I
wordt vervolgd
ft;;
n
I !t
Iduceert de technisch denkende stedeling.
IIn onze beschouwing over de stad komen ;te dus tot
I een beschouwing over de hedendaagse mens -''wij-
Ij zelf'- en zulke beschouwing houdt een kritiek in,
J eerst en vooral een negatieve kritiek, die juist
I daardoor andere mogelijkheden voor de toekomst
«wijst. Het is duidelijk dat er uit de industrie-
jstad verbeteringen zijn gegroeid werkgelegen-
ïheid, minimumloon, woningvoorziening, parkaan-
lleg, scholen, sanitaire voorzieningen, sociale
«diensten, bibliotheken, musea... Maar vergeten
■wij toch niet dat dit alles zijn stinkende
Ikantjes heeft, en zo dit alles er ooit geko-
Imen is, dan is dat dank zij een harde strijd
en niet zo maar een geschenk. Vullen wij daar-
I om ons hoofd niet met lef en 'zie eens wat wij
toch allemaal hebben'. Wij sukkelen zo al vlug
I genoeg in slaap. Laat ons die zoetigheid ten-
1 minste bespaard blijven.
|de stedeling*
j De stad dringt haar waarden op aan de omgeving.
Alleen 'omgeving' wijst reeds op het superio-
I riteitsgevoel van de stedelingen. De omgeving
is er in functie van de stad. Op haar beurt
stelt de reuzestad de wetten op voor de andere
steden, die nu op hun beurt omgeving of provin
cie zijn. Welke zijn die wetten en die waarden?
Het zijn kortweg de waarden van de kuituur, die
mogelijk wordt door de steden. Ziet u ergens een
ministerie in de woestijn, een universiteit in
een woud, een museum in de bergen of een fa
briek in de zee. De stad is fundamenteel voor
al wat onze kuituur (of heden reeds beschaving)
uitmaakt, dit zijn staat, politiek, handel, in
dustrie, wetenschap, kunst, filosofie. Platte
landspoli tiek of plattelandswetenschap bestaat
niet. Geschiedenis wordt in steden gemaakt. Een
interessant verschijnsel sinds de opkomst van
de barokstad, dus van de kolossale machtscen
tralisatie, is de stedebouwkundige. Deze stede-
bouwkundige -zoals hopelijk uit dit artikel
blijkt- heeft een zeer ruime blik op onze kui
tuur, louter vanuit zijn professionele situa
tie. Zij is verwant aan die van de kultuurfi-
losoof
Herinneren wij ons de nomadische aard van de
grootstedeling en zijn ongeborgenheid. Hier
ten lande durven boeren en ouderlingen, dus
mensen die nog verbonden zijn met him geboor
testreek en hun huis, nog wel eens ziek, me
lancholisch worden of zelfs sterven wanneer
ze door bv. onteigening uit hun huis verjaagd
worden. Een Brusselaar verhuist van het ene
naar het andere appartement zonder heimwee.
Hij heeft geen thuis meer, laat staan een huis.
Dat zegt ons veel ever de 'ziel' van zulke mens
Hij heeft geen innerlijk tehuis meer.
Het innerlijk-religieuze (is niet het gods
dienstige), dat atheïstisch kan zijn, valt
bij die mens weg. Het innerlijke leven wordt
niet door een ander verdrongen, maar er is
gewoon geen plaats meer voor. Zoals de hui
zen van een sociale woonwijk -allen uniform-
zo is ook de 'ziel' van hun bewoners. Zoals
de straten en grote avenues, met zwaar ver
keer, rechtlijnig en louter functioneel, zo
is ook de ziel van de weggebruikers (zo noe
men 'wij' wanneer 'men' 'ons' aanspreekt voor
verkeersinformatie). Zoals de torenhoge flat
gebouwen ontdaan zijn van alle 'overbodige'
ornamenten en zelf tot louter geometrische
ornamentiek herleid, zo is ook de ziel van
hun huurders. En waar 'schone zielen' heden
wandelstraten willen en bloembakken plaatsen,
dan gebeurt dit niet als verfraaiing, maar
vanuit een rekenende ziel, die de winst van
de omliggende winkels bevordert. En maar za
gen zegt u, neen, u moet het durven zien.
Smalle straatjes, weet u wat dat wil zeggen
voor de machthebbers vlak na de Franse Re
volutie gespuis en klein volk, dus opstan
dig, dus broeiplaatsen van verzet en ten
zeerste geschikt voor stadsgevechtenWeet
u wat de vlak. na de Franse Revolutie aan
gelegde grote avenues betekenen Militair
verantwoord, want men kan gemakkelijk met
paarden en kanonnen door, dus deze voor
komen opstanden en laten toe die te onder
drukken de bewoners worden van elkaar
afgesneden, vervreemding, en ordelijke
bouw in dienst van de machtsideologie. Zie
daar de nieuwe stedebouwkunde. Indien u aan
het verschil tussen zulke lanen en straat
jes twijfelt, vergelijk dan vandaag eens de
Kapucijnenlaan en de St-KamielstraatEr
zijn uiteraard nóg andere redenen dan al
leen die van de macht.
Keren wij terug naar dat zogenaamde innerlijke
leven. Heden valt het samen met het uiterlijke.
Tot zulke uiterlijkheid behoren stadsfenomenen
als auto, voetbal, dancing, tv... Een poëzie
minnend criticus van de verslaafdheid, daar
aan antwoordt men soms, 'gij uw gedichten en ik
mijn voetbalmatch.Alsof gedichten een hobby zijn,
alsof poëzie en voetbalmatchen dezelfde zin hebben,
mijn voetbalmatchen dezelfde zin hebben, ja,
alsof het om dezelfde mensen gaat. De verwoes
ting van het innerlijke leven is stedelijk en
uit zich zowel in de heden gevaarlijk wordende
plundering en verwoesting van de natuur uit
produktie— en winstenlust, als in de inwendige
opbouw en organisatie van de stad. Dus naar
buiten en naar binnen toe, net als bij de mens.
De architekt, die Brussel vol van die reus
achtige glazen muiten zet, ken ik al zonder hem
ooit te hebben gezien. En ik kan mij ook dat
soort van mensen voorstellen die graag naar de
maan vliegen of een nieuw soort bom uitvinden.
Dat is door en door een stadsmens, een produkt
zoals alle andere produkten. Een produkt van
de massificatie. Massificatie van produkten,
massificatie van woningen, massificatie van men
sen. Maar een konfektiepak is geen kostuum op
maat, een flat is geen woonhuis, zou een mario-
«i
j
'l*
net dan wel een mens zijn
DIDO 19 januari
l
JAARMARKTFEEST IN BROLLEZELE
regie Jan Verbist
THE LAST WALTZ
Regi
duur
Martin Scorsese, U.S.A.,1977
116 minuten)
Na de zoraertournee van '76 besloot The Band voor
hun allerlaatste concert de Winterland—zaal in
San Francisco te huren, waar ze acht jaar vroe
ger onder de naam The Band debuteerden. Robbie
Robertson kwam op het idee het hele gebeuren
niet alleen op plaat vast te leggen maar ook
te verfilmen.
De regisseur Martin Scorsese, vatte Robertsons
uitnodiging als een uitdaging op en begon aan
een groots opgezette voorbereiding.
Het resultaat is verbluffend. Naast The Band
treden nog enkele muzikale pop-grootheden op.
Hun namen vormen een indrukwekkend lijstje
Bob Dylan, Neil Young, Ron Wood, Van Morrison,
Dr. John, Paul Butterfield, Eric Clapton,
Muddy Waters, Ronnie Hawkins, The Staples,
Joni Mitchell, Emmylou Harris, Ringo Starr,
Neil Diamond. De parodie echter op het Onze
Vader, voorgedragen door ene Lawrence Fer-
linghetti getuigt van een banale wansmaak.
A-religieus klinkt het wel in eerste instan
tie, maar Bob Dylan brengt er dadelijk de
ernst weer in door het duidelijk eerlijk
uitgesproken "May God Bless You". Dat The
Band ook niet die profeten zijn die "men"
er ooit in zag, komt aan bod in de banale
interviews die er vrij onopvallend tussen
enkele nummers werden ingegooid. The Band
en vooral Robbie Robertson onthullen zich
als gewone mensen met één speciale gave
muziek spelen en beleven. Al de rest is
larie.
Op 14,17 en 18 januari 1980 brengt Anton Cogen
in zaal Madeion, en dit telkens om 20.15 uur,
"Jean Jacques ROUSSEAU" in een vertaling van
Maggy Van Herreweghe en in een regie van
Monique Schrans.
Een unieke kans voor wie de voorstellingen in het
Gentse Kafkatheater gemist heeft, om alsnog ken
nis te maken met dit prachtig eenmanstoneel
Het gaat om een collage van teksten uit het li
teraire werk van de 18e eeuwse denker, J.J.
Rousseau speelduur ongeveer 1 uur 15 minuten).
Anton Cogen, in de rol van Rousseau, maakt er
een parel van.
Vermits het hier om een stuk gaat dat best ge
bracht wordt in een klein sfeervol theatertje,
zal een gedeelte van de grote Madeion ongevormd
worden tot "kamertoneel". Mocht «i«ze vorm in
Aalst voldoende succes kennen, dan staat niets
een herhaling van soortegelijke produkties in
de weg.
Op 27,28 januari en op 3 en 4 februari 1980
progammeert PACT dan, eveneens in zaal Madeion
DE BENDE VAN JAN DE LICHTE, een oeuvre van
L.P. Boon bewerkt door Pieter de Prins.
Dit is in feite een herneming met nagenoeg de
zelfde rolbezetting van de succesproduktie van
KLV (gespeeld eind 1977). Wij zijn er evenwel
van overtuigd dat heel wat Aalstenaars de ge
legenheid niet zullen laten voorbijgaan om
nogmaals mee te leven met deze realistiche,
volkse brok toneel.
Deze herneming gaat door in het teken van een
L.P.Boonherdenking.
Schollaert Ronald
In het prille begin van het seizoen startte het
Meirteater met een schot in de roos. Het tur
bulente en kleurrijke toneelspektakel dat
JAARMARKTFEEST IN BROLLEZELE" was, liep weken
met volle en enthousiaste zalen en de pers was
unaniem vol lof over dit unieke toneelgebeuren
Op een jaarmarkt speelt een rondreizende kome
diantentroep het bijbels drama van de mooie
Ester. Voor, tijdens en tussen de taferelen
verschijnen een bonte verzameling personages
landlopers, liedjeszangers, kwezels, een bel
leman, een veldwachter, een dorpspoëet, enz.
Allen hebben ze hun eigen visie over kunst,
zedelijkheid en zinnelijkheid.
De Nieuwe Gazet blokletterde "JAARMARKTFEEST
IN BROLLEZELE", vuurwerk van acteertalent.
De kunde waarmee het trio^met Johny Voners
op kop, dat klaarspeelt, en de gezellige
sfeer waarin de voorstelling baadt, maken
van dit jaarmarktfeest" een meer dan aan
trekkelijk spektakel... en De Standaard
"GOETHES WRAAK KNAP IN MEIRTHEATER" Een
huzarenstukje brengen de drie akteurs die
samen 18 personages uitbeelden. Johny
Voners, vooral hij, maar ook Janine Bi-
schops en Dirk De Batist zetten leuke mens
jes op de planken en gaan er enthousiast
en in hoog komisch tempo tegenaan.
De Gazet Van Antwerpen "VROLIJK JAARMARKT-
FEEST IN KLEURRIJKE MEIRTHEATER". Die rol-
lenwisseling gebeurt bovendien in een niets
ontziend tempo, waarbij van de betrokken
acteurs het uiterste wordt gevèrgd. Janine
Bischops, Johny Voners en Dirk De Batist
zijn in die zware opdracht wonderwel ge-
Woensdag, 16 januari, 198O te 20.00 uur zaal
V.T.I. Vakschoolstraat, Aalst
Organisator Theater Lanseloet
onder auspiciën van het Ministerie voor
Volksontwikkeling en Openbare Lektuurvoorziening