gelast zijn. Wam wie heeft het grootste belang niet.wel ke ouders zou men durven verdenken van den tijd niet als bet kostelijkste ding van liet leven te aanschouwen en hunne afstammelingen niet binnen den koristen tijd en met de minste moeite en moeilijkheid de benoodigde kennissen te ver schaffen. WAAR ZIJ 'T GAAN ZOEKEN. In Luxemburg, waar men de toekomende jaar kiezing voor de kamers beeft, trachten de klerikalen zooveel kiezers te maken als moge lijk. De pastoors om de kiescijns te bereiken, ge ven hunne zusters als dienstmeiden over. Als die verklaringen niet echt zijn, dan is hel niet zeer loflijk voor den heer pastoor zijn zij valsch, dan is het ecue logen. Nu wat doet dat daaraan, als de klerikale volksvertegenwoordigers maar gekozen worden, de pastoors verschieten in geen klein gerucht. En wal betreft dal zij eene zonde doen met. te liegen; maar de pastoors biechten den eene aan den andere en zij zijn er af met aan elkan der de absolutie te geven. Er is niets gemakkelijker als dat en hunne penitentie is ook nooit niet zeer groot. ZE BEKLAGEN ZICH. Wij vinden in den Bien public eenen brief, waarin een priester zich beklaagt dat men aan de geestelijken den eerbied niet bew ijst, w elke men hem gewoon was te bewijzen en dal ieder een zich van hem verwijdert. Bevindt zich eeu priester in een comparti ment op den spoorweg, zegt de briefschrijver iedereen zoekt eene andere plaats; in de hotels vermijdt iedereen van nevens hem te zitten het is een soort van wantrouwen dal men jegens hein toont en dit gaal zoo verre dal men dit zelfs op eenige buitengemeenten ziel gebeuren. Het bovenstaande is door een priester ge schreven en in den Bien public geplaatst, zoo dat men het wel moet gelooven. Ehvvel. die verwijdering van de burgers om niet in aanraking te komen met de geestelijken, verwondert ons niet. Sinds de priester? zich zoo hevig met de politiek bemoeien, hebben zij bij 't meerendeel der mciischen den eerbied verloreu, welke men vroeger hun beloonde. Inderdaad, wij herinne ren liet ons nog zeer wel. voor 25 lol 50 jaren ging geen burger voorbij een geestelijke of hij nam zijn hoed of klak af om hem te groeten.de pastoor en onder-pastoors waren op hunne pa rochie geëerd en geern gezien maar nu, sinds hunne sermoenen in plaats van liefde tot den Verduiveld in welk tijdstip leven wij Waarom verwaarloost de edeldom zijne leenmannen te beschermen. Door de overblijfselen van den Hl Donatus, mijn patroon, dit zou u op mijn land van Ravel niet overgekomen zijn alhoe wel nogtans een keer.maar alleenlijk een keer. die schelm, Jeremias-de-verbrijzelaar.... En de goede edelman zonder zijnen voorstel te voltrek ken, beet op zijne lippen van spijt. Jeremias heeft slechts beelden aan stukken ge slagen, zegde de hervormde, op plechtigen toon maar degenen die mij vervolgd hebben moeten le vende slachtoffers hebben De ridder veranderde van kleur, 't Is een ketter stamelde hij. HeerFrederik wat hebt gij gemeens 'met een dergelijk man Frederik antwoordde niet. De veteraan ontsteld, maar wiens vooringenomenheden van sekte en van partij de natuurlijke goedheid niet heel en gansch uitdoofden, stond op, ging voorbij den kapucijn en zichoverdes ministers schouders buigende,blies hij hem in het oor luistert naar mij, mijn vriend de goddelooze, overmeestert uwe tong, en indien mo gelijk, verwijdert u van dien monik 't is een op loopend mensch en ik zou u niet geern mishandeld zienniettegenstaande gij een vijand van den goeden God zijt. naaste aan le bevelen, niets zijn dan uitvallen legen personen, van aard om tweedracht onder de menschen te brengen, sinds zij zich persoon lijk met niets anders bezig houden dan met politieke kiezingen, met ineuschen die van hunne partij niet zijn in bunnen handel te be- n ideelcn sinds dien groet men den priester niet meer op de straat en tracht iedereen zoo weinig in aanraking met hem te zijn als moge lijk is, ten einde van zijn partijdig en venijnig gesprek verlost te zijn. Ja, die priester, die aan den Bien public schrijft, heeft gelijk, en wal bij zegt heeft ieder een reeds opgemerkt, maar de schuld is aan de geestelijken en aan geheel de klerikale partij, die door hunne artikels in de dagbladen, door hunne handelingen in 'l donker legen al die niet denkt zoo als zij, de menschen eenen afkeer in boezemt voor alles wat van hunnen winkel is. Dal de priester worde wat bij moet zijn,enkel een dienaar Gods en zielenherder en zich zoo met de wercldsclie dingen niet bezig houdt, dan zal hij nog op den eerbied der mensehen mogen aanspraak maken. De kantonale notarissen van het land zijn verre van ontmoedigd te zijn door hunne mis lukken in den Senaat. Verleden zondag hebben zij eene algemeenc vergadering te Brussel ge houden en er zijn verscheidene belangrijke be slissingen genomen. De vergadering was nog talrijker dan die van 27 Juli 1873, waarop de bond der kantonale notarissen werd gesticht, om de eenheid van het ressort en de afschaffing van het voorrecht te verkrijgen. Hel schijnt stellig te zijn dal de wel in den aanstaanden zittijd der Kamers op nieuw voor de wetgeving zal gebracht worden. In afwachting is de be stendigheid van den bond beslist en men is over gegaan tot de vernieuwing van het bestuur. JMen verzekert dal er den eersten dag der kaivacade te Antwerpen, er zich meer dan 100,000 vreemdelingen in die stad bevonden. De herbergen hebben op een enkelen dag meer verkocht dan andere jaren op de drij dagen der kermis. Dat zal de klerikalen plezier doen, zij die zich zoo beijverd hebben om de kermis te doen mislukken. De politie-commissaris van Soignies schrijft eenen brief aan de dagbladen om het feit, dat een kind levend zou begraven zijn, te logen straffen. De ontgraving heeft plaats gehad op het gerucht door eenige kinderen verspreid, maar iiet lijk is in de k'st bevonden geweest zooals het er in gelegd was. Daarbij is de lijkschou wing door een geneesheer gedaan en is de vader geen dronkaard, maar een naarstig en braaf werkman. Omtrent de schade, door de W olkbreuk Gij kent mij niet, hernam Baudouin, zonder bit terheid. Ik heb heel jmijn leven opgeofferd om het woord te verkondigen van hem, welke gij mij be schuldigt niet te beminnen voor wat de geweldda digheid der menschen betreft, zij zal mij nooit mijne geloofsleer doen verbergen. De kapucijn deed niet de minste beweging, en men had kunnen gelooven dat hij die woorden niet begreep. De ontmoeting van een geloofstegenstrever, zou mij zelfs aangenaam zijn. vervolgde de minister en de stem verheffende ondanks de teekens en de be nauwde blikken van den goeden edelman, had de die tegenstrever genoeg vertrouwen in zijne leer stelsels om ze tegen mijne bewijsredens te pogen staande te houden. Fm degene die eene uur geleden het vast besluit genomen had den geloofstrijd vaarwel te zeggen om slechts eendracht en deugd aan te prediken, her vallende,niettegenstaande zijne goede voornemens, onder den invloed zijner eeuw, en onder de heer schappij der gewoonte, hitste door gebaarden den vredeminnenden kapucijn aan. Geene antwoord bekomende, glimlachte hij op zegenpralenden toon. In de preekstoelen, zegde hij in hunne kerken en midden hunner lichtgeloovige aanhangers in onze afwezigheid, dagen zij ons uit maar wanneer zij zich bij .toeval tegen over te Kirn teweeggebracht, wordt nader gemeld, dat er nagenoeg 500 stuks vee is omgekomen, 8 huizen door den stroom zijn weggeslagen en 50 a 60 zoodanig beschadigd, dat zij op den last der politie zijn afgebroken, terwijl er reeds 8000 vrachten slijk uit de huizen cn straten zijn opgehaald, maar er nog zooveel ligt, dat er nog zeer veel te doen valt alvorens de slrateu begaanbaar zijn. De stoet welke dinsdag te Antwerpen is uitgegaan was prachtig. Willem de Zwijger, prins van Oranje, le peerd gezeten, werd op zijnen doortocht algemeen toegejuicht. Men ziet dat de klerikalen met hun geraas en gelier tegen de historische persoonaadje, juist het tegeno- \ergestelde uitwerksel hebben doen ontslaan. Al de overige w gens en kostumen waren prachtig en Antwerpen, ten minste de liberalen van Anl werpen,halen er eere van zulke schoone feesten te hebben ingericht, die zoo veel goed aan handel en nijverheid doen. Hel is den 25 dezer maand dat de interna tionale tentoonstelling te Keulen open is. Onder de leden door liet gouvernement afgevcerdigd om ons land bij die tentoonstelling te vertegen woordigen, bevindt zich de burgemeester de heer de graaf de Kerchove de Denlergem, M. J. Linden, bloemkweeker te Gent. en M. Ivickx, proffessorbij de Hoogcschool van Gent. Dinsdag had de plechtige opening plaats van de tentoonstelling van schilderijen le Brus sel. De koning en de koninginzijn ontvangenge- worden door de ministers van binnenlaudsche zaken en openbare werken, de bestuur-coininis- sie en een groot getal arlisten. De koning heeft zich verscheidene der al tisten die tafereelen hebben tentoon gesteld, doen voorstellen. Z. M. beeft voornamelijk M. Hermans geluk gewenscht, wiens groot tafereel de gebeurtenis van den dag is. Hel bezoek van den koning heeft ongeveer twee uren geduurd. Een heer die lang op reis was geweest cn in dien tijd haard en knevels in den weelderigea groei niet belemmerd bad, ging bij zijn terug komst eeu bloedverwant bezoekenwiens docliterke steeds zijn lieveling geweest was. Het kind scheen niet genegen, om hein als naar gewoonte niet een kus te begroeten. Wel, Maria^ zei toen de moeder, geelt gij uw ouden vriend geen kus Maar, ma, ant woordde het meisje met kinderlijke eenvoudig heid, ik zie geen plaats om een kus le geven.» Verscheidene fabrikanten in Pruisen heb ben dezen zomer getracht de wet op den fabriek- arbeid van schoolplichtige kinderen te ontdui ken, door de kinderen tijdens de vacanlien in dienst te nemen, zonder de vereischle aangiften en zonder ze in bel werklieden-register aan te teekenen op grond dat zij slechts tijdelijk waren ons bevinden.... Neemt acht onderbrak de monik met den voet een brandend stuk hout wegstootende, welke zich van de andere gescheiden bad en op de voeten van den predikant viel. Deze eenvoudige handeling bracht Baudouin tot inkeer. Hij bloosde over den voorrang welke die misschien onwetende en lompe geestelijke op hem genomen had maar die zonder zich te roemen het evangelie beter dan een ander te kunnen uitleggen, op zijn gemak deszelfs wetten in pratijk stelde. Intusschentijd had de boer en zijn knecht de ta fel bereid en het avondmaal opgediend. Zegt ons de benedicite, vader Cornelius, riep, zich de handen vrijvende, de heer van Ravel uit en vooral leest niet te lang uit eerbied voor degenen die misschien van onze kerk niet zijn. En om het gebraad niet te laten verkouden, hernam de monik Én in den naam des vaders, en des zoons, en des H.gees- tes. Zijn gebed was kort, maar vurig, en alhoewel hij zijne woorden geenen buitengewonen nadruk bijzette, had hij de houding en den toon van een door erkentelijkheid doordrongen man voor den God wiens weldaden hij zich ten nutte ging maken genomen.Hij plaatste zich vervolgens tusschen den ouden ridder en Frederik d'Agua. Baudouin en de meester des huizes vulden de twee andere plaat sen aan. {Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1875 | | pagina 2