ineiischlievendheid. aan welken allen toejuichen; maar zou het min redelijk zijn dal de troep-over- slen van generaal tot luilenant toe een deel hunner jaarwedde ten voordeele hunner lij dende medebroeders in den oorlog die thans ge voerd werd lieten varen? De samenleving in tal- gemeen heeft daaromtrent haar gevoelen de be langhebbenden integendeel zijn maar te dikwijls door Ie kor! gekweld. Ware er no|thans iets bil lijker De verscheuring der jeune garde, die wij in ons laatste nommer vreesden, heeft zich maar te wel verwezenlijktde kinderbroeken hebben hunne gedroomde taak voortgezet lot ondergang der maatschappij. En zoo houdt het bokkenras zich ongenadiglijk bezig metal wat deftig, schoon en wel ingericht is te krenken en te martelen. Sinds het in de stad iels te zeggen heeft ziet men het overal niet dan wangedrochtige voortbreng sels baren. KLACHTEN UIT HET LEGE 11. Men leest in den Koophandel Wij hebben heden het bezoek ontvangen van twee kaporaals van het 12e linieregiment, die ons een droevig tafereel ophangen van al het ge brek. waarvan zij zijn overgelaten geworden ge durende hun verblijf aan den grens. Volgens hun zeggen, liet men hen soms gehee- le dagen zonder voedsel, en voerde men hen al dus met eenc ledige maag van de eene stad naar de andere, of deed men hen de wacht optrekken zonder dat klagen hun iets baten kon. Ook klagen zij dal men hen onder de wapens houdt terwijl zij recht hebben om naar hunne haardsteden terug te keeren. Wij begrijpen niet, als al hetgeen zij ons zeg den waarheid is, hoe het gouvernement zulke verwaarloozing heeft kunnen laten gebeuren en w ij kunnen alsdan ook niet nalaten onze protes- tatie te voegen bij degene der arme soldaten, die ons hunne klachten zijn komen brengen, met verzoek van den volgenden brief op te nemen, iels wat wij volgaarne doen. Mijnheer de Opsteller van De Koophandel Op 30 augusti 11. ontvingen wij te Hoboken, waar wij gecaserneerd waren, bevel om naar Brussel te vertrekken. Wij kwamen te Brussel aan en werden vandaar naar Chimay gezonden, waar wij onder den blooten hemel moesten slapen en voor alle voedsel eene las zwarte koffij ont vingen. Ten drij ure vertrokken wij vandaar naar Boulers,aau de grens en ten drij ure 's namiddags eerst, kregen wij onze maaltijd bestaande uit een weinig soep. Wij bleven lot den dag daarna zon der eten en toen kregen wij w eer dezelfde maal tijd, niets meer, niet minder. Wij vergingen schier van honger. 's Anderendaags kregen w ij twee maaltijden eindelijk maarzoo mager, zoo dun, dat het nau welijks onzen honger stillen kon. Toen moesten wij de wacht aan de grens optrekken en ontvingen slechts een maaltijd daags Als wij afgelost werden, vonden w ij nog eten noch drinken om ons te versterken. Voegen wij er bij dat wij gedurende de drij •erste dagen, na ons vertrek, geene solde hebben getrokken en dus geene voedsel konden koopen, wat nogthans zoo groot noodig hadden als wij hierover reklameerden dreigden zij ons te straf fen. Bij al deze onrechtveerdigheden willen w ij er nog eene andere aanhalen. De klassen van 6o, 66 en 67 mogen naar hunne haardsteden weder- keeren en de klas van 64 blijft onder de wapens. Waarom f Wij, die naar de grenzen geweest zijn. wij blijven hier onder de wapens, en zij die den ge- makkelijken garnizoendiensl deden, mogen naar hun huis gaan. Zou men geene maatregelen kunnen nemen, heer Opsteller, om den wederkeer van dergelijke feiten te vermijden Ons dunkt dal het hoogst noodzakelijk is. Twee koporaals van het linieregiment. BLOED EN TRANEN. Bloed en tranen, van niets anders hoort men thans spreken. De negentiende eeuw heeft goed hoog te sprin gen met hare beschaving, zachte zeden, mensch- lievendheid en broedermin. Ten allen stonde ligt Europa tot aan de knieën in het bloed. Nooit heeft de geschiedenis der wereld gewag gemaakt van een ijselijkeren en wreederen oor log dan degene die thans plaats grijpt tusschen de Franschen en de Duitschers. De wetenschap heeft zich ten dienste gesteld om meeren meermenschcn te vermoordennieu we wapens, nieuwe vernietigingsgetuigen worden uilgevonden en gebruikt om de bloem van het opkomend geslacht weg te maaien, honderden, duizenden jongelingen te verdelgen. De beschaving vloekt er tegen, dal weten wij welzij nagelt de despot 'O aan den schandpaal. Doch wat is dit alles Niets, waarlijk niets. De vorsten zetten hun vernielingswerk voort, roepen nieuwe legers op endie komen te voorschijn vol geestdrift en strijdzucht Dal is een bewijs dat onze zoo hoog verhe melde beschaving op geene vaste gronden staat. Het is klatergoud en klinklank. De beschaving zit in het merk cerbeenen niet; zij heeft geene mannen van karakter gevormd, maar speelpoppen. Het onderwijs des volks is eenc gestadige op hemeling der mannen die landen en volken ver woesten in plaats van een vloek uit ieders horst te doen opwellen tegen de groote moordenaars, leert men de Belgen, de Fransehen, de Duit schers, eeuen heiligen eerbied koesteren voor zoo gezegde groote vorsten die even als de wilde Indianen hun graf zouden kunnen versieren met de schedels van duizende rampelingen, die voor hen alleen moordden en vermoord en werden voor eene zaak, die nooit de hunne was of zou kun nen zijn. Beschaving in de negentiende eeuw 1 Maar dal is eene godslasteringonze tijd is de voort zettingder barbaarsche eeuwen men heeft goed en bloed veil voor de despoten, maar de ware beschaving, de volksrechten, de vrijheid mogen geen centiem vragen. De oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen werpt ons twee eeuwen achteruit. Wellicht duurt de oorlog lang en hardnekkig en later Wederom in alle landen ellende, duisternis, onwetendheid, slavernij. De volken zijn broeders zij hebben geen be lang zich onderling te moordenen echter doen zij het voor de glorie, de victorie, maar meer nog tot armoede, ellende, onderg ngen verwoes ting van natiën en landen. Zult gij nu nog zoo hoog omspringen met uwe beschaving, negentiende eeuw {Koophandel.) O Oil LOG. DE VREDES-VOORWAARDEN. Is de vrede mogelijk en op welke voorwaar den Dit is nu de eanigslc kwestie waarmede de beschaafde wereld zich bezig houdt. Al wat eenige klaarte over die kwestie kan werpen f wordt met gretigheid gelezen. Ook verhaasten wij ons de volgende iniigtingen af te kondigen, die uit goede bron voortkomen. Het is M. Mallet, van het departement van builenlandsche zaken, schrijft men, die door lord Lyons naar het hoofd-kwartier van den ko ning van Pruisen is gezonden. Hij is drager van eene nota, vier punten be helzende. 1° Hel voorloopiggouvernemenl wil den vrede. 2° Aan welke voorwaarden zou hij hem kun nen hekomen 3° Waar begeert de koning te onderhandelen? 4.0 De onschendbaarheid van het fransch grondgebied zou eene kwestie sine qua non zijn. Hel is noodig er bij te voegen dat lord Lyons in dit geval maar de rol van brieven-overbren- ger heeft vervuld. Hij ondersteunde niet meer dan hij aanbevool; hij bepaalde zich'met t ver te maken. M. Mallet t AAjWwv Bij het aannemen onzer gevaarlijke taak, zegt M. J. Fa- vre hadden wij maar eene gedachtehet fransch grond gebied verdedigen en de eer te hebben de natie het gezag terug tegeven. 4 Wij zouden gewild hebben dat die groote akte zonder moeilijkheden werd voltrokken, maar de eerste noodza kelijkheid was zich tegenover den vijand in staat van verdediging te stellen. Wij hebben de pretentie niet te vragen, dat Pruisen zich geheel belangloos zou toonen. Wij houden rekening van zijne gevoelens ontstaan door zijne groote verliezen en door den geestdrift zijner over winning. Deze gevoelens doen de hevigheid der drukpers be grijpen, die wij niet verwarren melde inzichten der staatsmannen, die zullen aarzelen een goddeloozen oorlog voort te zetten. Aan Frankrijk onaanneemlijke voorwaarden stellen, ware de oorlog doen voortduren. Men doet opmerken, dat ons gouvernement zor.der macht is, om Frankrijk te vertegenwoordigen. Wij erkennen dil trouwhertig en het is daarom dat wij onraiddelijk eene vrij gekozene vergadering willen bijeen roepen. Het is dus ons gezag van eenen dag niet, het is het on sterflijk Frankrijk zich oprichtende tegenover Pruisen. Het is Frankrijk van het doodlaken des keizerrijks ont daan, gereed om zich op te offeren voor het recht en de vrijheid, alle veroverings politiek en geweldige propa- gande ontkennende, geene andere ambitie hehbende, dan zich zelve meester te blijven en broederlijk tearbei den met zijne geburen tot den vooruitgang der bescha- ving. Dit Frankrijk, dat zijne vrije handeling heeft terug bekomen, vraagt de 'onmiddelijke staking van den oor log, maar het verkiest duizendmaal de rampen boven de onteering. De circulaire toont vervolgens krachtdadig aan, dat degenen die den geesel des oorlogs hebben los doen ber- - i sten, heden te vergeefs beproeven, die verantwoordelijk heid te verwerpen, beweerende dat zij den wensch van het land hebben gevolgd. Er is geen enkel rechtzinnig man in Europa die kan bevestigen, dat Frankrijk, vrijelijk geraadpleegd, den oorlog aan Pruisen zou hebben verklaard. Daaruit besluit ik niet, vervolgt M. Jules Favre, dat wij niet verantwoordelijk zijn. Wij moeten boelen om een gouvernement te hebben gedoogd, dat ons in het ver derf stortte. Wij herkennen dat wij het kwaad, in de mate der rechtveerdigheid, die men heeft veroorzaakt, moeten herstellen. Indien de mogendheden met welke wij ons zoo erg ge- comprometteerd hebben steunt op onze ongelukken om ons te verpletteren, zullen wij eenen wanbopigen weêr- stand bieden. Het wordt wel verstaan, dat het de natie is, regelmatig door eene vrije gekozene vergadering vertegenwoordigd, dat die mogendheden wil vernietigen. Europa begint zich te verontrusten. De genegenheid der kabinetten troost en vereert ons. De gezanten van Oostenrijk, van Engeland en van Rus land, zijn naar Tours gegaan en zullen in gemeenschap blijven met M. Favre. De amerikaansche. belgische, zwitsersche en verschei dene audere gezanten hebben M. Favre bericht, dat zij bij hem zullen blijven. De verwoesting door de mobiele garden en vrijschut ters aangericht, in den omtrek van Parijs is verschrikke lijk. Al de graanmijten van pachters, die hunnen voor raad niet in Parijs hebben gebracht, word< n door het vuur vernield. Men steekt ook de groepen hoornen in de pleinen in brand. Alle voertuigen worden tot het trans port van granen naar Parijs gebruikt. Zelfs omnibussen die niet afgewerkt rijn. V De vijf klassen van hel Institut van Frankrijk heb ben beslist, tot de geleerde korpsen van Europa eene protestatie te renden tegen de mogelijke beschieting van wetenschappelijke gebouwen van Parijs, met verroek van ondersteuning.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1870 | | pagina 2