Een en ander over Prosper Arents Het groote woord. zijd literaire arbeid eij Vooral zijl) joogStc tooi)€€lv/€rk ZOOALS PILATUS Zooals Pilalus voert den toeschouwer binnen in een midden, dat tot nog toe op ons tooneel niet werd uitgebeeld de school. En zoo maakt Prosper Arents. die vroeger ook in het onderwijs werkzaam was, van de gelegenheid gebruik om enkele typen uit die heel bizondere, voor het groote publiek zoo gesloten wereld, naar het leven te conterfeiten. op een wijze. zooals hij alleen dat kan door de aandacht te con- centreeren op een luttele eigenaardigheid, op een dwaze hebbelijkheid, een belachelijke karaktertrek. De heele historie met het door een wat heetbloedigcn schoolfrik verleide meisje, heeft geen ander doel dan het school wereldje met zijn zeer speciale opvattingen, zijn formalisme en zijn schijnheiligheid te belichten. Dat alles gaat zelfs niet zonder eenige kwaardaardig- heid, die op een ironische alhoewel zeer scherpe beschouwing der naakte werkelijkheid berust. Het blijft den toeschouwer voorbehouden uit te maken in welke mate Arents in zijn opzet slaagde. Zooals Pilalus is geen eersteling. Arents heeft al heel wat geschreven. Daar verscheen voor enkele maanden nog van hem een vertelling Het geheim zinnig Kastje (1). dat in den Lectura-prijskamp op de eerste plaats werd geclasseerd. Daarin doet hij zich gelden als een angstvallig beschrijver van een met onverzwakten ijver en scherpen blik tot in de minste bizonderheden nagespeurde werkelijkheid. De auteur van Hel geheimzinnig Kastje schildert met kleine, fel-kleurige toestjes. die in hun bontheid dan ten slotte een schildering vormen, waarvan de perspectief door haar diepte treft en de algemecne toon door zijn verscheidenheid van tinten. Het is geduldige detailkunst, waarbij de hoofdpijn niet uit het oog wordt verloren, want hoezeer ook elk nieuw trekje interesseert, toch volgt men geboeid het verloop van het gebeuren. Hetzelfde procédé bezigde Arents in zijn vorig werk Pantoffel (2) - een grootere novelle. D> ironische auteur heeft in dit verhaal het tragicomische liefdeleven van een simpelen mensch - van Antwerpschen tramontvanger geteekend in een opeenvolging van episodes, waarin de onbarmhartig heid in de weergave der realiteit toch niet alle meewarigheid uitsluit. Gedurende den oorlog liet de schrijver van Zooals Pilalus nog een gedialogeerd roman verschijnen In een klein stadje (3) beelden uit het norma listenleven. Arents is een keikoppige. taaie wroeter, die zich zoo min door een slechte kritiek laat ontmoedigen, als hij zich door een ophemeling laat begoochelen. Hij gaat zijn weg. Hem laat alle getwist rond ismen koud. Hij doet zich voor lijk hij is. Het zal nooit in hem opkomen anders te schrijven dan zijn gevoel het hem ingeeft Zijn leven ligt buiten de stormen, die het literaire wereldje beroeren. Men ziet hem zelden bij letterkundigen. Hij behoort niet tot hen. die door een mooie opdracht een aanmoedigingsprijs losmaken Hij is onafhankelijk en schuwt alle reclame Als ik wat goeds maak. zullen de lezers me wel ontdekken zoo denkt hij Dat is misschien een illusie. Daarom is Arents een idealist op zijn manier. Pluksel uit recensies over ZooalsPilatus - die MAURITS DE PRAETERE. in Het Nationaal Tooneelverbond Het onderwerp is een snel en aangrijpend d' van het koude en cynieke egoïsme der persoi naam en faam te vrijwaren hebben. Een werk. dat bij goede opvoering zeker bijval moet hebben. Misschien moet er wat meer aktie in 't tweede bedrijf gestoken worden, wat niet belet, dat het geheel stevig is gebouwd. De taal is sierlijk, zuiver en gepast. Arents kent het midden dat hij beschrijft, ieder personnage is in enkele trekken juist getypeerd. Een flinke aanwinst in onze tooneelliteratuur. tiwirpsn, De Rtgsnhooi - ten klein stadje, Ant"G.Jansse A. C. in Ontwikkeling iemand aan 't woord die wat kan en heel wat goeds kan verwacht worden. PAUL DE MONT, in Voor Iedereen neen heus niet dat we in onze tooneellitera- van voor den Wapenstilstand "twee dozijn stukken zouden kunnen opsporen die even sober en degelijk (in proza) geschrevenen gebouwd zijn. De hoofdverdienste van het werk schuilt niet in het feit dat de actie gesitueerd blijkt in een bepaald milieu, maar wel in de natuurbetrouwe schildering van dit milieu. De personnages zijn een beetje sommair. maar helder ten voete uit geteekend. Ze leven. De handeling vlo', meestal op sommige plaatsen heerscht er werkelijke spanning. Zooals hooger gezegd blijkt de dialoog doorgaans degelijk, sober natuurlijk. Voor een werk dat blijkbaar niets anders beoogt te zijn dan une tranche de vie zijn dit wezenlijke kwaliteiten. ZOOALS P1LATUS, inleiding door Ernest IV. Schimdl. Het stuk waarvoor de heer Prosper Arents mij een inleiding vroeg, behoort tot het traditioneele genre. Als onderwerp en als uitbeelding. De schrijver heeft zich niet meer dan noodig bekommert om uiterlijk heid en originaliteit. Enkel het wisselspel van den mensch. De ver- eischten van de drie Renaissance plans" zijn vervuld. We vinden tegelijkertijd het algemeen menschelijk plan, het plan van omgeving, klasse, groep, plan van den individu. In het kader van ons nationaal tooneel brengt het wel iets nieuws het zal wel de eerste maal een Vlaamsch tooneelschrijver zijn stuk begin tot het einde in een school doet spelen. Dit milieu is raak geteekend en goed volgehouden. Eigenaardig en zeer goed gezien, als type. is d< figuur van den schoolbestuurder de algemeene mensch en de individu overheerscht door den groepsmensch. Deze figuur werpt een zware schadui op al de andere, wat met zich bracht een zekere verwaarloozing van psychologie dezer figuren, b.r ivoldoende motiveering van de zelfmoord van het jonge meisje, en het sloitooneel met de verregaande gevoelloosheid, een haast onwaarschijnlijk mor strueus egoïsme, niet meer door beroepsdeformali te verklaren Door de mentaliteit, het egoïsme. h< ie van de meeste der figuren behoort dit spel tot het nieuwe tooneel. De manier waarop deze ischen reageeren. heel hun gevoelsleven, of, juister, de afwezigheid van gevoelsleven, hun gaand cynisme, zijn van onzen lieven na-oorlogschen tijd. Ook hier de wrange kleur die in de vertellinge van Prosper Arents overheerscht. doch in Panioffel en Het geheimzinnig Kastje gemilderd werd door een zekeren volkschen humor. In dit stuk komt deze humor slechts eventjes kijken en dan nog enkel de typeering van de verschillende bijfiguren. I schilderachtige typeering zal trouwens voor een n gering gedeelte het succes van dit stuk uitmaken. In dit zijn eerste tooneelwerk bewijst Arents reeds een vlotten, typischen dialoog te kunnen schrijven, die soms zeer dramatisch is, en de kunst te verstaan atmosfeer te scheppen, een conflict op te bouwen ei het langs een klimmende logische lijn, in tooneelen vol dramatische spanning naar een hoogtepunt te drijven. Alleen ligt dit hoogtepunt nog niet op de juiste plaats, waardoor bedrijf II veel zwakker lijkt dan bedrijf I. We wenschen den heer Arents in de allereerste plaats de genade van een officiëele opvoering, opdat hij in de gelegenheid kome zich op de planken te zien het zal een serie aardige verrassingen voor hem meebrengen. H. COOPM AN THZN, de fijnzinnige Brusselsche kunstkritieker wijdt een lange lovende bespreking aan "Zooals Pilatus,, in het Antwerpsche "Tooneel,. van 31 December j.l. De hoogst persoonlijke en zeer rake beschouwingen van dezen auteur beslaan echter een paar lange kolommen, zoodat we, tot ons spijt, er moeten van af zien ze in ons blad over te nemen. Gaarne bevelen we de lekturen van dit prachtig critisch opstel aan alle tooneel] Eens het woord liefde uitgesproken, denkt men alles gezegd te hebben. Men beeldt zich in dat met het aanroepen van dit tegelijkertijd krachtig en teeder woord, men aan de duizende problema's van het ie leven een oplossing bezorgt, en dit is niet altijd waar. Want met de liefde gaat het zooals met al de andere gevoelens der ziel. zooals met de erken telijkheid en met de zelfopoffering. Het volstaat niet gevoelen, men moet haar met een verleidende uitdrukking weten te omhullen. Ik moet zeggen, dat talrijke vrouwen er zich geen rekenschap schijnen Opdat de liefde in het huwelijk als opperste mees- r heersche, is het hoofdzaak dat haar macht onge- >elig blijve. De liefde moet zich niet met haar min meer elementaire hartstochtelijk; uitdrukking ver genoegen, maar dient zich op de gebeurtenissen aan passen. Een vrouw die weet lief te hebben, zal er ich wel voor hoeden haar man lastig te vallen of hem te ontgoochelen, wanneer hij droefgeestig ge stemd is, noch een bedrukt gezicht opzetten wanneer ich wil vermaken. Maar indien hij bezorgd is, dan maakt zij zich hierin deelachtig, bestudeert die bekommernissen met optimisme ten einde zijn moe deloosheid te verdrijven. Is hij goed gezind, dan geeft zij niet toe aan dien zonderlingen drang menig- vuldiger dan men wel veronderstelt om zijn stem- j te vernietigen, door, als bij toeval, met een afschuwelijk humeur behept te zijn. Zij is vooringe- zonder vervelend te wezen nimmer zal zij haar genegenheid verbergen, maar ze ook niet op dringerig uitstallen. Dit alles is niet zoo heel gemak kelijk het is wel eens goed er over na te denken en ziedaar waarom ik het er heden eens wilde over hebben. zeggen dat het tot niets dient een der gelijke kwestie op te rakelen, vermits de liefde een onderdeel is van het karakter der personen die haar koesteren, wat wil beduiden dat men liefheeft zooals n is, de eenen met gematigdheid, de anderen met rigen hartstocht. Dit is rechtvaardig nochtans mogen we niet vergete. dat de opvoeding de inborst wijzigt en zich dikwijls in haar plaats stelt. In de .tschappij, in het dagelijksch bestaan, doorheen erplichtingen en dwang van allen aard, kan de liefde zich niet zonder nadeel vrijelijk uiten, zooals zij het doen zou, ontdaan van alle kluisters. Zonder er evenwel toe over te gaan haar onder het juk der strikte regels eener kinderlijke en eerlijke beschou wing te leggen, toch moeten wij haar een soort van opleiding bezorgen, zonder dewelke wij de eersten zouden zijn om door onze onhandigheden te boeten. Laten wij de liefde een des te grooter ruimte ge ven. die haar dan beter zal bewaren... Laat ons lief hebben, met al onze krachten maar wij mogen deze niet verspillen, en dat we weten lief te hebben met gevoel, met onderscheid en eensgezindheid om zelve nog beter geliefd te worden. Dolores. n. welke hun oordeel en opvattingen n fijnproever als Coopman willen toe PROS HAESAERTS. n dit v Een ongewone tweeakler, tooneel-eersteling van onzen jongen Vlaamschen auteur Prosper Arents. Een brok bittere waarheid van kenschetsende toe standen uit het schoolleven. Hier volgt de beknopte inhoud De stiptheid van den bestuurder heeft niet kunnen voorkomen dat de onderwijzer Vloors, een erge misstap heeft begaan, met Anneke, de dochter van de poortierster. De afgunstige De Rivet brengt de Bestuurder op de hoogte van de zaak, die door onhandige vreesaanjaging vergroeid tot een schan daal en uitloopt op den zelfmoord van het rampzalige meisje. Tot het uiterste gedieven door de houding van Vloors, die manmoedig de gevolgen van rijn misstap alleen wil dragen en den Bestuurder zijn ongewettigde bemoeizucht en onredelijke praktijken verwijt, roept deze laatste de hulp in van den opziener, wiens medewerking hij noodig heeft om het onheil welke boven de school hangt af te weren. Door de omstandigheden geholpen, slagen de schroomlooze schoolvossen er in het rozenpotje gedekt te houden. Dat zij twee levens gebroken hebben, heeft voor hen minder belang dan de buiten wereld een kijk te gunnen op de ware toedracht van het onheil. De school.dat zijn immers zij zelf. en alles wat er aan- of nabij komt mag enkel in hun eigen waan een oplossing vinden, zonder vreemde inmen ging. En op de tragedie, voortgevloeid uit hun onzinnigheid, herhalen zij met gerust geweten het klassieke gebaar van Pilatus, bij het klinken van wijnroemers. Pros Haesaerts.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Taal en Vrijheid | 1927 | | pagina 2