijns inziens de kracht
van zijn schrijverschap. Toen de
kansen op die nieuwe maatschap
pelijke orde daalden, mede omdat
de verdeeldheid in de samenleving
toenam (ten gevolge van Repressie,
Koningskwestie, Koude Oorlog,
etc.), raakte Boon steeds meer ver
bitterd. Bovendien deed hij in zijn
poging om als onafhankelijk, vrij
zinnig schrijver zijn brood te ver
dienen een reeks teleurstellende er
varingen op (onder andere bij De
roode vaan). Een en ander leidde
ertoe dat hij zich uiteindelijk terug
trok in wat hij in navolging van
Karl Kraus zijn "reservaat" heeft
genoemd. Maar dit betekende niet
dat hij een grondige hekel aan de
mens kreeg, zoals Leus ons wil
doen geloven. Zelfs in Boons meest
pessimistische, nihilistische werken
klinkt sympathie voor de kleine
man door. Natuurlijk is er veel kaf
onder het koren, maar in wezen
had Boon deernis met iedere mens.
Boon is na zijn korte communisti
sche periode, geen socialist gewor
den omdat hij ontdekte dat hij niet
in een politieke partij thuishoorde.
Hij kon partijbelangen niet laten
prevaleren boven menselijkheid en
sociale rechtvaardigheid. Boons
sympathie lag, bij gebrek aan be-
ter, bij de socialisten. Juist omdat
zij het meest opkwamen (en -ko
men) voor de belangen van de
gewone mensen.
Boon was beslist geen prototype
van de middenstander, zoals Leus
dat noemt. Als Leus zijn werk goed
had gelezen, en dat betwijfel ik,
dan had hij kunnen ontdekken dat
Boon juist de middenklasse, de
kleine burgerij die zich ten koste
van de kleine man probeert, op te
werken, veracht en herhaaldelijk
aanvalt (bijvoorbeeld in de figuur
Ondinne uit De Kapellekensbaan).
Bovendien kan iemands maat
schappelijke positie niet langs die
van zijn grootouders en familie om
worden beschreven. Leus' bewe
ring dat Boon geen arbeider was
verbaast mij. Heeft Boon dan niet
in Brussel gewerkt? Is hij geen
koetsen- en autoschilder geweest?
Heeft hij in de vrieskelders geen
schilderwerk verricht? Is hij voor,
tijdens en zelfs na de oorlog niet
aktief geweest als gevelschilder?
Boon was wel degelijk een arbei
der, maar een heel bijzondere. Hij
had veel gelezen en was ontwik
keld.
Uit het pessimistische wereldbeeld
in Boons romans mag niet worden
geconcludeerd dat zijn werk niet
sociaal-geëngageerd is. Boon pro
beerde de feitelijke situatie zo ge
trouw mogelijk weer te geven. Hij
wilde de waarheid achterhalen en
die waarheid leverde een negatief
beeld op. Boon heeft daaronder
Vanheste nooit beweerd. In 1986
presenteert Herwig Leus zich bij De
Morgen als de uitvinder van het
wiel. Hij deelt trots mede, dat hij
ontdekt heeft dat Boon heel veel
heeft gelezen. Proficiat! Maar dat
wisten wij al lang. Leus is blijkbaar
niet op de hoogte van hetgeen
Boon zelf over zijn leesactiviteiten
heeft gemeld en wat er over deze
zaak de laatste jaren in allerlei
"Boon was niet nederig, maar deed
zich alleen zo voor", draaft Leus
verder. Ik heb Boon niet persoon
lijk gekend en kan dus moeilijk
over zijn karakter oordelen. Af
gaand op de vijf TV-interviews, die
ik heb gezien, was hij een zeer
vriendelijke en bescheiden man.
Georges Arijs en L.P. Boon ter gelegenheid van de overhandiging van het eerste exemplaar van de
ingebonden editie "De Kapellekensbaan Zomer ter Muren".
geleden, maar hij verrekte het om
alles mooier voor te stellen dan het
was. Hij wilde de werkelijkheid
niet vervalsen met een "sociaal-
realisme" naar Sovjet-Russisch mo
del. Wel heeft Boon later een aan
tal werken geschreven, o.a. Blauw
baardje in wonderland, Het nieuwe
onkruid, Mieke Maaike's obscene
jeugd en Zomerdagdroom, waarin
het sociale engagement niet of nau
welijks tot uitdrukking komt. Maar
in dezelfde periode schreef hij ook
zijn grote sociaal-bewogen, histori
sche romans (Pieter Daens, De
zwarte hand, Het Geuzenboek).
Boon was wel degelijk een sociaal-
geëngageerd schrijver. Wie dat be
twijfelt, werpt een smet op Boons
schrijverschap.
Elk boek van Boon is, aldus Leus,
volgens een bestaand model ge
schreven. Afgezien van het feit dat
de hele "afpeltheorie" van Leus
niet klopt, is dit een verkeerde en
simplistische voorstelling van
Boons schrijverschap. Met deze be
wering plaatst Leus dit schrijver
schap in een verkeerd daglicht. Wie
Boons werk heeft gelezen zou toch
moeten weten hoe hij te werk ging
bij het schrijven van zijn romans.
Het ontstaansproces van veel ro
mans is te volgen in zijn journalis
tieke werk, waarin hij herhaaldelijk
problemen aansneed waarmee hij
als auteur worstelde. Boon maakte
aantekeningen in een notitieboek
je, noteerde eigen belevenissen en
dingen waarover hij in de krant had
gelezen of waarover hij had horen
vertellen. Die aantekeningen werk
te hij later uit. Studie en documen
tatie speelde daarbij een belangrij
ke rol. Boon was steeds, als veel
andere schrijvers, op zoek naar de
ideale roman, waarin hij zich volle
dig zou kunnen uitspreken. Hij las
veel met het doel zijn eigen werk te
verrijken. Voortdurend zocht hij
naar oplossingen voor zijn proble
men. Hij ging bij andere schrijvers
en kunstenaars op zoek naar inspi
ratie, technische procédés etc. Ge
deeltelijk vond hij die in het werk
van Céline, Don Passos, Dosto-
jewski, Zola, Miller, Genet, Joyce,
Faulkner, Wolf, Saroyan e.a. Maar
Boon is er nooit helemaal uitgeko
men en dat is een groot geluk. Wij
hebben daar menig meesterwerk
aan te danken.
Uit Leus' waterval blijkt dat ook hij
Boons werk niet overziet en, wat
erger is, nog niet voor een kwart
begrijpt. Ik vraag me af of Leus wel
het journalistieke werk van Boon
heeft gelezen. Mocht dat zo zijn
dan bewijst zijn 'De Morgen-be
toog' dat hij slecht leest, zoals hij
ook slecht luistert. Wat hij over de
academici zegt, slaat nergens op.
Zo suggereert hij dat Bert Vanhes
te Boon als minus ziet, die nauwe
lijks iets heeft gelezen. Dit heeft
Boonstudies is geschreven. Hij pro
jecteert zijn eigen gebrek aan ken
nis op Vanheste. Over Freud ge
sproken...
Dit is geheel in tegenspraak met de,
vaak uiterst felle Boon die wij uit
zijn vroege werk kennen. Maar
hierop hebben kennissen en fami-
De Europese Gemeenschap (EG) regelt van langsom meer zaken in
ons leven. Hoewel je dat misschien niet altijd direkt merkt. Zo werd
de EG opgericht omdat bleek dat de landsgrenzen de internationalise
ring van het produktieproces te zeer in de weg stonden. De economie
van de lidstaten diende beter op elkaar afgestemd. De tariefmuren
werden afgeschaft. Aan de buitengrens van de Gemeenschap werd
eenzelfde invoerrecht ingesteld. Het vrije verkeer van personen,
diensten en kapitaal werd mogelijk. Een gemeenschappelijk land
bouwbeleid kwam tot stand.
Binnen de EG zijn een aantal instellingen werkzaam, die elk hun
steentje bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen zoals
het Europees Parlement, de Raad van Ministers, de Europese Raad,
de Europese Commissie en het Hof van Justitie. Een doolhof van
instellingen op het eerste gezicht.
Daarom organiseert CSC-Vormingswerk Gewest Aalst een
driedaagse vormings- en studietrip om een en ander ter
plaatse te bestuderen. De dagen in Straatsburg zal de cursist
in de mogelijkheid stellen om een inzicht te verwerven in de
struktuur van de instellingen. Daarenboven wordt tijd voor
zien voor diverse bezoeken aan de stad en omgeving en ook
aan de tussendoorse ontspanning wordt gedacht.
Wanneer: van woensdag 18 tot en met vrijdag 20 februari 1987
Hoe: eigen wagens (contact: gewestelijk sekretaris Chris Vancoppe-
nolle)
Begeleiding: Europarlement: Willy Vernimmen
Historisch/toeristisch: Chris Vancoppenolle
Culinair/oenologisch: Georges De Ville
Deelname: voor de drie dagen met logies en halfpensioen in een
comfortabel hotel betaalt men slechts 1.500 fr.maak dus gebruik
van deze enige gelegenheid!!
Het volledige programma wordt aan de ingeschrevenen te gepasten
tijde bezorgd. Een documentatiepakket wordt voorzien.
Inschrijvingen gebeuren via telefonische of schriftelijke melding aan
het gewestelijk CSC-sekretariaat, Houtmarkt 1 te 9300 Aalst (tel.:
053/70.51.51) en wordt bevestigd door het overmaken van de som
van 1.500 frank op rekeningnummer 870-0001030-26 van CSC-
Vormingswerk, 9300 Aalst met vermelding "studiereis Straatsburg"
en dat vóór 15 januari 1987. Het aantal deelnemers is beperkt.
lieleden al herhaaldelijk gewezen.
Ik vraag me echter af hoe Leus aan
zijn nieuwe kennis over Boons ver
borgen persoonlijkheid komt. Zijn
uitspraak zet geen zoden aan de
dijk. Er zijn immers veel variaties
mogelijk: "Leus is geen op sensatie
beluste lijkenpikker, hij doet zich
alleen zo voor" of "Leus is geen
Boonkenner, hij doet zich alleen zo
voor".
Herwig Leus heeft echter nog meer
"nieuwe" dingen te melden. Zo
deelt hij mede dat Boons uitspra
ken in interviews voorzichtig geïnter
preteerd moeten worden. Klopt!
Helaas, wij wisten het al. Overi
gens zette Boon niet alleen vele
maskers op, maar liet hij zich ook
vele maskers opzetten... onder an
dere in het Boonboek (1972) door...
Leus! In dit boek worden namelijk,
mede door toedoen van de intervie
wers, nogal wat mythes opgebouwd
(o.a. over Boons medewerking aan
De roode vaan en Front). Nu trekt
Leus daartegen ten strijde. De
"Boonkenner" die echter het meest
van deze kruistocht heeft te vrezen,
moet Leus zelf zijn. Het zal mij niet
verbazen als hij over enkele jaren
weer een kruistocht moet houden
tegen in zijn gesprek met Jef Coeck
onaangetast gelaten mythes. En te
gen de mythes die hij in De Morgen
van 27 oktober 1986 en in zijn
onthullende boek heeft opge
bouwd.
Het meest frappante dat Leus heeft
te melden, is dat Boon maar een
enkel doel heeft nagestreefd: de
absolute vernietiging van de katho
lieke godsdienst. Dit is een totale
ontkenning van de veelzijdigheid
van Boons schrijverschap. Leus
plaatst Boon in een hokje en daar
tegen heeft Boon nu juist zijn hele
leven gevochten. Hij streed tegen
de institutionalisering van het le
ven. Daarom heeft Boon het katho
lieke geloof, maar ook het commu
nisme, de rug toegekeerd. Hij heeft
jarenlang last gehad van zijn com
munistische stigma. Hij paste er
voor om zijn schrijverschap in
dienst van een of ander belang te
stellen. Boon wilde in zijn boeken
een totaalbeeld van het leven ge
ven. Ook dit had Leus in Boons
journalistieke en bellettristische
werk (m.n. De Kapellekensbaan en
Zomer te Ter-Muren) kunnen le
zen. Bovendien is Boon veel gods-
dienstiger geweest dan wel wordt
aangenomen. Daar heeft onder an
dere Bert Vanheste op gewezen.
Er is echter nog iets aan de hand en
dat neem ik Leus kwalijk. Bekend
is dat Leus, niet geheel onterecht,
een afgrijselijke hekel heeft aan
katholieken. Dat is zijn goed recht,
maar hij moet Boons werk niet
voor zijn eigen karretje proberen te
spannen. Boon stond boven de par
tijen en instituten. Zijn werk heeft
universele waarde en is niet de
devalueren tot een eenzijdige be
langenstrijd. Het is een pleidooi
voor humaniteit en sociale recht
vaardigheid.
Het is mijns inziens de taak van de
door Leus verketterde academici
om Boons leven en werk te ontslui
ten, te doorgronden, te interprete
ren en de demythologiseren. Leus
heeft gelijk als hij zegt dat Boons
werk niet in zijn totaliteit is te
overzien. Door niemand. Ook niet
door Leus.
Bedenkelijk vind ik de manier
waarop Jef Coeck Leus laat door
draven. Hij onderneemt geen enke
le poging om de stormvloed te
keren. Coeck draait de bierkraan
open en laat het vocht maar stro
men. Hij hoeft er alleen een emmer
onder te houden om een drie blad
zijden vullende bijdrage te bemach
tigen. Een meer critische houding
zou een journalist van De Morgen
niet misstaan. Het is te gemakkelijk
om zo'n verslag als "subjektief' in
te leiden en er aan toe te voegen
dat men geneigd is het geheel als
cafépraat te bestempelen. Een
journalist heeft een taak: kritisch
de hem verstrekte informatie door
te lichten. Hij moet de "waarheid"
proberen te achterhalen. Daar
wees Louis Paul Boon al in 1945 op
(in De roode vaan).
Leus wil rake klappen uitdelen aan
de "Boonkenners". Hij stelt zich op
als de Vos Reinaert die klappen
gaat verkopen aan de Wolf Isengri
mus. Maar ik wil Leus waarschu
wen. De rollen zouden wel eens
omgekeerd kunnen zijn. Leus heeft
geprobeerd in de huid van Reinaert
te kruipen en dat is bij voorbaat
jammerlijk mislukt. Hij zal in zijn
"onthullende" boek uit een heel
ander vaatje moeten tappen, wil hij
niet Isengrimus worden, die "lap
pen" krijgt.
Jos Muyres
i