<k' alcool den mensch versterkt, verbetert onder lichamelijk en verstandelijk opzicht veredelt, verheft en hem tot alle welkdanige weerdighe- den bekwaam maakt Rechten af Bravo En de echte, gezonde drank van het volk, het oude vlaamsche bier, dat eene europeesche ver maardheid bezit als zijnde drank en voedsel, ver kwikkend en verkloekend, rechten behouden en als ge niet en zwijgt, verdubbelt! Als die kerels alzoo blijven voortgaan, ze zullen van ons landeken iels maken HET VERPLICHTEND ONDERWIJS EN DE MAATSCHAPPELIJKE OMWENTELING. In deze beroerde tijden mag men wel eens van het volksonderwijs spreken het is zelfs eene plicht. Reeds jaren vragen wij het verplichtend on derwijs voor ons land, en nu dat wij met vreug de een voorstel in dezen zin aan het dagorde der Kamer zien, moeten wij echter zeggen wij hebben er geene hoop op. De meerderheid der Kamer is uiterst slecht gezind en heeft maar ijde- dele en valsche woorden van genegenheid voor het onderwijs. De historie bew ijst, door alle lijden heen, dat onze tegenstrevers nooit krachtdadig aan de ver lichting der volksklassen gewerkt hebben, al hoewel zij eeuwen en eeuwen de volstrekte mees ters en gebieders der natiën en landen waren. De wetenschap was voortijds geboren achter de dikke kloostermuren, zonder dat er ooit iets het daglicht zag. Maar de vooruitgang is geko men en, toch, hoeveel moeite heeft het niet ge kost, eer het volk een sprankel geleerdheid be zat Hedendaags vindt men nog enkel de weten schappen verspreid bij de middelklassen, maar bij het volk niet. Men spreekt in onzen tijd veel over eene op handen zijnde maatschappelijkeomwenlcling.ge- lijk deze van 1789 in Frankrijk. Toen borst eene omwenteling uil legenden edeldom, de geestelijkheid en de voorrechten van een klein getal welke revolutie eindigde ten voordeele van den derden slaat, 'l is te zeg gen, de burgerij. De maatschajipelijke omwenteling waarmede men ons bedreigt, zou thans gericht zijn tegen de burgerij, om aan het volk de oppermacht te geven. Dwaas zou het zijn alle gevaar voor den op komenden storm te lochenen. Doch ook aarts dom zou het zijn voor de wetgevers het volk niet voor te bereiden om zachjes aan over te gaan; het zijne plichten en rechten te doen ver staan. Dat men niet vergele, dat toen de burgerij ze gepraalde over den edeldom en de macht der geestelijkheid dat de burgerij in het bezit was van de kennis barer rechten, dat zij geleerdheid, versland, beleid en moed in hoofd, hart en ar men had. Is het thans zoo gesteld met het volk P Neen bij lange niet. De burgerij heeft in stroomen bloed gebaad eer haar oude meesters ten gronde lagen. Indien het onwetend volk thans, door I oo ze ophitsin. en, opstand moest maken, zou de biltersteellende er hel gevolg van zijn. Want de duizendeschriften die wij over de volksmecster- schap gelezen hebben, bevatten niets dan ron kende woorden, maar geene voorstellen. Wij zijn het volk warm genegen, en zullen niet ophouden alles te ondersteunen walzijne belangen gunstig zijn kan. Daarom zijn wij voor het verplichtend onder wijs. Zonder onderwijs is er voor het volk niets te verhopen. Maar met de kwestie van het verplichtend on derwijs is nog een zaak van miljoenen verbon den. Men vindt tonnen gouds om het leger te on derhouden en versterkingen te bouwen men zal miljoenen beschikbaar stellen om de bur gerwacht in werkzamen dienst op te roepen. Maar de vraag is zal men honderd miljoen durven uilgeven voor de krachtdadige inrichting van het volksonderwijs Eilaasneen Zal het verptichteiid onderwijs gedekreteerd worden Onmogelijk met de tegenwoordige samenstel ling der Kamer en Senaat Ziedaar de toestand van ons land. Niets zal gedaan worden door het volk, voor het onder wijs, de verlichting en de beschaving van den werkman. Immers wil het klerikalismus meester blijven, de domheid moet zegepralen. En kan de staat van zaken wel gunstiger geschapen zijn voor onze tegenstrevers? Neen want twintig jaren liberale regeering heeft, om zoo te zeggen, geen spoor nagelaten, welke naam verdient. De liberalen gaven veel te weinig miljoenen voor het onderwijs. En de klerikalen zullen thans al het mogelijke doen om enkel eenige honderde duizenden te moeten storten. Verre van het verplichtend onderwijs, zullen wij spoedig maar eene sehaduwe van volkson- derrieht meer hebben. Intusschen zullen de onwetende kiezers met hun getal opkomen en zeggen De macht it liet recht! Geduld want de openbare onverschilligheid is groot. De reaktie speelt in Europa den baas; waarom zou het belgisch volk nog den moed hebben te tooncn, dat een klein volk eene groote natie zijn kan in beschaving, vooruitgang, onderwijs en liberalismus?... DE KLERIKALEN AAN 'T WERK. Wanneer wij de klerikalen aan 't werk zien, schijnt de toestand van 't liberalism ons in verre na zoo hopeloos niet toe als men het wel denkt. 't Is wel waar dat de katholieken de meer derheid bezitten, en vandaag van dezelve zullen gebruik maken, ten einde de ontwerpen, waar van zij zoolang gedroomd hebben, te verwezen lijken, doch in plaats dat zulks ons zou doen wanhopen, moet het ons, integendeel, moed en vertrouwen inboezemen voor de toekomst. Wat er thans gebeurt, is het onvermijdelijke gevolg onzer instellingen, en hoe betreurens waardig dit gevolg ook zij, moeten wij er ons niettemin aan onderwerpen. De kieshervorming, zooals zij door hel minis terie is aangeboden, zal waarschijnlijk gestemd wordenzelfs mogen wij zulks, van heden af beschouwen als een fait accompli. Gemakkelijk kan men begrijpen, welke vruchten de bisschoppelijke partij er zal uit plukken. Deze hervorming zal haar de middelen aan de hand geven, om de raden der gemeenten en pro vinciën met hare creaturen te bevolken. In de groote sleden zal het nog erger toegaan, want wij voorzien dat deze hervorming daar het leven zal schenken aan een der slechtste sijste- ma's, namelijk aan den invloed van een wanor delijk element. Dergelijke zegepralen zijn echter van korten duur, en wij voorzien dal, binnen een tijdbestek van twee jaren, de kieskollegiën welke, sedert bijna 23 jaren, immer liberale kandidaten heb ben gekozen, als een enkel man zullen opslaan tegen de noodlottige strekkingen der klerikalen, en onvermijdelijk zal het ministerie in 1872, tegen eene ruwe en hardnekkige worsteling moeten kampen. De kieshervorming zal de eerste akt zijn van hunne nieuwe dominalie. Andere hervormingen zullen volgen. Reeds de aanstaande week, zal men hen, ter gelegenheid der betwistingen over het budjet van wegen en middelen, waarschijnlijk 't recht op het debiet van sterke dranken zien afschaffen. Sedert langen tijd, hebben zij hemel en aarde beroerd om deze hervorming lot stand te bren gen, en stellig zullen zij zich het gunstige oogen- blik niet laten ontsnappen. Vervolgens zal men optreden met de militaire kwestie. Iedereen weet dat het zwarte ministerie tegenover den loning de plechtige verbindte- nn heeft aangegaan, niet te raken, aan de in richting van het leger, zooals dezelve door de laatste wet is vastgesteld geworden. Doch wat geven deze plechtige verbindtenis- sen aan het groot getal der representanten, die thans de meerderheid uitmaken? Hebben zij, van nu af aan, reeds niet alle schikkingen genomen, om den wil der Kroon te muilbanden? Daarna zal het de beurt zijn der herinrichting der burgerwacht. De klerikale representanten, die immer de slem hebben verheven lege 1 den bloedimposl, tegen het soldatenspel, zullen gansch Belgie in eene kazern herschapen. Meer andere wetten zullen volgen, zooals de wet op de kerkhoven, waardoor men de afschu welijkste inbreuk zal maken op de vrijheid van geweten, de wet op het onderwijs, welke tot niets anders zal s'rekken, dan om et burgerlijk onderricht te vervangen door de zoo hatelijke, walgelijke en veroordeelde klooster-opvoeding. Dit alles wacht ons in eene nabijzijnde toe komst. Zulks mag ons echter niet ontmoedigen. Van heden af moet het liberalism zich voorbereiden lot de aanstaande worsteling, opdat onze zege praal niet onvruchtbaar zij. Dit is w is en w ezen lijk de laak der liberalen. Wat geeft het ons. dat wij zoo weinigen der onzen in de Kamers lellen dat daarenboven liet liberalism zelve in den schoot des lands nog ver deeld is? De ware liberalen hoeven slechts de oogen te openen voor de waarheid, en dan zal hunne overtuiging hen krachtdadigdoen hande len tegen deze partij, welke onze vrijheid wil binnenslorpen en vernietigen. De ontmoediging zou eene grove fout zijn de geschiedenis heeft het ons overigens geleeid. Toen in 1835' de katholieken aan het bew ind kwamen, dacht men ook dal zij er lang zouden aangebleven zijn. Zij beleefden hunre wittebroodsweken, zelfs mochten zij dezelve nog een weinig verlengen, dank aan den 25"-' verjaardag der troonbeklim ming van Leopold I. Geen enkel gouvernement had ooit eene schoonere toekomst voorzieh, dan de klerikalen van dit tijdstip. En nogtans, slechts een jaar later, zag men dit zelfde gouvernement onder het gewicht zijner impopulariteit bezwijken. Doch zie, den dag van hunnen val hadden de liberalen, die in 1852 eene moeilijkere krisis te doorworstelen hadden gehad dan in 1870 zich heringericht op eene krachtdadige wijze, en gedurende dertien jaren zag men hen w éér het roer der staatszaken in handen iioiiden. Wanneer men dus heden, even als vroeger de bisschoppelijke partij aan 't w erk ziel, is het de plicht der liberalen, meer dan ooit, ernstig te arbeiden, ernstig te velde te trekken legen de ondermijners der grondbeginselen, waarin alleen het heil des vaderlands ligt opgesloten, en wij zijn overtuigd dat de overwinning volledig en duurzaam zal wezen. Koophandel TOESTAND VAN PARIJS. Een blad herinnert aan den voorraad vleesch, die in het laatst van augusti noodig werd geoor- deeld, gedurende een beleg van twee maanden,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1870 | | pagina 2