1880. Fr. 4-00 Aalst, 2 September. J\° 11 Fr. 4-7;» TOOR VRIJHEID WAARHEID EU RECHT. door J. A. Susanna. aankondigingen De abonnementsprijs liet oordeel van eenen aap over den mensch. Aan den schandpaal. 's jaars voor de stad 15mon den drukregel VOORU verschijnt weB^lijks den Donderdag in den namiddag. 's jaars voor heel het land. is voorop betaalbaar. De aankondigingen yerzoekt men uiterlijk des Woensdags voor 6 uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et Cr". Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc. MANNEN VAN DEN VOORUIT Ons artikel van Donderdag verle den, getiteld Onze liberalen heeft zulken bijval gehad, dat wij in den loop dezer week zeven abonnenten in de stad zelve hebben bijgewonnen. Dat is een bewijs, dat het Aalstersch pu bliek, dat onze burgerij van kop tot teen liberaal is en dat wij hier nooit gevallen zijn, dan uit reden, dat zeke re onzer hoofdmannen te veel gepitn- peerdte veel aristokraat en niet ge noeg volksgezind waren. Heden gaan wij vooruit Velen die vroeger tegen wil en dank bok waren, komen tot ons terug, omdat zij zien, dat onze partij de ware belangen van het volk, van de burgerij verdedigt en zij niet langer onder de dwingelandij van pater rector en zijnen aanhang willen staan. Wat men er ook van zegge, de mensch is vrij geboren en wil vrij leven. Men kan hem wel eenen oogenblik mislei den, door zekere verblindheid gesla gen, zal hij zich wel eenigen tijd als slaaf laten behandelen, doch er komt een tijd dat de dwingelandij zijne boeien zoodanig verzwaart, dat hij het juk eindelijk moede wordt, de ke tenen die hem knellen verbrijzelt en de stukken naar het hoofd zijns mees ters werpt. Die tijd is voor velen ge komen liet onverstandig, onbe kwaam en verkwistend bokkenbe- stuur de dwang, de vriendjesliefde, de partijdigheid zijner akten de ke mels die het geschoten heeft de af gebrande toren, de vernieling van on zen ouden, vermaarden beiaard, de 1"° Vervólg. Wanneer de wezens van deze soort eenmaal de gewoonte hebben aange nomen om te eten, ten einde hunne zindelijkheid te streelen, worden zij de slaven van dezen hartstocht, en men koopt dan met maaltijden hunnen wil en hun geweten. Met betrek tot het drinken is het nog erger gesteld. De andere dieren drinken alleen wa ter maar de mensch drinkt alles, be halve water. Als hij gedronken heeft, weet hij niet meer wat hij zegt hij begint jolig te zijn, dan opgewonden, dan gek, vervolgens woedend en ein delijk stort hij ter aarde, in een ver gulde kamer, als het een groot heer, in het slijk als het een voddenraper is. De eerste wordt door zijne knechten ontkleed, te bed gelegd en in de krankheid verpleegd, die hij zich vrij- boulevardkwestiede geldverprosserij aan de pompiers, het fluitjesmuziek, de stadhuiszaal enz. enz. en honder den andere zaken, steken in den neus van 't volk en voorspellen den aan staanden val van de onsterfdijken, die hunne namen in het brons op de klok ken van den beiaard hebben doen prijken! Indien de liberalen nu waarlijk wil len zegenpralen en voor goed het bok- kenkraam doen vallen, dan hebben zij maar onzen raad te volgen, dan moeten onze kopstukken maar doen al wat wij hun in ons artikeltje van zondag jl. Onze liberalen hebben voorgehouden. Mannen, die in Aalst liberaal en bui ten Aalst klerikaal zijn mannen met twee gezichten, Janussen, kunnen wij goed missen en zullen wij over boord werpen Mannen, die alleen li beraal zijn om op de kussen te zitten en te banketteeren kunnen wij even goed missen; tot zulken doen wij gee- nen oproep. Wij zullen alleen de hand reiken aan mannen, die het Avel en oprecht meenen met de zaak van het volk, met de zaak van het liberalismus. Men onthoude liet wel wij zijn met acht redactieleden van den Vooruit wij zijn vrij en vastberadene mannen en wij hebben besloten geenen mi- limeter,geen haartje van den weg af te wijken, dien het zuiver liberalismns moet bewandelen. In de stad, op den buiten, hebben de rechtzinnige libe ralen onze pogingen begrepen en wor den wij meer en meer ondersteund, willig op den hals heeft gehaald. De tweede wordt achter slot gebracht. Maar, van drinken gesproken, zegt de aap, terwijl hij zijne lippen met de tong lekt, ik zou wel een glas- je suikerwater willen.... Ziehier, ziehier liet gewenschte water, schreeuwt een lori, die voor dienstknecht speelt en den boomstam bekloutert, een kokosnoot in zijn poot houdende. Na gedronken te hebben, vaagt de aap zijne lippen af, en vervolgt aldus met betrekking tot het verstandelijk en zedelijk gedeelte, is de mensch blijkbaar ook een bijzonder wezen. De rede is, volgens zijn zeggen, een uitvloeisel van, ik weef niet wat, dat hem vrijheid gegeven heeft, over alle wezens, die hem omringen, den baas te spelen, ook over die van zijn eigen soort. Hij bedient zich van zijne rede op zeer tegenstrijdige wijze. Zoolang hij aan zijne eigene richting is overge laten, bezit hij gewoonlijk gezond ja, wij zijn eene macht geworden, waarmede men zal afterekenen heb ben. Met onze geleerde en geëerbie digde liberale opperhoofden zullen wij moedig en verstandig medestrijden voor het goede voor den laster zul len wij het hoofd niet buigen onze rechtvaardige zaak zullen wij met hel denmoed verdedigen en het volk ver lichten en beschermen. Vooruit liberalen Vooruit, hand in hand en in dicht geslotene gelede ren VooruitVooruit met al onze krachten, met ons verstand, ons hart en onzen ijzeren wil Vooruit, als moedige strijders. Aan ons behoort de zegepraal De redactie. Ja de redevoering die baron De Coninck in den Senaat al hakkelen af gelezen heeft, moet aan den schand paal genageld worden. Al de dagbladen van het land spreken er met misprij zen en spotternij van. Men heeft com passie met den man die zoo weinig waarheid en betamelijkheid aan den dag legt. De redevoering van den Se nator is zulke bespottelijke aartsdom migheid dat wij niet mogen nalaten dezelve te laten kennen. De Grieken maakten hunne slaven dronken om de kinderen afschuw te leeren voor de zatlapperij. Dat zullen wij nu ook doen met eenen dolzinnigen senator, wij zullen zijne redevoering laten kennen, opdat hij zelve beschaamd zou wor den over zijne daden. Ziehier wat de beleediger der on verstand zoodra ontvangt hij echter geen opvoeding, of hij verliest liet vermogen om naar de ontvangen in drukken te oordeelen en redeneert nog siechts naar hetgene hij geleerd heeft. Hij heeft geene verklaring van het geen hij weet, dat is hem zelfs verbo den maar daarentegen verklaart hij alles, watlhij niet weet. Nooit zal hij redetwisten over hetgene hij door middel zijner zintuigen waarneemt, maar hij kemphaant tot den dood over dingen, die hij niet begrijpt, en dewijl hij meent een bijzonder licht te bezitten om ze te verstaan, verfoeit en vervolgt hij diegenen, welke zifne meening niet gelieven aan te nemen. Dedingen, die hij met dezelfde namen aanduidt, zijn er verre af van dezelfde waarde te hebben. Hetgeen de een zeer wel vindt, vindt de andere zeer verkeerd, zeer leelijk, zeer slecht. Hetgeen de een deugd heet, heet de ander ondeugd. Hetgeen bij sommigen derwijzers in den Senaat uitgebraakt heeft wij voegen er de bijtende en bloedige antwoorden bij die den se nator heeft kloeten verduren zonder een woord te spreken, want de man las, en eilaas hij is niet in staat een woord te spreken zonder papier voor zich Welke vernedering Bovendien niet een lid der rechterzijde is den heer De Coninck ter hulp gesprongen, allen waren diep beschaamd en lieten den Merckemschen baron vallen met den leegstee dienst. Ziehier volgens de Annates parle- mentaires, wat de aristokraat uit zijne botten geslagen heeft men moet le zen om te kunnen geloven M. de baron De Coninck. Men betaalt breed met het geld soms moei lijk gewonnen, luiaards wier scholen ledig staan. Protestatien' links.) M. Bara, minister van jnsticie. —In dien men u dezelve beleediging naar het hoofd wierp, wat zoudt gij zeggen? M. De Coninck. Dat is geene be leediging. M. Bara, minister. Weihoe dat is geene beleediging Wat zoudt gij antwoorden als men van uwe monik- ken zegde Het zijn luie paters. Onze onderwijzers werken om het volk te onderwijzen, te ontvoogden. Uwe waardeering is eene grove beleediging; ja, het is eene plompboersche belee diging het is eene vrijwillige belee diging aan het adres van beambten die onmisbaar zijn aan den bloei van het land. M. Van Schoor. Wat doen uwe paters M. d'Andrimont. En de broeder- kens Deze doen vuile dingen. fGe- lacli, links. M. De Coninck. antwoorden.... geoorloofd en aanbevolen is, is bij an deren verboden. Hier wordt hij, die deze of gene daad verricht heeft, met eerbewijzen overladen, terwijl zij bij genen met den dood gestraft wordt. Aldus noemt hij een groot man een menschelijk wezen, dat zich aan het hoofd van een groot aantal zijns gelij ken plaatst en andere wezens van zij ne soort gaat vervolgen, om die te dooden vervolgens rooft, plundert en schendt hij en brengt hen in sla vernij, die zich niet meer kunnen ver dedigen. De menschen hebben een God, dien zij aanbidden en danken, wen hun een groot geluk te beurt gevallen is. Die God voor wien zij eindeloos twisten, is een oneindig wezen, vol van goed heid, een zinnebeeld van liefde, in wiens naam zij elkander dooden en verscheuren, alleen om Hem te belie ven, en wanneer zij veel menschen gedood hebben brengen zij Haar plechtigen dank, Ik moet u niet I OORUIT

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1880 | | pagina 1