Aalst, 20 Januari.
F14. 4-00
iV 30-
Fr. 4-73
VOOR VRIJHEID
HEID EN RECHT.
's jaars voor de stad
's jaars voor heel het
land.
aankondigt ngeo
15m" den drukregel.
VOORUIT
verschijnt wekelijks
den Donderdag
in den namiddag.
De abonnementsprijs
is voorop betaalbaar.
De aankondigingen
verzoekt men uiterlijk
des Woensdags voor
6 uren namiddag te
zenden.
Compagnie Générale deTublicité Etrangère G. L. Daube et C". Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc
GEDWONGENE GIFTEN.
Niettegenstaande dat in ons land de
zoo rampspoedige overstroomingen,
bijna, algemeen geweest zijn en dat
zij dringende behoeftens voor nood
lottig gevolg hebben, gaan onze cleri-
calen maar immer voort met, zoo bij
de onbemiddelde als bij de rijke -lie
den, in België zooveel geld mogelijk
rond te halen, en dit enkel om hetzel
ve naar Rome, dien waren geldklok,
te zenden.
Het is waarlijk voor al de lieden,
■welke door de overstroomingen gele
den hebben en aan wie dus de gelde
lijke hulp hunner medeburgers nu
zoo goed zoude van pas komen, hard
om te lezen, dat zoovele honderde
d'uizende franken uit ons vaderland,
om zoo te zeggen naar het hoofd
van den Paus gesnv ten wor
den.
Men weet immers dat deze laatste
enkel uit koppigheid, de toelage wei
gert aan te nemen, welke hem jaar-
lijksch door het Italiaansch gouverne
ment aangeboden wordt.
Daar die toelage zoowat drij millioen
en half bedraagt, zoude het geld van
St. Pieterspenning, gemakkelijk in
ons land kunnen blijven.
ij denken ten minste dat de Paus
het met dat sommetje wel zoude
kunnen stellen.
Het hoett hier niet herhaald te wor
den, dat die bedelarij op grooten
voet, het rondhalen van den St. Pie
terpenning, al meer en meer tegen
het hoofd van alle weldenkende lie
den springt, te meer, daar op alle
plaatsen van eenig belang de bedelarij
zelfs aan de noodlijdenden verboden
wordt en tusschen voor of binnen
de deur bedelen bestaat er immers
geen verschil
Wan neer hierover kwestie is, dan
denken de clerikalen alles gezegd te
hebben met hunne gewone uitvlucht
Al wie niet wil geven moet niet ge
ven en kan gemakkelijk weigeren.
Eh wel dat is volstrekt bezijden
de waarheid Inderdaad, den St.
Pieterspenning wordt, zooals men
weet, door de geestslijken zeiven
rondgehaald.
Wij vragen nu aan onze lezers hoe-
vele er tusschen hen zijn die daarin
tegen hunnen dank geven
De eene voor de eerste communie
hunner kinderen, de andere omdat zij
kalandisie hebben van clerikalen, nog
andere omdat de geestelijken hen, in
geval van weigering, bij de eene of
andere rijke oude matant zoude in
ongenade brengen en honderd andere
redens.
De zedelijke invloed der geestelij
ken op de eenvoudige lieden, is vol
doende om deze te verplichten van
hunne zuurgewonnen centen te geven
om dezelve naar het overzadelijk llo
me te zien dragen.
Zoolang de geestelijken die rondha-
ling zullen doen, is men dus niet vrij
van te geven of te weigeren.
Dat men dezelve eens door andere
personen laat doen, of nog beter, dat
men eenen afzonderlijken offerblok
voorden St. Pieterspenning in de kerk
plaatse, men zal dan eens zien hoevet-1
kleiner de opbrengst is en men zal
tegelijker tijd het bedrag der vrije
giften kennen.
Maar wij zijn bijna verzekerd, dat
men dit niet zal riskeeren.
HIP 1 HIP 1 HOURRAH VOOR
MECHELEN.
Verleden woensdag was het ge
meente keus te Mechelen.
Er moest maar een raadsheer ge
kozen worden maar van zijnen keus
hing de meerderheid in den raad af.
Men was daar 10 clerikalen tegen
10 liberalen en dit jaar zijn het alle de
clericalen die in October, moeten her
kozen worden.
Men ziet dus van welk belang
den keus van woensdag was en men
begrijpt licht dat men van beide zij
den alles in 't werk stelden om te ge
lukken.
M.Lamot,liberaal, bekwam 1423 stem.
M. Vanderghote, clericaal. 1373 id.
Mgr Decshamp kwam in rooden
mantel stemmen, en den bisscchop
van Doornik Mgr Durousseaux, nog
kiezer te Mechelen zijnde was tegen
woordig eri bekleedde zelfs de plaats
van scrutateur. En niet tegenstaande
de populariteit van den clericaicn can-
didaat. ondanks eene zekere liberale-
rij dat men hem wilden toepassen, is
uien er niet in gelukt,,
De stad van den aartsbisschop zal
dus onder den mijter nog niet ver
smacht worden.
Hip Hip Hourrah! voor onze
vrienden van Mechelen.
DE MILICIEWET EN DE
SEMINARISTEN.
M. Paul Bert, heeft in de Kamer der
gedeputeerden van Frankrijk, een
ontwerp van wet voorgesteld, strek
kende om de seminaristen aan de mi-
liciewet te onderwerpen.
Reeds sedert verleden jaar is een
dergelijk voorstel gedaan geweest
door de meerderheid der iniddensek-
tie onzer wetgevende Kamer.
Sedert dien hebben de clerikale
bladen op alle toonen geschreeuwd
dat. de religie vervolgd werd, dat de
jongelieden van hunne studiën niet
mochten afgetrokken worden, en dui
zend andere redenen, die voor een
onderzoek, hoe oppervlakkig het ook
zij, verdwijnen als rook.-
Indien de maatregel toegepast werd
op de priesters zelven, die toch ook
maar burgers zijn, zooals de andere,
en strikt genomen aan al de ver
plichtingen zouden moeten onderwor
pen zijn, welke de natie vergt, dan
zou men misschien al de eene of an
dere min of meer gegronde rede kun
nen bijbrengen. Maar het is hetzelf
de niet met de seminaristen.
Inderdaad, is liet noodig, dat men
de jongelieden, die misschien later
zullen priester gewijd worden, reeds
behaudele op den voet van die. wel
ke het al zijn
Is het rechtvaardig dat de ouders
dier jongelieden, eerder dan wij, ont
slagen zijn van eenen ramplayarit te
koopen
Is het betreurenswaardig dat die
jongelieden slechts op den ouderdom
van dertig jaren priester worden, dan
wel op liuii drij-en-twintigste jaar
Wanneer een boerenzoon, die in
het dorp opgekweekt is en priester
zou worden zonder ooit de wereld ge
zien te hebben, door tiet lot aange
wezen wierd om gedurende d' ij jaren
het gemeenzaam leven met andere
burgerjongens te ondergaan, alvorens
zijne geestelijke beloften uit te spre
ken, zou daar kwaad bij zijn 1
Indien het den roep diens jonge-
lings nil t is, indien hij aan de proef
niet wederstaat en naar het seminarie
niet terugkeert, zou dit een kwaad
zijn Is hetpaiet beter een priester
minder, daW^een slechte meer
Wanneer een militiaan vrijgesteld
wórdt inoet er een ander in zijne
plaats optrekken. Dat een jongeling
aan wie het in het hoofd speelt, on
derpastor, jezuiët pf capucien te wor
den, een ander jongeling die 't huis
dikwijls zeer moeielijk kan gemist
worden in zijne plaats doet marchee-
ren, is dit rechtvaardig
Is het onredelijker de studiën der
Theologanten te onderbreken dan die
der advokaten, doktors, ingénieurs of
zoon wiens daghuur aan de moeder
onontbeerlijk is
liet leger is uit burgerzonen samen
gesteld dat men vreest gedurende
eenigen tijd de seminaristen met
hen te doen omgaan, zij die eens
hunne predikanten en hunne biecht
vaders moeten worden, is dit verstan
dig
Op al die vragen kunnen de cleri
calen niet antwoordon. liet volk ver
staat dat het niet langer mogelijk is
voor eene zekere klas van burgers
een voorrecht te behouden, hetwelk
aan de andere ontzegd wordt. De ge
lijkheid voor de wet moet beoogd en
verkregen worden.
nijveraars, van onze kindeten die ee
nen stiel leeren of die reeds den han
del der ouders voortzetten, van den
TOEZICHT DER KLOOSTERS.
Het schijnt dat de Kamers zich met
de belangrijke kwestie van het toe
zicht der kloosters eerlang gaat bezig
houden. Die kwestie is sinds langen
tijd hangend en het is tijd dat zij eeno
oplossing bekome. Wij weten niet
waarvoor, als rnen een grijzen of
bruinen rok aantrekt, men daarvoor
zou moeten vrijgesteld zijn zich aan
de volksoptelling te onderwerpen.
De wet zal het princiep bekrachti
gen van gelijkheid tusschen de gees
telijken en de wereldlijken.
Een pater heeft liet recht zijnen toe
vlucht te nemen tot de rechtbank,
even als elk ander burger, moet hij
dan ook het recht hebben van woning
en van naam te veranderen als hij
wil, en geen spoor over te laten van
zijn verblijf
In de huidige maatschappij waarin
wij leven, moet elke persoon reke
ning geven van zijne verplaatsing. Als
hij van verblijfplaats verandert, moet
hij er bericht van geven stapt hij in
een hotel af, men biedt hem het reizi-
gersboek ter onderteekening aan. Het
is in zijn eigen belang dat hij op elk
oo^enblik moet kunnen zeggen waar
hij gisteren geweest is en wat hij heeft
gedaan.
In de kloosters kent men niets
daarvan. De persoon die daar intreedt,
verdwijnt burgerlijk, om maar weèr
voor den dag te komen als het belang
zijner orde zulks verlangt. Men bi gint
met hem zijnen naam te ontnemen,
een versleten kleed dat aan den kap
stok wordt gehangen. Verder geen
toezicht of geene waakzaamheid meer
op zijnen persoon zijne fouten, zijne
misdrijven, ontsnappen aan alle be
straffing. Zijne kloosteroversten alleen
beraadslagen over zijne daden, spre
ken zijn vonnis uit zonder beroep en