In de Visscherswoning. Herman Heyermans J1 AliüEf?ZIELtET4 Groot Nieuws Van alles wat. DE SOUFFLEUR. Wees Liefderik. gevallen. Wat er gebeurd was Niet te kurieus a. u 1). Luister oii sourdine Een actrice had zich een pittig woordje laten ontvallen over een zekere muzieknoot. De stoel tusschen de schermen kraakte en pis we van het tooneel kwamen, stak de «dikke ijn dikke kameraad al grommende in onze richting. Er was een drinkscène waarin de actrice (de muzieknoot) zich vlak bij mij te goei deed aan een llesch champagne (schuimwijn). Door een te bruuske beweging raakte de ilesch van de tafel en rolde tusschen de srhermen vóór mijn voeten. Laat liggen, al blij ven hoorde ik achter mij en meteen zog ik tusschen mijn bee- nen de hand van een edelman verschijnen en ze terug zakken met de llesch die me nog meer dan halfvol scheen. «We zullen ze bezorgen zei een andere edelman. Ik twijfelde er geen oogenblik aan, ze zouden Z3 aan den dikken geven, want deze had van den anderen kant met groote bewegingen be doeld dat de llesch in zijn bezit moest komen. Nochtans merkte ik in het 3de bedrijf op, dat de pruiken der twee edellieden hun nog juist opeen oor zaten en door hun gezang een kat zouden beschaamd hebben. Verder liep het, tot het einde, met ons, goed van stapel en mijn eerste figuratierol was afge- loopen, om eenigen tijd nadien te herbeginnen en liefhebber te worden, zooals ik iiet nu nog heden hen. Soei. Van harte spreek ik ook den wensch uit, dat de lezing, van enkele zijner Falklandschetsen er toe moge bijdragen, bij u allen de begeerte op te wekken om nader en nauwer met dezen verbazend knappen schrijver in kennis te komen. Arie Van den Heuvel. N. B. Ons Gezelsshap heeft over een paar jaren, een stuk van Heyermans ten too- neele gebracht en dit wel in zeer goede voorwaarden. Groot nieuws dit aan al onze leden veel plezier zal doen. Kortelings krijgen wij eene gansch moderne opvoering te genieten van een nieuw lustig stuk, gemaakt door een onzer bestuursleden de titel zal heel waarschijnlijk zijn De Trio en de Vaas of De gevolgen eener Brusselsche Haringexpeditie Voor deze opvoering lieten zich op ons laatste gezellig feestmaal, drie nieuwe spelers inschrij ven. Wij wenschen de vrienden Pol, Miel en Pier, Goed HeilBERT. Onze vaandrig klaagt over de zwaarte onzer vlag en beweert dat die der OUDE GARDE te licht is Bravo voor onzen ondervoorzitter die de speelziekte krijgt en zich zoo moedig aan 't figu- reeren heeft gezet in Den Trein te laat De opoffering van Staaf,, is groot als men bedenkt dat hij zinnens is eene Ster te hu wen, enkel en alleen om aan onzen kring een onrechlstreeksch geschenk te kunnen doen. Wel "Staaf,, 't Zij eej knopje in 't kreupelboschje 't Zij een vroolijk, kweelend kind, 't Zij het blanke madeliefje, Dat men in de weide vindt. Acht het wormpje, diep verscholen Niette klein, noch te gering; In der schepping enge keten Vormt het eenen sterken ring. Geef aan de gebogen takjes Nieuwe kracht en frisschen stand O dan reikt gij ook den zieke Eene milde broederhand. Menschlijk, deugdzaam is de rijke Die van zielenadel tuigt, Als hij zich tot liefdewerken Voogden zwakke nederbuigt. Tot de sterren kunt ge u richten Als uw geest het aardsch veracht Wil daarom 't klein niét versmaden De oorzaak van de Kracht en Macht! Wees een denker of een dichter Bescheiden groot, hoovaardig klein, Voor den eeuw'gen wereldrechter Moet ge mensch vóór alles zijn Max door Bertha DEDEKEN. Het is een eenvoudig visschershutje. De menschen, die er in wonen zijn nog maar een paar jaar getrouwd. Kleine Frans is hun jonge liefde nog komen vergrooten. Grootmoeder woont bij hen in, en als de visscher thuis is, dan voelen zij zich allen zoo zonnig, zoo opgewekt als 't maar kan. Nu is dit het geval. Gansch het huisgezin is vereenigd. Emma, de jonge vrouw breidt han dig vischnetten. Grootje doet het huiswerk. Altijd heeft ze wat te verschikken aan den ka- rigen huisraad want 't moet er netjes uitzien, nansje mag ofr vaders kale paardje rijden dat is zijn grootste pret en de sterke, dcor de zon gebruinde visscher lacht, dat de tranen hem in de oogen komen bij het uitbundige vroolijkheid van 't kind. Emma, zegt eensklaps de gelukkige vader vindt ge niet, dat de kleine juist uw evenbeeld is Och,"neen, Jozef, hij gelijkt u beter, antwoord ze glimlachend. Ik vind, dat hij vaders trekken heeft, maar het zijn toch moeders oogen komt grootje tusschen beiden. Zoo wordt er gedurig over Fransje gespro ken, dat Fransje groot wordt, dat het eens een groot man worden zal, enz. enz. Hoe gelukkig zijn die menschen in dat een voudig hutje geen pracht, noch praal, maar echte huiselijkheid. Ze zijn zoo tevreden met het weinige dat ze hebben. Ze genieten van hun samenzijn, terwijl daarbuiten het lied van de zee weerklinkt, het eeuwige, geliefde lied. Ze zijn om zoo te zeggen een met de zee, zij beminnen ze, al heeft ze ook veel hunner dier- baartte familieleden verzwolgen, ze houden er van, al is ze soms zoo woest, zoo onbarmhartig en al schudt ze de visschersbootjes als kleine notendopjes op hare machtige baren. Voor die menschen is de zee de broodwin ning. de geliefde medehelper uit wier diepten zij het dagelijksch brood putten moeten. Jozef moet uit op vischvangst. Weemoedig vergezelt Emma haar echtgenoot tot aan de zee. Hij moet heen voor eenige dagen. Hoe lang schijnt haar - dit altijd. Hoe angstig wacht ze dan op hem als de zee wild is en haar doo- denlied zingt. Fransje is niet medegekomen, hij had een hechte koorts. Vader heeft hartstochtelijk van hem afscheid genomen. Het kan immers altijd zijn laatste tocht worden zoo'n visscherssloep vergaat zoo licht. Grootje wuift hen na van in de deur en de visscher kijkt nu en dan nog eens om naar 't vriendelijk, gezellig huisje. Wat Heyermans is als mensch Een beste Kerel - Zeker, er zijn - bij alle menschen die niet onbeduidend zijn - personen die niet met hem sympathiseeren,ook wel die hem aanmatigend arrogant noemen en dit wel hoofdzakelijk onder de tooneelspelers. Ik zeg niet onder de artisten, maar onder de tooneelspelers. Hevermans, moet n weten,leidt altjjd zelf de repefitieën van zijne stuKkcu, .->cuJcertdiè zeil in. En als een der tooneelspelers soms, nadat Heyermans zich alle mogelijke moeite heeft gegeven hem zijne intenties mee te deelen, dufdelijk te maken, en niet in slaagt 's schrij vers bedoeling te vatten, blijk geeft het noodige intellect daartoe te ruimen, durft hij bedoel den tooneelspeler wel toevoegen Waarom is U eigenlijk tooneelspeler geworden r U hadt een ambacht moeten leeren Was timmerman geworden En natuurlijk is daardoor de ko medianten ijdelheid gekrocht, Maar van iemand die tooneclspelen be schouwt als kunst, van een tooneelspeler eischt - en terecht - dat hij meer moet zijn dan men gewoon verlangt - en wederom zeer terecht - dat een tooneelspeler een kunstopvoeding heeft genoten, zoodat hij in staat is aan de te vertol ken rol haar eigen karakter te geven, is zulks een uiting zeer verklaarbaar. En nu, om te besluiten, het laatste eigen aardig nieuwsje dat van hem bekend is In het begin van het jaar 1909 is Heyermans zich te Berlijn gaan vestigen, al vaar hij als medewerker was verbonden aan het Berliner Tageblatt, een der voornaams'.e Duitsche dagbladen. In voornoemd blad verschenen schetsen van zijne hand, waarin hij de toevluchtsoorden voor dakloozen beschreef en de ongelnkkigen die er nachtverblijf zoeken. Om de personen en toestanden zoo getrouw mogelijk te kun nen beschrijven, heeft hij onder een vermom ming in die toevluchtsoorden verscheidene nachten doorgebracht en met de misdeelde schepselen, die daar een onderkomen zoeken, omgegaan. Heyermans zal nu omstreeks 55 jaar zijn. Met de werkkracht die hij bezit, mogen wij nog véél, zeer eel schoons van hem verwach ten". MaarHeyermans is hier veel te wei nig gekend. O ja men kent en waardeert hein als schrijver van de stukken die hier van hem werden opgevoerd, maar van hetgeen hij bovendien heeft geschreven, kent men veel te weinig. En dat is zeer te bejammeren. Aan een schouwburg behoort de souffleur onder de onontbeerlijken der alleronontbeer- lijksten Op het teeken dat hij geeft letten de onzichtbare machteri achter de coulissen; hij weet precies wanner het tijd is dat 't blaadje gekeerd wordt.Op radijs in een woestij de hut in een salon De souffleur is cl der diepte, de reddei de engel bij elk tooneel hij is een profeet, hij weet nog eer menschen zullen ze^ woord van den jor n bevel verandert het pa- de kerk in een speelhol, eigenlijke ziel, de geest ant hij zegt alles vooraf j binnenkomen, wat de gen hij kent het wacht ten minnaar en hij weet ocjjc wat de schoor vrou w daarop zal ant woorden. Hij fluist tkuissche jonkvrouwen afschuwelijke woorc tn in, die zij niet onge- en zeer eerzame dames >en, zonder dat zij rood hoord mogen laten, zegt hij pikante dir worden. En allen moeten haar ïem luisteren wie hem niet volgt, is verloren, wie zich op hem verlaat, kan er zich bp veraten dat hij verla ten is Hij moedigt helden aan, ondersteunt zelfs de rijkste vaders, geef den goeden moe ders de innigste woorden in,behoedt de naïeve meisjes vooreen zekeren va en vindt voor de minnaars het rechte woord 01 de rechte plaats. Zijn meening omtrent de nenschen is inden regel geen goede; hij verkeer bijna alleen met menschen die veel schijnen t: weten en maar alleen zeggen wat zeiazen obazeggen. Van het publiek verlangt ij mets, dan dat men - dat heeft hij met de shoone vrouwen gemeen - van hem zegge d- beste souffleur is degene, van wien men 't miiste hoort. Max. Trouw beware in gemoedc En bescherme vroeg en laa Ieder knopje, ieder bloemjt Dat op uwen weg hier staai

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Taal en Vrijheid | 1922 | | pagina 2