St-lgnatius meer reppen en noglans vroeger
was zijne macht zoo groot dat hij uit de hel
twee ongelukkigen rukte, die hunne ziel aan
den grooteu duivel veikoeht en de verbintenis
inet hun bloed hadden gehandteekend. De hel
weergalmt door kreten van woede en razernij,
maar Ignatius deed zich niet te min de twee
geschriften terhandstelleu.
Bewonderlijkere heldendaad, schrijft vader
Paulus Segnerus, dan diegene van den fabelach-
tigen Orphée, want hij moest die twee zielen uit
den afgrond halen, niet door gebeden en afsmee
kingen maar door een gebiedend bevel.
Ja zulke onzinnige gekheden werden in
vroegere jaren door de hoog geleerde paters
jesuielen nis waarheden de wereld ingezonden!
en zou men denken dat zij heden er zouden voor
schromen en zich achteruit trekken Geenzins,
want wat wij alle dagen hoorenen zien gebeuren
zou als een waarvolle logenstraffing hun op het
hoofd neergedrukt moeten worden.
Waarom maakt St-lgualius geen gebruik
meer van zijn vermogen niet dat het getal
vervloekten vermindert, want moest men den
paus gelooven het getal ervan vermeerdert da
gelijks.
Zou St-lgnatius hel overwoord verloren
hebben Zou hij in den hemel de rol willen
spelen van den generaal der jesuieten hier op
aarde Zou hij gedroomd hebben hierboven de
hemelsche zaken te besturen gelijk zijn opvolger
hier de zaken der kerk bestuurt Maar het is
niet onmogelijk dat hij in ongenade gevallen zij.
Lacordaire en Monlalembert, bij hunne intrede
in den Ilemel, zullen er een schrikkelijk lawijt
gemaakt hebben tegen de jesuielen. Paus Cle-
meutiuslVX wachtte slechts medekuipers af om
zich te wreken over degenen die hem den ver
giftigden beker deden drinken,na het afschaffen
van hun orde. Met den onderstand van den
cardinaal Theincr, zullen zij in samenspan
ning gegaan zijn legen Ignatius en zijne volge
lingen, en ze in een verscholen hoek van den
hemel verjaagd.
O-L-V. kan ook al deel genomen hebben aan
de draaierij, 'lis wel waar dat de Jesuieten hare
onbevlekte ontvangenis hebben doen erkennen
en den ophef gemaakt van den ceredicnst van
het heilig Hert. Maar zij ziet te wel dat het niet
uit zuiver godvruchtigheid is. Zij ontwaart dat
al hun geweld maar een doelwit heeft zich de
oppermacht in de zaken dezer wereld aanschaf
fen. Zij ziet slechts in hen schijnheiligen en
dcugeniclen, die allengskens in staat zijn den
hemel met hunne schepselen te bevolken en er
hunne overheersching gelijk op de aarde in te
richten.
EEN NIET ONGEPASTE RAAD.
De milddadigheid isecne voortreffelijke daad;
zij kan niet genoegzaam aanbevolen worden,
wanneer zij strekt om zijn evenmensch ter hulp
te komen, en wordt integendeel eene misdaad,
wanneer zij geschiedt om de broederlijke liefde
te hinderen, de volken tot oproer, en alzoo tot
verval te brengemonderzoekt wel aan wie gij uwe
gifte doet,dat zij nietdiene om den mensch zijne
vrijheid af te nemen, den vooruitgang tegen de
werken, dc gouveinementen te ondermijnen, de
trouw des koophandels te vernietigen, en alzoo
de neringdoenden als ook den werkman het brood
te ontnemen.
De beroerten welke zich in vele landen doen
gevoelen, bijzonderlijk in Spanje, alwaar de
eene broeder den anderen vermoort, zijn het
gevolg der deniers die men overal inzamelt om
een despot op den troon te brengen, onder het
geleide der jesuielen, geenc rekening houdende
van de ellende waarin zij den mensch dompe
len, om dan, door deze tusschenkomst den Paus
uit het gevang te halen wederhoud dus uwe
gifte die tot uwen eigen geesel moet die-
nen;zegt dan een vaarwel aan bedevaarten wel
ke al zingende langs heen de straat trekken
welkcdoor hunne openbaringen eerder eene ben
de muiters verbeelden dan aanbidders des waren
Godes, ingericht niet tot verlossing des Pausen,
daar hij in volle vrijheid een der rijkste, schoon
ste en grootste paleizen bewoont, gezeteld op
een gouden troon, begunstigd door vele miljoe
nen geld, manr tot ophitsing der fanatieke dom
pelaars, tegen de belangen en rechten des men-
schcn, om door deze blinde medewerking tol
hun oogwit te geraken de overheersching, de
inpalming der rijkdommen, en de inkwisitic in
volle stand te brengen, en alzoo den mensch on
der hun juk te doen buigen.
Deze handelwijze is eene uitdaging aan chris.
tus, den God van vrede,geboren in een stal, die
tol de volkeren zegde dat zijn rijk van dezen
wereld «iet is, dat hij niet beoogde op gouden
troonen te zetelen, om miljoenen geld in te za
melen, om een der rijkste paleizen te bewonen
oin de volkeren te bedriegen en te doen dood
slagen, maar om de liefde, de eendracht aan te
bevelen, zijne gebeden ten hemel sturende, niet
biddende in het publiek, maar in stilte tot zege
ning en welvaart van heel de wereld; alzoo bid -
dendeen zich wederhoudende van alle medewer-
de zijne Adelaïda, zegde hij met eene diep bewo
gen stem, Adelaïda, hij is dus voor ons verloren
Zij huiverde en voelde zich het hart breken
maar noch hare woorden noch gebaren verrieden
hare inwendige smarten, en al hare krachten in
spannende om eene kalme houding te nemen mijn
vader, zegde zij, hij zal steeds zoo als voorheen uw
zoon zijn, en ik,... ik zal hem als een broeder
aanzien. De grijsaard wendde het hoofd zijde-
waarts om zijne tranen af te droogen. Hij, mijn
zoon hernam hij al zuchtende hoe zou ik
hem uog mijn zoon kunnen noemen Is het
omdat hij de zoon mijns broeders is, en do erfge
naam der heeren d'Agua, helaas hij heeft zijne
erfelijke eer verloochend; en zijne betrekkingen
met de ketters zullen eene schandvlek over
zijne familie werpen't zal ook als de ech-
genoot mijner Adelaïda niet zijn dat ik hem mijn
zoon zal heetenhij heeft haar te wreed belee-
digd om ooit vergiffenis te verdienen. Neen neen
nimmer of nooit zal ik hem dien naam nog geven
Terwijl de oude heer zich aldus uitdrukte, zijne
dochter, zoo als de ongelukkige die zijn dood
vonnis hoort uitspreken, zijne ontzette en be
vende dochter, had moeite om hare tranen en
smartkreten te wederhouden. Mijn vader, hernam
zij eindelijk, aan u alleen zal het hart uwer Ade
laïda toebchooren aan mijn vader en mijn God
alleen, mits Frederik mij bedrogen heeft.
Deze woorden uitsprekende, begon zij te huiveren
want het gerucht van paardenstappen had haar
ooren getroffen vader bedaart u hij is misschien
te verontschuldigen.
Ik heb te veel verdriet om mij door dc gram
schap te laten overmoesteren, antwoordde de grij
saard on voor de tweede maal, biggelden tranen
over zijne gepimpelde wangen.
Een oogenblik daarna verscheen Frederik
gelukkig eene goede daad verricht te hebben, nog
gelukkiger terug te komen hij degene die hij bemin
de,straalde eene zuivere voldoening uit zijne blik
ken, en een zachte glimlach rees hem op de lippen.
Bijzijn aanzien sloeg het meisje de oogenneder, en
liet het hoofd op de borst zinken; en nogtans een
licht rood had haar do wangen gekleurd, eene vro
lijke beweging had haar 't hart doen kloppen bij
het terugzien van degene die zij zoo liefhad, vergat
zij een oogenblik dat zij hem schuldig geloofde.
Hij naderde met haaste, maar verwonderd omdat
men hem zoo koel onthaalde, bleef hij eenigo
schreden van zijne nicht verwijderd staan; de
verwondering en de benauwdheid vertoonden zich
king tot onderdrukking des menschen, mag men
zich roemen als treffelijk man, en goede cliris-
tene, een wapen tegen de ellende der inkwisitie
en broedermoord te zijn, en den weg door Chris
tus gebaand te bewandelen.
Indien cr een vermoeden opgevat moet wor
den uit de wondere teekens van Louise Latcau,
zou men eeniglijk kunnen onderstellen, dat
christus de God van vrede daar door een ver-
witting geeft tegen de misbruiken der geestelijk
ken, die zijne bevelen ontaarden, en overtreden,
bevelen welke alleen onfaalbaar zijn.
Men verlieze ook uil het oog niet dat overal
waar de geestelijken de overhand hebben de
koophandelszaken kwijnen ja, door de uitdoo-
ving der vermaken des volks, wordt de koop
handel bcnadeeligd, en het volk tot ellende ge
bracht. Medeg
SLAPERS OF KWELLERS.
Sedert eenigen tijd merken wij np,dat de on -
vcrschilligheid onzer bestuurders voor de wel
vaart der ingezetenen en de misbruiken legen de
openbare gezondheid meer en meer veld win
nen.
Men zou zeggen dat er onze stadliuismannen
maar iets moet aanbevolen worden, in 'l belang
der ingezetenen, op dat er hunne aandacht zou
van afgekeerd worden men zou geneigd zijn te
gelooven dat zij gezworen hebben van niets te
verrichten wat aan 't mensebdom kan nuttig,
voordeelig of winstgevend zijn. Dc bclsche
droomen die hun wakker houden zetten zich
zoodanig op hunne zenuwen dat al wat geest of
lichaam verbli jdt en verheugt ze in eene kramp
achtige crisis werpt. En daarom worden ze van
al redeneerende mensch geschuwd erger als of zij
van blauwenbaard afstamden. En met al hun
ne macht, die groot is met de tusschenkomst
en dc gebeden van 'pater rector uit de Pont
straat en de Lourde's dame va.r de twee in Aalst
ingerichte spelonken waar haar bloed en geest
berustend zijn zijn zij er nog niet ingelukt
eene eenige barak, waar boer en mensch beha
gen in schept op de Aalstersche foire uil te lok -
ken. De neringdoenden klagen pullen in d'aarde
en zullen moeten eindigen met de pijp aan Mer-
v ten te geven. Zij gevoelen nu het verschil, het
oneindig verschil dat er bestaat tusschen eene
liberale administratie en een jesuielenjuk dat
door onze sladsphenixen moet voortgeslepen en
op den rug der Aalstenaars geladen worden.
De kermis is nu gaan vliegen en wat is zij ge-
op zijn gelaat en 't was met eene ontroerde stem
dat hij uitriepAdelaida mijn oom wat is er u
overgekomen
Ondervraagt uw geweten, antwoordde de grij
saard op plechtigen toon, en gij zult de rjrzaak
onzer smarten kenneu.
De jongeling deed een stap achteruit, legde de
hand op zijn hart, en den ouden heer een blik vol
fierheid werpende mijn geweten is zuiver, zegde
hij, ongelukkig degene die zou pogen mijne eer
te schandvlekken maar mijn oom, gij die mij
kent, hoe hebt gij een oogenblik aan mijne bn-
sehuld kunnen twijfelen
Frederik, hernam de grijsaard zoudt gij mtj
willen bedriegen Hebt gij niet heimelijk een
vreemdeling, een pliehtige, een ketter, de snoode
Baudouin in mijne woon gebracht
De jongeling werd rood en boog het hoofd een
oogenblik, bij deze juiste beschuldiging maar het
welhaast oprichtende, en al zijne zelfsbeheersching
hernemende ik kende den man niet dien ik gered
heb maar ik zag hem in het ongeluk.
En gij stelt u bloot uwe eer te verliezen»
voor een onbekende.
Mijn oom, ik had van u geleerd dat het de
plicht was van ecnen edelman, van eenen Belg,
- - i