viEsoiu-j^r DE FEITEN OP EEN RIJTJE l NIET UIT MEDELIJDEN MAAR UIT SOCIAAL RECHTSGEVOELCZSZSS BESLUITl VIES OILSJT VIES OILSJT VIFS DIIS.IT êYnoJrf\ ■ONWAGENBELEIDB VIES OILSJT - VIES OILSJT Op de gemeenteraad van 25 april jl. werd beslist dat er een terrein voor blijvers (woonwagenbewoners die ft langere tijd, soms verscheidene jf generaties, in een zelfde gemeente blijven) komt. Een tweede terrein, voor trekkers (die slechts een korte periode in een gemeente verblij ven), is in het vooruitzicht. In het septembernummer van 1978 bracht Vies Oilsjt een uitgebreid interview met zigeuners en pater Gilbert, die reeds jaren met het lot van de woonwagenbewoners be gaan is. In het interview hadden we het ook over een voorstel van ge meenteraadslid Chris Lievens- Borms i.v.m. een vast woonwagen- verblijf. Dit voorstel dateert van de gemeenteraad december 1977. Schepen De Maght verklaarde toen dat het kollege van burgemeester en schepenen het probleem reeds onder ogen had genomen en dat ierzake een onderzoek bezig was. Gedurende het hele jaar 1978 bleek het onderzoek langzaam te evolue ren naar een studie over de gevoe lens van sommige gemeenteraads- :edenencommissiesaangaandedit probleem. Als vertegenwoordigers van de gewone burgers lieten ver- s heidene onder hen foutieve voor- "delen en tekenen van onbegrip r*1 orschemeren. emand was tegen dergelijke sfoudplaatsen, integendeel, maar de it,houd en waarde ervan werd wel d'.-Mjjk verschillend gei'nterpre- tee 1979 tenslotte een aantal ge meenteraadsleden van verschillen de partijen interesseren zich voor de uitwerking van het project. Sa men met zigeuners en ingewijden in de problematiek wordt een beeld gevormd van wat die terreinen moe ten worden. De zigeuners zelf zien het ongeveer zo Het terrein mag niet te groot zijn (10 a 15 wagens). Op die manier kan men zich beter integreren bij de omwonenden. Men moet ermee rekening hou den dat niet alle nomaden de zelfde levensgewoonten heb ben. Zij zouden dan ook graag zelf kunnen beslissen met wie zij het terrein delen. Wanneer een paar plaatsen op het terrein vrijkomen, mag dat niet betekenen dat deze noodge dwongen moeten opgevuld wor den met zigeuners die ergens anders een geschikte plaats heb ben gekozen. Ook het terrein voor trekkers mag geen chaotische boel wor den. Wanneer een groep zigeu ners langs dit terrein wil passe ren, moeten zij dit ook in groep kunnen doen. Ook die mensen hechten belang aan wat privacy. In Nederland werden reeds in 1970 grote woonwagencentra geopend. De ervaring heeft uitgewezen dat ze slecht zijn. Eerst en vooral zijn ze te groot. Nomaden wonen in een cara van, akkoord, maar belangrijker nog is dat ze in familie leven, liefst in een gezellige kring (niet zoals op een gewone camping dus. Zie ook te kening). Op de gemeenteraad van 25 april jl. heerste een algemene vreugde toen schepen De Maght het goede nieuws aankondigde. Op de OCMW-gronden aan de Churchill- steenweg te Erembodegem (tussen snelweg en Houten Hand) komt een terrein voor blijvers. Het terrein is ongeveer 20 are en biedt dus ruimte voor maximum 15 wagens. Raadslid Van der Veken (BSP) stel de dat - bij aanduiding van het ter rein voor doortrekkers - de mening van de omwonenden zou moeten i gevraagd worden, misschien in de vorm^van een enquête. Dergelijke enquête echter is principieel ver keerd. Het woonwagenprobleem spruit immers niet voort uit het feit dat er zigeuners zijn, maar dat onze maatschappij de zigeuners tot een probleemgeval gemaakt heeft. Tij dens een studiedag over woonwa- genproblematiek te Brussel (10 fe bruari 1979) stelde mevrouw Van- gelabbeek het als volgt „De ach tergrond waarop ik het woonwagen- beleid zou willen zien, is als volgt vooreerst zou ik willen zeggen dat het woonwagenprobleem, en dan meteen ook het standplaatsenpro bleem, op zichzelf niet bestaat. Er is, en dat dan ook vooral, onze maat schappij als probleem. Een keihar de maatschappij waarin materialis me hoogtij viert. Een maatschappij waarin productie, consumptie en corruptie alledaagse dingen zijn ge worden. Bureaucratie en overstruc- turering gaan steeds verderen snel ler, in een wedloop naar macht en bezit. Vandaar een gemeenschap zonder ziel, en een totale ontmen selijking van de mens zelf en het midden waarin hij leeft. Plaatsen wij nu even het woonwagenbeleid, of liever het standplaatsenbeleid, te gen deze achtergrond. Dan meen ik toch dat het overduidelijk is dat er op de eerste plaats een inzet moet gebeuren tegen deze ontaarding van mens en samenleving. Dit voor al door sensibilisering van de reële problematiek dus niet alleen door het sensibiliseren voor een woon- wagenproblematiek, maar vooral voor de problematiek in zijn geheel, want we kunnen het niet van elkaar scheiden. Het ene is afhankelijk van het andere. Men kan zich de vraag stellen, maar hoe kan zo iets in werkelijkheid, in het dagelijks le ven Dan menen wij dat in het leven van iedere dag de mens cen traal moet gesteld worden door ge woon echt van elkaar te houden. Door bij ieder menselijk contact steeds opnieuw te peilen naar de echte levenswaarden die in ieder mens toch nog aanwezig zijn". Kunnen wij de toekomst van de woonwagenbewoners onderwer pen aan een enquête, gehouden in een maatschappij die in het totaal niet gesensibiliseerd is Het antwoord is volgens ons over duidelijk. Dergel'jke enquête zou niet meer zijn dan een tekening van eigenbelang en tegenstellingen die de problematiek alleen maar kun nen verergeren. Walter De Jonge (voor meer informatie Informatie Woonwagenbewoners p/a Hak, Houtmarkt 5, Aalst Uit „Een huis op wielen", uit gave van Vlaams overlegor gaan woonwagenwerken. Een reizende bevolking bestaat reeds van oudsher. Trokken zij vroeger te voet rond, en zochten zij slaapgelegenheid onder de blote hemel of bij minder weer in een schuur of stal, enkelen per mitteerden het zich een kar aan te schaffen, eventueel een hond of een paard ervoor te spannen. Sommigen trokken nog een zeil over de kar; en zo is de woonwa gen ontstaan, én de woonwa genbewoner. Grote afstanden werden niet af gelegd. Van dorp tot dorp trok ken ze, en waar ze langs kwamen poogden ze hun brood te ver dienen. Ze verkochten huishoudelijke benodigdheden, die voor de mensen in de afgelegen dorpen en boerderijen erg belangrijk waren. Zij waren een soort rij dende winkel, en vervulden al dus een nuttige en noodzakelij ke ekonomische funktie. Ande ren waren muzikant, of kermis reiziger, en brachten de dorps feesten tot een hoogtepunt. Nog ^anderen waren „oprui mers" ze verzamelden oude lompen, oude kleren, oud ijzer teneinde daarvan geld te maken. En naast dit hadden zij een an dere, zeer belangrijke funktie zij gaven het nieuws door, van familielid tot familielid, van dorp tot dorp, van streek tot streek. De intrek in de woonwagen ver oorzaakte een ruimtelijk isole ment. De woonwagenbewoners werden slachtoffer van wetten en reglementen die hen verwe zen naar de rand van het dorp, naast de vuilnisbelt. De kontak ten met de bevolking werden minder frekwent, de woonwa genbevolking als groep aan wijsbaar. Het ruimtelijk isole ment verhoogde dan ook het so ciaal isolement. De kontakten werden gespannen, het wan trouwen groeide. De woonwa genbewoner werd meer aange wezen op zijn lotgenoten tus sen sedentairen (n.v.d.r. dit zijn mensen met een vaste verblijf plaats) en woonwagenbewoners groeide een kloof, de woonwa genbewoner werd in de marge gedreven. Deze marginaliteit strekt zich op alle domeinen uit behuizing, onderwijs, sociale kontakten, maar ook beroep en zelfrespekt gaan eronder lijden. De woon wagenbewoner is een kansarme geworden, en dit wordt door de betrokkene sterk aangevoeld. Hij wordt apatisch en gelooft niet meer in zijn mogelijkheden en kansen op verbetering. Hij wordt nauwelijks' gewaar deerd in de samenleving en voelt zich dan ook weinig verantwoor delijk voor de rest van die sa menleving. Soms neemt hij het niet zo nauw met de heersende opvattingen en wetten. De vicieuze cirkel is compleet woonwagenbewoner en seden tair staan tegenover elkaar en wantrouwen elkaar. Kansarm staat de woonwagenbewonerte- genover de veranderingen die zich in de samenleving voltrek ken, en hij kan deze niet volgen of er zich tegen verdedigen. De problemen rond behuizing, on derwijs, sociale wetgeving groeien aan en worden comple xer. Hij kan niet meer opkomen voor zijn eigen belangen, heeft er de middelen niet toe, en wordt aldus verder de marginaliteit in gedrukt. VIFS rui sit \/ifs nn c it "/"Tc n t-s riiffRi vi fq nTTSTr

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vies Oilsjt | 1979 | | pagina 2