denderbode. stiet laten zullen. DeJ goten der stad moeten vol tooid worden en op Mijlbekeen Schaarlehe zullen zij alvorens ze 't in den modder te kalseiden de wegen draaiaeeren en ze zoo droog en begankelijk maken, als of waven zij gemacadamiseerd, zij zul len ook de buurtwegen kalseiden. niet met woor den, gelijk de katholieken, maar met werken. Kiezers van Mijlbeke, kiezers ven Schaarbeke, het is van het grootste [belang voor u dat gij voor de liberalen kiest, gij weet bij ondervinding dat zij nooit beloven wat zij niet houden kunnen. J V.B. Wij hebben altijd hooien zeggen dal bet niet past var. koorden te spreken in het huis tan ge hangenen, en nochtans zouden wij nieuwsgierig zijn te welen welke verschillen er zijn lusschen Literman en Tonneman. Verder zullen wij niet gaan.Denderbode,daar wij in uwe lasterende aantijgingen u op de hie len niet willen volgen: w ij zijn niet tooals gij de boezemvriend van al wat maar naar inkwisilie, galg en dergelijke dingen riekt uwe rol is se dert lang bij de treffelijke lieden gekend, die u nemen voor wal gij geldtten slotle niemand, buiten u, zou geneigd kunnen zijn. want daar voor moet men diepknlholijkc gevoelens heb ben. zooals die welke de Denderbode onder scheiden, deverfoeilijkelevcnswijze der hyena of grafvroeter'ie vervullen, w aarin gij uwen bijzon deren smaak vindt. Er zijn dan veel geslaafde reden om meer dan afkeer voor zulk ongedierte in te boezemen. Hebt gij het vast Denderbode. Nu, Denderbode, dat gij zult begrepen heb ben wat een lasteraar is, zult gij u de aanhaling van zaterdag 11. kunnen toepassen en uwe con sciëntie onderzoeken terwijl degenen aan wie gij ze naar liet hoofd wilt smijten volstrekt mei niets dusdanig beliebt zijn want die eerbiedi gen de waarheid en schrijven niets dat niet klaar bewezen is ook zijn zij steeds bereid boter bij den viseh op te disscben. Schijnheiligheid past hun niet, en zou hun nooitjbekoren of ovorkrij- gen al moesten zij keien in plaats van pastijen eten of vreten. Wat juist is, is juist, en wat waar is moet men durven beleiden. zoo niet in 't openbaar ten minste in het binnenste van ziju geweien. I)at mcc&ier Korleveagemciel liet wel overleggc. ALTIJD MOEDWILLIG. Het is maar al te waar, dut onze roomsciie geestelijkheid geene enkele gelegenheid onverlet wil laten, om melden renen gel-uur of den an deren in onmin en onvrede te komen. Zoo vierde men te Brussel de wijding der Sy nagoog. den nieuwen israëlietisehen tempel. 't VVas eene plechtigheid, waarvan het pro gramma eenvoudig uil zangen sermoen bestond en waarloc het puik der Brusselsehe kringen zonder ouderscheid va» godsdienst was uitge- noodigd. Ook verdrongen zich in het kosteli jk en prach tig nieuw gebouw, benevens de kinderen Is raels, ook menige katholieken en protestanten van naam e;i aanzien. Alleen de roomsche geestelijkheid der hoofd stad had zich moedwillig, koppig en onbeleefd gedragen tegenover hare zuster in den Heer die haren winkel nogtans zoo weinig in den weg slaat. De geestelijkheid had streng verbod gelegd voor',al de hoogzaal zangers- geen hunner mocht een toontje gaan zingen in de nieuwe Synagoog! Hoe kleingeestig Des te kleingeestige)zegt de Koophandel, wanneer men bedenkt, dat al die hoogzaal zan gers toch maar arme lie zijn, die van hun kerk- lawijd moeien leven en die zich nu een goed fooiken, misschien wel eenige frankstukken za gen ontvallen. En des te kleingeesliger nog blijkt dit gedrag der roomsche geestelijkheid van Brussel, daar het door haar nogtans toegelaten wordt dat de zelfde koorzangers, die zij nu verbood in eene synagoog te gaan den lof van den God der Heir- scharen zingen, geregeld eiken avond in schouw burgen. café chantants, enz., de gneulades ecner Madame Angot gaan helpen uilkelen. Volgens diezelfde Brusselsehe geestelijkheid zijn de coupletten van het operette en hel ope- ra-bovffe dus niet misplaatst in den mond van hare hoogzaal-zangers maar een lofzang ter eere van Israël en Jehovah dat mag niet En dit allemaal uil schrik voor concurren tie... aï mij TREURLIED DER BOKKEN, op 11 Juni 1878. Op mij'e van marvel schoon land. Jef Itct geuzpnru-i heeft ons le^er verslagen. te» en tie priesters eerbiedigen, ook religievcr- volging heet. Zelfs zal het ontlasten der pastoors nog een aardig gevolg te weeg brengen. Denkt eens, de pastoors die geene kiezers meer zijn, zullen altemaal verplaatst worden, om in 1.untie andere verblijfplaatsen groole meubelai- re waarden te kunnen aangeven op de kanto ren. Men zal zeggen dat liet de liberalen zijn die de pastoors van hunne parochie jagen en en onderkruipen. Wat loeren i wat toeren! goe de God. Beminde parochianengelooft alles wat de klerikale gazetten schrijven, het is de zuivere waarheid. De priesters worden toch zoo ver volgd. En, parochianen, als gij morgen hoort dal er boerenschuren gepacht zijn om misse Ie lezen, gelijk in den bedoken tijd. geloof het ook, want het moet zoover komen, het kan niet an ders Mag het wel zijn dat de liberalen de reli gie eerbiedigen en hare bedienaars wel doen. N"en 1 neen! er moeien martelaars zijn en de religie moet en zal vervolgd worden, volgens de klerikale gazetten DE STAATS-F1NANTIEN. Men mag zich aan kurieuse veropenbaringen verwachten van wege het liberaal gouvernement over den toestand der Slaals-Kas door hel mi nisterie Malou nagelaten. De budjette» zijn allen te boog opgemaakt wat de ontvangsten betreft en de laag voor de uitgaven. M. Malou wist door alle soorten van truks te doen gelooven dat de Staats-Kas in goeden toe stand was maar nu bij de koordekens van de beurs niet meer kan vasthouden om de cijfers te dopn verschijnen die hij wil, zal men eens zien boe liet klerikaal ministerie met hel geld der belastingschuldigen heeft 0111 gesprongen. Het is jammer dat men die mannen niet ver antwoordelijk kan stellen voor lu-t nadeel dat zij aan het land hebben gedaan. Jef. REL1G1EYERVOLG1NG. Beminde parochianen, het gaat dagelijks er ger en erger met uwe pastoors en ondeipastoors; de religieven olging der liberalen kent pa-al noch perk meer. Gij leest toch zeker de kristelijkc gazetten met hunne sermoenen over de Blau wen. Ei wel daar zult gij zien dat de liberalen op eene «ngewoonc wijze de priesters vervol gen. door hen wel te doen, te ontlasten en alzoo hun inkomen levermeerderen. Wal dingen,wat dingen zijn daddc. zoo vervolgd te worden. Ik ken meer dan een die zulke vervolging profijtig en aangenaam vindt. Die menschen en hebben het waarlijk niet slecht op, als zij meencn dat zoo religie vervolgen aardig moet klinken in de 00ren. Nog meer. Verlcde week was de heer gou verneur Heyvacrt Blankenherge gaan bezoeken. En wal zegde die boosaardige liberaal daar, 0 't is afgrijselijk De pastoor ging den nieuwen gouverneur geluk wenschen en beloofde hem onderdanigheid volgens plicht. O gruwel De heer lleyvaert dankte de pastoor, zegde dal dc godsdienster noodig was, betuigde zijnen eer bied voor dc priesters die eene Godszending vervullen, door liefde en eendracht aan te pre diken in plaats van twist en tweedracht. {Siet waar. beminde parochianen, wij heieven slechte lijden voor de pastoors sedert de li- heralen meester zijn. Bidt en buigt, kwezels, nu gij ziet en ondervindt dat weldoen cn ontlas- DE KIEZERSLIJSTEN. Men meldt ons een feil dat zich voorgedaan heeft in eene gemeente van het arrondissement Dinanl, te Anbée, en dat ongelooflijk schijnt. De gemeentekrelaris maakte de lijst op van de algemeene kiezers der gemeente ingevolge de wet van 28 oogst, echrab'e hij den pastoor van de lijst, die den vereischlen cijns niet meer betaalt. Zoodra dc burgemeester kennis van hel feit had, bevool hij aan den Sekretaris van ondanks alles, den heer pastoor op de lijst te behou den, en zegt lol zijnen onderlioorigc dat hij zijn ontslag zou geven, indien men dien grooten kiezer van de lijst schrabte. Dc sekretaris, die de wet voor zich had. hield er zich aan, en de onverzoenlijke burgemeester gaf zijn ontslag. Is dit geene schoone klucht Welk gedacht hebben die lieden van hunne plichten en van de w et RUZETTE N° 2. Eiwel, de papen mogen nog lawijt maken me! de afzet ting van Buzelte als Gouverneur. Die afzetting was geheel natuurlijk alhoewel dansmeester, kan Mazetle toch geen Iwceheeren dienen en bijzonderlijk zijne \ijanden. Maar ziet hier nu een priester, M. Minne, die komt brutaal afgesteld te worden van dc bedie ning van Principaal van liet Kollcgie Sl-Louis. welke hij sedert vijf-eu-twintig-jaren uitoe fende, en pastoors van 'l Begijnhof benoemd wordt, 't is te zeggen een postje van 600 fr. En waarom Omdat hij geen harde kiesdraver genoeg is omdat hij zijne professors verboden had zich in Ach vrienden toch, het is met ons gedaan. Ons bitier lot moeten wij steeds verdragen Geene hoop meer voor ons allen voortaan Vaarwel, nu dan, allerschoonste ontwerpen Vaarwel, nn dan, overwinning en buit. Wij moeten ons aan liet lot onderwerpen. En toot- eeuwig, zijn wij de gaten uit LippenWat baat ons nu het kermen en liet klagen liet jok is zwaar en drukkend inderdaad 5 Maar indien wij ons eigen ondervragen Dan vinden wij het knoopje, maar te laat Wij zijn allen slaven der zwarte roRken, 't Is uit dit al dat onze schande spruit, Want iedereen veracht nu hier de bokken. En voor eeuwig, zijn wij de gaten uil Jef Ach! hesten vriend! wie had zulks durven den- Ons rijk scheen vast verzekerd in ons Iand[ken Het domme volk kwam ons den eerbied sclien- Ja,geld en goed,gaf het ons Ook tot pand [ken gij spreekt nu wek van onze zwarte rokken Zonder lien, lang was reeds ons liedje uit. Want zij zijn al vol list en slimme trokken, En voor eeuwig, zijn wij de gaten uit. LippenDaar is nu juist hetgeen ik wilde zeggen, Door leugentaal hielden wij ons bestaan. Wij mogen nu praten en overleggen, liet licht in 't volk groeit alle dagen aan. Het volk door ons, lang vordrukt en bedrogen Sruijt ons nu weg, gelijk hel vuile kruid, Wij moeten nu al hunnen smaad gedogen, En voor eeuwig, zijn wij de gaten uit. Ach! mijnen vriend laat ons nu daarvan zwij- want ik vrees dat tot onzen grootsten spijt [p,en Hel geuzenras de overhand zal krijgen, In onze stad binnen, binnen zeer korten tijd. Alle burgers hier, knokkelen en klagen Men schaamt zich niet; want zij zeggen recht Geen vuil bedrog.wilten wij nog verdragen[uit Nu, voor eeuwig,zijn wij de gaten uit.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Den Yker | 1878 | | pagina 2