pinnen te verzeilen den schijn voor de echt heid te nemen en de relige in eene politieken winkel te zien overgaan. Zij hebben een oog on. der di »n dekmantel, die alleen genoegzaam aan wijst hoe beklad hunne doeningen zijn. gewor pen.-*n zij In bben zich overtuigd das er nooit gevaarlijkere en schandelijkere grondbeginselen, die voor 's volks eluk konden gesmeed worden, in verholen liggen. Het is dan tijd dat men gebruik make zijner oogen en er de blinddoeken welke men er voor spant afrukke. w il de* maatschappij in den af grond der afkeerigste dweeperij en onwetendheid niet geboord worden. Men begrijpt de gevolgen eener dusdadige slavernij en t is eenieders plicht geworden alles aan te wenden wat in zijne macht beslaat om die onheilen te voorkomen, 't Ware licht moet zijne weldoende stralen schie ten, om hel volk en de samenleving te redden, V taal der waarheid moet onbeschroomd gespro- worden en alom weerklank vinden: de ge- itneerde stoelen tot verspreiding van laster ■er 1 edrog moeten verdedigers van deugden eet lol den vooruitgang vau het mensehdom overal zien oprijzen, en weldra zal men over tuigd zijn dat al wal den mensch veredelen kan uit de taal der waarheid alleen te verwachten is: heel de voorspoed van landen en volkeren ligt daarin besloten. Aan bet werk dan om eene spoedige verwezenlijking aan onze wenschen en verzuchtigen te schenken. Het Willemsfonds beeft sedert eenigen tijd gebruik dier wapens beginnen te maken, en 't is voorzeker een zijner schoonste titels tolde ware beschaving van het volk; en de afdeelingen die ervan op vele punten van het land tot. stand gebracht worden, hebben veel grond np dit ge bied ingewonnen: de voordrachten welke zij inrichten boeien de aandacht en lokken talrij ke toehoorders tot zich. Aalst heeft ook hare afdeeling sedert eeni- ge maanden lot dusverre had zij weinige teekens vau leven gegeven maar eensklaps is zij uit haren slaap gescholen en zondag II. heeft zij hare werkingen aangevat met eene muzickalc feest waar verscheide liefhebbers zich hebben doen toejuichen en den toehoorders eenen uller- aangenaamsten avondstond opgeleverd de zaal was proppensvol en een donderend handgeklap heeft haar menigmaal doen daveren. De schoone bewoordingen in welke M. Lodewijk De Vriezc het leven des waarheids- en volksvoorstander en vriend, Napoleon Deslanberg. afschetste wer den menigmaal door levendige toejuichingen onderbroken want 't was een dier kernige le vensbeschrijvingen eens waren broeders.die ge heel zijn bestaan besteedde aan 's volks geloken vooruitgang, zonder oooit op eigene verheffing te denken.Napoleon Destanberg wiens geheugen nooit zal vergaan, daar hij onsterfelijke ge wrochten voortbracht, was in alles nederig en zou voor niets ter wereld zijner nederigheid af gezien hebben gelijk hij geboren werd moest bij sterven, dusdanig was zijne leuze. De eerste openbare zitting van het Willems fonds heeft eene onzeggelijke voldoening ver wekt. Maar lot wanneer de opvolgende zitting? zulke leerrijke en hoogstvermakelijke vergade ringen kunnen niet te dikwijls plaats hebben, waar geest en hart zich gaan verkwikken. Fier aan spreker en toonkundigen die zich zoo waardig hunner taak gekweten hebben. MEN VRAAGT of onze afbrekers uit het stadhuis, na de boomico- noclusten gespeeld en vele dergelijke rollen al ver vuld te hebben, niet wel zouden doen op huiine kortelingsche verhuizing onder de aarde te pein zen,om bet stadhuis en al wal het bevat in conditi on te kunnen leggen, om iets in het zoutbaksken, dat tot op den bodem geledigd is, te doen komen? of het wel waar is dat hier ter stede verscheide succursalen der bank, te Spa afgeschaft,bestaan en dat onder het bestuur en het toezicht onzer gewe tensvolle politie-agenten, die zich des noods met het aanleuren van dit geldverslinden spel gelasten endaar waar er spelers ontbreken hunne bediening van politieagent verwaarlo ^zen om zich op hun ge mak aan dit spel te verlustigen? WAT MOETEN DE FLAMINGANTEN ZIJN? De befaamde dichter. Jan Van Beers tot ge meenteraadslid van Antwerpen met 5000 stem men gekozen heeft over eenige dagen in eene toespraak aan zijne ond-leerlingen de ware be- leekenis van het woord flamingant gegeven. Een echt flamingant, zegt hii, moet liberaal en een echt liberaal moet flamingant w ezen. Bravo Jan Van Beers, gij slaat den nagel op den kop, zoo hebben wij het altijd begrepen. De k.erikalen kunnen wel de flaminganten voor eigen belang tot werktuigen gebruiken? hen als broodschrijvers bezigen, zij kunnen zelfs tij delijk de vrijzinnige flaminganten de handen drukken en zich als hunne vrienden uitgeven; maar eens datzij de flaniiganteu niet meer noodig hebben, zullen zij hen van zich afschudden om de grondbeginselen van den syllabus en de en cyclieken te doen bloeien die onze hedendaag- sche vrijheden en namelijk de drukpersvrijheid als werken van den duivel vervloeken. De prinses scheen op hare beurt verwonderd. Zie daar ten minste eene belanglooze vraag, zegde zij. En mits die eerbiedwaardige edelman met zulke goede inzichten bezield is, voegde de graaf Berlai- mont erbij, zou uwe hoogheid, mijn dunkens, ze haar zonder tijd te verliezen ten nutte kunnen ma ken maar het is misschien niet noodig dat die jonge jufvrouw, noch elk andei jongeling van den zelfden ouderdom, hoore wat er hier in dit vertrek zal verhandeld worden. Eu zoo sprekende, duidde de financie-bestuurder door zijne gebaar den en blikken eene eeredame der hertogin aan die zich in het venstergat hield en uitsluit-dijk met hare gedachten in een muziekboek verslonden scheen. Gij hebt gelijk, heer graaf, antwoordde de voogdes. Eleonora, gelieve mejufvrouw d'Agua mede te leiden, want van heden is zij in mijnen dienst. Gij leert Adelaïda hare nieuwe bezigheden kennen, en bijzonderlijk laat haar de gelegenheid niet zich te vervelen. Jk zal de bevelen harer hoog heid volbrengen, hernam de eeredame, op den pruilenden toon eener bedorven gunstelinge. Het betaamt niet dat wij de geheimen van M.Berlaimont afluisteren; maar morgen, als heel Brussel dezelve zal kennen, zullen wij er zonder schroomen mogen inlichtingen over nemen.... Ten ware wij ze op oorhand geraden hadden. Komt met mij mejuf- fer. Zij vatte Adelaïda bij de hand en wierp al heengaande den financieman een verachtelijken blik toe. Hij zweeg tot dat hij ze verre genoeg verwijderd geloofde maar alsdan wendde hij zich op nieuw tot de voogdes. 't Is klaar, Mevrouw, zegde hij haar, dat het voor de toekomende aankomst van die heeren, de vereenigde vaderlanders is, dat die moedige edel man zich ter uwer beschikking stelt. Is het niet waar, heer d'Agua Het is zoo heer graaf En indien Mevrouw de steun uws degens tegen die wederspannigen inriep, zoudt gij aarsclen het haar te belooven Neen. zekerlijk niet. Ik denk dat gij vrienden en leenmannen kunt verzamelen bin nen de vier en twintig uren zal ik hier honderd mannen heenleideu, wier heldenmoed gij op den proef moogt stellen. Welnu, gij zijt het opper hoofd dat wij noodig hebben. Men heeft onze hoog heid aangeraden de poorten van Brussel voor de Wie waren, in vroegere tijden, in ons land de verdrukkers van alle letterkunde Wie ver nietigde onze rederijk kamers op den buiten''' Wie onderwierp alle schriften aan de censuur? Wie verdoofde alle vrije gedacht? Wie dwong allen, die durfden vrij schrijven, ons land te verlaten om niet door beulshauden om te ko men? Wie anders als de klerikalen die in dien tijd de wereldlijke macht beheerschten. Wat zij vroeger geweest zijn zouden zij nog worden indien zij de macht geheel in banden konden krijgen. De vorsten zullen wel niet meer ter hunner beschikking staan om hun de wereldlijke macht te leenen; maar hoe meerder zij zich zullen meester gevoelen, hoe nijpender ook den zede- lijkeu dwang zal zijn die zij op de bevolking zullen uitoefenen. Thans verbieden zij de lezing aan het godvreezend volk van schriften en dag bladen die hunne denkwijze niet mcdedeelen. Dit verbod zal zich hoe langer hoe meer uilbrei den en zelfs de onzijdigste schriften,waarin men de uiting van eenig vrij gedacht zal ontmoeten, zullen weldra door hunne zedelijke afkeuring getroffen worden en hunne lezing zal op straf van doodzonde worden vei boden. Jan Van Beers heeft het gezegd, en zijne lan ge ondervinding als oud-leeraar der Normale School als flamingant en als geleerde, geven aan zijne woorden eene buitengewone waarde. Een echt flamingant moei liberaalen een echt libiraal moet in onze vlaamsche gewesten flamingant wezen. Herinnert u altijd, liberalen het woord van Jan Van Beers HOE IS 'T MOGELIJK DAT MENSCHEN ZICH ZOO LATEN BEDRIEGEN. De wereld wil bedrogen mordenzegt het spreek woorden inderdaad tusschen de buitenlieden vindt men nog menschen die geloof hechten aan de groot ste domheden. Zoo is 't dat men buiten op de dorpen nog aan spooken gelooft, aan weerwolven, aan zielen die onder de gedaante van een lichtje uit 't graf,of uit een vagevuur waarvan Christus nooit gesproken heeft, terugkomen, enz., enz., altemaal domme vertelselkens om de kinderen en onwetende groote menschen hang te maken. Zoo is 't ook, dat men aan die onwetende sukke laars wijs maakt dat de chineezen hunne kinderen verdrinken om er van af te zijn, terwijl het inte gendeel bestatigd is dat de Chineezen hunne kin deren ruim zoo lief hebben als wij de onze. Zoo is 't nog dat men aan de snullen doet ge- vaderlanders te sluiten maar het geneesmiddel zou moeilijker om toedienen zijn dan de kwaal te dragen want wij hebben geen volk genoeg om eene zoo groote stad te bewaren, en de burgers zijn genegen de gelederen der misnoegden aan te vullen. Er is dus maar een middel om den voor uitgang des opstands in te toornen. Heer d'Agua, ik vraag u nogmaals zijt gij bereid den degen voor den koning, den godsdienst, en hare hoog heid te trekken Ik ben het, antwoordde de ou de edelman, de hand op zijn hart leggende. Ik ben bereid alles te doen wat het heil der provin ciën, het handhaven des geloofs en de eer der fa milie onzer opperhoofden zal vereischen. Verzameldt dus uwe honderd verkleefde man nen, vervolgde Berlaimont ik zal er twee vaan dels van spaansche regementen bijvoegen welke ik binnen de stad zal leiden. Stelt u in hinderlaag in dit paleis, en als de verzoekschriftdragers hier bin nen gedrongen zijn valt ze aan, en velt ze allen neër dit zal niet moeilijk zijn ik weet dat zij zon der wapens voor hare hoogheid zullen vexschijnen. Wordt voortgezet.) u- - i. En thans De fakkel en het strijdzwaard kloek gehevenj God helpe mij, het worde licht!

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1875 | | pagina 2