België moet voortrekkersrol spelen in controle wapenhandel 'Ons land heeft één van de strengste wapen wetgevingen, maar een Europese aanpak is absoluut nood zakelijk." Dossier jg. 64 nr.y september 2002 DE SP.A EN HET NEPAL-DOSSIER De levering van Belgische FN- mitrailleurs aan Nepal zorgde de voorbije weken voor grote opschud ding. Vooraleer er één wapen effec tief het land verliet, maakte de zaak al een politiek slachtoffer: de groe ne federale minister Aelvoet werd door haar partij tot ontslag gedwongen. Maar wat vinden de socialisten over de kern van de zaak. Kamerfractievoorzitter en buitenlandspecialist Dirk Van Der Maelen zet in deze zaak de puntjes op de i. Door Dirk Van Der Maelen Eerst dit. Ik ben geen absolute paci fist. Nooit geweest. Ik weet in welke wilde wereld we vandaag leven en die is niet het Utopia waar we als socialisten van dromen. Ik heb in het verleden nooit gezegd - en ik zeg ook vandaag niet - dat een land als België nooit of te nooit wapens mag leveren. Het is wel mijn diepe overtuiging dat we beslissingen om wapens te leveren zéér zorgvuldig moeten afwegen. Dat heeft de sp.a-kamer- fractie gedaan inzake de levering aan Nepal. Zoals ook de partijvoor zitter stelde, besprak de fractie met de ministers uitgebreid het pro en contra van de beslissing tot lever ing. De meningen waren en zijn ver deeld. We zijn niet blind voor het twijfelachtige optreden van het Nepalese leger en de gebrekkige controle op de veiligheidstroepen. De sp.a- fractie meent echter dat de jonge Nepalese democratie zich moet kunnen verdedigen tegen een groep allesbehalve zachtzinnige maoïstische opstandelingen. VERWEZENLIJKING Wie mij kent, weet hoe ik mij al jaren inzet voor een sluitende con trole op de wapenhandel. In de wereld circuleren meer dan een half miljard lichte wapens, die jaarlijks tussen de 500.000 en de 700.000 slachtoffers maken. Maar liefst 90 procent van de slachtoffers zijn bur gers. Reeds in 1998 kwam ik, als voorzitter van de subcommissie wapenhandel, tot de volgende drie delige conclusie. Eén. Omdat de meeste slachtoffers vallen door wapens die via illegale wapenhan del in conflictzones geraken, moet de illegale wapenhandel eerst aan gepakt worden. Twee. Wat de Belgische wapenhandelwetgeving betreft, die kan via enkele gerichte (ié maatregelen nog meer sluitend worden gemaakt (zie mijn voorstel len hieronder). Drie. Niet in het minst moet België een voortrek kersrol spelen opdat zo snel moge lijk vooruitgang zou worden geboekt op het terrein van een meer geharmoniseerde Europese wetgeving inzake wapenuitvoer. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om te beklemtonen dat de eerste van deze drie prioriteiten - een harde aanpak van de illegale wapenhandel - is gereali seerd. In 1999 legde ik een wetsvoorstel neer om de gaten in de Belgische wet geving terzake te dichten. In juli van dit jaar is mijn voor stel wet geworden. Voortaan is elke activiteit in de sector van de (exter ne) wapen handel onder worpen aan een bijzondere bijkomende vergunning, verleend door de minister van Justitie. Dat moet ons toelaten om malafide wapenhande laars te scree nen op hun banden met criminele organisaties en dat wereldje meteen ook uit te zuiveren. Tegelijk is elke Belg die zonder een derge lijke vergunning in het buitenland actief is in de sector van de wapen handel (of daarbij door België erkende embargo's schendt), straf baar in België. Via het inschrijven van deze bepaling werd de wapen wet van 1991 aanzienlijk strenger gemaakt. De sp.a is trots op deze verwezenlijking. België is immers het eerste land in de EU dat over een dergelijke wetgeving beschikt. Het Nepal-dossier heeft overigens de ruimte geschapen om mijn twee andere prioriteiten een nieuwe impuls te geven. EUROPESE GEDRAGSCODE Ons land heeft één van de strengste wapenwetgevingen van de EU, maar onze uitvoer is slechts goed voor vijf procent van de wapenuit voer door de Europese Unie. Het is zonneklaar dat alleen een Europese aanpak de meest positieve resulta ten kan opleveren. Er bestaat al een Europese gedragscode inzake wapenuitvoer. Die is echter niet afdwingbaar. Voor ons is het evi dent dat de beste oplossing eruit bestaat dat de vijftien EU-lidstaten gezamenlijk zouden beslis sen om de code afdwing baar te maken. Dat is echter niet haalbaar op dit moment. Toch wil de sp.a niet bij de pak ken blijven zit ten. Daarom hebben we bij de bespreking van het wapenhandel rapport 2000 aangedrongen op een Europese benadering van de wapen- leveringen. Daarom vroeg de sp.a als eer ste in het kamerdebat over Nepal aan de premier dat België als eer ste EU-land die Europese gedragscode in de natio nale wetgeving zou opnemen. Op die manier kan men de code alvast afdwingbaar maken in België. De eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken stemden in met dat voorstel. Voor mij is dat een spijkerharde afspraak. Het is ook een haalbaar objectief: de code, opgesteld in 1998, is immers volle diger, meer aangepast aan de tijd en dus handzamer om delicate beslissingen inzake wapenleverin gen af te wegen. Bovendien bevat de EU-code benaderingen die in de Belgische wetgeving ontbreken, zoals de plicht om rekening te hou den met het gegeven dat een land niet meer wapens mag aankopen dan economisch en sociaal gezond is voor zijn ontwikkeling. Dat is voor De FN-mitrailleurs vestigen de aandacht op de gaten in de Belgische en Europese wetgeving inzake wapenhandel, (foto FN) socialisten belangrijk. STRENGERE CODE De sp.a pleit niet alleen voor het opnemen van de code in de nationale wetgeving, maar ook voor het versterken van de code op het punt van geweigerde ver gunningen. Nu is het zo dat het land dat een vergunning weigert, dit meldt aan de veertien andere EU-lidstaten, waarna een ander land eventueel zelf positief kan beslissen mits gemotiveerde ken nisgeving aan het land dat eerst weigerde. Voor ons is deze handels wijze geen toonbeeld van een Europese houding. De EU-gedrags- code wordt veel te uiteenlopend geïnterpreteerd. Beter zou zijn dat een negatieve beslissing van één land door de andere EU-landen zou worden overgenomen, of dat er minstens veel meer raadpleging, discussie en overleg zou plaatsvin den. De lessen van vier jaar EU- gedragscode leren immers dat ook op dit terrein een harmonisatie van de standpunten van de lidstaten op zich laat wachten. Wat de sp.a wil is dat het voor een regering moeilijker wordt om een dossier toch goed te keuren (het zogenaamde "under cutting") na een negatief advies van een ander land. Wij willen een procedure die undercutting niet evident maakt. Vooraleer de minister overweegt om tot under cutting over te gaan, willen wij dat verplicht het advies wordt gevraagd van de diensten van de Hoge Vertegenwoordiger voor Buiten landse Betrekkingen van de EU, Xavier Solana. AFLEIDING Veel mensen zijn het slachtoffer van wapens die afgeleid werden 12

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 2002 | | pagina 12