J?
dienen.
Het is enigzins opvallend hoe dit woord, dat na de Bevrijding zo
vaak te pas of te onpas gebruikt werd, thans maar zelden meer gehoord
wotdt. Het sluit in zich zulk een verheven opvatting van ware vader
landsliefde, dat ik het niet ongepast vindt, het hier als hoofding
te gebruiken voor dit artikel.
Het tijdstip van de II Novemberviering moet inderdaadaan alle
rechtschapen Belgen in herinnering brengen! de duizenden en nog dui
zenden, die voor ons vaderland streden, leden en vielen.Zij hebben
metterdaad bewezen dat DIEHEH bij hen geen ijdel woord was, maar dat
ze bereid waren daartoe de hoogste offers te brengen.
Het moet dan ook in de harten dergenen, die aan de loerende dood
ontsnapten en terugkwamen om het land, waarvoor ze alles veil hadden,
zedelijk, verstandelijk en stoffelijk weder op te bouwen, en even
eens voor de nabestaanden van degerten die er voor vielen, wanneer ze
moeten vaststellen, dat de ikzucht en het onrecht weerom welig woe
keren, en dat er van DIEHEN in de ware zin van het woord zo weinig
overblijft.
Nauwelijks drie jaren na onze bevrijding worden de grondvesten oiu
Nationale Solidariteit geniepig ondermijnd en degenen, die de ver
antwoordelijkheid dragen van de schrikkelijke zedelijke wonden, die
ons land met ondergang bedreigden, hetbeginnen straffeloos hun werk.
De nieuwe generatie wordt steeds misvormd.
Waaraan is zulks in de eerste plaats te wijten? Ik aanzei niet het
te zeggen: aan de onsamenhangende politiek ener onbekwame regering
wier enig doel is, tep kostevan alles aan het bewind te blijven om ci
die wijze te trachten haar heerschappij te bestendigen.
De twee regeringspartijen, de C.V.P. ep de B.S.P. hebben aan het
woord DIENEN E~ N BETEKENIS TOEGEKEND die het nooit heeft gehad, name
lijk PARTIJBELANGEN DIEHEN. Tijdens hun jacht om hun pattij te die
nen ten bate van hun eigen egoisme, vergeten ze de hogere belangen var.
het land en ontmoedigen ze de ware vaderlanders. Ze stapelen fouten
op fouten.
Of stoot het niet tegen de borst, wanneer een C.V.P.-blad als de
"Standaard" het aandurft krokodillentranen te schreien over de honderd
duizenden jonge lieden, die door de frankiljons wegens hun misstappen
v/orden verdrukt?
Meent de Standaard" waarlijk dat we niet weten, wie destijds dit
jongelingen tot wanhoopsdaden heeft aangezet? Wie heeft ze gekweekt,
wie heeft ze met dweepzucht overgoten en dusdanig misleid, dat ze nif
meer in staat waren onderscheid te maken tussen plicht en verraad,
tussen België en Duitsland?
Gij, "Standaard" het lijfsblad der katholieke partij, draagt hierin
een ruime verantwoordelijkheid. Hebt gij destijds niet de lof gezongen
van mannen als Callewaert, Martens, Grammens, Daels en zoveel anderen
die er genot in schepten de Vlaamse jeugd tegen het Belgisch vaderland
op te zwepen
VOOR BELGIEKSKEN NIEKSKEN
dat was de strijdkreet dierzelfde jeugd, opgegroeid in de katholieke
scholen en colleges, waar met de leeuwenvlag werd geschermd, terwijl
ons nationaal vaandel in een hoekje werd geduwd alB een versleten vod.
En het klinkt nog in onze oren als een vloek tegen het vaderland, wan
neer uw kwekelingen, na de Vlaamse Leeuw gebruld te hebben, op spot
tende wijze zongen: 0 Vaderland, o EZELSLANL der Belgen
Hebt gij dat vergeten "Standaard"? Wij niet, en ook degenen niet
die hun land liefhebben.
Uit uw midden kwamen de mannen van "Volk en Staat",
Süflbaami