ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Defederalisering ontwikkelingssamenwerking
Dirk Van der Maelen
stelt 'Pact voor het Zuiden' voor
6 26 januari 2001 - "Voor Allen"
Tegen de voorgenomen defe-
deraliseirng van de ontwikke
lingssamenwerking is de
jongste maanden scherp pro
test geuit van vooral mensen
en oganisaties die actief zijn
in de sector. Men vreest voor
al nodeloze versnippering van
de reeds schaarse middelen en
mensen die voor ontwikke
lingssamenwerking worden
ingezet, en onwerkbaarheid
van de nieuwe structuren.
Men is er zeer ongelukkig
over dat die overheveling is
beslist zonder rekening te
houden met wat ontwikke
lingssamenwerking in essen
tie beoogt, namelijk trachten
bij te dragen tot de lotsverbe
tering van de mensen in de
Derde Wereld.
Anderzijds blijkt uit de ge
voerde discussies dat de deel
gebieden wel degelijk hun
eigen ontwikkelingssamen
werking wensen uit te bou
wen, maar daarvoor niet het
geschikte wettelijke kader
hebben. Zo heeft men in
Vlaanderen, Wallonnië en de
Franse gemeenschap 'de fac
to' een begin gemaakt van de
uitbouw van een eigen beleid.
Vlaanderen geeft volgens de
eigen cijfers nu ca. 1 miljard
frank uit in het kader van ont
wikkelingshulp. Wallonië en
de Franse Gemeenschap ko
men samen uit op hetzelfde
bedrag.
Volgens het in het akkoord
van 17 oktober 2000 geformu
leerde principe, zal de ontwik
kelingssamenwerking overge
heveld worden 'in zoverre ze
betrekking heeft op de gewest
en gemeenschapsbevoegdhe
den'. Vooral deze formulering
heeft kwaad bloed gezet bij
een groot aantal ngo's, acade
mici en een aantal politici om
dat ze volledig haaks staat op
de essentie van moderne ont
wikkelingssamenwerking, die
vertrekt van de behoeften en
noden van de Derde Wereld en
niet van de structuren en be
hoeften van het rijke Noorden.
Dirk Van der Maelen, SP-frac-
tieleider, heeft daarom reeds
publiekelijk op 18 oktober in
de Kamer kritische vragen ge
steld bij dat onderdeel van het
Lambermont-akkoord.
In zijn antwoord beloofde pre
mier Guy Verhofstadt dat niet
over één nacht ijs zou gegaan
worden. In de Commissie
Buitenlandse Zaken beloofde
minister Louis Michel een
doenbaarheidsstudie die ook
met het Parlement zou bespro
ken worden.
In het Lambermontakkoord is
voorzien dat voor de defedera
lisering van ontwikkelingssa
menwerking een andere ti
ming zal worden gehanteerd
dan voor de andere materies
voorzien in het akkoord.
Van der Maelen rekent er bij
gevolg op dat het regerings
conclaaf dat binnenkort start
zich nog niet vastpint op een
formule maar wel duidelijk
maakt hoe bovenvermelde en
gagementen inzake een doen
baarheidsstudie en overleg
zullen worden nagekomen.
Om te vermijden dat de rege
ring iedereen en ook zichzelf
in snelheid passeert en te ver
mijden dat de voorgenomen
defederalisering leidt naar on
houdbare en onwerkbare ver
snippering, maar om toch te
gemoet te komen aan de wens
van de deelgebieden om ook
een beleid inzake ontwikke
lingssamenwerking te voeren,
heeft hij een concreet voorstel
uitgewerkt.
Het betreft hier geen grijs
compromis, dat de kool en de
geit spaart, maar het is een
doordacht en overlegd con
cept waarbij de finaliteit van
ontwikkelingssamenwerking
voorop staat en vooral de part
ners in het Zuiden te winnen
hebben. De komende dagen
en weken wil hij hierover in
dialoog treden met de rege
ring, zijn collega's parle
mentsleden, de ngo's en al wie
belangstelling hiervoor heeft.
Van der Maelen stelt concreet
voor van Ontwikkelingssa
menwerking een zgn. 'paral
lelle bevoegdheid' te maken
en dit te koppelen aan een
reeks garanties en voorwaar
den voor wat betreft de beste
ding van de middelen en de
coördinatie tussen de ver
schillende niveaus. Voor de
omvang en de verdeling van
de financiële middelen komt
hij op de proppen met een
specifieke regeling.
Een parallelle
bevoegdheid...
In de opeenvolgende stappen
van de staatshervorming in
België zijn vrijwel steeds de
len van pakketten bevoegdhe
den overgeheveld van het fe
derale niveau naar de gemeen
schappen en gewesten. Elk be
leidsniveau werd vervolgens
exclusief bevoegd voor het
deel van de bevoegdheid dat
het kreeg toegewezen. Maar
toch zijn er een aantal mate
ries waarvoor zowel het fede
rale niveau als de deelgebie
den bevoegd zijn, zoals we
tenschappelijk onderzoek.
Van der Maelen stelt voor ook
van ontwikkelingssamenwer
king een parallelle bevoegd
heid te maken. Dat betekent
concreet dat alle niveau 's on
verkort het recht hebben aan
ontwikkelingssamen werking
te doen en een totaal beleid
terzake uit te bouwen.
Van Ontwikkelingssamenwer
king een parallelle bevoegd
heid maken vermijdt dat de
huidige federale bevoegdhe
den en middelen worden ver
deeld, overgeheveld en ver
snipperd op basis van een lo
gica die eigen is aan de staats
hervorming, maar haaks staat
op de essentie van een goede
ontwikkelingshulp, nl. op een
geïntegreerde wijze armoede
en onderontwikkeling bestrij
den. Moderne ontwikkelings
samenwerking is volledig af
gestapt van de projectbenade
ring. Het gaat bvb. al lang niet
meer over de subsidiëring van
bvb. de bouw van een water
put alleen. Goede ontwikke
lingssamenwerking werkt glo
baal en geïntegreerd, d.w.z. ze
bestrijkt alle aspecten van de
duurzame ontwikkeling in een
bepaalde regio en dat kan
gaan van landbouw tot uit
bouw van de rechtsstaat, van
kredietfinanciering voor arme
landarbeiders naar begrotings
hulp voor de onderwijssector
van een heel land. De Ontwik
kelingssamenwerking overhe
velen zoals geformuleerd in
het Lambermontakkoord ver
oordeelt gemeenschappen, ge
westen en de federale over
heid tot die verouderde pro
jectbenadering.
Want zij kunnen 'slechts' aan
beleid terzake doen voor zover
dat in het verlengde ligt van de
eigen bevoegdheden en zullen
dus projectmatig moeten te
werk gaan. Vlaanderen zal zo
bvb. in het kader van de ge
zondheidszorg in de Derde
Wereld slechts programma's
kunnen opzetten die persoons
gebonden zijn en dils enkel op
het vlak van preventie werk
zaam zijn. Een gekke en on
houdbare toestand, waar men
alleen al maar bvb. aan de
schrijnende aidsproblematiek
hoeft te denken om dat in te
zien.
gekoppeld aan een
reeks voorwaarden en
garanties
Als alle niveaus in ons land de
volle bevoegdheid krijgen om
een beleid inzake ontwikke
lingssamenwerking uit te stip
pelen en uit te voeren, is het
zonneklaar dat al die ver
schillende partners moeten
bereid zijn samen te werken.
Ook moeten garanties wor
den ingebouwd over de daad
werkelijke en efficiënte beste
ding van de middelen.
De federale kaderwet over
internationale samenwer
king biedt daarvoor een goed
raamwerk. Die wet is het re
sultaat van, onder meer, het
werk van de opvolgingscom
missie van de Kamer opge
richt naar aanleiding van de
reeks schandalen die de Belgi
sche ontwikkelingssamenwer
king heeft getroffen.
Hij bevat een reeks bepalingen
die de resultaten zijn van de
lessen die de ABOS-commis-
sie onder leiding van Dirk Van
der Maelen heeft getrokken en
zijn algemeen, over de (demo
cratische) partijgrenzen heen,
aanvaard.
De essentiële elementen zijn
samenvattend: Ontwikke
lingssamenwerking houdt
zich bezig met armoedebe
strijding, op basis van het
concept partnerschap en met
inachtneming van de interna
tionaal aanvaarde criteria
voor ontwikkelingsrelevantie.
De basissectoren zijn gezond
heid, onderwijs, voedselze
kerheid, basisinfrastructuur
en maatschappijopbouw en
ze richt zich bij voorkeur op
een beperkt aantal landen
(zgn. concentratielanden).
Men mag met andere woorden
niet terugkeren naar de ont
sporingen van het verleden,
waar men zgn. witte olifanten
(grote nutteloze infrastruc
tuurwerken bvb.) heeft gefi
nancierd om Belgische (ver
lieslatende) bedrijven te steu
nen. Men moet zich engage
ren om zich echt te concentre
ren op de essentie van ontwik
kelingshulp zoals in de kader
wet vastgelegd.
Voorts moeten er garanties ko
men dat de verdeelde midde
len ODA-aanrekenbaar zul
len zijn en die middelen op
ongebondenwijze zullen
worden besteed. Alle bij ont
wikkelingssamenwerking be
trokken partijen moeten zich
ertoe verbinden de overgehe
velde middelen wel degelijk te
gebruiken voor ontwikke
lingssamenwerking. Er zijn
internationaal erkende criteria
om te bepalen wat kan aange
rekend worden als ontwikke
lingssamenwerking, dus dit is
perfect controleerbaar. Voorts
moeten ze besteed worden op
ongebonden wijze, dit wil
zeggen dat niet per sé Belgi
sche partners moeten worden
gezocht voor de uitvoering
van opdrachten, wel de beste
partner en dat is degene die
voldoet aan de beste verhou
ding prijs/kwaliteit. Op Euro
pees vlak wordt momenteel
gewerkt aan een regeling
daarvoor.