BOEK
UIT STENEN GEBOREN
Sons is het voldoende
je in een andere Dimensie te begeven(1)
Soms is het voldoende
te beseffen 1 Het werd weer een heel ^ijn weekend' (2)
Soms is het voldoende
te weten dat alles doodgewoon ongewoon is
Soms is h.-.t voldoende
Guy VAN HOOF aan het woord te laten
(1) Guy Van Hoof is redakteur van het literair tijdschrift
Dimensie. Kontaktadres Pacificatiestraat 38 te Antwerpen.
(2) Zijn laatste bundel is te verkrijgen door storting van
220 Fr op rekening 001-0766195-68 op naam van Dimensie, Rot
terdamstraat 82, 2000 ANTWERPEN met de vermelding Guy Van
Hoof - Gelukkig werd het weer een heel fijn weekend.
Dromen, regenbogen lijken echt
het grijs van velletjes gesattineerd papier
of brieven zonder datum
als de ongevraagde schilfers verf op een terras
of houtspaanders
of kleurschiftend glas
ergens lijdt iemand nu dezelfde pijn
ergens is het zomer
ergens sterft een gele zakdoek en een platenhoes
iemand zoekt het uit en
iemand vindt het nooit
er zit een hel in elk gedicht
er zit een kwaad en elke liefde
Helden zei hij (Tom Verlaine), woorden
met het soort afschuw dat van kinderstemmer
wordt verwacht
hij bewoog onbeweeglijk op het scherm
van mijn rode teevee op het strand
verliefdheid is alleen in korte zinnen
uit te spreken
naast het strand is geen weg
en van het einde loopt geen weg terug
door deze woorden kijkt nooit iemand heen
je hoort alleen dat ze bewegen
als een vinger d\e wil spreken
als een oog dat zich iets voorstelt
Na de gebaren die hij maakte
volgde stilte als het vallen
van de regen op een huis van bladgoud
woorden gewikt en daden zorgvuldig overwogen
minder konkreet dan in een vorig leven
ging hij scheep
een raam geeft uit op een geschilderd landschap
waarin rood in vele tonen zingt
nu zit hij met een koffer op zijn knieën
labels noemen steden waar hij met zijn ogen
nog steeds rondloopt
Soms is het voldoende
toe te geven dat je hoofdpijn hebt
Soms is het voldoende
jezelf niet te verwarren met de man uit het verhaal
Soms is het voldoende
voor ogen te houden dat je een nieuwe faze begint
Soms is het voldoende
dat ze mijn hand maar even aanraakt
Soms is het voldoende
in een cirkel te gaan zitten om te ontsnappen
aan de val van de hemel
Soms is het voldoende
dat ze mijn gezicht herkent
Soms is het voldoende
mijn naam in te vullen om cr aan te tv/ij fel en
of ik wel echt besta
Soms is het voldoende
de wereld een andere naam te geven
De scheepsarts die me fieenam
(hij vroeg het, ik ging mee)
naar een huis waar je in vele kamers
non het water hoorde, dat af er toe
voor iemand niet te diep was of te zwart
Hij steTde mo voor aan zijn ingelijste
tantes, een erg jong en heel gewoon,
ges terven, drie zusters Tet een frans
klinkende voornaam
Daar schreef hij dagboeken en brieven
onder een groene lamp; hij droomde
d a t z i j r« sc.!) i p v e r g i r, g h e f h u i s
werd leeggeroofd
De tantes bleven
'Ik ker.de ze maar al te goec. Het zijn
•dezelfde vrouwen met dezelfde preutsheid
•en geloof, hun handen beefden lichtjes,
'hu: glimlach was dubbelzinnig en zij
leden mij denken aan een pianist
'met hoge koorts die danseressen begeleidt
"UIT STENEN GEBOREN" EEN WEI
NIG VERRASSEND MAAR DEGELIJK RO
MANDEBUUT
Een verblijf in het buitenland -
om beroeps- of toeristische re
denen- is één van de meest ge
liefde alibi's om een boek te
schrijven. Voor de doorsnee bur
ger met latente literaire ambities
is het de kans om zijn belevenis
sen op papier te zetten (en er
daarna de familie en vrienden mee
lastig te vallen). Voor de brood
schrijver is het een goedkope ge
legenheid om zijn naar nieuw pro-
dukt hunkerende lezers voor een
haartje zoet te houden.
"Villa des roses" (WiTlem Els-
schot), "Max Havelaar (Multatuli)
"Het ganzenbordWard Ruyslinck),
"Een man kwam van de Cerro"(Her-
man Vos"Oostwaarts" (Louis Cou
perus) en "Goed en kwaad" (Marnix
Gij sen) zijn slechts enkele voor
beelden van werken die met in het
buitenland opgedane inspiratie
geschreven werden,
In deze "buitenlandse" romans
onderscheiden we twee groepen
men heeft de IK-romans, waarvan
de auteurs zichzelf interessant
genoeg vinden om de hoofdrol te
vertolken, en men heeft daar te
genover de romans waar de auteur
derden ten tonele voert, die een
op waarheid gefundeerde intrige
bevolken
Voor deze laatste vorm heeft
Guido Tireliren, leraar aan een
Aalsters college, geopteerd.
Gedurende 1 jaar had hij het ge
luk (nou ja) in Zaire te vertoe
ven en dat verblijf kreeg onder
de vorm van "Uit stenen geboren"
een literair uitlopertje. "Uit
stenen geboren" is geen boek dat
de Vlaamse literaire hiërarchie
woest door elkaar gaat schudden,
maar het is zeker een verdienste
lijk en met kennis van zaken ge
schreven werk.
In "Uit stenen geboren" ver
telt Tireliren het verhaal van
Baila, een Zaïrees agronoom die
voor het CDI(Centrum voor Dorps
integratie) werkt. Het CDI houdt
zich bezig met kleinschalige
dorpsprojekten waarlangs men
nieuwe ideeën i.v.m. hygiëne,
1andbewerking e.d. tracht te
verspreiden. Het is Baila's
taak deze ideeën te propagande-
ren en zijn landgenoten duidelijk
te maken dat het CDI het goed
met hen voor heeft. Hierbij
komt heel wat overredingskracht
kijken, want het verleden heeft
de negers geleerd een diepe arg
waan te koesteren tegenover de
blanken en hun projekten.
Doordat Baila gestudeerd heeft en
voor het CDI werkt, heeft hij een
verwesterd denkpatroon aangekweekt
Hierdoor is hij als het ware tus
sen twee stoelen terecht gekomen.
Enerzijds voelt hij zich nog sterk
verbonden met de immobilistische
en op magie en mystiek gefundeer
de samenleving van zijn ouders en
grootouders, maar anderzijds be
seft hij goed dat de nieuwe ont
wikkelingsmogelijkheden meer
toekomst bieden. Dit dilemma
wordt gematerialiseerd in de keu
ze die Baila moet maken tussen de
bruidschat voor een derde vrouw
of de bouw van een stenen huis
(zijn financiële toestand dwingt
hem tot eliminatie van één van
beiden). Indien hij nog een der
de vrouw huwt, blijft hij verder
en misschien wel definitief-
vastgehaakt aan de verouderde
traditioneel polygame maatschap
pij vorm van vroeger. Met zijn
ogen cp de toekomst kiest Baila
echter voor het huis en voor de
westerse leefvorm. Hij zet zelfs
nog een stap verder, doordat hij
Yolande zijn eerste en hoofdvrouw
ontslaat van haar echtelijke ver
plichtingen en haar naar haar fa
milie laat terugkeren.
Gedurende de bouw van het huis
baart Tete, Baila's tweede
vrouw, een tweeling, jongen en
meisje. Het zoontje is direkt
de oogappel van de fiere vader,
maar de familie deelt niet in
zijn enthousiasme. Volgens de
traditie zijn tweelingen immer
kinderen van de slang, en men be
schouwt het jongetje als een
kindgeboren voor het kwaad.
Daarenboven haalt Baila zich nog
de woede van zijn familieleden
op het lijf doordat hijzijn
---T-rrr-—.,~z:
UIT STENEN GEBOREN een ver
haal rondom een entv/i kkel i ngs-
projekt in Zaïre) - Guido Tire
liren - Lar.noo fielt, 215 blz.,
250 BF.
kind Gbabio wil noemen, Dit
voornemen druist echter in tegen
de traditie die wil dat het bena
men van tweelingen voorbehouden
blijft aan de familie. Deze
noemt Gbabio, zeer tegen de zin
van de vader in, Kunda(wat be
tekent "geboren voor het kwaad").
Het geluk dat Baila mag ervaren
is slechts van korte duur. Door
een dom ongeluk raakt Gbabio
zwaar gekwetst en moet hij over
gebracht worden naar een ver af
gelegen ziekenhuis. Een ongeluk
komt nooit alleen, zegt de volks
mond, en dat blijkt ook hier het
geval te zijn. Tete, die in het
ziekenhuis bfj haar kind diende
te blijven, gaat ten onder aan
heimwee en ylucht met haar nog
niet geheel genezen kind naar
Baila terug. Deze vroegtijdige
afbreking van de genezing resul
teert in de dood van Gbabio.
Als gevolg hiervan ontstaat een
diepe vervreemding tussen Baila
en Tete. Wanneer dronken fami
lieleden het bijna voltooide
huis vernietigen, stort Baila's
wereld totaal in. Nu hij zijn
zoontje en zijn huis - die bei
den zin gaven aan zijn leven
kwijt is, heeft het leven voor
hem geen enkele zin meer. Hij
trekt weg naar Gemena, een noor
delijk gelegen stad waar hij
werk vindt en kennis maakt met
korruptie, hongerlonen en andere
uitwassen van het op westerse
leest geschoeide stadsleven.
In het harde labeur ziet Baila
kans om het verleden te begra
ven. Tegenover zijn omgeving
blijft hij onverschillig, zelfs
de steeds populairder wordende
ideeën van het verzei weten hem
niet aan te spreken. Na de in
val in Shaba verandert die inge
steldheid echter zodat Baila,
als "subversief" bestempelt, een
vrij onzacht verhoor moet onder
gaan. Hierdoor wordt hij ge
sterkt in zijn overtuiging dat
hij een rol moet spelen in de
revolutie maar een vriend over
tuigt hem ervan dat zijn revolu
tie het CDI-werk is (toen hij
naar Gemene vertrok had hij het,
zonder taal noch teken te gever,
gelaten voor wat het was).
Erg overtuigend is de geraffineer
de beschrijving die de auteur
geeft van het doen en laten van
zijn hoofdpersonage. Baila mag
dan wel goed zijn best doen om
modern te zijn en te denken,
maar zonder dat hij het zelf be
seft, zit hij nog erg nauw ver
strikt in de op oeroude tradi
ties gebaseerde leefwereld van
vroeger. Er is niet veel nodig
om zijn nuchter, rationeel den
ken aan het wankelen te brengen
en te hervallen in het geloof ir
de kracht van rituelen, toverfor
mules en bezweringen. Al met al
is dat natuurlijk begrijpelijk,
want men kan moeilijk vandaag al
les verloochenen wat men tot gis
teren nog geloofd heeft, om zo
over te schakelen tot een geheel
tegengesteld denken.
Kritiek kan men uitbrengen op de
bijtijdse langdradigheid van het
boek en op het niet verklaren van
sommige inlandse woorden. Het
inlassen van lokaal taalgebruik
is natuurlijk interessant omdat
het "couleur locale" aan het
beek geeft. Tireliren doet dat,
maar sommige woorden verklaart
hij niet - voetnoten zijn toch
een kleine moeite Voor ex-
kolonialen of mensen die voor
verklarende uitleg kunnen terug
vallen op een nonkel-pater die
ooit r.og eens Kongo 1 eeskesge
kerstend heeft, zullen woorden zo
als rnobali, ridako nza mbo of lupa
go geen problemen stellen maar
vcor anderen (waartoe ook ik be
hoor) blijven het tovertermen
Met "Uit stenen geboren" voegt
Ti reliren' een interessant boek
toe aan de reeds vrij omvangrij
ke kollektie Vlaamse Zaïre-
literatuur. Na dit debuut mag
Guido Tireliren verdere ambities
koesteren.
William De Geyter