1881. Aalst, 5 Maart. iV5t> Fr. 4-00 Fr. 4-73 VOOR VRIJHEID WAARHEID EN RECHT. 's jaars voor de stad. 'aankondigingen 15rncn den drukregel. VOORUIT! verschijnt wekelijks den Donderdag in den namiddag. s jaars voor heel het land. De abonnementsprijs is voorop betaalbaar. De aankondigingen verzoekt men uiterlijk des Woensdags voor 6 uren namiddag te zenden. Compagnie Générale dePublicfté Etrangère G. L. Daube et C'c. Paris, Londres, Frankfort s. M., Berlin, Vienne, Zurich etc A AN ons de toekomst Alwie voor vrijheid vecht, voor zich zeiven en voor eenieder de persoon lijke vrijheid wil, de vrijheid der druk pers en van 't spreek gestoelte be geert, de vrijheid van vereeniging, van onderwijs en eerediensten ver langt, alwie de dwingelandij verfoeit, van waar ze ook komen moge, die man is liberaal. Liberaal waren de mannen van 1789, die ons met eene nieuwe we reld begunstigden die de toover- woorden VrijheidGelijkheid en Broe derlijkheidde wereld door hebben doen galmen. fJberaal waren de zes leden der fiansche kamer, die in 1815 de stroom van den tegenopstand poogden te be dwingen en Lodewijk XVIII verplich teden de vermaarde bevelen van 5 september 1816 te teekenen, de vori ge kamers ontbonden en de poorten van het Wetgevend paleis voor de op positie wijder openden Liberaal, waren Foy, Benjamin, Constant Casemir Perier. enz. Op den oogenblik zelfs dat frankrijk de wel bestudeerde redevoeringen dezer moedige mannen loejuichte, wierd het woord dberaal inden zin van voorstaan der der vrijheid genomen, voor de eerste maal gehoord, 't Wasr tijdens de zitting van 1820. Moei van hunne tegenstrevers steeds over openbare vrijheden te hooren spreken, wierpen Mijnheeren de koningsgezinden, hen als een smaadwoord, den naam van liberaal toe. Door al de organen der drukpers herhaald, diende deze naam van dan af tot het aanwijzen eener partij, en spijts al de zoo onnoozele als kleingeestige spotternijen, der over drevene koningsgezinden, rekende gansch Frankrijk zich welhaast tot plicht als liberaal bekend te staan al wat in Belgie jong, bekwaam, on baatzuchtig en vaderlansch was, nam het in eere tot het liberalism te be lmoren. Och zeker ontbreken den nieuw geborene geene aanstootelijke schimp namen bestempelen de katholieke gazetten ons met den naam van god- deloozen, atheisten, oproermakers, schelmen, dieven, eerloozen, galg mannen en andere titels reeds aan de geuzen, onze voorouders der XVI eeuw gegeven, zij doen niets dan de lieflijkheden ziften waarmee de godvruchtige gazetten van 1820 ruim schoots doórzaaid waren. Dagelijks nog wordt de liberale par tij met domme, scheldwoorden be stempeld en gaat de klerikale pers heldhaftig voort ons in het gezicht ha re machtelooze modder toe te werpen. Doch wat zijn de tijden verandert'. Overal, ja, overal heeft zicii net libe ralism uitgebreid. Heeft het in 1830 de revolutie gemaakt, in 184S deed het de stevigste kronen waggelen in de machtigste en rechtgeloovigste koninkrijken heeft het allenggkens wortel geschoten, zoo in de kleinste dorpen als geringste gehuchten, heeft het, ja, tot zelfs in de plaatsen, meest door vooroordeelen van 't verleden ingenomen, inbreuk gemaakt. Overal beteekent liberalism voor uitgang, eerlijkheid en vaderlandsch- liefde tot onze partie belmoren zij niet die schanddaden verrichten of met oneer overladen zijn. De goede oude tijd ontstelt zich, de oude ge dachten vervallen, vooroordeel en bijgeloof verdwijnen spijts de onver poosde en bovennatuurlijke pogingen eener heerschzuchtige onverdraagza me geestelijkheid. Welken weg hebben wij sedert 1830 niet afgelegd en nu dat ons de vrou wen hunne machtige medehulp ver- leenen zullen nu dat tot de kleinste gemeente een man bezit, die zijne kinderen den koning, het vaderland en de grondwet zal leeren beminnen nu zullen wij met reuzen schreden vooruitgang, en des te spoediger daar het groote Frankrijk ons het voor beeld zal toonen. Eenige jaren nog, en geen puntje der aarde of de liberale gedachten zullen er doorgedrongen en aanhan gers gevonden hebben. Alles werkt met ons mede alles bevoordeeligt ons en de drukpers, en het spreekgestoelte, en de fouten der geestelijken en hunne banvloeken, ja tot zelfs de ijzerenwegen. Iedere plaats, hoe gering ook, met eene spoorbaan begunstigd, zal ongetwij feld liberaal worden 1 De toekomst is aan ons, en dit is de oorzaak van het gedurig gebrul der geestelijkheid HEILIGE MARTELAARS, BIDT VOOR ONS Och God, wat zijn ze toch te be klagen, zoo vervolgd, zoo gefolterd, gepijnigd, gemarteld worden en dat alles zonder morren of klagen Ge dwee als een lam laten zij zich ter slachtbank leiden biddende, gelijk de zaligmaker, voor hunne vijanden en beulen Maar, Redacteur van de Vooruit, van wie spreekt gij hier Hoe vrienden, is 't mogelijk, dat gij oogen hebt en niet ziet, ooren en niet hoort Aures habent et non audi- unt, oculos liabent et non vidtbunt Welaan, stijve liberalen komt met mij mede, ik zal u de martelaars met den vinger wijzen. Te Rome, daar leeft de opvolger van den heiligen Petrus, eerste Paus. Deze Petrus, was een arme visscher zijn meester, de Zaligmaker, was de zoon van eenen timmerman, de stich ter der kerk en de eerste opvolgers waren dus arme lieden. Nu is de Paus van Rome veel slech ter!! Hij moet in een paleis wonen, dat 1100 kamers bevat zijne kleede ren blinken van goud en edel gesteen ten, hij is omringd van honderden kardinalen, bisschoppen en prelaten van alle slach hij heeft, duizenden dienstknechten, die op den eersten wenk, zich zouden armen en beenen breken, om hem te gehoorzamen, 't Is waar, dat de man het nog al kwaad en lastig heeft hij moet drie dagen op de week zakkendrager spelen om de millioenen franken, welke hem door de katholieken van geheel de wereld gezonden worden in zijne kelders te dragen en wat er nog moet bijge voegd worden, om al zijne ellende te doen uitschijnen, is, dat hij op rot strooi moet slapen Zie, daar is de eerste en hoogste martelaar, och, heilige Leo, bid voor ons, wij op onze beurt zullen u indachtig zijn en u voor uwen nieuw jaar eene matras van zeegras zenden. Nu, gaan wij naar de hoofdplaats van eenen bisschoppelijken zetel. Ziet ge daar dat groot paleis met zijne honderden vensters Ziet gij daar des avonds de duizenden lichten scheme ren en fonkelen Hoort ge de talrijke rijtuigen er naartoe rollen? Wie woont daar 't Is een bisschop. Daar daalt hij van de trappen van zijn paleis. Welke prachtige, rijke kleedij!Bij eik ken statigen tred, stampt hij met den gouden staf op den grond, als om te zeggen, dat die grond hem toebe hoort. Rijkelijk wordt hij door den Staat en de geloovigen betaalt en rij kelijk ook betaalt hij den Staat en het volk, met den eersten te bevechten en er tegen op te staan, en met het volk te verdoemen en te vermaledijden Arme Bisschoppen en belijders, waf zijt gij bitter te beklagen Gij trekt elk meer jaarwedde dan 20 onderwij zers of 40 champetters te zamen en met het geld dat de Staat en de ge- geloovigen jaarlijks voor U en uwe vikarissen afschiet, zou men vijfhon derd arme huisgezinnen kunnen on dersteunen en redden. Heilige bisschoppen gulden mar telaars, bidt voor ons arme geuzen. Ziet gij daar op elk dorp, dat grootsch prachtig gebouw staan, om- ringl met eenen grooten tuin, een op recht park. Ziet ge daar dien zwarten, dikken heer. met roode wangen, al schommelend uit zijn poort komen. Hoe afgemat van bidden en vasten, ziet hij er uit Ook heeft hij het zeer druk. Hij moet tweemaal in de week bij zijne geburencollegas gaan dinee- ren, en deze komen het op hunne beurt bij hem doen hij moet daaren boven een veertigtal hespen op eten, welke de brave en verstandige paro chianen niet nalaten hem te brengen, als 't verken dood is. Neem daarbij nu nog de eieren, kiekens en anderen slechten kost, welke kwezels en kwezelaars voor den armen man bij eenrapen, breng ook in rekening een twintigtal diners in 't jaar, welke hij ter gelegenheid van feesten en uit vaarten moet bijwonen, en gij zult met mij bekennen, dat de arme pas toors en priesters toch schrikkelijk vervolgd worden Hadden zij den ijzeren weg niet, om zich den eenen of anderen dag in de stad te gaan verzetten, ze droog den allen uit van verdriet. Heilige pastoors en onderpastoors, patronen der magere stokvisschen, bidt voor ons Komt, vrienden, de laatste marte laars bezocht Ze wonen in duizen den kloosters, in de rijke abdijen, die overal in den lande hebben wortel geschoten. In Brugge alleen zijn er wel vijftig ze koopen al de huizen en al de gronden waar zij voorkomen, slokken al de erfenissen op, mesten zich vet als dassen en gaan dan op de boerendorpen prediken, dat de religie vervolgd wordt, dat de Liberalen de kerken sluiten en afbreken, de kloos ters afbranden, de monnikken pijni gen en fo'teren, in een woord, van al de priesters martelaars maken. Welnu, godvreezende zielen, kent ge de martelaars nu Heilige Mainbode, Stevens en Mor- riën bidt voor de geuzen ER IS MAAR ÉÉN ZONDE MEER, Het school- e ïkwest heeft een feit be. wezen dat er maar ééne enkele zonde meer bestaat en die is zijne kinde- -^S£3£»5<£>- OORUIT i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Vooruit | 1881 | | pagina 1