k
N° 278
Zesde Jaargang.
Zondag 25 April 1875.
w
Br9°« "SA m A, u-°6' ,M t» tss .r,'Ar.riS SS '1' "e
kedXlf.="e pS» 1
fr. 4-00
Aankondigingen
fr.4-75
aderland, Vooruitgang, Landbouw,
"IJZEREN WEG \ertrekuren \an Aalst. Maert 181a.
"SifS wS 1 04 La, M kl. 2 50d 06,
5 5ld 6 i0f 8 49 en 9 09d 9 50»
Naar Aalst uil
Aalst, 24 April.
ld» .Al"»! ™,d,"e™
's jaars voor de
stad.
'sjaars voor
heel het land
Zateriag de„ namiddag, onder d. doening van den
-fcr'
GEEN RAADSEL MEER.
Een kalholijk ministerie aan het bewind is een
gestadig gevaar voor Belgieland. De antwoord
welke M. d'Aspremont-Lynden optde ewehen
van Duitschland geeft is er een klaar bewija
^Duitschland beklaagt zich en met recht over
de opgewondene aanrandingen der Belgische bis
schoppen legen zijn gouvernement geneh ov
de uitscheidingen waardoor zij het D"'^l,ev<
tot opstand tegen de overheid der wetten aan-
SPMrn d'Aspremont-Lynden beantwoordt die
rechtvaardige eissclren met ronduit te verkl°re°'
dat hij zich ontwapend bevindt tegenover deb
schoppen, dat hij ze rechterlijk niet ka» vervol-
tien- het geen onwederlegbjk is.
1 Maar bevestig. MJ aan bet Dni.sch gouveme.
men., gelijk he. zijnen plicht zon lijn, dal de
groote meerderheid der Belgen zonder aarzelen
Lel gedrag der bisschoppen laak. e»
da. nid alleenlijk de liberalen, maar al de ka-
tholijken, in wier har. het godsdienstig fanat.sm
de slem der rede en der vaderlandsliefde me.
„i,gedooid heef., dit gedrag met verontwaard.-
ging afkeuren? Bevestig, hij aan het Du.tsch
gouvernement dal lie. Belgisch ministerie zelf de
geweldige aanvallen me. droefheid ziel en dal
het de zelve toelaat, niet omdat hel ze als niet
honend aanziet, maar omdat het onmachtig is ze
te beletten
Zie daar de laai die het openbaar minislerie
tegen Duitschland moest voeren. Zie daar wat
Duitschland met recht van Beigie mocht ver
wachten.
Maar die taal kou Mr d'Aspremont niet hou
den,mils hij aan hel bewind is door den wil en
met behulp der bisschoppen om hunne hevelen
ten uitvoer le brengen. Dier!' hij de bisschoppen
tegen spreken,dierf hij openbaarlijk hunne han
delwijze laken, deze zoude hem oogenbliklijk
hunne ondersteuning onttrekken,en de slaaische
meerderheid die hetministerie-Malou al hinken
de recht houdt zou verdwijnen als de sneeuw
voor de zon.
M. d'Aspremont-Lynden werpt onze hceren
bisschoppen geene blaain woorden toe. Nauwe
lijks durft hij hun met veel omzichtigheid af-
smeeken te willen nadenken dat hunne gewcl-
dadigheden en hunne scheldwoorden aan Belgie
groote moeilijkheden berokkenen.
Dit feit is van groote aangelegenheid ten op
zichte der tegenwoordige hangende onderhande
lingen tusschen Duitschland en Belgie. Wij,
echte Belgen, gevoelen ons verontwaardigd om
dat de Belgiesche Nota zich openlijk niet verzet
tegen de houding onzer hooge geestelijkheid.wij
zelf vinden in die stilzwijgendheid de proef ec-
ner zedelijke inedeplechtighcid. De verontwaar-
diging w elke de ministerieele Nota bij de Duit-
schers zal doen ontslaan zal niet min getoeliger
zijn, en die rechtvaardige ontevredeuheid zal
voorzeker niets bijdragen om het Duitsche gou-
vcrncmentjtcn opzichte van liet onze,welwillen
der en toegevender te maken.
Ten anderen, M. de Bismarck weet wel dat
onze ministers de slaafschc instrumenten der
bisschoppen zijn en in hun hart Duitschland en
alle vooruitstrevende volkeren eenen hevigen
haat toedragen: zij denken en handelen onder-
duimsch zoo als hunne bazen, maar hebben den
moed niet hel in volle volkskamer te verklaren,
omdat zij weten dat de verlichte bevolking on-
zes lands hunne woorden en daden aanteckent
en ze eens als wapens zal gebruiken om die ma
rionetten dezeleis der nationale vergadering le,
doen ruimen.
De liberale partij moet in deze kwestie, als
een man, alle wederzijdsebe verbintenis met
hel katholijk ministerie verwerpen, en open
lijk verklaren dat indien de klerikale partij een
vijand voor hel proteslautsche Duitschland is,
het liberale Belgie integendeel voor zijn buren-
land vriendschap en toegenegenheid voedt.
Het gedrag van ons ministerie is van groote
aangelegenheid voor onze inwendige politieke
strijden. Wanneer de liberalen zeggen dat een
fanatieke katholijke een slechte burgers is, die
's lands wetten mei de voelen trapt en geen an
der vaderland kent dan Rome, verwierpende
15 den
drukregel.
De abonnement
prijs is voorop
betaalbaar.
Denderm.Lokeren 5 05 6 50 848 12 23 ^n 3
Brugge, Oostende7 59 e. 1, 2, 8 kl. 8 41 8 89 12 2-
1240 8 51 1,2,3 kl. 620 640.
Doornijk. Moescroen, Kortrijk, Rijssel (langt Gent) 8 59
12 40 3 26 6 40.
2 10
1A MvJ V -TV.
SWd öaUr °lV'lr"TtTl9 7 50d812»8 48,l Doornük, Moescroen, Kortrijk." Rijssel (langt Aath) 6,00
6 04d 640 8 49d 909d 9 o0i 2<h.
Lcnven,Thienen,Luik,\erv.ers 5 0o, 6o0< 7
2, 8 kl. 8 48, 9 24d 11 5M 1 1« R 'v? kl'
en 6,Wd640,E:l,2kl._v Thienej 8,49d 9, g
Gent 5 00 s vrijdags.)7 59 e.1,2,3 kl.
12 40 8 26 8 51e. 6 20 6 40 8 89 e.J 86
lööl aiieennjK audi n.un..j's4
en woendags) 7,50 11,53 2,50 5,52 6,-4.
Nitiove, Geeraardsbergen, Lessen Aalb 6 00 ,19
2 50 5 52 9 09.
,50
Antwerp. 540 950 1280 1 15e.l,2,Skl.S 15
Brussel 7 20 e. 1, 2, 8 kl. 7 25 11 <'6 11
8 12 e. 5,55 8,00e 8,20
Gent 5,12 615 e. 7 39 8 25 10 59 12 31e. 1,2,k
I 55 -4 42 5 29 8 09 8 14 9 17e 3 k
Aath 6 49 10 30 1 40 4 20 7 58 9 12.
Lessen 7 09 10 80 2 00 4 40 8 18 9 32.
Geeraardsbergen 7 27 11 08 218 4 88 8 33 9 50.
Ninovc 7 55 11 36 243 886 9 01 10 18.
Lokeren 6 50 10 49 1 50 4 50 7 50.
Dendermonde 7 28 9 45 11 34 -,2o 5.4/
Oostende 4 10 e. 1, 2, kl. 6 20 e. 1, 2, 3 kl. 6 25 9 00
II 55 6 05.
Ttr
-zseÉJOSs^
I E
tan
i
5. Vervolg.
Te midden van dit blijd gewoel deed zich het geluid
in eene klok hooren. Die klok roept ons tot he
u„r desgebeds, zijde een der oudste boeren; komt
kinderen beden is onze predikant .e zeer vermomd,
nrtrr ppos in plaats van zijne krachtige
n°° ld uit ik ga met u. Ik zal God danken, dat bij
^Jihef midden mij». Winde,.. hebb.
terug gebracht, en teven, nog eenmaal de nagedach-
V*' /•-
_t Verscbeide jaren had hij geen bedehuis betreden,
dikwerf gespot met uitwerkselen, die voor zijnen geest
beariipelijk bleven. Heden greep hem toch eene zon-
iSccbtige aandoening aan, toen hij die eenvou-
ilerlmgp 8 betrad, in welker achtergrond eene
orgel ,e,b»,5. Wi.beimine
ill het .erbiigean «6»» Wallen, gü moe.
t
(II
\v
tr«
te groote verwachting van liaar hebben want hare
moeder was hare leermeesteresse. Op dit oogenblik
heaon Wilhelmine weemoedig te fantaiseren, en toen
de toonen langzamerhand als wegstierven,viel plotsling
de aeheele gemeente in met eenen zang, d.e de dooden
gelukkig prees en den troost der onsterfelijkheid ver-
hief Wallen was ontroerd. Te verg. efs trachtte hij
over zijn gevoel te vitten. Wilhelmine, die uit den
„rond van hare ziel met kracht en zekerheid accom
pagneerde, trok zijn oor en hart achter den witten
voorhang. Toen de zang zweeg, werden hare toonen
zachter, meer aangehouden - ^«ltender 8t"d8
smeltender - men hoorde baar duidelijk snikken Haa,
vader stond op om te bidden. Bleek, me. een srdderen
de stem, hief hij aan; zijne eerste, zachte bewoordin
gen waren nauwlijks verstaanbaar; tranen hingen aan
Le grijze ooghairen, tranen worstelden met zijne
tem" maar hij vatte moed on zegevierde over z.jne
droefheid. Zijn oog zweefde boven hel graf; zijn geest
verhief zich tot de hoop op eene betere wereld, al vas-
1-1 manlüker werd zijne stem, al belderer zijn oog;
In'toenTj dmlaatste woorden van Klopstock ontleen-
dc
Verrijzen, ja verrijzen znlt gij,
Mijn slof na korte rust.
Onsterflijk leven
Zat die u schiep, u geven.
Hallelujah
stondthij met op?ehevenen hoofde, een jongeling met
grijze hairen. Zonderling aangedaan verliet Wallen
het bedehuis. Zijn hart, in tegenspraak met ziju ver-
stand, was zoo vol,dat hij voor de eerstemaal dien avond
met den grijsaard over Godsdienst en geloof sprak en
zijne denkwijze, zijne twijfelingen onbewimpeld uitte.
Nimmer had Oswald tot zulk een gesprek aanleiding ge
geven ook scheen het hem thans niet aangenaam.
Er zijn menschen, zeide hij tegeu den philosoopb,
die geen gevoel voor muziek hebben, die niet kunnen
begrijpen, lioe harmonie van uitwerking zij op zielen;
nochtans wagen zij het nimmer zoodanige uitwerkse
len te ontkennen, dewijl zij die dagelijks bij duuen-
den ontdekken. Hoe indien bet met het geloof zoo-
danig geschapen ware? Even zoo weinig als ik hem
minachte, die de beloovering der tooneu niet bevat;
even zoo min kan ik hem veroordeelen, op wien bet
geloof geene macht betoont. Ik kan hem slechts bekla
gen want hem ontbreekt het gene elk geluk vergroot,
elk ougeluk verzacht
(Wordt voortgezet.)