De nieuwe W Belasting op van klimmende bet Inkomen. HF T 61 O'Neal s Zends; 29 Februari 1920, Prijs per nummer 1 0 centiemen Twee;'.* Jsk>'. hir. 9, mim iiiïce f.Ci\-i)VSV S V:;.;. de-ijk voor jei-jne artikcL-::. O 3 cl lii h ...i W -i 'W i i i i 2-> i.VJ V Hi - >.J £«-4 OEF! M A A T S C H A P P ET L IJ VV E R A E_ N Staal noch bedeinar mag de Arbeider zijn. Abonnementsprijs Per jaar fr. 5,00 Per 6 maand fr. 2,60 Per 3 maand fr 1,40 Bareel en Redactie R. VANDER SCHELDEN, DEERLIJK, West-Vl. Aankondigingen Kleine aank Pidigingen, eenmaal verschijnend fr. 0,50 Andere volgens overeenkomst. li'if moet een vrij en c'.varend raa:i iu de samenleving v/eaen. Priester Dae n Wij hadden in België als belastingen de grondlasten, de personneele, de belas ting op deuren en vensters, de patenten. We hadden ook nog de speciale lasten, zooals mijn en zegelrechten, it komende rechten, en ten slotte provinciale en ge meentelasten, zooals taksen op velos, riolen, balkons, pianos, bals, orgels, enz. De grondlasten, die 'drukten op den grond, wierden gelegd op der, eigenaar van huis of in.nd en berekend naar het kadastraal inkomen der eigendom men, de personneele belastingen wierden betaald door den pachter, alsook de lr.sten van deuren en vensters. In 't algemeen noch tans legden de grondeigenaars "dé grond lasten op de boeren, bij overeenkomst gesloten tusschen beiden. Met de nieuwe wet, die gestemd is in de Kamers worden grondbelastingen,per sonneele lasten en deze op deuren en ver.sters afgeschaft in België. Blijven dus nog bestaan zegel en mijnrechten, doe- anerechten, provinciale- en gemeentetak sen. De grondlasten, personneele lasten, die op deuren en vensters,- zijn nu ve, vangen door de klimmende belasting op het in- komen. Lange jaren hebben de volkspartijen gestreden voor het invoeren van de klim mende belasting op hei inkomen. Minis ter De Smet De Nayer vetklaarde destijds dat helgene de volkspartijen vroegen on mogelijk was, dat die wet de dood van Mengelwerk. Mac'Ncal voelde op zijne knie de hand zijns vnders beven, denkelijk van veront waardiging. Hi; zag strak voor zich in het vuur, en sprak Laat het waar zijn, dat velen onzer broeders de gebreken der slaven hebben, wie is er de schuld van, tenzij de euvel moed 'hunner dwingelanden Wie be roofde hen van allen eigendom Wie stortte hen in armoede,'in vernedering, in onkunde, in woestheid Wie onderdrukte bij hen de uitoefening van den godsdienst die mogelijk hun verval had gestuit Wie kwetste hun innigste gevoel met hen te doen zwoegen voor opgedrongen, vreemde geestelijken, die, in pracht en vervloed, geeke andere aanraking met handel en nijverheid zou teweegbrengen, dat dit gelijk stond met het aanslaan der fortuinen en voor het gevolg zoude heb ben, het vluchten der kapitalen naar den vreemde en het benemen van alle iniatieï, werkkrachten zucht naar uitbreiding bij den handel- en nijvtraar. Alsof dit stelsel van belasting niet bestond in grootelan den en geenszins belet heeft dat die staten immer opgingen in groei en in bloei. In Duitschland iverd die w t ingevoerd sedert lange jaren niettemin rees dit land voor dén oorlog tot zulke hoogte dat het de jaloezie verwekte bij zijne mededin gers en men mag wel aannemen dat zijn groote v uitgang een dei itJens "Ws'pf waarom de rampzalige oorlog ontketend werd. In al de groote landen waar die wet is ingevoerd zijn zij er mede wel gevaren. Vroeger bestonden veel onrechtvaar digheden het meeste deel der lasten wierd betaald door den kleinen man en deze die best betalen konden ontsnapten, want zij betaalden niet in evenredigheid van hun inkomen. Wat men neemt van den werker, burger en boer is doorgaans een gedeelte van hetgeen hij noodig heeft om te leven. Voorzeker kunnen de lijken beter de lasten dragen, wanneer men van hen ie;s afneemt kunnen zij rog weelderig leven, en belet zulks niet dat zij nog hunnne fortuinen vermeerderen. Op dit princiep,dit grondbegrip, steunt de klimmende belasting op het inkomen. de Ieren hebben dan die van terging en verdrukking Ik beken het overigens, wij hebben weinig hoop onze vroegeren welstand door nijverheid of akkerbouw nog op te beuren zooveel te meer dan moeten wij alles op het| spel ze'ten, me* open geweld den trofschen overheerscher verdelgen en alle banden van taal en omgang met de vreemden voor ecuwig verbreken.,.. en zijne vuisten sloien zich krampachtig om de kolven zijner pistolen. O mijn zoon, hernam de grijsaard, hoor toch met geduld de overige woor den uws vaders aan Mijne zwakheid en de drang der omstandigheden doen mij vrcezen,dat ik u wellicht voor den laatsten keer welmeenenden raad kan geven. Zie af van dat onzalig voornemen gij laat u vervoeren door eene geestdrift die ja, uit eene edele b;-on uitspruit, doch hebt gij daar al de gevolgen van berekend Eene Nochtans, de wet door he'. Belgisch p »r- lement in der haast gestemd op het einde van den zittijd, heeft eene hefiige cn ge wettigde opspraak bij de arbeiders ver wekt, omdat die wet niet minder in zich heeft dan het loon te belasten, dat steeds te klein is vóór een waardig bestaan. Die wet voert twee verschillende soorten van belastingen in, en maakt onderscheid tusschen ce inkomsten om ze met ver schillend percent te belasten. De belastbarednkomsien zijn verdeeld in drie onderdeden 1 1° Inkomsten van bebouwde en niet bebouwde grondeigendommen. 2° Inkomen op h;t roerend kapitaal, (actiën, obligation, enz.) 3° Bero psinkomen (dat zijn de zuivere winsten.v in handel, nering of winkel, de iiagloonen, jaarwedden, enz.) Fe eerste, da hoofdzakelijke belasting, tre. de 1/Inkomsten van bebouwde en niet V/]toü\vde eigendommen, mei 10 0 van fFt kadastraal inkomen. 2. Inkomsten van roerende goederen, 10 0 0 van die inkomsten. 3. Beroepsinkomen, 2 voor de eerste diie duizend frank ioon (verminderd tot 1voor de jaarwedden der beambten en voor de dngloonen), 2 1 2 voorde tweede drie duizend frank, 3 ten honderd voor de derde drie duizend frank, en.zoo vorts een halven frank per honderd meer maar meer of 10 mag men niet gaan, zoodat deze die meer dan 480C0 fr.s'jaa s inkomen hebben, nooit meer dan 10 voor de bedrijfsinkoms'.en boven de 48000 fr. te betalen hebben. Hier ligt de onrechtvaardigheid der wet. Is 'r niet zomiekia r dai deze die j rïijks in hun btdiijf vijftig duizend, hónderd 'Ulzerd, twee honderd duizend fr. winnen, geheel gemakkelijk kunnen en redelijker wijze gesproken, zouden moeten twintig, dertig en meer zelfs per honderd afstaan De tweede belasting is eene bijkomen de of supertaxe.Die valt op de gezament- lijke som van al de inkomsten, (dus het totaal van al Je roerende en onroerende goederen en bedrijfswinsten). Die slaat met 1 per honderd de inko mens beneden de '0.000 fr. en vermeer dert met een halve fr. ten honderd voor elke 5000 lr. die daarboven gaat. Nochtans die belasting gaat niet hoo ger dan 10 ten honderd.dus allé inkomen boven de 95000 fr. kan niet meer dan 10 ten honderd supertaxe betalen. Daarbij aan supertaks is niet ónder worpen het globaal in komen van 3500 fr.in gemeenten van 3300 tot min dan §300 inw, 4000 fr. 5000 10000 in. 4500 fr. 10000 20000 5000 fr. 20000 40000 «500 fr. 40000 100000 6000 fr. 100000 en meer inw. Bovendien voor eik familie'id, dat ten laste ligt van den belastingbetaler, wordt het minimum verhoogt met een tiende. En is de belastingbetaler weduwenaar of weduwe, jan wordt die verhooging met de helft vermeerderd voor elk te zijnen laste zijnde persoon. Ziedaar eene wet welke gestemd is, die nog niet gansch beantwoordt aan de rechtvaardigheid. De werklieden, kleine burgers en neringtiojners zullen van hun zuurgewonnen ce ten moeten afstaan en van hetgeen zij hoogst noodig hebben om te leven, terwijl de grooten gespaard blijven in fortuinen, die zij jaarlijks zullen wegleggen. Fr MESSENS. Alle grenzen ;schen de jaren zijn slechts derkbne' F; het wereldgebeuren stapt er zonder aarzeling over heen. --wit bloedige worsteling tusschen naburige volken, een burgerkrijg, waarin broeders tegen eikander dolzinnig vechten om de keus eens dwingelands, een heillooze godsdiensttwist, die, onder schijn v. n ijcer, baldadig moordden brandt, is niet zoo verderfelijk als uw roekeloos bestaan- j En ik bewijs het u in al die gevallen kan de overwinnende partij, die toch ook al de noodige bestanddeelen eener natie heeft, haar verlies herstellen, misschien zelfs zich door ouit verrijken, en na eeni- gen tijd kan 's lands welstand in dezelfde maat worden wedergevonden doch hier waar geheel de werkende,maar havelooze bevolking in het strijdperk treedt tegen hen, die allen rijkdom, dat is de gansche vrucht van den arbeid in handen hebben hier zal gene, zoo zij al verwint, het verwoeste land in bezit krijgen, iraar zonder middelen zijn om het vruchtbaar te maken of deze zullen een deel hunner rijkdommen behouden maar zij zullen mensehen missen, wier zweet or,ontbeer- r: lijk is, zal het land waarde worden bijge- zet. De ovwwi. aar, wie hij ook zij, vervalt dan ra zakelijk tot eene onge kende armoede, en wat zal nu, bij zulk een rampzaligen uitslag het lot der ver- wonnenen zijn Geen ander dan uitroei- ing door vuur en zwaard. Ziedaar Mac Neal, de onvermijde'ijke toekomst, j En wie zijn de Ieren om den ongeiijk n kamp ie wagen Dapper, ja, maar heet hoofdig, onstandvastigen altoos onder elkaar verdeeld. Overloop hunne lotge vallen sedert duizend jaar, en gij zult zien hoe weinig zij bestand zijn tegen het overwicht der al zoo strijdbare, maar meer standvastige Sassen. O mijn kind, o mijne landgenooten ziet beter de we gen der Voorzienigheid in. Wilt niet zoo onbezonnen met brozen schedel de ijzeren deuren des noodiots oprammeien. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Werkerswelzijn | 1920 | | pagina 1