Regenwater en waterzuivering te Aalst 10 7 januari 2000 - "Voor Allen" Onder impuls van Schepen Patrick De Smedt en Dirk De Meerleer heeft de gemeenteraad van de stad Aalst zich op 21 december 1999 gebogen over een ontwerp van afvoer van afvalwater en tevens over een aanmoedigingsreglement voor de afkoppeling van de hemelwatertoevoer van het gemeen telijk rioleringsnet, de aanleg van een regenwaterput en het gebruik van regenwater, bij bestaande particuliere gebou wen. Voorafgaand Nu reeds een groot aantal van de basisinfrastructuur voor de waterzuivering in Vlaanderen gebouwd is (collectoren sta tions), worden de steden en gemeenten er reeds geruime tijd toe aangezet om de reste rende lozingspunten op te heffen. Hieronder wordt ver staan dat de straatriolen die aangesloten zijn op grachten en beken worden afgekop peld en vervangen door nieu we riolen die naar de collec toren aflopen. In Aalst zal de ze operatie rond 2005 beëin digd zijn. Meldert en Herder- sem zijn als laatste aan de beurt. Ten einde deze doelstelling ook daadwerkelijk te realise ren heeft het Vlaamse Gewest de Rio-toelagen gecreëerd die 75% van de rioleringskos- ten bedragen. Hiermee is het werk voor de gemeenten niet gedaan. Vroeger liepen al onze riolen naar de beken en naar de Dender. Regenwater vermengde zich met het afvalwater en ook kleinere waterlopen werden aangesloten op de riolen. Vandaag is dit veranderd, bij na 3/4 van het Aalsters riool water loopt naar het waterzui veringsstation van Hofstade doch hier stelt zich het pro bleem van het regenwater dat in het station toekomt. Daarom is het duidelijk dat het in meerdere opzichten on gewenst is om regenwater af te voeren in de riolering. a. het rendement van de zui vering daalt b. de verdroging van de bo dem wordt in de hand ge werkt (dalend grondwater) c. er moet drinkwater ge bruikt worden voor laag waardige doelen (vb. toi let) d. de overstorten werken maximaal Om de afkoppeling van re genwater op alle fronten te coördineren en te stimuleren heeft de Minister een code van goede praktijk laten op maken, die gebaseerd is op Vlarem II. We trachten heden in Aalst die code 20 volledig mogelijk toe te passen. Hoe kunnen we he melwater afkoppe len in het rioolnet? 1. Aan de bron: afkoppelen van water van daken en verhardingen, van draine ringen, van grachten. 2. In de straten: afkoppelen van alle straatontvangers en ze aansluiten op een aparte regenwaterriool. 3. Opheffen van vermening van waterlopen- en riole ringsnet. Het afgekoppelde regenwater kan hergebruikt worden, het kan weglopen in de bodem of het kan naar een waterloop of een regenwaterriool gevoerd worden. In geval van nieuwbouw is de afkoppeling verplicht, in het geval ze gestimuleerd worden door premies. Heden worden de gemeenten door het gewest verplicht om een gericht beleid inzake buf fering te voeren, indien ze wensen te genieten van de hoge Riosulsides. Bovendien mag het investe ringsfonds niet meer aange wend worden voor projecten die niet ontworpen zijn vol gens de code van goede prak tijk. Het beleid inzake buffering bestaat uit een bouwverorde ning voor nieuwbouw en een subsidiereglement voor be staande woningen. De afkoppeling van het re genwater dat op de straten valt is moeilijk te realiseren. In afwachting van komende beleidsbeslissingen of ver plichting tot gescheiden stel sel voert de stad enkel ge scheiden projecten uit waar toelagen kunnen bekomen worden of waar de hemelwa terriolen direct kunnen aan sluiten op een waterloop. Milieuconvenant 97- 99: optie 7: duur zaam herbruik van hemelwater en optie 10: 'geïntegreerd rioleringsbeleid' Ingevolge een besluit van de Vlaamse Regering wordt de toekenning van de gewestbij- drage voor gemeentelijke rio leringsprojecten afhankelijk gemaakt van een aantal voor waarden inzake duurzaam, integraal waterbeheer. Deze bijdrage is enkel van toepassing indien de stad, aan de navolgende voorwaarden voldoet: - Het vaststellen van een ge meentelijke bouwverorde ning waarbij voor nieuw bouw en vernieuwbouw de installatie van een hemel- waterput met een minimale inhoud van 3 m3 met herge bruik of de installatie van een infiltratievoorziening verplicht gesteld wordt. - Het vaststellen van een ge meentelijke subsidierege ling voor de installatie van een hemelwaterput en/of een infiltratievoorziening conform de code van goede praktijk. - Het vaststellen van een ge meentelijke verordening inzake afzonderlijke huis aansluitingen voor nieuw bouw en vernieuwbouw voor de gescheiden afvoer van afvalwater en hemel water, waarbij de afvoer van hemelwater naar een gemengd stelsel wordt toe gelaten bij ontstentenis van een infiltratie voorziening, een gracht, een oppervlak tewater of een regenwater afvoerleiding. Indien niet voldaan wordt aan deze drie voorwaarden ver valt de hele toelage. Ook in het kader van het milieucon venant 97-99 zette de evolutie naar een coherent, integraal waterbeheer zich door. Met een van de opties in het convenant nl. optie 10 'geïn tegreerd rioerlingsbeleid' voorziet de Vlaamse overheid een subsidie, afhankelijk van het aantal liter hemelwater dat in een regenwaterput op gevangen of geinfiltreerd wordt op de voorwaarde dat: - De gemeente een premie toekent voor de aanleg van regenwaterputten of infil tratievoorzieningen met hergebruik van hemelwa ter. - De gemeente een premie toekent voor de bouw van een kleinschalige waterzui vering bij particulieren binnen zuiveringszone C volgens de code van goede praktijk. De subsidie kan slechts uitbe taald worden indien door de gemeente een bouwverorde ning voor de aanleg van re genwaterputten of infiltratie- voorzieningen kan worden voorgelegd. De Vlaamse subsidie is be stemd voor de particulier die een aanvraag doet in het ka der van het gemeentelijk sub sidiereglement, en wordt uit betaald via de gemeente. Het gemeentelijk subsidiebedrag moet minstens even hoog zijn als de in optie 10 door de Vlaamse overheid voorziene, bijkomende premie. Concreet komt deze regeling er op neer dat de particulier een subsidie kan krijgen van de Vlaamse Overheid, op voorwaarde dat het stadsbestuur optie 10 on dertekent en dus een eigen subsidiereglement uitwerkt en goedkeurt voor de aanleg van hemelwaterputten infil tratievoorzieningen en/of voor de aanleg van een klein schalige waterzuivering ener zijds van regenwaterputten of infiltratievoorzieningen kan voorleggen anderzijds. Nu reeks kan worden gesteld dat een te klein bedrag weinig of niet stimulerend werkt en dus niet bijdraagt tot het be reiken van de doelstelling nl. zoveel mogelijk hemelwater uit de afvalwaterriolering houden. Alleen door hemelwater te bufferen kunnen piekdebieten in de waterafvoer voorkomen worden en kan men een halt toeroepen aan overstromin gen en- onsamenhang daar mee - verdroging. Op die ma nier wordt ook het aantal overstortingen van de open bare riolering beperkt. Eveneens is het goedkeuren van een bouwverordening en subsidiereglement belangrijk in het kader van de optie 7 van het milieuconvenant 97- 99 'duurzaam beleid' waar aan ook een toelage van de Vlaamse overheid gekoppeld is en die bij ontstentenis van die beleidsinstrumenten dreigt te vervallen. De twee geschetste nieuwe wettelijke kaders nl. ten eer ste de rechtstreekse link tus sen de gewestelijke riole- ringsbijdrage en het voeren van een gericht waterbeleid en ten tweede de uitbreiding van het milieuconvenant 97- 99 met drie opties, waaronder optie 10 'geïntegreerd riole ringsbeleid', zijn bedoeld als stimulans voor het voeren van een integraal waterbeheer. De efficiëntie ervan valt of staat echter met een dergelij ke controle en begeleiding. Essentieel is dat: - Er bij nieuwbouw en ver bouwingen op het plan en ter plaatse toezicht is op de naleving van de verorde ning. - De aanvragen tot subsidies ter plaatse geverifieerd en beoordeeld worden op ge grondheid en rechtmatig heid. - Burgers en architecten grondig geïnformeerd wor den over de regels inzake. Besluit Door de invoering van bouw verordening en het premiere glement en de ondertekening van optie 7 en 10 van het mi lieuconvenant '97-99 tracht de stad Aalst een aanzet te ge ven om enerzijds het verbruik van drinkwater te verminde ren en anderzijds het hemel water te bestemmen waar het hoort namelijk dienstig voor hergebruik of onvermengd met afvalwater in de grond of oppervlaktewateren. Gedurende ongeveer een jaar hebben schepenen Dirk De Meerleer en Patrick De Smedt aan dit reglement ge werkt. Vanaf begin 2000 wensen ze dit ook te kunnen concretise ren.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 2000 | | pagina 10