*881.
Aalst, Juni.
Fr. A-00
VOOR V
Jo
I I. K"
's jaars voor de stad.
15men den drukregel
aankondigiugen
VOORUIT
verschijnt wekelijks
den Donderdag
in den namiddag.
's jaars voor heel. het
land.
De abonnementsprijs
is voorop betaalbaar.
De aankondigingen
verzoekt men uiterlijk
des Woensdags voor
6 uren namiddag te
zenden.
Compagnie Générale dePublicité Etrangère G. L. Daube et Ci0. Paris, Londres, Frankfort s. M.Berlin, Vienne, Zurich etc
DE NIEUWE WET OP HET MIDDEL- v
BAAR ONDERWIJS.
Eindelijk is de nieuwe wet op het
middelbaar onderwijs «loor den Senaat
gestemd. Zij behoeft nu maar met het
handteeken des Konings te worden
bekleed om onmiddelijk uitgevoerd te
kunnen worden.
Evenals in de Kamer der volksver
tegenwoordigers, hebben de ultra-
montaansche senatoren er wat tegen
gestribbeld doch zij wisten van te
voren, dat hun vervelend gekibbel,
hunne eeuwige gelijke beschuldigingen
niets zouden baten, en indien zij heb
ben gemeend eenige woorden in het
midden te moeten brengen, zoo was
het dat zij in hunne hoedanigheid van
voorstanders der Roomsche grondbe
ginselen toch niet anders mochten
noch konden handelen.
De Gentsche patronen van den
Bien public, Lammens -en Solvyns,
waren de welprekende woordvoer
ders. Veel eiïect hebben zij echter
niet gémaakt. Immers ieder kei-
de sedert lang wat zij beiden zoo
al zouden gezegd hebben Het is se
dert dat het liberaal ministerie aan
't bewind is gekomen altoos hetzelfde
liedje. Zij willen de vrijheid van on
derwijs, en de Liberalen, die tyran-
nen, willen ze hun ontnemen Deze
willen het vrij katholiek onderwijs,dat
niets te wenschen overlaat, en verre
het onderwijs van den Staat overtreft,
verpletteren bij middel van de slechte
praktijken, ja zelfs bij midd el van het
geld der katholieken Alles wordt
door de liberalen in het werk gesteld,
om meester te zijn en te blijven. Zij
leggen zelfs eene heiligsch enden de
hand op de gemeentevrijheden Offi-
cieele scholen zijner volstrekt niet
noodig de zoogezegde vrije scholen,
dat zijn de scholen, waar men de
menschelijke rede aan banden legt.
en tegen onze schoone grondwet uit
vaart, zijn er in genoegzamen totaal
om het Belgische volk te onderrich
ten er andere stichten is louter
geldverlwisting Zulke is de zinder
redevoeringen, die door de trawanten
van deL Syllabus en de Encycliek
steeds met den grootsten ernst wor
den uitgegalmd.
Niemand laat zich echter door die
holklinkende volzinnen bedriegen
iedereei weet, waar die zonderlinge
voorstaiders der vrijheid en der zui-
nigheidnaar toe willen. Hunne bedoe
lingen zijn sedert lange jaren bij ie
dereen gekend, en wij hebben hen
overal aan het werk gezien. Wij we
ten mair al te wel wat hunne leerlin
gen vai ons schoone Vlaanderen, dat
eens aan de spits der beschaving
stond, gedurende eeuwen hebben ge
maakt. Zij trachten wel alle solidari
teit af te schudden met hetgeen er in
de broederkensscholen,zooals die van
Ronse enMaltebrugge, dagelijks voor
valt maar hebben zij die scholen, en
die kerels, welke er het zuiverste on
derwijs geven, niet steeds onder hun
ne hooge bescherming genomen
Neen, het liberaal ministerie zal aan
zifne roeping getrouw blijven lagere
en middelbare scholen moeten kost
watkost aan den verderfelijken invloed
der geestelijkheid worden onttrokken;
die scholen mogen niet langer kweek
scholen zijn van devijanden der denk
beelden, waarop onze eeuw roem
draagt, en die den menschelijken
geest- moeten ontslaven.
De staat mag het onderwijs niet
overlaten aan zijne vijanden: hij moet
zorgen voor zijn eigen behoud en voor
dit der vrijheden, die in onze Grond
wet zijn geschreven. De ultramonta-
nen zouden gaarne alles overmeeste
ren, overal de wet geven de eerste
plicht van het Staatsbestuur is, zich
tegen over hen te verdedigen en hen
in hunnen hardnekkigen strijd tegen
de vrijheid en den vooruitgang on
schadelijk te maken. Daartoe zullen
vooral de middelbare scholen in de
kleine steden zeer veel bijdragen. Dat
begrijpen de ultramontauen maar al
te wel, en vandaar dat zij het oprich
ten dier gestichten van middelbaar
onderwijs, die als zooveel brandpun
ten van verlichting zullen wezen, met
leede oogen beschouwen. Zij werpen
hiertegen op, dat het oprichten dier
gestichten veel geld zal kosten aan
den Staat en de gemeenten dit is
nochtans geenszins de ware reden
van hunnen tegenstand zij vreezen
het licht tot hiertoe waren zij mees-
in de kleine steden door hunne col
leges. Die meesterschap is op het
punt hun te ontsnappen, en dit, dit
alleen maakt hun woedend.
Wij hopen, dat het Staatsbestuur
met de meeste krachtdadigheid zal te
werk gaan. Het mag niet vergeten, dat
het niet genoeg is, eene goede wet te
maken, het moet tevens alles in het
werk stellen, om die wet spoedig uit
te voeren. De normaalscholen moeten
eene grootere uitbreiding verkrijgen,
en vooral mag het Ministerie niet ver
geten,, dat het alleenlijk bij middel
van het onderwijs in de moedertaal
is, dat het de beste vruchten in
vlaamsch Belgie zal inoogsten.
Ondanks de tegenkanting van man
nen van het gehalte der eerbied
waardige senatoren Lammens en Sol
vyns, wrfi'd do wet op het middelbaar
onderwijs met 34 tegen 27 stemmen
aangenomen. VVij wenschen den Se
naat en hei land geluk met de nieuwe
wet, waarvan wij zeer veel goeds ver
wachten. Y. B. L.
IETS VOOR DE BOEREN.
De tegenwoordige boer heeft al te
zeer de feodale slavernij vergeten,
waaronder onze vaderen, over min
dan eene eeuw, nog gebukt gingen.
Het is goed, het is somtijds nuttig
hem te herinneren in welken staat
van zedelijk verval, van ellende en
van schande zijne meesters hem ge
bracht hadden.
Voor 1879, was de vrijheid ten
platten lande een woord zonder zin.
Op den slaaf der oudheid was de
lijfeigeneop den lijfeigene was de vas-
saai of leenman gevolgd. De slaaf was
de eigendom zijns meesters, de lyf-
eigene behoorde aan den grond en
bodem, de vassaal behoorde een
weinig aan zieleven en veel aan den
leenheer, op wiens grondbezittingen
hij leefde.
Den arme en de werknmn alles
ontnemen, tem voor altijd aan zijn
droefviglot vastketenen, ziedaar de
staatkunde van het oud regeeringstel
sel.
Gebonden, geboeid aan de instel
lingen de minddeleeuwpo, uitgeput
door een ouvruchtbaren arbeid, ten
einde geduld, zou de boer voor eeu
wig lijfeigene zijn gebleven, ware Om
wenteling hem niet komen verlossen.
Zou men het gelooven er was
een tijd, dat de boer niet mocht trou
wen, noch de gronden van zijnen heer
en meester verlaten, zonder dezes
toestemming
Er was een tijd, dat degene, die de
akkers bezaait, het rijpe graan afpikt
en den oogst binnen doet, zijn graan
niet mocht malen of zijn brood niet
mocht bakken, dan als het zijnen
meester beliefde.
Er was een tijd, dat de boer niet
mocht schieten op den wolf die zijne
schapen verslond, op den vos die
pluimgedierte roofde, zonder zich
bloot te stellen door de beambten van
den leenheer aangehouden te worden,
die alsdan rechter en verwerende
partij wierdt.
Eindelijk wie kan het gelooven
er was een tijd,dat het gerecht
voor de leenheeren, slechts een mid
del was om geld te slaan op den rug
van den armen boer.
Landbouwers, men bedriegt u, men
bespot u, als men u spreekt van den
gmden ouden tijd als men u de zoet
heden, de voordeelen van net oude
regeeringstelsel durft roemen. Wij
gaan u toonen wat dit stelsel was,
nog altijd zoo dierbaar aan dezen,
die u gaarne terug zouden brengen tot
dien staat van .slavernij.
De grond, dien gij in het zweet uws
aanschijns bebouwdet, was eens an
ders eigendom de vruchten, welke
gij inoogstet, behoorden u niet toe,
dan onderzekere voo rwaarden en dan
nog in eene geringe maat. Slecht be
bouwd, slecht bestierd wilde de grond
niet meer voortbrengen hij weiger
de een volk van luiaards nevens een
volk van slaven, nog langer te voeden.
Deze moeder van den algemeenen
rijkdom had als menrich z oo
mag uitdrukken haren vruchtbaren
boezem gesloten tegenover de onge
rechtigheid der menschen.
Voor u, geen middel om ooit uit
uwen bedroeven den maaLchappelij-
ken toestand te geraken, en, vau daar
geene enkele poging tot vrijmaking,
geene enkele straal van hoop.
Bij al uwe kwalen, moet nog het
gemis aan alle onderwijs gevoegd wor
den. De onwetendheid was zeer groot,
en uwe meesters hadden er alle be
lang bij, deze onwetendheid op hun
grondgebied in stand te houden;
want. indien uwe voorouders had
den kunnen iezen en schrijven, zou
den zij geëin iigd hebben met te ge
voelen waar de schoen hen prangde.
Bij den eersten blaas der Omwen
teling, valt gausch dat belachelijk
gebouw van voorrechten, 'gebruiken
en oude feodale dienstbaarheden in
duigen.
De boer is vrij, hij ademt, hij leeft.
Niet alleenlijk verleent de Omwen
teling hem ree iten, maar zij biedt
hem nog hst middel aan om eigenaar
te worden. Het was de wensen, net
ideaal, dat elke eerlijke boer sedert
eeuwen najoeg.
Deze rijke abdijen, die op de lande
lijke bevolkingen onophoudelijk de
vernederende wet der almoes hadden
toegepast, ten einde dezelve des te
beter onder hun gezag gebukt te hou
den, keeren terug aan den Staat, die
ze :/an lagen prijs verkoopt.
De boer kan zich een stukje grond
aanschaffen in de uitgestrekte eigen
dommen der Kerk. De grondeigendom
wordt verplaatst; hij gaat over tot de
genen, die het best in staat zijn hem
geldig te maken. Van dit tijdstipt dag-
teekent inderdaad de wedergeboorte
van den landbouw. v
4#
ig>GXr-&—
I