Men begrijp dat de bevolking ein
delijk ontroert wordt door die (alrijké
schandalen, De Présurseur, van Ant
werpen, bestatigt dat er in d ie stad
een geestelijk gesticht vele leerlingen
verloren heeft en d it de vader vaneen
dier kinderen, welke men trachte te
overhalen, door hem te zeggen dat het
schaandaal van Ronse slechts eene
uitzondering was, krachtdadig geant
woord heeft, Neen, neen Zulke da
den zijn geene uitzonderingen, wan
neer men de ondeugd met zulk ge
weld ziet woeden, kan men bevestigen
dat dié pest gansch het korps over
weldigd heeft
Het spreekt van zelf dat te Ronse,
de ouders al hunne kinderen hebben
terugehaald een vooral dat de kost
school gesloten is.
De Renaiseinne verhaalt het geval
van een heer, die diep in Luxemburg
woont en zijne twee minderjarigen
kwam terughalen. De ongelukkige,
zegt het blad, die nauwelijks hersteld
is van eene tijphus, ging daar wanke
lend heen en men had medelijden
hem te zien. Hij bad het schandaal
door de Étoile beige vernomen
MOCIIT IEDEREEN KLAAR ZIEN
Wanneer men zich overgeeft aan op
hitsing lot wederstand der kinderen te
gen hunne ouders, de vrouw tegen man,
de versmading des lands wetten, bijzon
dere hoofdpunten, waaraan de geeste
lijke zich pliehtig maakt, is 't niet te
verwonderen, dat hij de verontwaardi
ging, niet alleenlijk der mcnschen, maar
ook die van God op zich trekt.Christus,
in zijn tien geboden, welkers inhoud
geheel de chrislene religie uitmaakt, ge
biedt vader en moeder te gehoorzamen,
de vrouw aan den man en iedereen zich
aan de wetten des lands te onderwer
pen, al deze geboden zijn geheiligd er
rnag niets bij- of afgedaan worden, an
ders ware de goddelijke onfaalbaarheid
een verwaandheid niet tegenstaande
heelt de H. Kerk talrijke geloofspunten
bijgebracht, de religie zoodanig verbas
terd, dat deze geen betrek meer heeft
mei de oorspronkelijke deze verande
ringen hebben ook veel duizendc men
schen protestant gemaakt, 'l is te zeg
gen die zich aan hel oud geloof, of de
geboden van God vastgehouden hebben
zonder de bijgevoegde artikelen te wil
len aanemen, onder ander de vijf ge
boden der II. Kerk zij gebieden den
priester eens 's jaars te biechten de
oorbiecht is slechts in de 13d* eeuw ver
deeld, voor smaad jegens den burge
meester en den gemeenteonderwijzer
van Bleret,
De Barones. Luister, mijne
schoone, er is daar nu genoeg
van.
Ik li eb geenen tijd te verliezen. Ik
zou het lof missen, indien ik langer
naar uwe ïitanien luisterde en vader
Onésine zal een sermoen over de
christelijke liefdadigheid doen. Het is
het earste aandoeningssermoen der
Mariamaand en ik heb juist mijnen
nieuwen hoed op. Gij verstaat wel dat
ik er niet mag aan te kort blijven. Gij
zijt erae eerlooze en ik ga God bidden
opdat hij u al uwen laster vergeve,
Mevrouw
De Burgeres. Gij zijt te goed,
Mevrouw, ik ontsla er u van. Ik vraag
u enkel mij slechts eene veroordee
ling van eenen gemeenteonderwijzer
aan te halen, voor smaad, beleediging
groffe uitdrukkingen een woord, voor
eene welkdanige daad, die eenig ge
mis aan opvoeding verraadt.
De Barones. Iloe dan, oogen-
blikkelifk zelfs. Laat ons eens zien,
wat ik mij herinner. A/aar ik weet
niets dan dat. Ha j vooreerst de kleme
plichlend gemaakt door Innoccnlius den
3d,n, coueile van Latran 1213, 'lis dan
ook dat dezelve paus, zich voor de eer
ste maal, den titel van koning doen ge
ven heeft. Nu rakende de vijf geboden
der H. Kerk, leen de catechismus, dat
men voldoet zonder de biecht docr een
goed berouw 'l is te zeggen zonder ius-
schenkomsl des priesters. Nu dat men
overal aan veel meiisehen de absolutie
weigert uii politieke inzichten is 'l ge
raadzaam van de dispense gtbtuik te
maken, en accoord te maken met hel
opperhoofd, Hij die nooit weigert. Hij
die zegt «kom tot mij gij die beladen zijt,
ik zal uwe zonden vergeven;» de priester
integendeel gebiedt zich van hem te
verwijderen, vervloekt, vervolgd er
is geen twijfel of deze heeft bij den wil
denman lesjgennmen, om ter hoogte zij
ner liefelijke doenwijze te geraken
Christus uit den hof van Olivelen opge
leid om voor den oppermeester Caïphe
le verschijnen, vergezeld, door zijn dis
cipel Petrus, die uil iever voor zijn
meester een soldaat een slag toebracht,
vet maande hem zeggende die slaagt zal
geslagen worden Wat een grool ver
schil lusschcn deze doenwijze en die der
geestelijke ,- hij die den mensch tot zijn
edelste belangen vervolgt, 't is daarom
dat hij weinig vermogen op de poorten
des hemels kan hebben, want de ware
chrislene loont goed voor kwaad, ver
volgt zijn evi nmensch niet in zijne han
deling, eer en fortuin, steekt geen stok
lusschen het ontwerp van huwelijk al-
zoo het dagelijks gebeurt, aan liberale
jongelingen die zich hij kalholijke doch
ters aanbieden en door geestelijke tus-
schenkomsl, van der hand gewezen
worden.
Waarom is het o klerikale schrijvelaars,
dat gij ons belaagt en belastert? Ah wij
zouden moeten zwijgen over de afschuwe-
lijke leiten weke tot Ronse zijn gepleegd,
over den verpestenden modderpoel, waar
zoovele jeugdige harten het vuige venijn
des verdeifs hebben ingezwolgen. Gij
schreeuwt, huilt en vloekt tegen onze ver-
dienstvolle staatsonderwijzers, tegen man
nen die met onvermoeiden ijver werken
tot verzedelijking des volks, tot het ^vor
men van ware en nuttigs leden der maat
schappij. En wij liberalen,|w ij zouden d<
verblinde oreiers dan stinkenden kuil nie
mogen aanwijzen waar de afschuwelijkst!
adders schuii houden, waar de a
verterende kanker des verderfs ziel
onder den dekmantel des godsdienste
houdt verscholen om zijne slachtoffers b
kunnen bereiken. Werkt met ons medi,
gij klerikalen, tot het vervullen eene
godsdiensiige en maatschappelijke plich,
ding, gij weet wel, die heeftwit
had hij gezegd dan
Ik weet het niet goed meer, na;r
het was eene ongehoorde, verergerei-
de zaak. Wacht, ik ben er,mei,
't is dat niet. 'T is onverdraaglijk dit
ik zoo slecht de namen kan oiitlon-
den. Laat ons zien, help mij een vei-
nig. Gij weet wel.... de gemeentoa-
derwijzer vanGoed, nog een nam,
die mij niet te binnen komt. 't Is pij-
tig dat ik geen plaatsgeheugen bb.
Weinig hangt van den naam ende
plaats af, niet waar Het zij u geneg
te weten, dat het eene schrikkelie
zaak was, eene zaak, waarover le
eerlijke lieden nauwelijks dunn
spreken, eene zaak, welke men ncit
in Belgie ontmoet heeft, eene zik
De Burgeres. Maar bepaaldek
welk eene zaak. dat alles komt mij <n
weinig duister voor.
De Barones. Weet ik het ?k
herinner het mij niet meer, maar nn
was er oolangs bij de gravin over v-
ontwaariligd. Zij wist de zaak van -
re kamenier, welke liet van Q
kerkdienaar had hooren zegg<,
deze had het op zijne bet
en zegt Wee vader, wee moeder die nog
wreed genoeg zijt om uwe dierbaarste pan
den in een modderpoel te werpen wee het
onnoozele schepsel dat onbezorgd die broe-
derkens der goede werken genaakt, het
wordt er aangelat twintig tegelijk sprin
gen toe om heRden zedslijïien doodsteek
te geven, om het in hart en ziel moordda
dig te treffen, djt zult gij niet doen, kleri-
kalen, nog liever zoudt gij medelijdend
den boord van hqnnen mantel kussen,
want het zijn ware martelaars, die zuivere
kristene broederkens.
Maar wij liberalen, zullen niet zwijgen,
wij echten te veel belang aan onze vader-
landsche jeugd om ze straffeloos te laten
bederven.vAlvorens een kind ter school
treedt is het tussehen eenen afgrond en een
geurend bloemenperk geplaatst, langs den
eenen kant geestverstomping en bederf,
langs den anderen kant onderwijs en goe
de zeden overweegt goede ouders, van
uwen keus hangt de toekomst van uw
kroost, die keus zal niet twijfelachtig zijn,
gij zult met ons roepen Weg het vuige
adderen gebroed leve het Staatsonder
wijs, dit alleen geeft genoegzame waarbor
gen en dit alleen zal mannen vormen die
de zedenbedervers met; ijzeren banden
zullen hechten op de puineii van hun
nestDJOCE.
WIJ ZIJN DE DOMSTE.
JAN. Z**g eens, V. B. over veertien
dagen spraakl gij van bier eene maat
schappij voor werkvolk in te richten,
denkt gij dat dit waarlijk genoeg zou
zijn om de onwetendheid te verdrijven.
V. 15. De (maatschappij zou dikten
minsten helpen.
JAN. Maar ware liet niet kinderach
tig onze kleine burgers en w erklieden
dts zondags te verplichten eene bladzij
de van eenen cahier te schrijven en te
doen lezen
V. B. Wal kinderachtigheid is daarin
gelegen, is dit meer kinderachtig als de
kinderen alleen met katechismus en pre
dikatiën le verslompen gelijk inen het in
kleiikale fabrieken en tappen doet.
JAN. In eene herberg of maatschap
pij kalechismus aanleeren dit vindt ik
ook op zijne plaats niet.
V. B. En ik wel onder hun oogpunt
beschouwd hebben de fanatieke gelijk
men moet het volk nooit loslaten wil
men hel tot iets goed maken. Last ons
daarin de klcrikalen volgen, want wat
de inrichting eener partij aangaat hebben
wij aan hen veel te lecren.
JAN. Welnu nemen wij aan dat zoo
eene maatschappij noodig is, lioe| zoudt
gij die inrichten het eerste dat] van
'l werkvolk zal'peeischt moeten worden
is eene jaarlijksche retributie en onge
lukkiglijk kan er niet]van hunnen we-
van pastoorsmeid vernomen. Ik geloof
dat gij daar de juistheid hebt. Maar ik
red mij en loop naar het sermoen.
Wees onbevreesd, mijne schoone, ik
zal van dat alles aan den Eerwaarden
Vader Onésine spreken, en hij zal mij
juiste daden, bij dozijnen, over uwe
geleerde gekken van onderwijzers le
veren
De Burgeres. Ik ben op]voorhand
verslagen Zonder haat, Mevrouw de
Barones.
De Barones. (afzonderlijk.) Ik
verstik van gramschap
(Luid Duizend kussen mijn liefje.
De Burgeres. Mevrouw de Baro
nes, blijft nog wat. Ik moet u nog
spreken van andere helden, van de
paters Knufman van Dendermonde,
van Stevens van Gijseghem, van Mor-
riën van Aalst, van Plutarque en Fier-
lefin, van
De Barones. 't Is al wel 'l Is al
wel Ik moet haar het sermoen
De Burgeres. Mevrouw de Baro
nes, ik heb nog niets gezegd van de
29 broerkens van Ronse van(De
Barones maakt zich een kruis en loopt
verstoord weg
Einde.
kelijkschen loon af.
V. 15. Om eene maatschappij le heb
ben waar men zich kan vermaken, loe
ren en eene goede opvoeding ontvangen
moet cr natuurlijk geld zijn.
JAN. Daar is juist den knoop er zijn
al sociëteiten genoeg waar men moet
voor betalen en waarvoor men niet
beeft.
V. B. Ik zeg niet. neen maar er zou
wellicht geene noodzakelijker zijn dan
deze, mits haart'deaaf zou zijn den zede
lijken en stoffelijken toestand van't volk
te verheffen.
JAN. Maar, waar zult gij het geld ha
len
V. B. Bij 't werkvolk en de burgerij.
JAN. Maar't werkvolk kan niet geven.
V. B. 'T werkvolk kanen zal geven.
JAN. 'k Begrijp u niet P
V. B. 'K wil mij verklaren. Al de
werklieden verteeren voor hun plezier
alle zondagen min of meer geld.
JAN. Ja, zij drinken een druppel of
twee en tw ee of drie glazen bier, maar
dat hebben zij noodig na eene gelieele
week zwoegen.
V. B. Natuurlijk, ik ben degene niet
die den armen menseb, na dat bij ge
heelde week neerstig gewerkt beeft, zijn
vermaakj zou willen onlzcj-gen. En juist
om hem meer en edeler genot le ver
schaffen zou ik die maatschappij willen
zien inrichten.
JAN. Maar nogmaals waar haalt gij
hel geld.
V. B. De werkman zou in de sociëteit
komen, zou er zich vermaken, zou ge
dronken, zijne retributie betaald en
geenen cent meer verteerd hebben dan
nu.
JAN. Ge zoudt dus toovcren
V. B. Neen, zie tiier hoe, soortgelij
ke maatschappijen te Gent en elders in
gericht zijn Er zijn twee of drie soor
ten au leden, de werkende- en cle eere
leden. De werkende leden betalen we-
kelijksch vijf centiemen, hel bier kost
vijf centen in plaats van zes die ze
elders betalen op zulke wijze dat als
zij drie pinten drinken zij hunneretribu
tie betaald hebben en nog eenen halven
cent in hunnen zak steken,
JaN. Inderdaad zon hebben zij be
taald zonder hel ie weten.
V. B. Nog meer zij verleeren min en
zullen er nog bij winnen, want elk lid
zou nog moeten een boekje hebben op
de spaarkas, men zou de werkman ge
wennen aan 't sparen met hem zijn geld
naar de spaaikaste lecren dragen.
JAN. Maar vijf cen'iemen ter week,
wat doel men daarmede.
V. 15. Zeer veel, als men die vijf cen
tiemen nuttig weet te gebruiken. Eu
vooreerst de eereleden zouden meer be
talen. men zou genoeg liberalen vinden
die minstens zes franken zouden betalen
om dit boogslbesehaventl werk te on
dersteunen. VNelnu men zou die 600
franken ik veronderstel maar 109 le
den op 15 januari op de spaarkas
plaatsen en wekelijksch de vereenigde 3
centiemen dit zou jaarlijkse!) een schoon
stuiverken opbrengen waar mede men
veel goed zou kunnen stichten.
JAN. Ik geloof niet dat gij er daar
mede zoudt komen, vriend.
V. B. Maar men doet hel wel te Gent
en 't zijn daar geen grooter tooveraars
als wij. Ziehier een uittreksel van het
Reglement van een soortgelijk genoot
schap maatschappij geluk in 't werk
van Gent.
ART. l.De maatsehappij Geluk in
't werk heeft tot doel, de zending der
lagere school voort te zettendoor aan
de jongelingen van minstens i2jaar oud
ten lokaal ter beschikking te stellen,
waar men hunne opvoeding verzorgt en
ter zeluerder tijd gelegenheid geeft zich
op eene passende wijze te vermaken.
ABT. 3. De leerlingen en oud-leer
lingen der gentsche gemeentescholen
zijn als leden toegelaten, op voorwaar
de dat zij de lessen der adulten-
scholen volgen en ter school een
SPAARBOEKJE HEBBEN.
ABT. 4. Het wekelijksch inleg geld
bedraagt 5 centiemen, de leden die aan
de kleine reis (Jaarlijks voor eenen dag
f