VOOR VRI1 HEID WAARHEID EH RECHT.
1882.
Aalst, April.
N° 93.
Fr. 4-00
Fr. 4-73
aankondigingen
Ile abonnementsprijs-
's jaars voor de stad.
15 O" den drukregel
VOORUIT
verschijnt wekelijks
den Donderdag
in den namiddag.
OOÏtUIT
's jaars vor heel liet
land.
is voorop betaalbaar
De aakoridigingen
verzoekt men uiterlijk
des Woensdags voor
6 uren namiddag te
zenden.
DE HOOFDZONDEN.
Wij zouden denken de lezers van de
VOORUIT te beledigen, indien wij
dachten, dat zij hunnen katecbismus
zoo vergeten hadden, dat zij niet meer
wisten wat hoofdzonden zijn; maar,
er kunnen tocli eenige onder hen we
zen, van wie het geheugen wat dui
ster is geworden, dezen willen wij,
bij het naderen van Paaschtijd. stich
ten, mei hun te herrinneren wal ei
genlijk die zonden zijn en welke zon
daars zich daaraan schuldig maken.
De Kerk leert dat er zeven hoofd
zonden zijn; laat ons opnoemen en
zien waarin zij bestaan
1. De Ilooveerdigheid. Deze neemt
haren oorsprong in de eerzucht, in de
verachting des naasten, in onge
hoorzaamheid en hardnekkigheid.
Hooveerdigen zijn dus degenen die
zich boven den naasten wanen en be
weren lusschen God en de menschen
te staan, en die hardnekkig aan 's lands
wetten ongehoorzaam zijn.
2. De Gierigheid is een ongeregel-
de drift die de goederen dezer we
reld zoekt en die aankleeft. Girie-
gaards zijn die vooral, welke zich aan
een geestelijk leven hebben toegewijd
den eed van volstrekte armoede heb
ben afgelegd en die nogth»n3 niet al
leen een gemakkelijk leven voeren,
maat steeds hunne grond- en andere
eigendommen vermeerderen ook die
welke steeds voor de armen vragen
en nooit rekenschap geven, noch van
wat ze krijgen, noch wat ze uitdeelen.
3 De Onkuischhtid, bestaat in het
overspel en in al oneerlijke aanra-
kingen, in wat manier en onder wel-
ke personen dat ze mochten ?e-
schieden. Plichtig aan onkuish-
heid zijn die ontelbare broederkens
die de onnoozele kinderen, welke men
hun toevertrouwd, aan hunne vuile
driften opofferen, waarom die snoo-
daars, als men ze krijgen kan, door
het gerecht ges'raft worden. Ook die
geestelijken, welke misbruik van hun
gezag doen. de jonge meisjes bezoe
delen.
4 De Nijd bestaat als wij op eene
onregelde wijze bedroefd zijn over
het goed van onzen naasten, omdat
hij ons te boven gaat of evenaart en
alzoo ons eigen welzijn schijnt te
verminderen. Wat zullen wij zeg
gen van menige pastoors, die hunnen
burgemeester benijden en ook den
schoolmeester, wier school meer kin
deren telt dan de school met God.
5. De Gulzigheid is eene onregelde
begeerte van spijs en drank, bij
voorbeeld als men te veel eet of
drinkt. Men heeft maar de roode
tronie en den uitstekenden buik van
zekere heeren en paters aan te zien
om te weten waar vele gulzigaards le
ven.
6. De Gramsehap heeft plaats Als
men zich op eene onregelde manier
a ontsteld tegen iet dat mishaagt en
daarover wraak wil nemen. De
geestelijke herders welke op den
preèkstoel bulderen, de onderwijzers
beledigen, even als de ouders die hun
ne kinderen naar de gemeentescholen
zenden en welke de onderwijzeressen
de grofste scheldwoorden naar het
hoofd werpen, die herders, eindelijk,
welke niet alleen aan de moeders en
grootmoeders dier kinderen, maar aan
deze laasten ook de absolutie weigeren
zijn ellen plichtig aan gramschap.
7. De Traagheid. Uit de traag-
heid komen voort ledigheid, klein-
moedigheid, enz. Wij vragen of
de monnikken, welke zich nergens
mede bezig houden als met bidden,
zingen, eten, drinken en slapen, niet
het voorbeeld van traagheid of luiheid
geven Geen wonder dus dat men
den nieisdoenden Labher, die zich
zelfs niet wasohte of kamde, tot heilig
heefi verheven.
Wij zullen eindigen met nog van de
vreemde zonden gewag te maken, wel
ke men begaat c door raden, enz. .-
niet straffen, niet beletten, niet over-
dragen. j> Deze iaatsten zijn zeker
toepasselijk op de heilige mannen die
als een hunner gezondigd heefi legen
's lands weden, hem schuil houden en
doen vluchten. D' X,
DE DIEFSTAL VAN DOORNUK.
De diefstal te Doornijk begaan door
een van de sommiieiien der geestelijk
heid van dit bisdom, heefi den harre
war geworpen onder de schrijvers der
klerikale bladen.
De weekblajes behouden een plech
tig stilzwijgen, in de hoop of met de
verzekering, dat hunne lezers do daad
zaak niet zullen te weie komen. De
groolö dagbladen tracbirn den ontrou
wen vluchteling te verontschuldigen
zij zijn er niet ver meer af de schuld
van het feit op den voormaligeu bis
schop Dumont Ic dringen.
Den diefsinl zeiven wordt in alle ge
val niet geloochend en dit alleen is vol
doende om eenige bemerkingen te wet
tigen die natuurlijk door dc klerikale
bladen niet zullen te berde gebracht
worden.
Wat ons eerst en vooral treft, en ons
dunkens een overheerschend punt is in
deze gewichtige zaak, is de hoeveelheid
der ontroofde som.
Moe en van w aar komt zulk aanzien
lijk kapitaal in de kas des bisdoms?
Twee miljoen in waarden die door den
eersten den besten schatbewaarder kun
nen verwezenlijkt en ontvreemd wor
den
Bezettingen of fondatien door het
hooger besiuur des lands toegesiaan,
kunnen het niet zijn die kapiialen zijn
gekend en beslaan in vaste eigendom
men, hypotheken of inschrijvingen op
's lands groolboek.
Zouden wij niet moeten veronderstel
len dat er goede zielen gevonden wor
den die den raad van den Courrier de
Bruxellte volgen, te weten van af te
zien van eene fondatie of authentieke
gift te doen, omdat het Staatsbestuur er
zich iu dit geval mode bemoeit, terwijl
er andere middels genoeg zijn om
hunne godvruchtige inzichten te ver-
wezelijken
Wij vragen het nog, van waar kom
ziilken schat iu geld of op vertoon be
taalbare waarden De klerikale bladen
die met het beheer der geestelijke goe
deren beter bekend zijn dan wij zouden
ons mogelijk hierop wel een be
vredigend antwoord kunnen geven.
Wal er ook van zij, de goede zielen
die hun geld volgens den raad van den
Courrier aan de kas des bisdoins toe
vertrouwd hebben, zonder lussehcn-
komst van wege hel Staatsbestuur, zul
len zich deerlijk bedrogen vinden om
rede dat de verwezenlijking hunner
godvruchtige inzichten zich zal doen
wachten, daar bij het kerkelijk beheer,
het spreekwoord geen geld, geene
waar» eene onafgebrokene toepassing
schijnt te vinden.
Er bestonden dus in hei bisdom
Doornijk schatten die aan hel wereldlijk
gezag onbekend waren en gcvolgelijk aan
het toezicht des Siaaisbrsiuurs ontsnap
ten. Wij zijn in recht te denken dat er
even zulke rijkdommen iu de andere
bisdommen bestaan waarvan noch den
oorsprong, nog het gebruik bekend zijn
eu Xiet kan ons. wereldlijken, niet
kwalijk genomen worden indien er soms
onvrijwillig een kwaad vermoeden be
trekkelijk dit punt iu onzen geest op
rijst. Het geval van Doornijk geeft er
gelegenheid toe.
Een ander punt dat slof tot naden
ken geeft is het stilzwijgen der hooge
geestelijke overheid, die verwaarloosd
heeft de politie intelichlen betrekkelijk
eenen diefstal van zoo groot belang. In
derdaad, welke waarborg vinden de
geloovigen, die hun geld zoo maai
goedsmoeds aan de geestelijke handen
toevertrouwen, indien de hooge geeste
lijkheid de oogeu sluit en den eersten
Bernard den besten molden schat laat
opsteken zonder duor liet gerecht op een
ernstige wijze den dief te doen achterna
zetten om terug in bezit van hel ont
roofde geld te komen Zou men niet
zeggen dat zij liever het geld kwijl zijn
dan een hunner te verraden
Dc klerikale weekblailjes die de lezers
van den buiten zoo dikwijls wal opdrin
gen wegens de ingebeelde geheimzinni
ge handelingen der vrijmetselaars die
naar hun zeggen, de kwaaddoeners zoo
wel aan het gerechi weten te ontirek-
ken, zullen dilmaal moeten bekennen
dal de hooge geestelijkheid des hisdnms
van Doornijk in dit vak uitmunten,daar
zij den kassier Bernard al den lijd ge
geven hebben om zich op zijn gemak in
een land te vestigen waar de politie hem
moeilijk zal kunnen vallen.
Indien den diefstal van Doornijk door
eenen bijzonderen toeloop van omstan
digheden aan het licht geraakt is, zoo is
dit eene rede om ons aciiterdocht gaande
te houden en te doen denken dat er
eene menigte ontvreemdingen van dien
aard kunnen gebeuren die bedekt blij
ven, omdat er geen ernstig toezicht
over die geestelijke schatten gebeurd,
waar overigens bijna memand noch hel
bestaan, nocli het beloop, noch het ge
bruik van kent.
Wal het gebruik betreft, dit hangt
meerendeels van den willenkeur des
bisschops af, en daarvan hebben wij
een doorslaande bewijs iu de vastehul
welke jaarlijks voorgelezen wordt. Zegt
de bisschop daarin niet dat de gelden
welke in dc offerkist gr worpen worden
zullen gebruikt worden volgens zijn
goeddunken De dorppasior die
gewelensvolde geofferde penningen naar
iiet bisdom draagt, weet zelf niet Wat er
van de offeranden gewordt, do bisschop
doet cr mede wat bij w il bij verklaart
het overigens op voorhand en wie dan
geven wil moet het zich niet beklagen
indien er een gebruik van gemaakt
wordt hetwelk mot de inzichlen van den
gever niet overeenkomt.
Wij welen wel dat de klerikale blad-
jes ons zullen verwijlen dal wij godde-
loozen zijn die de eerlijkheid aan heel
hel geestelijk korps loochenen. Alhoe
wel dil het geval niet is zullen zij ons
ditmaal toelaten, hun voorbeeld eens
natevolgen, zij die niet eene gelegen
heid laten ontsnappen om geheel het li
beraal kamp verantwoordelijk te maken
voor dc fout dooi den eenen of anderen
liberaal begaan.
Nog zoo onlangs schenen zij zooveel
genoegen te scheppen iu het aanhalen
eener lieuvebtaad door de liberalen ttil-
gesteken en dezt-hv nnn dtrgevT.'L-e" ii"r
onafhankelijke zedeleer u loetesehiij-
ven. Zij kunnen dus niet kwalijk nemell
indien wij op onze beurt de zedeleer
verdenken die niaiiueu als Bernard
voortbrengt.
De redenen welke de groole klerikale
gazetten bijbrengen om den roover der
schatten van het bisdom Doornijk ie
verontschuldigen missen geheel en
gaii^ch huil doel zij kunnen hoogstens
dienen om hun hoofd, des bisdoins zei-
ven mede iu verlegenheid ie brengen en
ons wantrouwen meer en uieeropte-
wekktn.
DE LIBERALEN EN DE BOEREN.
Alhoewel de klerikale gazetten en
de pastoors de liberalen als duivels,
satanskinderen, boereplagers, religie
vervolgers uiimaken, niet waar, brave
landbouwers, gij weet enzijt overtuigd
dat de liberalen uwe beste vrienden
zijn en u overladen met allerhande
weldaden tol uw gemak en voordeel.
De klerikalen liegen en bedriegen
wi tens en willens, als zij zij zeggen
dal de liberalen nieis voor den land
bouw doen. Het tegendeel is waar,
nooit hebben de klerikalen iets voor
den landbouwtoesiand gedaan, die zij
in dorpen afperken en van alle ge
meenschap met de samenleving willen
onttrekken. Het zijn de liberalen die
luid zeggen en herhalen waar land
bouw rijst daar vlucht de nood. In
derdaad:
Wie heeft de oktrooien afgeschaft,
die het graan, het vee, het gevogehe,
bet groensel, de vruchten, het hooi,
het strooi der landbouwers zwaar be
lastten, in de steden. Wie gaf die
groote weldaad aan den landbouw
De liberalen, de heer minister Frère-
Orban. die er door eone europeesche
beroemdheid geworden is.
Wie heeft de belasting op het zout
afgeschaft, moet gij het vragen, we-