ne insfplling voor hel volk en een uitvloeisel van hel volk, dat op die wijze eene werkzame rol speelt en toonl dat het geen slafelijk werktuig is zonder ziel in de handen der grooten, die zich als meesters uitgeven van landen en volkeren. Het volk slori soms bloed en begaat allerhande misdaden niet blinden drift, dat is waar. Maar gij dan, grooien en machtigen der aarde, moet gij geene rekening geven, hebt gij geene misda den. miskenningen, onrechtvaardigheden op 't geweten O ja! niet waar P Hebt gij het volk genoegzaam onderwezen en verlicht? Neen! neen Gelooft niet dat de kreet «ae burgemeester op het stadhuis en de, pastoor in de kerk. eene oorlogsverklaring zij tegen den godsdienst. Verre van daar, zij is enkel en alleen eene ver- dedigingskreet bij de vrije burgerij van stad en dorp voor de burgelijke overheid, de eenige kloeke bewaarster onzer kostbare vrijheden. Ja wij sehrijvem trolsch op ons vaandel de burgemeester op het stadhuis en de pas toor in de kerk «Ja wij willen kloeke en li berale gemeenteraden in stad en dorp Ja, wij willen de burgelijke overheid geëerbiedigd en geacht zien, §want zij gaat vooruit, zij moet vooruit gaan, daar zij alleen de uitdrukking is van de belangen des volks. Bovendien niets is boven de burgelijke overheid geplaatst in ons land, zelfs de militaire macht is in hare handen; ook kent de wet aan de geestelijkheid geene overheid toe. Ziedaar, burgers, kiezers van de stad en te lande, wat de burgelijke overheid is en moet zijn. Zij alleen is uwe beschermster tegen den geestelijken dwang en het militair despotismus. Zonder haar zoudt gij den prooi w orden der ha telijkste willekeur, uwe vrijheden zouden ver dwijnen, uw welzijn te niet gaan, de vooruit gang zou gestremd worden en de onwetendheid weder uil haar graf opstaan. Bij een verlicht en vrij volk kunnen en mogen twee korpsen, de militairen en de geestelijkheid, nimmer alleen geheel en al het gezag en de overheid in handen hebben zij zouden vrijheid en onderwijs en voorspoed begraven, wat aanleiding zou geven tot omwentelingen en bloedige burgeroorlogen. Spaart uw vaderland zulke beproevingen. Eerbied voor het burgelijk gezag F.n daarom kiest, den 26 oktober, kloeke liberale gemeen teraden. Zij alleen kunnen rust en vrede, wet en recht, voorspoed en vooruitgang, volkswel zijn en verlichting in stand houden en uilbrei den. Kiest geene klerikalen gelijk onder welk masker zij zich verbergen, want dat is de bur gelijke overheid vernietigen ten profijie der gees telijkheid, ten nadeeie der vrijheid. Ten slotte, wie moet er regeeren de pastoor of het volk? Denkt op die vraag na en gij zult met ons uitroepen de burgemeester op het stadhuis en de pastoor in de kerk en men onwaarde bij deszelfs aanziendat hij van zijnen vijand niets te vreezen had dan een verrade- lijken aanval. De soldaat had niet geantwoord maar door eene schielijke beweging trof hij zijnen tegenstrever aan het hart. De met staal belegde punt doorboorde het monnikskleed, en dronk het bloed van den geestelijke maar zij maakte maar eene lichte schrab want de gramschap des Spanjaards deed hem de hand wankelen,en de geestelijke had zich bij tijde zijdewaarts geworpen om de dood te ontvluch ten. Deze bleef een oogenblik als verstomd over dit verraad staan. Hij deed geen de minste beweging, hij bracht geen woord uit maar als de soldaat hem op nieuw wilde aanranden God hebbe me delijden met u, zegde hij; op denzelfden oogenblik zag men den sabel in stukken vliegen, en den Span jaard, aan de slapen gewond, stortte levenloos ten gronde. De goede monnik zou zijn werk voortgezet heb ben,indien de soldaten het gepast geoordeeld had den dit schrikkelijk schouwspel bij te wonen; maar 't was een karaktertrek dit spaansche voetvolk eigen zoo onversaagd in de groote veldslagen des te moedeloozer te zijn in de kleine ontmoe tingen. De vier voetgangers wierpen hunne vuur DE HAND GODS. Het oud spreekwoord van koekoek altijd eenen zangi begint een beetje versleten te zijn als de menschen, die hunne vijf werk-slellig ma ken. bun bloed tot zieden gevoelen komen en hunne w aardigheid aande oogen van allen willen onlblooten. zijn de botsingen nog al dikwijls on vermijdelijk, en dan worden die ware schepsels gods met den vinger aangewezen als goddeloo- zen. De dompers van licht en versland die over alles willen prijken en den laatsten centiem uit de zakken der godsblokken doen rijzen voor daden en werken, die legenstiijdig zijn aan de eeuwige waarheid, en eene wijze verkregen overtuiging, vrucht van ondervinding, nauw gezet onderzoek en studie ja, de dompers heb ben geen anderen kreet dan dien van goddeloo- zen, om hunne tegenstrevers, die aan God diep verkleefd zijn en de mannen van den hein el- winkel nemen voor wat zij waarlijk gelden, in al de zaken der wereld te benadeeligen: want zij weten dal zij op een groot getal kneukels, dom koppen en sullen mogen rekenen om hunne ha telijke en aan een kind Gods alkceiige plannen ten uitvoer te brengen. Dat bleek over eenigen tijd en geheel de pers, van wat kleur ook, heeft er zich mede onledig gehouden 't gold een slach van bedevaarders naar eene spelonk welke in de boeken van den hemel of het vagevuur niet vermeld stond: en '1 is op die wijze dat de uitvinders van alle soor ten van nieuwigheden met de mode van deu lijd geld smeden zooveel het hun lust! en boe liet volk zoo dom kan zijn om daaraan geloof te verleenen dat overschreidt alle inbeelding. De rede kon de Oostakkersche Comedie nim mer dulden en zij beging aanrakingen welke zij had moeten vermijden. Nu zondag laatst bad er w eeral eene Comedie met groote mise en scène plaats deze maal bad men Lede verkozen om bet volk op te bit sen om te gaan vechten ten einde het pausdom en het koningdom van Italië op een hoofd te herstellen Geheel de ppMcn opjoijuxi der omstreken had er zich heen begeven, en een troon was er voor de kerkelijke overheid opgericlitrop het oogenblik dat men het groot werk ging voltrek ken, strekte de band Gods zich over ben uit cn zij verdwenen aan 't zicht van het volk, dat niet weinig verbaast stond eensklaps den achterkant der altaarpyramidie nog voor de oogen te heb ben. roeren weg en namen de vlucht. Twee knechten van den pachter, die zich bij hunne nadering ver borgen hadden, wapenden zich met vorken om ze te achtervolgen. Bij St-Donatus. riep de heer van Ravel uit, zijn degen met spijt in de schede glijdende, al de eer zal voor u zijn, vader Cornelius. Ja, antwoordde de monnik gij zijt misnoegd ze niet wat van dichter bij gezien te hebben. Wel nu, hebt eenige uren geduld! zij zullen met verster king terugkeeren, en gij zult met genoegen mo gen vechten. Die overweging bracht eenieder in verslagen heid. Men moet vluchten, zegde de pachter, ik weet eene veilige schuilplaats, en ik zal er dezen protestant heenleiden gij, mijn vader, en mijne ruiters, verwijdert u zonder een oogenblik te ver liezen. Maar uw huis en uw goed, hervatte Frederik Jongeling, antwoordde de boer, 't zal voor de tweede maal zijn,dat ik hot buis, welke ik mij zelf opgericht heb, zal zieu vernielen, en dat de bijl de door mij geplante jonge boomen zal nedervel- len. Ziedaar het gevolg der burgertwisten en bij zonderlijk dergene welke den godsdienst tot voor wendsel hebbenzij brengen den doodslag toe aan al wie aan hunne baldadigheden vreemd blijft. Ah zegde Baudouin, hadden de hervormden de Gods hand beeft ze deze maal nog maar eens beproefd cn niet gekastijd naar verdienste: maar 't is eene vermaning welke niet een christelijke menseh uit betoog mag verliezen: zijn zij schier ongehinderd van onder de puinen gekomen, Gods hand zou in liet toekomende zwaarder kunnen wegen. MIRAKEL TE LEDE. Het is bewezen dat hel O. L. vrouw van Lourdes alleen niet meer is die mirakels kan doen;O. L. Vrouw van de Zeven Weeën, waar schijnlijk eene zuster zan de eerste, kan er ook doen en heeft dit zondag laast te Lede laten blij ken. Er w as in de gemeente Lede eene bedevaart ingericht, dooi den bisschop van Gent. en de geestelijken van geheel dat kanton. Niet min dan 25 parochiën waren zondag daarheen gegaan,om aan O. L. Vrouw van deZeven Weeën de ver lossing van den Paus te vragen, die zoodanig door de miljoenen, w elke hem gezonden w orden, ingesloten is dat hij uit zijn paleis niet meer kan. Nu, die verscheidene duizende bedevaarders en bevaarderessen want dat is al onder elkan der gemengd )bevoudeu zieli rnnd drij ure te Le de. op de groote plaats, waar eene estrade was opgericht, met altaar en andere versierselen, van waar de bisschop zijnen zegen moest geven en eene aanspraak doen. Zooals wij zegden, stonden die duizenden naidige pijp- en andere koppen op de plaats, luidop lezende, ten einde O. L. Vrouw toeheen mirakelken zou doen. om de ongeloovigen lot inkeer te brengen. Hun gebed w as zoo rechzin- dat O. L. Vrouw bij ons Heere moet gegaan zijn en gezegd hebben dat hij toch aan die brave eenvoudige domme zielen liet mirakel niet kon weigeren dal zij vragen. Ons Heere die dien dag, naar het schijnt, niet al te wel gezind was. dal gebeurd hem nog al, als zij hem plagen om mirakels te doen, ant woordden Eliwel 'k zal een mirakel doen, inaar 'i en is niet zeker dat ze er beneden mede te vreden zuilen zijn, want'ten is tegenwoordig nooit niet wel. met al hunne nieuwigheden. Zoo gezegd zoo gedaan. De bisschop van Gent, door zijne geestelij ken, in grooten uniform, omringd, stond op het hoogste der estrade. Hij deed eene aanspraak tot de bedevaarders oin ze te bedanken in zoo groot getal te zijn gekomen en eindigde met zijnen ze gen te geven aan al de aanwezigen, aan de ge meenten die waren opgekomen, tot buizen toe zegende hij. Toen men eensklaps een gerucht en vervol gens een groot gekraak hoortop eens zijn de bisschop en de geestelijken verdwenen!.. Het mirakel had plaats gehad'.. De estrade was in- overhand De boer schudde het hoofd wie ook de over winnaars wezen, zegde hij, ongelukkig de onder drukten Moedige man, hernam Frederik, ik wil dat mij ne familie u vergoede, ik zal aan mijnen oom schrijven. Komt met mij op het goed van Ravel, zegde do oude edelman. Ik dank u, hervatte de pachter: nergens zal ik die jonge boomen, welke ik als mijne kinderen be minde,zien groeien noch bloeien.Mijne haren wor den grijs en ik heb geene gezellin.Eene hut in het bosch zal mij voldoende wezenDaar, zullen de dwingelanden mij misschien niet achtervolgen Des boeren gelatenheid en het besluit dat hij nam, brachten Frederik in verslagenheid. Nogtans hij zelf voorzag dat het de eenigste wijze oplossing was want hij wist dat de Spanjaards geene gena de deden. Zoo dan, riep hij uit, uwe edelmoedige gastvrijheid heeft u verloren Mijne belooning berust daar, zegde de pachter, do hand op zijn hart leggende. Watkanhetmij geven dat de slag mij wat vroeger of wat later toegebracht zij. Ik heb sinds lang voorzien dat de dag der ballingschap welhaast zou aanbreken, en ik heb er mij toe bereid. Denkt aan u zeiven, mijne gasten, en houden wij ons met het vertrek bezig. Wordt voortgezet.') v 7

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1875 | | pagina 2