door hel voorgaande besluur verwezenllijkt. Ziel gij van hier dien minister, die zieli niet doet iu- liclitigen over wat hij hel eerst diende te weten en die -na twee maanden deel van het bestuur gemaakt te hebben, nog liet minste begrijp niet heeft van een der belangrijkste takken van zijn departement En al de ministers zijn even sterk. Generaal Guillaumc bevestigt in het vertoog der beweeg redenen van het krediet voor de versterkingen van den linker oever van Antwerpen, dat het princiep der werken uit te voeren te Dcnder- inondc, door de wetgeving is aangenomen ge weest. De minister van oorlog had de eerste fonds voor het maken van eene citadel gevraagd. Nu, daar is niets van. Hei princiep der werken van Dendermonde is nooit gedekreteerd geweest en generaal Guillaume heeft moeten eindigen met zulks te bekennen en die dwaling op rekening zij ner geringe ondervinding te leggen. Dat is al wel maar dit bewijst eens te meer met welke licht zinnigheid of onbekwaamheid de ministers de za ken onderzoeken. De wijze waarop M. Jacobs zieh op de misle- riëele bank verdedigt, verwondert zelfs zijne vrienden. Zij hadden eene grootere gedachte van zijn talent. Al. Jacobs moest schillerend de aan vallen van hem afweeren; nu hij is verre beneden hetgene men van hem verwachtte gebleven. Als hij wal te veel in 't nauw wordt gebracht, ver liest hij hel hoofd en zegt hij dingen, die coin- promettant zijn voor zijne collegas. Al. Alalou zelf, die men zoo slerk, zoo behen dig dacht, is tot stilzwijgendheid veroordeeld, uit hoofde der persoonlijke positie die hij bekleedt. De tenor van het ministerie maakt deel van het be stuur van niet min dar. twee-en-twintig verschil lende industrieële of linantiëele maatschappijen. De Algemeenc Maatschappij, die de grootste on derneemster is van het land, heeft in niet min dan 54 maatschappijen of nijverheidsgestichten belang en is er om zoo te zeggen de bestuurster van. Nu, daar AI. Alalou voorzitter isvandealge- meene maatschappij en lenzelfden tijde deel maakt van 't ministerie, zal hi j zieh meer dan eens tegenover de belangen zijner maatschappij, die hij moet voorstaan, vinden en tegenover de be langen van hel land, die hij zou moeten verdedi gen. Men ziet het, zijne positie is niet houdelijk en hij moet het ministerie verlaten of hij moet van zijne twee-en-twiniig w instgevende plaatsen afzien. Al AlNolhomb en de Liedekerke door de handels rechtbank van Brussel in failliet verklaard, zijn in de Kamer nimmer verschenen en zij zullen er niet verschijnen zoolang zij in het bezit nietziju teruggesteld van hunne burgerlijke en politieke rechten. Doornaar de Kamer niet te komen, heb- bi n zij een debat ontweken, dat onvermijdelijk zou hebben plaatsgehad. Alen had in hunne aan wezigheid inderdaad de kwestie opgeroepen of een Volksvertegenwoordiger, in failliet verklaard het recht heeft in de Kamer te zetelen. Het vonnis der in bankroelverklaring gaat terstond aan het beroepshof w orden onderw orpen, maar daar het uitvoerbaer is, hebben de kurateurs de pliehten vervuld die de wet hun oplegd. Zij zullen doen overgaan lot hei opmaken van den inventaris van hetmobilier van de hotels der heeren bestuurders. WAAR BLIJVEN ZE NU De vcldgn van Lorreinen en Champagne slor pen stroomen bloeds in. Duizenden lijken van fransche en duitsche jongelingen liggen er hein de en ver verspreid.menigeen vruchteloos wach tende ap een ellendig gtaf, verre van ouders en bloedverwanten, verre van hunne haardsteden, ten prooi aan de verrotting of aan de vraatzucht der raven en andere bloeddorstige roofdieren. Talrijke menschcnvrienden, meewarig om het schrikkelijk lot der gevallene strijders, bevin den zich daar, om die lijken zoo goed mogelijk ter aarde te bestellen; talrijk zijn ze, inderdaad, en van alle natiën, maar hoe talrijk en werk zaam ook, kunnen zij niet voldoen aan de edele taak, die zij op zich genomen hebben zij be zwijken onder den last, onder den eindeloozen arbeid. Ook liggen in die voorheen weelderige en rijke, thans verwoeste en smart inboezemende ge westen, duizendenen duizende gekwetsten, ker mend en jammerend om hulp en verpleging, voor velen, helaas! vergeefs, Alenigcen, God, weel hoevelen die nog zou den kunnen gered worden, sterven bij gemis aan tijdige hulp eenen echten marteldood, insge- gelijks ver van de hunnen, beroofd van eene vriendenhand, beroofd van een troostwoord. Hartverscheurend, afgrijselijk moelende too- neelenzijn, die daarginds opdien van menschen- bloed doorweekten en rookende grond voorval len. Geen menschelijk brein kan in slaat w ezen zich daar een denkbeeld van te maken. En wat doen, terwijl ontelbare burgerskinde ren, broeders van ons allen, daar zonder hulp liggen, daar van een graf verstoken blijven, ter wijl de hemel er weergalmt van jammer en ge- klag en verpest wordt door de ontbondene lij ken, wal doen, zeggen wij, de ontelbare scha ren van kapucienen en paters van alle soort en allen aard waarvan Belgie tegenw oordig zoo op gepropt is Zij blijven gerust, koelbloedig in hunne kloosters, die echte paleizen zijn, al de wellus ten der wereld genielende, lui en vadsig levende soms op de kosten van het algemeen zonder te denken aan de ontzaggelijke rampen, die op Frankrijk's bodem voorvallen, zonder te den ken aan de menigte lijders die vruchteloos om hulp en verzorging smeeken en kermen. En nochtans, in dezen oogenblik, meer dan ooit, zoud n zij, die beweeren het heil des menschdoms te wezen, moeten toonen dat zij toch eens voor iels nuttig zijn: hnn hart, hunne godsdienst, indien het geene huichelarij is, moe ten hun toeroepen, dat hunne plaats niet meer is in de kloosters, in de weelde, maar ginds op hel veld des oorlogs. daar waar het menschdom Jijdt en sterft. Zoo toch handeld en de kloosterlingen der vc- rigetijden, zoo ook moeten die van dezen tijd te werk gaan en dan, dan zullen zij den lof, den eerbied van ieder rechtschapen mensch verwer ven en verdienen. Naar Frankrijk dus naar de velden waar rampen en dood heerschen waar hulpen troost te brengen is sta op, paters en kapucienen, rn begeef u waar de plicht het u gebiedt, in den naam van den algemeenen God in naam van het lijdende menschdom t Kooph Op het huidige oogenblik doet zich in ons land een schandelijk komediespel voor. Al wat dient lot de versterking van ons land tot de bevestiging onzer onzijdigheid, tot de hand having van ons onafhankelijk bestaan, is door de liberalen tot stand gebracht. Dit alles werd vroeger door de klerikalen be- stieden. En denkt ge, dat ze nu getrouw blijven aan het princiep, welk zij vroeger bcstieden, toen de klerikalen niet aan het bestuur waren prin ciep, dat zij toen als een ongeluk voor het land aanzagen In t geheei nietde klerikalen. leger- en for ten afbrekers, stemmen nu voor alles wat voor de verdediging geviaagd wordt. En waarom AV el omdat ze nu aan 't gouvernement zijn daarom verloochenen zij thans hun princiep van vroeger, Al. Victor Jacobs heeft het immers in volle kamer gezegd Is dit geen hatelijk komediespel. Die ontzaggelijke gewapende massa's welke men op heden tegenover elkander stelt, schijnen tot doel te hebben den ouden vorm van zegepra len geheel en al te veranderen. De overwonnene zal diegene zijn welke eerst het vermoorden zal moe zijn, de overwinnaar, diegene welke het talrijkst kanonnenvleesch zal kunnen leveren. In die nieuwe manier van oorlogen, ofsc oon men de doodenbij honderd duizend telt. ofschoon de meer en meer moorddadige werktuigen alle dagen op'dikkere en meer gesloten massa's schie ten en er aldus weinig hoop is te ontsnappen, in de nieuwe krijgskunde, zeggen wij, gebeurt de schrikkelijkste inoorderij niet binst den slag, maar voor den slag en na den slag. Onmogelijk kan men die beide natiën, op cenigc mijlen gronds saamgeprest, bevoorraden, voc ien, laven. Onmogelijk kan men de gekwetslen, op orden telijke wijze vervoeren en verzorgen. Alles zal wel uitkomen, en dan zal men zich eigenlijk een gedacht kunnen vormen over de krijgsad- minislatie en hare geheimen. Nog zaterdag laatst kwam een fransche minister aan het Wet gevend Korps verklaren dat hij 100.000 ge- weeren ontdekt had 100,000 gewecren die daar maar alzoo liggen en de minister einde- delijk ontdektWij dringen niet aan en laten hel aan de bedenkingen onzer lezers over. Gesteld, het is de schuld van het hooger bestuur niet. Waar blijft het, in alle geval dat. indien men zich met maanden en jaren tegen alles in gereedheid stelt, men schrikkelijke lessen ont vangt. Inderdaad, achter een leger van SOO.OOO man zou er een ander leger van geueesheeren en ziekedienaars moeten zijn en achter eiken veld slag, eene gansche stad hospitalen. Fe solferino bleven fransche gekwetsten vijf dagen lang zonder hulp liggen en te solferino waren de Franschen overwinnaars. Ook sterven er, in die redelooze, in die onl- menschte, in die helschc oorlogen, meer mannen van honger, dorst, vermoeinis, uitgeputheid ziekten, wonden slecht of te Iaat geheeld dan er vallen onder de scheuten van die werktuigen welke men zoo dierlijk en zoo wreed heeft ver beterd, dat de geneeskunst, dat de wetenschap der bevoorrading en der hulp hen niet, in die heillooze verbeteringen, hebben kunnen voet In den laa (sten tijd zijher groole partijen levens" middelen, vooral rijsl en vee,uit Belgie naar Frankrijk ge. zouden, dat is zoo natuurlijk dewijl de uitvoer van die voor werpen niet verboden is; maar wal niet natuurlijk- is,is dat de franschen kompngniën onze waggons achter houden, om er zich van te bedienen. Men schat het ge tal van die waggons op 2500, en alle pogingen om ze te rug te bekomen, zijn tot nu toe vruchteloos gebleven. Als een bewijs der spioenen-vrees in Frankrijk wordt hel volgende gemeld Een Nederlander, Ie Celebes gebo ren, die in Zwitserland op kostschool had gelegen, werd opden boulevard te Parijs aangesproken. Gij zijlvreem deling? Ja, mijnheer. Wat zegt ge van de za ken «Ik zeg niets, want ik ben vreemdelingmaar de Franschen hadden den oorlog wel wat later kunnen beginnen.» —De onbekende verwijde de zich: doch dadelijk daarop werd de Hollander door twee lieden op genomen en, óndanks zijn verzet, naar 't politiebureau vervoerden onder boeven opgesloten. Den eersten dag kreeg hij geen voedsel, den tweede oneetbare soep en brood. De nachten waren vreeselijk. Men kwam hem in 't oor fluisteren Neem dienst in 't vreemde legioen voor Algerië, en gij zijt vrij,De Hollander bedankte. Verscheide personen heeft men op die wijze tot dienstne- men overgehaald. De tusschenkorast van gezanten baatte niet. Alleen door een advocaat te nemen is de Nederlan der uit de klauwen van de Afrikaansche wervers gered. ^u-M/WiAIWWv Opdat het land niet zou uitgestroodt of bedrogen worden en ora dat aüe de burgers op den zelfden voet zouden staan, hebben de treffelijke gouvernementen het stelsel van openbare aanbesteding ingevoerd. Dat is nu bij ons ook al veranderd. Het ministerie der Langrandisten h< eft voorgesteld en de bisschoppelijke meerderheid heeft gestemd, dat het gouvernement voor taan uit der hand de leveringen zal mogen aanbesteden. Voor het oogenblik heeft het gouvernement zeer veel metalen voorwerpen noodig. Nu de heer Malou, voogd van bet ministerie, is bestuurder van een zeer groot me- .taalgeslicht en bij gevolg zal hij zijne eigene zaken kun nen behartigen, zooveel hij er maar lust toe heefi. En dat die lust hem niet ontbreekt, dat weet men se dert reel jaren. Toen in 1847 het ministerie der res Malons door het verbitterd volk omverre geworpen werd, bleef de heer Malou, ondanks dit plechtig Tonnis, nog zes weken me- nister. En wil men weten waarom Destijds bestond er eone wet, die een pensioen gaf van zes duizend frank aan al egenen, die gedurende twee jaren minister geweest waren. Welnu toen de heer Malou door het volk ver oordeeld werd, had hij nog zes weken ministerschap van noode, om het pensioen van 6000 frank voor geheel zijn leveu te mogen opstrijken. De Kamer van vacatiën van 'l beroepshof van Brussel zal, bij hoogdringendheid, op vrijdag 18 September, zich bezig houden met het beroep legen bet vonnis, uitge bracht door de handelsrechtbank dezer stad, waardoor MM. Langrand, Nothomb, de Liederkcrke en kcnsoorlen in failliet verklaard zijn.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1870 | | pagina 2