ton cn de bedevaarten nemen voor wat zij waar
achtig gelden, hebben die politieke betoogingen
afgekeurd en alles wat in hunne macht bestond
aangewend, opdat zij niet plaats zouden grij
pen, om alle gevaren levermeiden: maar on
danks al. is er aan hunne stem geen gehoor ver
leend, en de sullen zijn in benden naar Oostak
ker vertrokheu peinzende er iets buitengewoons
wel en schoons te gaan verrichten. En hunne
tergingen zijn ni t zonder beantwoording geble
ven. 'T is spijtig voor hen dal zij nier slimmer
geweest zijn maar wat mag er van zulke ezels-
ooren verwacht worden.
Ziehier in weinige woorden een echt verhaal
door een ooggetuige opgemaakt, van wat er
zich te Geut enz. van 12 1/2 lot 6 ure. iusschen
de pelgrimmers en uicuwsgierigen,heelt voorce-
daan
lil den morgend van den tweeden Sinxendag
was alles heel rustig in de stad. Doch langs de
staatsspoorwegslatie wachtte eene groote menig
te de pelgrimmers af. Reeds om tien ure bij
bel aankomen der eerste pelgrimmerstreiucn
kon men bemerken dat het volk die Godsdienst-
betoogiugen op de straten vijandig is. Men hoort
niets dan schreeuwen, jouwen en fluiten.
De priesters en hunne verstandige kudden
doen hun best om de menigte aan (e bitsen zij
nemen eene uitdagende houding aan, groeten
de nieuwsgierigen al lachend en neuzen zettende.
Ook* indien er in den namiddag onrust onstaat
zooab» het te voorzien is, mogen onze vredemin'
ueude leiders ep hunne schapen zeggen dat zij
dezelve niet onverwekt hebben gelaten met zoo
onbeschaamd het volg te tergen.
De pelgrimmers trekken de statie uit tusschen
twee hagen soldaten,— daar heen gezonden om
die bende verlichte geesten te ontvangen,— en
begeven zich langs den doortocht Van der
Bruggen ep de vesten van het kasteel naar de
Antwerpsche poort.
Van uur lot uur komen er nieuwe scharen
bedevaarders toe. Het gefluit cn het geroep
groeit aan en 't is in t midden eens helseli ge
druis dat zij de slatieplaats overtrekken.
De stoet wordt op de St. Amandsberg door
de pastoors in orde gebracht. Elke parochie, el
ke confrérie heeft zijn bannier.
De stoet begeeft zich op weg om 2 ure. Het
volk, alhoewel zoo groot in getal niet dan aan de
statie is misnoegd,jouwt en tiert bij het voorbij
gaan des xaverianenlegers. De vcrwarrin»
werd algemeen op hel oogenblik dal eene bende
pelgrimmers met groene klakken zich op de
verontwaardigde menigte wierp.
Het regent slokslagers van alle kanten. De po
litie doet zijnen plicht en bewerkt verschelde
aanhoudingen, onder anderen grijpt zij een
ijverige» en al te w oedenden pelgrimmer aan die
een jongeling van 13 jaren bij de keel had hem
niet woede schuddende. Toen de gendarmerie
ter plaatse kwam wierd de orde op den tocht
naar de grol hersteld.
Bij den terugkeer der pelgrimmers stijgt de
overprikkeling des volks ten top. De jeugd.heel
de horgerij levert zich aan betreurenswaardige
daden over maar de volksverontwaardigin»
is zoo groot, dat eene botsing onvermijdelijk
was.
Alen geeft bloedige stokslagen, de vaandels en
de hopten draagborden waarop eene pauselij
ke tiare prijkte,de naam dragende der gemeente
of kudde die daar op volgde, worden uit de
pelgrimmers handen gerukt, in stukken gebro
kenen gesleurd en hun links en rechts naar
het hq<j>$ geworpen.
F,enige pelgrimmers halen hun mes voor den
da* ei, bedienen er zich van. De pastoors in
tegendeel zijn »a» houd.ng veranderd zij stele
t hoofd met meer in deucht, staren hel volk
"iet meer grimlachend rnnne gebaren roepen
nu hel volk niet toe -wij zijn hier, ziet over
welk leger wij beschikln, ziet hoe velen, het
zijn wel maar ezels, nur dal doet niets ter za
ke, bereid zijn zij de miachting of de oneer ons
aangedaan met den stoof de vuisten te bestraf
fen zij gaan hunne «udde niet meer vooraf
maar trachten zich aa de stok- en vuistslagen
der menigte Ie ontreken met plaats te nemen
tusschen twee of nier breedgeschouderde sus
sen; zoo tergend zijde oogen bij den optocht
ronddraaiden zoo medeloos en verlegen slagen
zij ze nu ten gronde.
De gendarmerie del geweldige uitvallen. Ver
scheidene personen graken onder de voeten der
peerden. De politie roet de wapens gebruiken
om de vechters uit feu te drijven. De nieuws
gierigen staan op 2rijen geschikt waardoor de
bedevaarders moela trekken, de eene kudde
volgt de andere en van 3 lot hl/2 ure heeft
men niet opgelioudèi te ruisschen. Van aan den
St-Amandsherg t<j de hoogte van den ijzeren
weg van Eecloo, i het eene verwarring zonder
voorbeeld. De geidarmen en politiebeambten
doen hunnen plicht, maar wat vermogen zij om
eene opgewonden nenigle te bedwingen?'üs ee
ne les voor de katiohjke partij mocht zij haar
ten nutte strekkai, wij zouden zulke droeve
tooneelen niet me<r te betreuren hebben.
Om 3 ure 's naniddags is alles nog rustig aan
de spoorwegstatie; deze is bewaakt door eene
afdeelingpoliüebeimbten, en eeiibatailion voet
volk De bedevaarders beginnen terug te keerei.
van Lourdes; welke a/gi ijselijke stoet; allen zijn
zwart en met stol bedekt en verscheidene heb
ben een beb.oed aangezicht, anderen dragen tee-
ke-.s nog der stokslagen die men hun op limine n
doortocht zoo vriendelijk uitdeelde. Hier op de
slatieplaats hebbei wij noch vuist- of stokslagen
zien uitdeclen, maar men kan zich geen gedacht
geven van hel oorvirdoovcnd getier, dat de toe
gesnelde menigte bij de verschijning eener pa-
,10uren' Maar nog eens,
w< Ikc algnjselijke stoelwij wisten niet dat de
Al wijze zulke domme menschen wezens schiep,
ook hadaen wij nooit durven veronderstellen dal
die twistdnjvende herders met zulke verfoeilij
kegezichten, met zulke hekrompen geesten zou-
en durven optrekken om onze vaderlands- en
vrijheidsmiluiende bevolking uit te dagen en aan
te hitsen. Alaar de uitgedaagden hebben hun
een reispenning geschonken van aard om den
overdreven ijver onzer geestelijken voor politie
ke bedevaarten te genezen.
Velen zullen zich lang de schoonc raadgevingen
in de uitgelezen taal van liet lollekens bladje,
liet Land van ^fl/sf,uedergeschreven herinne
ren. Zij zijn te merkwaardig opdat wij ze on
der de oogen onzer lezers niet zouden leggen
Cornelis. Danjé niet meer als in mijnen
broodzak; van die gasten kan ik er tien met mij
nen achtkant opeten, danjé I roepen mogen ze
maar den eersten die zijn pooien naarons steekt'
is mijnen man. Dat gespuis zou te stout wor
den, bis ze zouden ons later komen pionteren
bis, gelijk de Jokkobijnen; als de brave men
schen benauwd, Sis. dan is de wereld kapot
k w il l.egen. Sis,en is T niet waar voor geheel
ons Erembodegem gaik geenen slapacliierwerls
bis; maar daar en zal geen nood zijn, Sis; die
lachen durven, twintig legen een, neu ouden
pastoor ui 't gezicht slaan, vrouwvolk beleedi-
gen,niaar als z een boereuvuisl zien,zijn ze onka-
pabel van hun broek zuiver t'houden. Sis, ja Sis!
BEDEVAARTEN.
De processie die morgen te Brussel naar Wo-
luwe moest plaats hebben is opgezegd.
heer Coppens. als burgemeester van Lede, ver
schenen is. Wij vinden hierin nogmaals een
staaltje van de domheid en den hatelijker» par
tijgeest eeniger dweepers onzer Gemeente. Wij
zeggen domheid; en, inderdaad, moet men nipt
aartsdom zijn, om op het oogenblik dat1 de in-
woners nog onder den indruk zijn van dit
se looue feest, tol welks opluistering allen, zoo
wel vreemden als inboorlingen, het hunne heb
ben bijgedragen, om op zulk oogenblik, zeggen
wij door hatelijke leugens en lasterende zin
spelingen de .eendracht en den vrede te storen
die hier heerschen! Wat heeft de Godsdienst
met dit feest gemeens, laffe schijnheilige ver
sla gdoeners Rangschikt gij misschien een bur-
gerfeest onder de bedevaarten Maar wat mag
men al meer Verwachten van lieden van uw
Mach: even als alle vaiscliaards, gebruikt gij het
woord Belgie lot dekmantel van uwen haat en
van uwe snoode inzichten. En denkt gij mis
schien in de belangen van den godsdienst te
handelen met liet rustige Lede tot een tooneel
van iweespalten broedershaat te maken Welk
denkbeeld vormt gij u van den Godsdienst vui-
gp Pharizeërs
Die vreemdelingen moeten u toch zwaar op
hel harte drukken, want sedert geruirnen tijd
is dit woord menigmaal gebruikt geworden, om
vreedzame inwoners van Lede te lioonen en te
beschimpen
Gij raaskalt ran kuiperijen en van deftigheid.
W eet gij dan niet, armzalige schrijvelaars, dat
de bedoelde vreemdelingen er stout mogen op
bogen duizendmaal deftiger te zijn dan schijn
heiligen als gij. die er slechts op bedacht zijn
UIT LEDE.
Niet weinig waren wij verwonderd hij het le
zen van het verslag, dal voorlaalsten zondag iu
het Land van Aalst over de inhaling van den
hunne medeburgers door hunne huichelarij te
misleiden En waarin bestaan de kuiperijen
dier vreemdelingen Waarom het niet rechtuit
gezegd Waarom3 Wel omdat gij overtuigd zij»,
dat die vreemdelingen voor gewoonte hebben
het hoofd recht te dragen en alleen de inspraak
van huu geweten te volgen omdat hunne leus
is vrij en vrank. Gij alleen werkt in liet don
ker. wam gij zijl partijgangers van den vuilen
boel der Ridders run het gele land. waarvan
hel schurft blad, dal uw verslag opgenomen
heeft, de tolk is.
Doch genoeg hierover. Houden wfj ons een
oogenblik bezig met de vermoede, of beter ge
zegd, de gekeilde opstellers van dh verslag.
Over den voornaamste valt er veel te zeggen-
doch wij zullen ons voor alsnu bepalen"et
eenen oogslag te wei pen op zijn gediag in het
maatschappelijk leven, en het schoone zijns ka
rakters, uit eerbied voor zijne vrouw en kinde
ren, onaangeroerd laten.
Hoe vreemd is liet niet als verdediger der
eendracht een man te zien optreden, die zich te
Lede in alle maatschappijen, waarvan hij ooit
deel maakte, als een heerschzuchlige,eeii moei
al en etn twistzoeker heeft doen kennen
Geen enkel voorstel werd ooit iu die maat
schappij i opgeworpen, of hij alleen moest het
woord voeren; en. werden zijne aanmerkingen
of zienswijzen niet door allen bijgetreden, zoo
was hij verbitterd en bejegende niet zelden zijne
g-zelleii met misplaatste en onvriendelijke woor
den. Wordt er heden nog door de maatschappij
bl-Cccilia ecnig uitstapje gedaan voorzeker
keert hij niet ten huize alvorens met den eenen
of anderen gezel getwist Ie hebbe»; immers zijne
tegenwoordigheid in een gezelschap is voldoen
de om er vrooüjkheid, vriendschapen vertrou
wen uit te verhaiineu.
Zijne handelwijze ten opzichte zijner orider-
hoorigen; zullen wij ook niet bespreken, hetzij
genoeg iu hel voorbijgaan aan te slippen, dal
hij door hen met den welverdienden spotnaam
van dertienden Apostel betiteld wordt.
Eenen raad hebben wij dezen man te geven-
het is van zich zeer stil te houden, indien bij niet
wil dat zijn huiehelaarsleven omstandiger ge
kend worde. Hij kan immers niet vergelen heb
ben dat er van vroegere jaren puntjes genomen
zijn, die nog ten huidigen dage bestaan cn
waarvan des noods gebruikzou gemaakt worden
Terwijl wij aan het werk zijn, zullen wij de
vrijheid nemen aan een ander jiersonage, die
enkel uit onnoozelheid zijne liilerarissche ken
nissen ten dienste van den onrechte stelt ook
eenen raad tc geven
Hij weel maar al tc wel, of juister gesproken
'WUrl Pn mol uinf l.n4ni. J
J.. L1
- wp i'i uai (Ifr £fj|ia