1880.
Aalst, 5 Augusti.
iV 7.
Fr. 4-00 1L o o ®r,&*
VOOR VRIJHEID. WAARHEID EI RECHT.
if w tA# V m§ bA#
aankondigingen jHT/ ®c abonnementsprijs
KlerikaSe taal.
Louisa Lateau
opgesloten
\J ;^HBPrak v J N v J 's jaars voor heel het
's jaars voor de stad. land.
15men den drukregel. mm is voorop betaalbaar.
VOORUIT f f W De aankondigingen
verschijnt wekelijks verzoekt men uiterlijk
den Donderdag ^m/ ^B des Woensdags voor
in den namiddag. W BB B B W m B 1 6 uren namiddag te
Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et CU. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc.
Het klerikale blad van Roeselare
De Mandelgalm bevatte den 3 Juli
een artikel waarin bet volgende voor
kwam
A indien Leopold I geleefd had,
bet zou niet gebeurd zijn, en wij zou
den Belgie niet moeten toeroepen
In plaats van Afrika te willen gaan
beschaven, moest gij u zeiven be
sschaven. De v/ijze Leopold I, die zelf
voorden dooriuchtigen Pecci, onzen
paus, den kardinaalshoed vroeg en
hem het grootlint zijner orde
schonk, zou. onze domme ministers
een stamp onder hun gat gegeven
hebben en zijn onwetenden kwajon-
gen (Leopold II), dat vijfde wiel aan
den wagen dat ons zes miljoen per
jaar kost, bij ztjne ooren getrokken
hebben.
In zijn nummer van I0,l°" .Tuli,
schrijft datzelfde vuilblad Katho-
lieken, gij zijt verwittigd neemt
uwe maatregels. Misschien hebben
wij in 1880 het werk van 1830 te
herbeginnen. Is dat niet een op-
9 roep tot de revolutie
In hetzelfde nummer staat er
Verders laten wij den Avenir bij
dezen weten dat wij in 't geheel van
geene prokureurs bange zijn en dat
wij den koning, even als de eenvou-
digste sterveling, maar groeten voor
zooveel hij onze groetenissen ver-
dient. Wij willen dat het hoofd van
HEKSEN EN HEKSENMEESTERS IN
VROEGEREN TUD.
fple vervolg en einde.J
En hoe werd het proces gevoerd
De heksen werden eensklaps aange
grepen, in eene duistere en vochtige
gevangenis geworpen en daar aan ar
men en beenen geboeid, terwijl nog
bovendien twee ketenen haar lichaam
omknelden. De rechters trachtten
eerst door zachtheid den aangeklaag
den eene bekentenis te ontlokken, en
dit gelukte hun menignaal. In de ak
ten der heksenproceseen treffen wij
bekentenissen der ongelukkig vrou
wen aan, die ons met evenveel verba
zing als afgrijzen vervullen. Anderen
ontkenden en op deze werden stren
ger maatregelen toegepast. Men gaf
haar prikkelende, zoute spijzen te
eten en daarbij slechts weinig drinken,
dat niet in staat was om den branden
den dorst te lesschen. Zoo iiet men
haar eenige dagen in den kerker zit
ten, en nam haar vervolgens in het
verhoor. Bekenden zij niet, dan wer
den zij bovendien van alle nachtrust
den Staat een deftig en onpartijdig-
man zij, die het algemeen belang,
res publicoe boven het persoonlijk
belang stelle en d vt uoet onze ko-
NING niet. Zegt dat ook aan den
den Prokurenr, Brugsche kwèker.
In zijn nummer van 17 Juli schrijft
hij het volgende
Enfin, opdat uwe lezers zouden
kunnen weten wat zeggen van zul-
ke snoode aanra ding ;n zul en
wij in ons eerstkomend nummer
hen en u eens aan den neus hangen
waarom wij voor onzen koning geen
keerske branden en zelfs voor hem
ons hoedje niet zouden afnemen. Ge
kunt het dan ook 'nen keer gaan
zeggen aan den prekureur.»
Voeg daar nu bij, wat al de ande
re klerikale bladen schrijven, bijvoor
beeld 't Land van Aalst dat de boe
ren bij middel van logens en bedrog
tot oproer en oneerbiedigheid voor
ivet en koning ophitst, de Bien Public,
die onze Grondwet eene vuilniskar
noemt, de katholieke klok, die zegt
dat België een verrot l md is, dat in
een bad van bloed moet genezen wor
den enz. en gij zult een gedacht heb
ben van de taal welke tegenwoordig
onze klerikale gazetten voeren, zou
men niet zeggen, dat al die kerels bij
onzen Pie Witborstel ter school ge
weest zijn
Waarlijk, de klerikale bladen geven
tegenwoordig de communardsbladjes
tien voor.
beroofd, totdat zij, tot den dood toe
uitgeput, op nieuw verhoord, en wan
neer zij ook nu nog bleven ontkennen,
de aan pijnbank overgeleverd werden.
Meermalen ging aan de pijnbank de
tranenproef vooraf. De priester of
rechter, die het verhoor bijwoonde,
legde dei aangeklaagde de hand op
het hoofd, en bezwoer haar bij de
bittere tranen, welke de Heiland een
maal voor ons heil aan het kruis ver
goten had, tranen te vergieten indien
zij onschuldig was, maar niet, zoo zij
schuldig mocht zijn. Kon de heks niet
weenen, dan was dit een voldingend
bewijs voor hare schuld. Kon zij het
wel, dan bleek hieruit hare onschuld
nog volstrekt niet, daar satan haar
wellicht slechts schijnbaar de oogen
met tranen bevochtigd had.
De aangeklaagde werd nu bij de fol-
terwerktuigen gebracht de rechter
schetste haar met de levendigste kleu
ren hunne vreeselijke uitwerking en
spoorde haar nog eenmaal aan om
hare schuld te bekennen. Volgde
hierop geene bekentenis, dan begon
En toch klagen zij, dat ze geen vrij
heid hebben
Bij 't lezen van zulke afschuwelijk
heden, die enkel kunnen uitgebraakt
worden door lieden die van den dui
vel der razernij bezeten zijn en alle
gevoel van eer en vaderlandsliefde
verloren hebben, gevoelt men slechts
verachting en walging in zich opko-
En dat zijn d3 organen der conser-
vateurs
Er was een tijd, en het is nog niet
lang geleden, dat Louisa Lateau bij de
katholieken en in de klerikale pers
afgeschilderd werd als eene. heilige
hare bloedvloeiingen werden gehor-
den voor miraculeus, en de geeste
lijkheid hield niet op overal uit te ba
zuinen, dat de vinger Gods hier dui
delijk zichtbaar was.
Sinds de zoogezegde zinneloosheid
van Mgr. Dumont, aan wien Louisa
Lateau bijzonder gehecht is, zijn de
rollen deerlijk veranderd.
De miraculeuse van Bois d'Haine wil
het gezag van Mgr. Durousseau, den
nieuwen bisschop van Doornik niet
erkennen voor haar blijft Mgr. Du
mont het eenig geestelijk opperhoofd.
De clerikale pers heeft wel het te
gendeel willen doen gelooven, maar
twee brieven van den pastoor van Bois
de pijniging, gewoonlijk met de duim
schroeven, die de duimen zoo sterk
samenpersten, dat het bloed onder de
nagels te voorschijn kwam de twee
de graad van pijniging bestond in de
aanwending van de Spaansche laar
zen, waartusschen het been zoo hevig
gekneld werd, dat de beenderen bijna
verpletterd werden.
Eene vreeselijke pijniging was de
expansie de heksen werden met op
den rug samengebonden handen door
middel van een daaraan bevestigd
touw in de hoogte getrokken, tot dat
de armen ontwricht boven het hoofd
stonden. Zoo liet men de ongelukkigen
zonder steunpunt eenigen tijd hangen
en pijnigde haar intusschen nog op
allerlei wijze men liet haar eens
klaps vallen en trok haar dan weer
snel in de hoogte, men hing haar ge
wichten, soms tot 50 pond zwaar, aan
den grooten teen, begoot haar met
brandewijn en ontstak dien, of bond
haar brandende strooken zwavel om
de leden.
Volgens de wet mocht de pijniging
d'Haine zelf en door Mgr. Dumont in
de dagbladen afgekondigd, slaan die
leugens den bodem in.
Te dier gelegenheid heeft deze laat
ste nog eenige meldenswaardige bij
zonderheden, die een klaar licht wer
pen in den klerikalen winkel en de
kerkelijke comedie.
De pastoor en pater Gyot zoo
schrijft de zinnelooze bisschop
hebben officieel Louisa met den
ban der II. Kerk bedreigd, krachtens
de bijzondere macht aan Du Rous-
seaux gegeven.
(Het woord Monseigneur komt niet
uit de pen.)
De pastoor heeft Louisa formeel
9 verboden den Bisschop van Door-
nik nog te ontvangen Louisa heeft
het mij geschreven, mij tevens ver-
zoekende geene rekening te houden
van hetgeen de pastoor zegt.
De pastoor heeft aan Rosine (de
zuster van Louisa) opgelegd, het
huis gesloten te houden, doch Ro-
sine, die toen nog niet overhaald
was, heeft geantwoord, dat het huis
voor mij altijd zou open wezen, en
9 dat, zoo iemand er moest buiten
9 blijven, dat de pastoor was.
9 Mijnheer de pasto'or heeft toen
9 aan Louisa gezegd dat zij eene god-
9 delooze en van den duivel bezeten
9 was (possédée du diable), en hij is
9 zoo kwaad geworden, dat hij op het
9 punt was haar te slaan 9
Verder verhaalt Mgr. Dumont dat
niet langer dan een kwartier duren,
dikwijis echter werd zij vele uren ach
tereen voortgezet, tot eindelijk de ge-
pijnigden ten gevolge der ondragelijke
smarten bekenden wat men van haar
weten wilde.
Op die bekentenis volgde, zoo zij
niet herroepen werd, steeds het dood
vonnis. Doch werd het herroepen, dan
begon eene nieuwe pijniging, nog
scherper dan te voren. Slechts hoogst
zelden bezaten de aangeklaagden
kracht genoeg om te volharden bij de
betuiging harer onschuld, om dan
met ontwrichte en gebroken ledema
ten als ellendige verminkten zonder
schadeloosstelling uit de gevangenis
ontslagen te worden.
Ook andere, minder wreede midde
len om de schuld of onschuld eener
van hekserij beschuldigde aan het
licht te brengen, werden somtijds
aangewend. Men woog haar b. v. of
wierp haar in het water had de aan
geklaagde het gewone gewicht, of zonk
zij in het water, dan werd zij onschul
dig, in het tegenovergestelde geval
werd zij schuldig verklaard.