s
GESPREK MET LUC KIECKENS
BOMEN OVER BOMEN
d
&K-i'
i
Sfr'flW'MÜmé-r r~.--
-tVH'j
Onder de schaduw van een kastanjelaar, een bruine beuk, een es en andere volwassen bomen is Luc Kieckens zijn grastapijt aan het maaien
Op de langwerpige binnenkoer staan tientallen aarden bloempotten met dunne plantjes erin. In afgedankte, verroeste emmers groeien gro
tere exemplaren. Zorgvuldig, op reepjes plastic, is de naam en geboortedatum van elk jong boompje aangeduid. Met de geelgekalkte gevel
tjes en het hobbelig kasseitje als decor zoudt ge nooit denken dat deze minikwekerij zich in 't midden van de stad, aan het KeizerIijk
Plein, bevindt.
Na een kleine rondleiding gaan we binnen aan tafel zitten. Luc Kieckens is de „stem", het „lawaai", zoals hij zelf zegt, van de WERK
GROEP BOMEN PARK hij verzorgt de rondleidingen in het stadspark 's zondagsnamiddags en zorgt ook voor de public-relations. Naasi
hem zitten nog enkele specialisten in de groep, die elk met hun tientallen plantenboeken uren kunnen zoeken naar de naam van een zoge
zegd uitgestorven plantje dat ze toch nog langs de weg hebben gevonden Louis Febert, Paul Van den Bremt, Jos Lebacq, Eddy Eeman
Jan Van Dijck. Specialisten, die een ernstige werking verzekeren.
V.O. Hoe is het allemaal begon
nen, en hoe evolueerde het dan
Luc K. Uit nieuwsgierigheid gin
gen we eens een olm opzoeken in
't park. Dat is straks al vier jaar ge
leden. Opgeschreven... niet terug
gevonden... en een mooi plannetje
gemaakt. Die plattegrond groeide
uit tot een (beperkt) plan, waarop
elke boom, genummerd, vermeld
stond een inventaris, die door de
stad uitgegeven werd (gratis ver
krijgbaar in het onthaal van het
stadhuis). Vanaf 1 april hebben we
een complete opsomming in kata-
logusvorm ter beschikking, met
een groot plan erbij op eigen
kosten uitgegeven, omdat het vlug
moest gaan, en de administratieve
molens van de stad draaien nogal
traag.
Stilaan hebben we gezien dat we
een heel mooi park hebben, heel
aangenaam, fris en RIJK met
130 verschillende boomsoorten
één van de rijkste parken van Bel
gië. Niet voor wat betreft zeldza
me muzeumstukken, geïmporteer
de soorten en zo, maar rijk aan ge
wone stukken van eigen bodem.
Er ontbreken nog enkele tientallen
boomsoorten. Ze zijn dikwijls zo
„gewoon", dat de gespecialiseerde
hovenier ze niet heeft. Er zijn deze
zomer al een 25 soorten op initia
tief van de werkgroep aangeplant.
Maar meidoorn, gelderse roos, ra-
telpopulier, peterselievlier, kardi
naalsmuts... moeten we in de na
tuur gaan halen. We zijn hier aan
de kweek, vandaar al die potjes en
plantjes op de binnenkoer. En met
de tijd komen die allemaal in
't park.
Ons park is schoon op 't eerste
gezicht, maar als ge begint op te
letten, vallen er twee dingen op
ten eerste, dat het park eentonig
is de boorden zijn dikwijls onbe
staande of eentonig de kloeke,
„wilde" soorten overwoekeren de
zwakke, die dan verdwijnen. Zo
bestaan ganse boorden bij voor
beeld uit sneeuwbes. De heesters
moeten hersteld worden en voor
al kleurrijke planten ontbreken
(hortensia, fuksia, om de gekend-
ste te noemen). In de zomer is. het
park te gelijkmatig groen.
Een tweede, erg belangrijk punt, is
dat het park nu 60 jaar OUD is.
Die 130 ingeplante boomsoorten
s-taan vanzelfsprekend niet alle
maal in hun natuurlijk milieu.
Daardoor bereiken ze hun volle
leeftijd niet. De delicate verdwij
nen, en, weer hetzelfde, de sterke
(es, en speciaal esdoorn) overwoe
keren. Samen met Cedo Nulli en
Humanistische Jongeren is er ver
leden herfst in de „boskens" al
flink wat jonge esdoorn weggehakt.
Het park is op dit ogenblik versle
ten. Het zal van langsom eentoni
ger worden. Jonge gekleurde bo
men zijn hier dus welkom. Een