Tolerantie in de Nederlandse Letteren
Brussel boven en onder de grond
Vormingsweekend in Straatsburg
FL0RENNES
31-5
ree
S.I.H.T.
Hem an Vos Vormingscentrum
I UILEKOT
4 - 22 mei 1987 - «Voor Allen»
door C.S.C.-Vormingswerk Gewest Aalst
Gerard Walschap
"Beste Vriend,
Hugo Claus
"Excellentie,
Bezoek aan de Brusselse metro
Wandeling: "Brussel In de 19*
eeuw"
Programma
Hoe Inschrijven?
Praktische gegevons
Als gevolg van het succes van
het vormingsweekend van vo
rig jaar brengt het Vormings
centrum Herman Vos in de
loop van de maand september
opnieuw een bezoek aan
Europees Parlement.
Praktisch
Programma
Het woord wordt door sommigen
- vooral gezagsdragers hier en
elders, dikwijls als een gevaar be
schouwd. Dit weten we voldoende
uit de ons bekende geschiedenis.
De reacties van degenen die dit
woord vrij gehanteerd hebben, of
hadden willen hanteren, kunnen
gaan van lankmoedigheid naar
vlucht of opstand. Hierbij heeft
onder meer Nederland zich een
aantal keren getoond als een veilige
haven.
De tolerantie in onze letteren is nog
onvoldoende systematisch bestu
deerd. Over de tegenkanting die
Multatuli heeft ondervonden is wel
geschreven, maar de overheid kan
ook een schrijver negeren. Dat is
gebeurd met Louis Couperus, die
wél (maar dat is dan de vrijheid van
het woord) door de predikanten,
onderwijzers en literaire critici op
de korrel werd genomen. In mijn
studie Couperus in de Kritiek
(1963) heb ik dit omstandig be
schreven. Het zal wellicht Coupe
rus weinig hebben gestoord dat de
anti-revolutionaire en streng gere
formeerde krant De Standaard hem
trachtte te ridiculiseren en hem bij
de publikatie van De Stille Kracht
zonder meer de 'Gids-pornograaf'
noemde, en dat de beruchte dr.
H.J.A.M. Scheepman het had over
de pornografie die De Gids van
Couperus had opgenomen, of dat
ds. Hulstmann hem uit de maat
schappij wilde bannen, enzovoort.
Maar het zal hem zeker wél ge
deerd hebben, dat de overheid hem
negeerde. En het deert óns, dat een
minister werd gehekeld omdat hij
de crematieplechtigheid van Cou
perus had bijgewoond.
Schreef F. Bordewijk niet: "Het
heeft Couperus niet ontbroken aan
miskenning Hij ondervond wat
in ons land nog steeds geldt, en
helaas in toenemende mate: dat
nevengedachten die met kunst niets
te maken hebben de waardering
vertroebelen, juist al te vaak bij de
openbare kritiek. Het is thans aldus
gesteld dat in het zogeheten bol
werk der vrijheid van gedachten en
woord bekrompenheid, afgunst,
haat, nepotisme en de opzettelijke
misverstanden hoogtij vieren, en
Nederland de titel dreigen te bezor
gen van Olympisch-recordhouder-
lange-tenen?
Een ander figuur uit onze letteren,
Cyriel Buysse, heeft tot het einde
van zijn leven moeten wachten om
opgenomen te worden in de Vlaam
se Academie voor Taal- en Letter
kunde. De staatsman en filoloog
Camille Huysmans had hem enkele
jaren voordien als volgt toege
sproken:
"Gij zijt nog geen lid van de Vlaam
se Academie.
Jongendat zal u leren de waarheid
te vertellen,
In de poelen van Vlaanderen zonder
permissie te hengelen,
Schotels voor te zetten zonder suiker
of caramellen,
Én de boeren van Beernem niet te
verkleden in Engelen.
Uw naam begroet de Vlaming, eer
biedig en fier,
Al heeft hij in uw spiegel zijn eigen
tronie herkend.
Toen Stijn Streuvels voor de twee
de keer de Prijs van de Vlaamse
Academie kreeg, en Buysse alweer
over het hoofd werd gezien, was er
uitermate veel protest.
In een interview met E. d'Olliveira
zei Buysse zelf: "Eén ding is waar,
ik ben helemaal niet een vriend van
de clericalen. Die hebben telkens
veel aan mijn boek af te keuren
gehad en van hen heb ik een gevoe
lige tegenkanting ondervonden. Ik
ben voor mijn globale werken in de
ban geslagen." Vier dagen voor zijn
dood werd hij getroost met de titel
van baron...
Een ander Vlaams schrijver, Ge
rard Walschap, is uitgegroeid tot
een verpersoonlijking van de tole
rantie, van geestelijke vrijheid, van
het protest in Vlaanderen tegen de
overmacht van het clericalisme in
de cultuur. Zoals nu iedereen die
zich met de Nederlandse letteren
bezighoudt al weet, heeft deze
schrijver een groot deel van zijn
leven moeten boeten voor het vrije
woord. Niet vanwege de burgerlij
ke overheid, wel van de kerkelijke.
Deze is overgegaan tot broodroof.
Gelukkig voor hem - vader van vijf
kinderen - konden invloedrijke
vrienden, ook democratische socia
listen, hem voor het ambt van in
specteur van de openbare biblio
theken aanduiden, wat hem uit de
materiële beslommeringen kon
halen.
In 1951 stelde een jury aan de
Bestendige Deputatie van de Pro
vincie Antwerpen voor, de literaire
prijs toe te kennen aan Marnix
Gijsen voor zijn Boek van Joachim
van Babyion. De Deputatie weiger
de dit te doen, omdat het niet
'strookte met de opvattingen van
de meerderheid der inwoners van
de provincie". Hierover schreef
Gijsen later in zijn Zelfportret:
"Het was trouwens nooit in mijn
hoofd opgekomen de tolk te willen
zijn van de inwoners van Achter-
Olen of van Berendrecht maar ik
meende dat elke overtuiging het
recht heeft zich te uiten. Het
gebeurt slechts heel zelden dat men
een boek veroordeelt omdat het
ons vertrouwen in het kapitalistisch
systeem of in de democratie zou
ondermijnen. Evenzeer als re
ligieuze schrijvers zich het recht
aanmatigen dikke boeken te schrij
ven over bijvoorbeeld het leven van
Onze-Lieve-Vrouw, evenzeer heeft
iedere auteur het recht eerlijk voor
zijn twijfel of zijn ongeloof uit te
komen. Zijn non-conformisme
komt hem soms duur te staan maar
zijn zwijgen zou lafheid zijn."
In 1953 werd hem dan de Prijs van
de Vlaamse Provinciën aangebo
den. In een brief aan het Provincie
bestuur van Antwerpen reageerde
hij als volgt: "Ten eerste zou het
van mijnentwege een gebrek aan
fatsoen en zelfrespect zijn indien ik
vanwege de provincie Antwerpen
iets zou aanvaarden na de voor mij
beledigende manier, waarop ik
door de Bestendige Deputatie van
die provincie werd behandeld.
Voor het bedrag mij toegekend en
dat ik niet aanvaard, zal wel een
ander bestemmeling kunnen wor
den gevonden. Dat heeft de ge
schiedenis bewezen." Hiermee
duidde Gijsen op priester Baers,
die tegen hem had geageerd en zelf
een deel van het geld had ontvan
gen. We lezen nog in een interview
dat Gijsen op 3 januari 1969 aan
Humo toestond: "toen is pastoor
Baers overal gaan intrigeren en zijn
apostolische aktie heeft vruchten
afgeworpen. Maar drie jaar
later hebben ze het toch willen
goedmaken, hoor Ik zei( "Drie
jaar geleden was ik een volksver-
derver, welnu, ik ben nog even
slecht als vroeger, het wordt zelfs
alsmaar erger!"
Als protest stichtte Herman Teir-
linck met zijn redactie van het
Nieuw Vlaams Tijdschrift de Ark
van het Vrije Woord. In deze Ark
wordt elk jaar de naam van een
schrijver gegrift. De tekst die Teir-
linck toen ter begeleiding schreef,
luidt als volgt: "Wij, schrijvers,
leven en werken in het licht van het
Vrije Woord. Deze vrijheid is ons
boegbeeld. Met een zo felle onver
zettelijkheid bekleed werd zij ons
veropenbaard naar aanleiding van
een incident dat ons allen met één
slag tot opstandige verbondenheid
dreef. Een onzer, Marnix Gijsen,
moest door een literaire jury met
provinciale lauweren worden be
kroond. Onderscheidingen van die
aard zijn wel vleiend maar niet in
staat een collectieve opwinding in
onze rangen teweeg te brengen.
Toen naderhand echter bleek dat
de administratieve instantie, die de
prijs had uitgeschreven, weigerde
hem uit te reiken om redenen van
politieke of ethische aard, volko
men vreemd aan onbevangen lette
ren, ging plots het boegbeeld in het
gelid overeind staan. Het zou daar
door geen macht ooit aan het wan
kelen worden gebracht. Dit bracht
er ons toe de volgende ondubbel
zinnige belijdenis af te kondigen:
Wij heiligen het Vrije Woord.
Het Vrije Woord binnen de perken
van de menselijke waardigheid en
het wederkerig huldebetoon.
Wij aanvaarden elke discussie maar
weren elke dwang.
Wij eerbiedigen elke gezindheid,
maar weigeren de aanmatiging van
elke opgedrongen leer - van elke
politieke leer, elke esthetische leer,
elke zedenleer. De waarheid zoe
ken wij in ons, - in het licht van ons
geweten, in een harmonische be
trachting van rechten en plichten,
in onze liefde voor alle mensen, in
onze moedige aanvaarding van het
leven.
Een geboeide waarheid erkennen
wij niet.
Daarom zijn alle geknevelden en
ontaarden onze vijanden.
Een vrij man is onze vriend.
Wij weten dat een echte en oprech
te kunstenaar deze opvatting deelt.
Derhalve kan de waardering die
schrijvers, ook van ongelijke of
tegenstrijdige meningen, elkander
mede uit zelfrespect verschuldigd
zijn, niet door een aanranding van
laag allooi verbroken worden.
Want onder de schrijvers die eigen
schoonheid dienen, is een onbe
raamd verbond ontstaan, dat juist
wegens zijn spontane wording vas
ter is dan elk berekend of geschre
ven verdrag.
Die edele Ark ligt buiten het bereik
van farizeese handen.
Uit adellijke hoek vrèzen wij aan
slag noch verraad.
Voor wie, na meer dan tien jaren,
inschikkelijk of lankmoedig genoeg
is geworden om er thans de mening
op na te houden dat een herhaling
van zulke plechtige woorden mis
schien als overbodig en romantisch
kan worden beschouwd, beweert
steller dezes, zoon van een school
meester die een kleine eeuw gele
den het schrijnend Arm Vlaanderen
heeft geschreven, dat de gevaren
die een vrij mens loopt, onder wel
ke hemelen ook, altijd actueel zul
len blijven. De vrijheid is een
nood, een weldaad in alarmtoe
stand. Het langzaam afgruizelen
van haar wallen is dodelijker dan
een openlijke stormloop. Omdat
een schrijver uiteraard haar meest
secure schildwacht is, moet hij,
wanneer hij faalt, bloediger worden
geschandvlekt dan een deserteur of
een overloper. Hij is de doodgraver
van welke cultuur ook. Dat zij nu
autonoom wordt uitgeroepen, kan
daar niets aan veranderen. Derhal
ve staan zulke schrijvers onwrik
baar gekant tegen enigerlei cultuur
of culturele autonomie die de vrij
heid van het woord niet in absolute
zin weet te waarborgen. Wij besef
fen maar al te goed dat een macht
(zij moge aanvankelijk nog zo on
ontbeerlijk zijn gebleken voor de
sociale orde) zo gauw de waak
zaamheid harer onderhorigen gaat
slinken, geneigd is in geweld te
ontaarden en haar gezag te mis
bruiken.
Wij vrezen in de eerste plaats de
autoritaire uitspattingen van het
vervaarlijk één-dagsmonster, de
politiek, die elke morgen uit zijn
corrupties verrijst, zijn partizanen
in dwangbuizen steekt, kleppen aan
hun ogen vestigt, en hun tong voor
ziet van leuzen die de reuk hebben
van het vuur en de smaak van het
bloed.
En in de tweede plaats vrezen wij
de schijnmystiek van wie zijn naam
niet noemt en die de naam van God
bezoedelt door hem aan te wenden
voor de verknechting van een kud
de bloodaards en zieltogenden, in
vertwijfeling gedwongen door de
verschrikkingen van de dood.
Wij vrezen alle machten, ook die
welke wij hoopvol hebben aan
vaard en daarom wisten te eerbiedi
gen, - zodra zij verraad op hun
oorzaak plegen en uitmonden in
despotisme en dictatuur.
Zulks belet niet dat een schrijver
politieke of confessionele opdrach
ten mag aanvaarden, en andere nog
bovendien. Maar zijn "geënga
geerdheid", hoe ze ook weze ge
richt, sluit elke slaafse onderdanig
heid uit, en hij zal er nooit in
toestemmen zijn mond, zijn pen,
het slaken van het vrije woord te
verbieden."
Dat ik deze auteurs heb uitgekozen
is toe te schrijven aan het feit dat ik
over hen heb gepubliceerd. Dege
nen die hiervan op de hoogte waren
zullen dan ook niet verwonderd
zijn geweest over de houding die ik
heb aangenomen ten aanzien van
de beslissing van de Nederlandse
minister van cultuur, L.C. Brink
man, om, het unanieme advies van
zijn jury negerend, te weigeren de
P.C. Hooftprijs toe te kennen aan
een andere auteur, namelijk
Brandt Corstius. Ik oordeelde niet
meer te kunnen deelnemen aan
vergaderingen van het Ministerco
mité van de Taalunie gedurende
het (eenjarig) voorzitterschap van
mijn collega. De regering waarvan
ik toen lid was, heeft dan beslist mij
definitief als haar vertegenwoordi
ger in het Ministercomité terug te
trekken. Het kan de lezer wellicht
interesseren welke brief ik tot L.C.
Brinkman richtte, in zijn hoedanig
heid van Voorzitter van het
Comité:
"Mijnheer de Voorzitter,
Betreft: literaire vrijheid in de Ne
derlanden.
Ik ben diep geschokt door de hou
ding door U aangenomen met be
trekking tot het niet toekennen van
de P.C. Hooftprijs.
Zonder mij op het gladde pad van
een binnenlandse aangelegenheid
van Uw land te willen wagen, meen
ik dat het mijn plicht is, als voor
stander van de vrije meningsuiting
en de vrije literaire schepping, U
mijn diepe ongerustheid mede te
delen.
De door U getroffen beslissing be
langt het gehele Nederlandse taal
gebied aan, daar zij de Nederlandse
letterkunde over de landsgrenzen
heen wil appreciëren naar haar al
dan niet gezagsvriendelijk karak
ter. Ik meen dat het de taak van de
Nederlandse Taalunie is de letter
kunde te beschermen tegen elke
vorm van censuur. Indien dit niet
zo zou zijn, lopen wij in Noord en
Zuid het gevaar onze letterkunde te
degraderen tot broodschrijverij of
propaganda voor orde en gezag.
Ik heb na rijp beraad bijgevolg
besloten niet meer deel te nemen
aan de werkzaamheden van het
Comité van Ministers van de Ne
derlandse Taalunie onder Uw voor
zitterschap.
Marc Galle
Lid Comité van Ministers van de
Nederlandse Taalunie."
Uit de talrijke spontane reakties
van bekende schrijvers, citeer ik er
enkele.
Van ganser harte wens ik u geluk
met uw protest tegen de schandelij
ke houding van uw nederlandse
collega Brinkman. Ge neemt het
initiatief en stapt op aan het hoofd
van een aantal vlaamse contestan
ten dat nog dagen lang zal aan
groeien. Ik juich dat geestdriftig
toe.
Ik ken Hugo Brandt Corstius niet.
Ik ken wel de Prof. Brandt Corstius
die ik in Utrecht bezocht heb toen
hij voor ons ministerie van Natio
nale Opvoeding enz. een monogra
fie over mij schreef en ik hoop dat
Hugo een zoon van hem is. Ik ken
evenmin Hugo's werk. Maar als
een jury voorgezeten door een Cor-
neel Verhoeven voorstelt hem de
belangrijkste literaire prijs van zijn
vaderland toe te kennen en de
minister weigert dat voorstel uit te
voeren, dan wordt niet alleen het
ons na mijn en Marnix Gijsen's
ervaringen met de onverdraag
zaamheid zo heilig geworden recht
van het vrije woord geschonden,
maar zelfs ook het elementair ad
ministratief en intermenselijk
fatsoen.
Marc, ik ben trots op uw snelle,
kordate daad en ik feliciteer er ook
Elsa om."
Mag ik u van harte feliciteren met
uw optreden in het sinister geval
Brinkman. U heeft in deze zaak
een helder inzicht en een standva
stigheid getoond die het begrip po
litiek eer aandoen; een zeldzaam
heid tegenwoordig."
Jef Geeraerts
"Beste Marc,
Een moedige daad stellen als .politi
cus is in het huidige bestel van dit
land zo uitzonderlijk, dat ik je er
mijn vriendenhand voor aanbied.
Ik hoop dat je de volgende dagen
zult kunnen weerstaan aan de druk
die waarschijnlijk zal uitgeoefend
worden door iemand die behoort
tot een partij, die steunt op een der
meest intolerante godsdiensten die
ik ken.
De zaak Brinkman-Brandt Corstius
verbaast me enerzijds niet zo erg,
omdat uiteindelijk (wanneer men
hun systeem fundamenteel raakt)
lieden van respectabel-rechts
- zelfs degenen onder hen, die de
vrije meningsuiting als iets heiligs
beschouwen - altijd repressief zul
len reageren.
Het verbaast me anderzijds wel dat
dit in Nederland moet gebeuren,
een land met een eeuwenoude de
mocratische traditie, waar Vlamin
gen tot nu toe altijd met een zekere
afgunst naar hebben opgekeken.
De Heer Brinkman moet als politi
cus wel bijzonder weinig flair heb
ben om op zo'n flagrante manier
tegen zijn eigenbelang te handelen.
Wat hij bereikt heeft is m.i. net het
tegenovergestelde van wat een
mens met gezond verstand normaal
uit de beschikbare informatie zou
hebben gededuceerd. Noemt men
dat niet dwaasheid?
Toch is er een positief aspect aan
deze zaak: de macht van het Woord
(ik bedoel literatuur die ware feiten
aanhaalt en daar de echte namen
opplakt) werd bevestigd: het
Woord is en blijft één der meest
adequate middelen om maskers af
te rukken, facades neer te halen en
mythologieën door te lichten. Ik
weet dat jij gefascineerd wordt
door het Woord. Misschien gedeel
telijk daarom heb je zo prachtig
gereageerd."
Marnix Gijsen - die toen zwaar
ziek was en niet meer kon schrij
ven - betuigde mij mondeling zijn
adhesie.
De bel was weer aangebonden. In
die periode had mijn partij mij
kandidaat gesteld voor een belang
rijk ambt. De Voorzitter van de
Vlaamse Regering, lid van de
Christelijke Volkspartij, deelde mij
mee dat mijn houding de aandui
ding voor die functie zou helpen
bemoeilijken. Maar dit is een ander
hoofdstuk.
Intussen hopen we dat, samen met
ons, de verdedigers van het vrije
woord in onze vrije wereld verder
waakzaam zullen blijven, de bood
schap van Herman Teirlinck en
anderen indachtig.
Marc Galle
Uit: De Gids, Honderdvijftigste jaar
gang, nr. 2/3, 1987
Een bezoek aan de metro, onder
leiding van een gids, duurt onge
veer 2 uur. Deze rondleiding omvat
een filmvoorstelling, een rondrit
met de premetro/metro en een be
zoek aan de kunstwerken in de
metro.
Een dertigtal metrostations werden
verfraaid met werken van heden
daagse Belgische kunstenaars:
Somville, Delvaux, Gentils, Min-
naert e.a. Het zijn monumentale
kunstwerken geworden, die ettelij
ke vierkante meter of kubieke me
ter in beslag nemen. Beslist de
moeite van het bekijken waard!
Door de industrialisatie en de ver
stedelijking kreeg Brussel in de
19de eeuw een heel ander uitzicht.
Bovendien deden in deze periode
zowel de overheid als de parltiku-
lieren aan stadsverfraaiing en archi-
tekturaal kende de 19de eeuw een
enorme verscheidenheid. Van dit
alles zijn in het Brussel van van
daag nog duidelijke sporen overge
bleven.
Vindt U het ook boeiend om met
een wandeling de 19de eeuwse ver
anderingen in het Brusselse stads
beeld op het gebied van architek-
tuur en stedebouw te volgen?
Schrijf dan snel in!
09.00-09.30 u.: bezoek Brusselse
metro rondleiding "Kunst in de
metro".
12.00-14.00 u.: broodmaaltijd
koffie in het SP-Huis.
14.00-16.00 u.: wandeling "Brussel
in de 19de eeuw".
U kan zich zowel individueel als in
groep inschrijven. Mogen wij wel
op uw inschrijving rekenen drie
weken voor de gekozen datum?
Indien U één van deze uitstappen
op een andere datum wil maken,
neem dan kontakt op met ons.
Kostprijs: 140 fr. per deelnemer
(gidsen en documentatiemap
broodmaaltijd koffoe).
Vervoer is in deze prijs niet inbe
grepen.
Indien u de metro wenst te nemen:
180 fr. (wij zorgen voor de tickets)
Data: donderdag 18 juni 1987
woensdag 8 juli 1987
Vervoer: ofwel organiseert u zelf
het vervoer naar het metrostation
Anneessens, Lemonnierlaan - 1000
Brussel.
Afspraak: 9ul5 metrostation An
neessens. Ofwel spreken we af in
het Centraal Station waar we de
metro nemen.
Afspraak: 9.00 u.
Begeleiding: Martine Lemonnier
Irene Van Humbeeck, gidsen
"School en Museum" (Ministerie
van de Vlaamse Gemeenschap) en
gids M.I.V.B.
Alle inlichtingen:
S.I.R.T.
Keizerslaan 13 1000 Brussel
Tel.: 02/513.28.78, toestel 189.
De kostprijs is 4.000 fr. (toeslag 1
persoonskamer: 1.500 fr.). Heen-
en terugreis 2de klasse/trein.
Het Europees Parlement is één van
de drie beleidsorganen voor de Eu
ropese Gemeenschap. Het ver
tegenwoordigt de Europese burger.
De andere twee beleidsorganen
zijn de Raad van Ministers en de
Commissie, zowat het uitvoerend
orgaan van de Europese Gemeen
schap.
In tegenstelling tot vorig jaar valt
het bezoek dit jaar binnen de zit
tingsperiode van het parlement.
Het bezoek bestaat uit: een zeer
interessante rondleiding, een infor
matie-vergadering met de SP-Euro-
parlementsleden en een halfuurtje
op de publieke tribune (bijwonen
van plenaire zitting).
Straatsburg, kruispunt van Europa,
zetel van de Europese instellingen.
Traditioneel knooppunt van de in
ternationale handel, een congres-
stad. Straatsburg vormt een harmo
nieus geheel met zijn cultureel pa
trimonium, zijn smalle straatjes en
zijn vele groene parken. De gastro
nomie is typisch en heeft een alom-
gekende faam.
Hotel: dichtbij het station, 3 over
nachtingen kamer met ontbijt.
Niet inbegrepen: toegangsprijzen
musea, boottocht en wijnroute.
Inschrijving en betaling worden
verwacht uiterlijk tegen 16 augus
tus. Hou er rekening mee dat het
aantal deelnemers beperkt is.
Donderdag 17 september 1987
Middag: vertrek Brussel-Zuid
Avond: vrij
Vrijdag 18 september 1987
Morgen: bezoek aan Europees Par
lement, gesprek met de Europarle
mentsleden
Avond: ontvangst en receptie op
het stadhuis van Straatsburg
Zaterdag 19 september 1987
Boottocht, bezoek Straatsburg,
musea, wijnroute (bezoek Elzas)
Zondag 20 september 1987
Morgen: geleid bezoek aan het ou
de Straatsburg
Middag: vertrek naar Brussel
(13u30).
ZONDAG
Herzele
(volw.
100 f r. (kind
Org VAKA
Regio
zo
VLAANDEREN
INLICHTINGEN f 053 62 64 36
wo«, do, vrij
OPTREDEN
UILENKOLLEKTIEF
KOUDE SCHOTEL
ieo,r.
BODEGA
INFO