AAN onze ABONNENTEN.
Parlementaire Werkzaamheden.
In de loop van deze maand zal het abonne
ment voor 1951 ontvangen worden.
Wij vragen U om thuis de nodige inlichtin
gen te geven ten einde ons de last en de kos
ten te besparen tweemaal de ronde te moeten
doen. - Het bedrag is 75 franken.
Wij zouden graag het formaat vergroten-
Daarom zijn er meer abonnenten en meer
reklaam nodig. - Mogen wij op een beetje
medewerking rekenen van onze vrienden
Stortingen, reklamen, artikels kunnen inge
zonden worden bij Gustaaf De Stobbeleir,
Churchilllaan.79, te Aalst. Postch.rek. 206.919
Met een beetje goeie wil zal het gaan.
Vergeet niet dat wij in 1952 de gemeente
verkiezingen hebben. Er staat een groot werk
voor de deur. De C.V.P. MEERDERHEID
WEGVAGEN.
Louis D'Haeseleer,
V olksvertegenwoordiger.
Vragen en antwoorden.
Tot de Eerste Minister,
De dienst van algemeen bestuur is bijzon
der belast met de studie van elke kwestie in
verband met het statuut van het personeel, en
namelijk deze betreffende de toepassing van
het koninklijk besluit van 2 October 1937
houdende het statuut van het rijkspersoneel
en het koninklijk besluit van 3 Januari 1940
betreffende de overgangsbepalingen in zake
aanwerving en bevordering.
Over welk beroep beschikt een benadeeld
agent, die zijn geval sedert meer dan éen jaar
aan de dienst van algemeen bestuur heeft
voorgelegd en geen antwoord op zijn vraag
heeft gekregen
Welke procedure dient gevolgd om te be
komen dat over zijn geval zou beslist worden?
Wie is verantwoordelijk voor deze inertie
en deze rechtsmiskenning
Kan de benadeelde agent bij de Raad van
State tegen deze administratieve willekeur
beroep instellen
Antwoord De dienst van algemeen be
stuur treedt op in samenwerking met de
inspectiedienst van financiën en de in elk
departement bestaande diensten van het per
soneel (art. 1 van het koninklijk besluit van
30 Maart 1939j. Hij is geen interdepartemen
tale personeelsdienst en is derhalve niet be
voegd om een rechtstreekse briefwisseling te
houden met de personeelsleden.
Bovendien is elk minister belast met de uit
voering van de koninklijke besluiten houdende
vaststelling van het statuut van het rijksperso
neel. De beambten en ambtenaren dienen
zich dus tot hun eigen departement te richten,
dat bijaldien er grond toe bestaat, het advies
kan inwinnen van de minister tot wiens be
voegdheid het algemeen bestuur behoort,waar
twijfel rijst omtrent een punt van rechtspraak.
Tot de Minister van Landsverdediging.
In de loop van dit jaar werden bepaalde
miliciens, tot de lichtingen 1938 en 1939
behorende, terug opgeroepen voor twee
dagen en kregen van het betreffende selectie
centrum een volledige uitrusting te passen en
mee naar huis te nemen. Het gaat hier meer
bepaald om reserve onderofficieren, die, na
hun legerdienst te hebben voltooid in 1938 of
1939, de mobilisatie en de achttiendaagse
veldtocht meemaakten, en ook nog in 1945
voor omtrent een jaar werden opgeroepen.
Mag ik u, met betrekking tot hun toestand,
volgende vraag voorleggen
Wat staat die personen in de toekomst
nog te wachten, wat betreft aantal oproepin
gen, duur en tijdstip dezer, de dienst waarin
ze zouden geplaatst worden
Er werd dienaangaande in t verleden wei
nig rekening gehouden, waardoor de belang
hebbenden voor de toekomst ook enigzins
sceptisch staan (artilleurs van 1938 werden in
1945 in transportdiensten gesteld en in 1950
van een infanterieuitrusting voorzien).
Gustaaf De Stobbeleir, Senator.
Rede uitgesproken in Zitting van
Woensdag 6-12-50.
Waarde Heer Voorzitter,
Achtbare Collega's.
In verband met de rede door de achtbare
Heer Minister van Volksgezondheid en Gezin
verleden Donderdag uitgesproken, wens ik in
een korte tussenkomst twee punten naar
voren te brengen.
De achtbare Heer Minister zegde Een
van de belangrijkste faktoren tot bevordering
van de volksgezondheid is wel de uitvoe-
ring van gezondheidswerken. De bevorde-
ring van de gezondheid is heel wat beter
gediend door de uitbreiding van het net
voor waterbedeling dan door tal van rege-
ringsmaatregelen welke de bestrijding van
ziekten tot doel hebben.
Ik meen evenwel dat de bestrijding van
ziekten door de Regering niet uit het oog
mag worden verloren.
Het bepaalde feit dat ik wil aanhalen Mijn
heer de Minister bestaat te Aalst, tweede
stad van de provincie Oost-Vlaanderen.