- VIES OILSJT - VIES OILSJT -J/IES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT VIES OILSJT - VIES OILSJT - VIES OILSJT IN ÏVIEfTORIAfVI VRAAG BIJ EEN PETITIE UIT DE STEFAAN DE JONGHESTRAAT HEBBEN KINDEREN SN HET JAAR 1979 GEEN RECHT OP SPELEN MEER? BEN JE ALS MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT(E) GEÏNTERESSEERD OM TE WERKEN IN HET OCMW, ZORG DAN DAT JE DE JUISTE KLEUR HEBT Het graf een week later... Een volk dat zijn helden eert is groot en wijs. VIES ÖILSJT - VIESOILSJT VIES OILSJT - VfES* OILS jf mas Louis-Paul BOOM. Op een zonnige wandeling, alleen, van Aalst naar Erembodegem, bleef ik stilstaan op een baan, bij een poëtische naamOnze Lieve Vrouw ter Sneeuw, en bij de devote eenvoud van het gebouwtje middenin een bomenkrans. Ontdekkingsdrang en schoonheid dreef mij, vrijdenker, in de kapel der beewegen. Vandaag, Louis, ging je heen, en de vierende Aalstenaars zijn stiller ge worden. Jou naam komt op dit droe ve tijdstip overal ter sprake, en ook een en ander er om heen. En zo, pas nu ontdek ik dat het dat plekje was, waarover je schreef „Zomer te Termuren", want ik ben niet van de streek. En, neem het mij niet kwalijk, ik nam je boeken nog niet door. Straks de reden. Wel las ik al de kommentaren over je werken en genoot ik zoveel mogelijk van je kursiefjes. Ik hoorde je graag gezapig vertellen op de radio, en dat geschaafd dialekt van jou ligt vast op klankbandjes. Je geschreven woord zullen persen nog meermaals herdrukken. Is uw proza een „must", wees gerust dat „gat in mijn kuituur" wordt met tertijd gedicht. Zodra ik mijn eigen „halve rust" gevonden heb, onder meer de eenheid binnen de arbei dersbeweging. Want ik lees al 10 jaar geen romans meer, Louis. Kwestie van „a jour" te blijven, ver slind ik zoveel mogelijk artikels in tijdschriften en kranten, en mijn hunker naar poëzie vul ik met ge dichten, dat is kort en goed. Weet je, die verzameling der vooruitstreven- den, ik ben er van overtuigd, dat dit ook altijd in jouw hoofd en hart moet gespeeld hebben. En in deze Daens-stad moet het toch mogelijk zijn, Louis, basis en leiders der arbeiderspartijen en vakbonden te vermurwen en hen een handvest van vertrouwen te doen onderschrij ven. Daarna, duizend en één schrijvers wil ik nog lezen, en de eerste, dat zul jij niet toevallig zijn. De bewogen heid „schop de mensen een gewe ten" volg ik volledig in jou, en ligt die vraag eerder individueel, de kollek- tieve dimensie daarvan is voor mij „hoe schop je de mensen bij me kaar Maar, ik ben er zeker van, wij krijgen allemaal de tijd nog zat om boeken te lezen. ik heb altijd verlangd je eens per soonlijk te ontmoeten, Louis. Niet om je faam of talenten maar om je kleurrijk mens-zijn, en de speci fieke accenten die we eens zouden kunnen inpassen hebben. En indien we de sterrenwichelaars mogen ge loven, zouden we als tegenbeeld vissen-maagd goed moeten over eengekomen zijn. Het zou, denk ik ja, geklikt hebben. We hadden vast en zeker één pro bleem gemeen. Dat ik met jou eens gezellig wou babbelen of klappen, heeft niet mo gen zijn. Daarom richt ik mij hier, gedempt pratend, tot jouw rust. En haal deze oude herinnering nog eens boven. De litteraire kroeg „Het Nieuwe On kruid" in de hoofdstad, waar men kon zitten kouten over kuituur en politiek, onder het verbruik van x glaasjes schuimend vocht of een dergelijk geestrijks iets. Ze is er ook niet meer, je kwam dat café „intap- pen"ik heb je toen gemist, want je waart net weg, het was zeer vroeg in den morgen... Aan jou, LOUIS, Vlaamse Volks prins der Nederlandse Letteren posthuum deze anekdote. Eergisteren, de maandag, vóór je ons plots verliet, kon men in de Lange Zoutstraat het volgende ta fereeltje zien. Het tochtte uit het St.-Jorisstraatje en op het hoekje had iemand een prettige ontmoeting met een meisje. Aan wie hij vroeg of zij verleden jaar soms geen zichtkaartje uit de Antil len ontvangen had. Ze zei:„Maarja, ik heb mij steeds afgevraagd, wie denkt er nu in hemelsnaam aan mij op de Caraïben Is dat je voor naam Ze voegde er nog aan toe „Ik ben kontent dat ik het weet". En bij wijze van een populair liedje ginds „Que LINDA es CUBA gaf hij haar de betekenis van 'haar Spaanse naam Mooi, en voorwaar ze heeft haar naam niet gestolen. Op dat ogenblik. Bij het wisselen van die zinnen, merk ik je op aan de overkant van de straat, in gezelschap van een dame. Je droeg een lederen kortjas en een tas of boek in je rechterhand. Ik zei: „Kijk, Louis!" en zij antwoord de „Ja, Boontje Er waren de schaarse voorjaarsstra- len op die lentenamiddag. Ik heb nog het exacte uur. En voor dat moment ben ik op mijn beurt nu echt kontent. Het was de eerste keer, en spijtig genoeg ook de laat ste keer, dat ik jou in leven gezien heb. Stil vertel ik je nog dit ter afscheid, Louis. Bij mijn bezoek aan de Sovjetunie, ter gelegenheid van de viering van 60 jaar oktober-omwenteling, deed ik uit Vlaanderen 3 boeken mee. Bij de aankomst op de luchthaven, was men nogal streng op de invoer van geschriften. Ik begaf mij naar de kontrole-stand van een prachtige blondine, parlant un francais impec cable. Opende de Almanak vlak in het midden en zei „Beau, n'est pas Het was een kleurplaat „sol- daten-met-sterren" van het Rode Le ger. Op de nachttrein naar Leningrad, vodka en uitwisseling van geschen ken. Ik gaf onze Russische tolk, die vloeiend Nederlands sprak, „Sui ker", „Snoecks '78" en jouw „Voor stad groeit". Hij vroeg „Staat er bloot in Ik replikeerde „Ja, Valentin, dat zul je zelf wel zien". Maar, en ik bladerde, „dat is de foto van de man die dit boek schreef". En de man uit Moskou sprak :„Zo, is dat BOON, ik ken hem van lezen Oh, those Russians... Goede Reis, LOUIS, op jouw Eeuwi ge Tocht langs de Oneindige Kapel- lekensbaan... Steven COOLEN 10.5.1979 In het kader van het Jaar van het Kind vragen wij ons af ot sommige Aalsterse kinderen nog het recht hebben om te spelen. Het antwoord van het stadsbestuur op een petitie uit de Stefaan De Jonghestraat zal dit moeten uitwijzen. Toevallig vernamen we dat de va kantie-activiteiten op het speelplein in de Stefaan De Jonghestraat nrs. 17-19 nogal fel bekritiseerd werden door een dame die juist naast dit terrein woont. Deze dame, lesgeéf- ster, accepteert geen spelende kin deren in haar buurt meer. Het is inderdaad niet plezierig een ganse dag naast een groep joelen de en alles vernietigende kinderen te wonen. Toch ging het hier louter om een organisatiefout. Indien deze kinderen door verantwoordelijk- heidsbewuste monitoren zouden begeleid worden, dan zouden hun activiteiten en spelen de mensen uit de buurt heus niet hinderen. Nu hebben enkele flirtende monitoren bij de mensen uit de buurt terecht kwaad bloed gezet. Nu worden de kinderen zelf het slachtoffer van die enkelingen. Ve len onder hen hebben geen tuin om in te spelen, zoals deze dame en de meeste mensen uit de straat. Heeft zij er niet over nagedacht, dat zij tot de bevoorrechte klasse behoort wiens kinderen vrijuit in een eigen tuin en onder toezicht kunnen spe len Hoe zou zij zelf reageren indien zij per toeval niet over de geschikte middelen beschike om haar kinde ren een volwaardige vakantie te bieden In plaats van even daarover na te denken, heeft zij jammer genoeg misbruik gemaakt van de goede ver standhouding in deze buurt, om een onredelijke petitie op te stellen. Elke bewoner werd persoonlijk ge vraagd de petitie te ondertekenen. Zelfs mensen op een honderd me ter afstand van het terrein wonend, zouden moeten getuigen van het storend lawaai I Om de goede bu- renvrede te bewaren hebben de meeste omwoners de petitie onder tekend. Tussen haakjes de inwo ners van deze straat behoren even eens tot de beruchte bevoorrechte klasse, de meesten beschikken over geschikte speetmogetijkheden voor hun kinderen. Om te besluiten vragen we nog maals aan de bewoners van Aalst en specifiek aan de inwoners van deze straatHEBBEN MINDER BEDEEL DE KINDEREN DAN NOG STEEDS GEEN RECHT OP SPELEN Naam en adres bij de redactie bekend. Ik was werkzaam in het OCMW te Zottegem als stagiair (van de RVA) maatsch. ass. voor 1 jaar. De termijn liep teneinde, en aange zien dit werk me interesseerde en er toevallig in het OCMW te Aalst een interim (zwangerschapsverlof) vrij kwam, ging ik me aanbieden bij öe heer Van DerSpeeten, voorzittervan het OCMW. De eerste keren beperkten zich tot het afgeven van diploma en het stel len van mijn vraag tot tewerkstelling. De voorzitter antwoordde me dat er in het geheel geen werk was. Maar ik moest nog maar eens langs komen als ik begon te stempelen. O.K de derde, vierde, vijfde, zesde keer op het spreekuur, geen voorzit ter te zien. Hij had het volgens een bediende heel druk met de bouw van het nieuw hospitaal en „al de last met die boer daar die niet meewilde (ik las ook V.O. hierover), maar kom volgende... en volgende... en volgen de... en volgende week eens terug". Ik liet niet los, de achtste keer had ik prijs. Ondertussen was al twee maand voorbij. Het was reeds half april. De voorzitter was aanwezig. Ik zag een rooskleurig kaftje verschij nen „mijn dossier(tje)". Nogmaals legde ik uit dat ik een jaar praktijk achter de rug had en het werk me interesseerde. Doch ze namen nu geen interim meer aan, maar een stagiair maatsch. ass. van de RVA Dit is goedkoper. Hiervoor kwam ik spijtig genoeg niet in aanmerking. Je kan maar eenmaal als stagiair tewerkgesteld worden. Ik stelde voor dat ik, om nog goedkoper te zijn, wou werken als tewerkgestelde werkloze. Doch dit kon weer niet, omdat volgens Van DerSpeeten het OCMW geen uitbreiding mocht doen van z'n personeelskader. Een stagiair en een interim, wat zijn dat dan Hiervoor was bijna twee maand nodig om dit antwoord te krijgen. Ondertussen waren al verschillende klachten gekomen vanuit de sociale dienst. Er ontbreken nu drie perso neelkrachten maatsch. werkers. Er worden geen aanstalten gemaakt om deze te vervangen. Er wordt wel overgepraat, doch niets aan gedaan. Er zijn zogezegd geen kandidaten voorhanden I „En ik dan dacht ik hierbij. Ondertussen hoorde ik dat bij een kennis maatsch. ass. steeds maar van alle kanten aangedrongen werd om zo vlug mogelijk in het OCMW te beginnen. Doch zij kan niet, ze had (jammer genoeg voor het OCMW) vast werk gevonden. Terug in het kantoor van de voorzit ter... „eh... een laatste vraagje, bij welke vakbond en mutualiteit ben je aan gesloten Voita, alles was duidelijk. De andere kandidate stond op het lijstje van het ABVV en Bond Moy- son, ik zat bij de andere zuil (ACV en CM). Alhoewel wij beiden niets te maken hebben met de BSP of de CVP, wer den we er toch maar bij geklasseerd. „Jammer voor U, mevrouw, we kun nen u niet in dienst nemen, maar we zullen u wel op de hoogte houden" Vergeet het maar", dacht ik bij me zelf. De kwaliteit van je werk, en of je ervaring hebt in het soort werk, het speelt allemaal geen rol. Zelfs de werking van de sociale dienst werd al die tijd (en nu nog) belemmerd en geraakte in het slop. Allemaal om dan toch iemand van de gepaste kleur te kunnen vinden. Er is nu nog altijd geen vervanging voor de drie weggevallen maatsch. ass. De heren (dames) van het OCMW wachten allicht de nieuwe kersvers afgestudeerden af en pik ken daar dan een vriendje of vrien dinnetje uit. Een lezer naam en adres bekend bij de redaktie

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vies Oilsjt | 1979 | | pagina 10