880.
Aalst,!8 Augusti.
Fr. 4-00
Fr. 4-73
VOOR VRIJHEID WAARHEID EK RECHT.
i\'° 9.
door J. A. Susanna.
Genomen uit het fransch werkje
Histoire naturelle drolatique et philoso-
phiqne des professeurs du jardin des
plantes.
aanltondigin gV n
De abonnementsprijs
I et oordeel van eencn
aap over den mensch.
Wie is er nu veranderd?
Th o mas van Aquinen.
s jaars voor de stad.
'1 omen den drukregel.
VOORUIT
verschijnt wekelijks
den Donderdag
in den namiddag.
's jaars voor heel het
land.
is voorop betaalbaar.
De aankondigingen
verzoekt men uiterlijk
des Woensdags voor
0 uren namiddag te
zenden.
Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et Cc. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc.
DE GEESTELIJKEN ZIJN GODSLAS
TERAARS.
Uitlegging eener catechismusvraag.
Heden willen wij onze lezeren be
wijzen dat de geestelijken, de bis
schoppen aan het hoofd, godslaste
raars zijn, en onvermijdelijk voor
eeuwig zullen gestraft worden.
In wat manier geschiedt blasphe-
mie
Als men God of zijne heiligen iet
toeschrijft dat tegen hune eer is, of iet
loochent dat hun toekomt, of van de
zelve spotsgewijze spreekt. (Zie 23"
les van dén catechismus;.
Blasphemie, lezer, wil zeggen gods
lastering. Iets loochenen dat God of
zijnen heiligen toekomt is eene gods
lastering.
Bij voorbeeld, zeggen dat God niet
rechtvaardig is, dat is eene godslaste
ring. Tot staving daarvan slaan wij den
catechismus met uitleggingen open
V. Is het blasphemie of godslaste
ring te zeggen, dat God niet recht
vaardig is
A. Ja want dit is iet loochenen,
dat God toekomt.
Welnu, lezers, volgens de priesters
is God niet rechtvaardig.
Onder vele voorbeelden halen wij er
een enkel aan.
Volgens de catholieke leer vervangt
deprieeter in den biechtstoel de plaats
van God zeiven wanneer de priester
iets vergeeft, is het God die vergeeft
wanneer de priester iets weerhoudt,
is het God die weerhoudt.
Nu, een gemeenteonderwijzer gaat
Martin, de beer, deed, van den aap
vergezeld, op een mooien dag der
verledene week een gezondheids
kuiertje in den Jardin des plantes te
Parijs. In een der lanen van het la
byrinth stiet de beer met zijn' poot te
gen een oud boekske, hetwelk daar
achterloos vergeten was en openval
lende, den titel vertoonde Histoire
naturelle. De aap maakte er zich ter
stond meester van, keerde en wendde
het naar alle zijden en eindigde met
bij eene zinsnede te blijven stilstaan,
welke hem bijzonder belang scheen
in te boezemen.
Wat voer je daar toch uit riep
hem de beer toe zich omkeerende,
te biecht in de eene of andere Kerk
van België indien hij zegt officieele
onderwijzer te zijn, de priester, de
plaatsvervanger van Godzal hem
geene absolutie geven. Gaat hij in
Frankrijk te biecht, en zegt hij in
België officieele onderwijzer te zijn, de
priester, de plaatsvervanger van den
zelfden Godzal hem zonder de minste
moeite de absolutie schenken.
Volgens de priesters zou God dus
twee maten en twee gewichten heb
ben. Dezelfde zaak zou hij in Frank
rijk vergeven en in Belgie straffen. Ware
dat rechtvaardig
Ziet gij nu, lezers, dat de geestelij
ken godslasteraars zijn
Doen wij thans nog een kijkje in
den catechismus met uitleggingen.
V. Is godslastering groote zonde
A. Ja zij is eene van de gruwe
lijkste zonden, en zij is dikwijls op
eene zienlijke wijze van God gestraft
geworden.'
De godslastering is dus eene dood
zonde. En hoe zullen de doodzonden,
en bijgevolg ook de godslasteringen
der priesters gestraft worden
Openen wij weder den catechis
mus.
V. Voor wie is de hel
A. Voor die welke buiten het
waarachtig geloof sterven, en ook voor
die welke gelooven, maar buiten de
liefde Gods met doodelijke zonden ver
scheiden.
Volgens den catechismus zeiven
moeten de prieters den ketel in
kom dan
Met je verlof, mijn waarde
vriend wacht een oogenblikje en
kom me eens even met je verstand te
hulp. Ik wou wel weten, van welk
dier hier sprake is.
En de aap zich in het gras nederzet
tende las hem de volgende woorden
voor
Homo diurmus, linn. Iundunathe-
rion. Gm. enz.
Hier volgt eene diagnose van den
mensch, waarna de beer uitroept
Wat zonderling dier Smijt dat
gebabbel weg en volg me.
Neen, neen roept de aap
ik moet daar het mijne van hebben.
Zie, daar komt juist de kat van mijn
heer de Blainville zij zal ons zeggen,
wat er van is.
Onze twee vrienden gaan Raton te
gemoet en deelen haar hunne verle
genheid mede. Raton neemt het boek
met al de deftigheid van een akademie-
lid, tuurt langen tijd op de zinsnede
Gij, maar ik niet, antwoordde een
pachter aan zijnen pastoor die hem
over de schoolkwestie kwam spre
ken.
Gij, die sedert een jaar slecht vindt
alwie en wat gij vroeger loofdet en
aanmoedigdet.
Gij, die eertijds alle politiek uit ons
dorp trachttet te bannen om er een
dracht en vriendschap alléén te doen
heerschen, en die nu overal, in huis
gezin en in famillie, twist en twee
dracht zaait.
Gij, die nu uwe schoone zending
miskent en de echte princiepen der
religie onder de voeten trapt. Want
wie tellen wij heden tusschen uwe
grootste aanhangers en voorloopers
van uw hatelijk politiek Mannen die
nooit van God of gebód gehouden
hebben vloekers, lasteraars en be
driegers kwezelaars die jonge meis
jes verleiden en schandvlekken an
dere die ontucht of onkuischheid toe
laten en aanmoedigen in één woord,
schijnheiligen die gij wel kent en ze
nogthans voorspreekt omdat zij met
u het officieel onderwijs helpen be
vechten
Ziedaar, mijnheer de pastoor, hoe
gij veranderd zijt.
Bewijst mij nu eens dat ik het ook
zij
Omdat ik onze goede gemeente
school voorsta Wel ik heb nooit an
ders gedaan en heb geene reden om
van gedacht te veranderen.
Integendeel als vriend der waar-
en zegt op doctoralen toon
De tekst is HomoEr is hier
sprake van den mensch.
Maar wat zegt men van den
mensch vraagt Marlijn.
De tekst is zeer geëmbrovilleerd,
antwoordde Raton, en daar de
ze regels door den mensch zeiven ge
schreven zijn, verdenk ik ze van
groote partijdigheid en verklaar ze
derhalve eene ernstige beschouwing-
onwaardig.
Luister, roept de aap daar valt
mij iets in. Raton heeft gelijk zoo
lang de mensch zijn eigen geschied
schrijver is, zal zijn portret natuurlijk
gevleid zijn en hij zulke woorden ge
bruiken, dat het ons arme dieren
wel zal blijven schemeren. Het is in-
tusschentijd, dat wij te weten komen,
hoe wij het hebben met ons onder-
voogdij te houden. Ik stel der
halve voor, dat men onder ons een
schrander dier kieze, dat zich gedu
rende eene maand met een nauwgezet
heid, fs het mij eene plicht geworden
mij tegen uwe lage aanvallen te ver
zetten
En daarom, niet waar, hebt-ge mij
het plankske gegeven Denkt-gij mis
schien dat ik daarom slechter ben of
voor slechter aanzien wordt Maar
antwoordt dan toch
De geestelijke gramschap van M.
den pastoor scheen zoo groot dat hij
geen woord kon uiten misschien ook
wel was de H. Geest hem ter hulp ge
sneld om een dom antwoord te ver
mijden, want hij vertrok zoo spoe
dig mogelijk.
De verstandige pachter lacht er nog
mede. Mochten de boerkens zijn voor
beeld volgen en eindelijk hunne oo-
gen klaar openen, dan ware het wel
dra gedaan met alle soorten van ver
drukkingen die de kleine burger dage
lijks moet ondergaan.
Maar nog een weinig geduld het
bobijntje is bijna afgeloopen, en wij
verzekeren hier dat het roomsch po
litiek nooit zal heerschen in ons klein
vrij Belgenl'and Mgr. Dumont zelf
heeft daar het spelleken voor gespe
ten dat men liever zijne bekendma
kingen leze...
Wie kent er Thomas van Aquinen
Dal is een heilige, ten minste volgens
geleerd wordt, en nog al een heilige,
waarvan Je tegenwoordige Bans, Leo
XIII veel van houdt, zoodanig veel dat
hij hem heeft aangebeld als de patroon
onderzoek zal bezig houden van den
physieken en den zedelijken mensch,
en na dien tijd, zijne broeders, in al-
gemeene vergadering saamgeroepen,
met de uitkomst zijner onderzoekin
gen zal bekend maken.
Het denkbeeld is goed, ant
woordde de katbelast u dan met
die zorg ik ben in staat, u bouw
stoffen te leveren, en Martijn zal den
adel onzer vrienden doen samenko
men.
Eene maand daarna, terwijl een ie
gelijk in slaap gedompeld lag, ver-
eenigden zich de dieren door den
beer bijeengeroepen, in het labyrinth
de aap klauterde op den ceder van
den Libanon en hield voor de aan
dachtige menigte de volgende lezing
Waarde kameraden
De mensch is een wit zwart, rood
of geel dier, over de geheélè opper
vlakte van den aardbo' v 1,_ lu b
bende schier overal dey. i evens-
wijze, zijne gedachten uitdrukkende
!$x3K?>-ï3
OORUIT