DU BRANDT/UUR BIJ DU HIBREN Op zekeren dag had een wandelaar zich in een woud neergezet om eenige minuten uit te rusten en een sigaret te roken. Toen deze ten einde was, gooide"hij-het nog brandend stompje weg; bij toeval kwam dit op een mie rennest terecht. Daar onze vent een nieuwsgierige was, sloeg hij de al gemene" opschudding onder de mieren gade, want het brandend eindje had de kolonie buitengewoon bedrijvig 'gemaakt Het kan wol dat onze mieren nooit het vuur van zo dichtbij gezien had don en dat het vooral de uit 'de brandende tabak uitstralende warmte is die zo gewaarschuwd had. Kortom, hot kwam e~ op aan het vuur uit te do ven want hot nest, samengesteld uit pijnbooinnaaiden» was met brand be dreigd. Gi'j vreet dat de mierennesten wonderlijk ingerichte gemenebesten vormen,"waar het werk onder al de loden verdeeld is. En ziehier welk merkwaardig schouwspel hij te zien kreeg. Do werkdieren snellen toe; "zij zijn niet bevreesd en naderen het eind je sigaret,-"dat dadelijk aan knetteren gaat; elk beestje had op het vuur een straal nierenzüur gericht. Het vervangen van de diertjes, door anderedi e als brandweermannen optreden, heeft weldra de sigaret uitge doofd, "Ziedaar nu mieren in een voor haar nog onbekende rol, een ongewoon werk verrichtend. Het feit werd aan geleerde biologen overgemaakt en scheen nieuwe proefnemingente rechtvaardigen», om na te gaan of al de mie rennesten op dezelfde wijze z!oudö'n optreden. Do sige.ret werd vervangen door een brandend waslicht je er was dus een vlam. Do poging wórd-twaalf maal vervolgens 'op hetzelfde mierennest gedaan, en telk'onma.al hetzelfde 'vervroor Uitgelokt: snelle aankomst der mieren pompiers-,' die haar straal nióronzuur komen lossen. Doch de vlam biedt moer weerstand, ofwel is het richten der straal moeilijker, gezien de afstand. Na deze 'ervaring tradon' nog meer onverschrokken diertjes nader bij om beter te mikken; zij verbranden, ma-are het' doel is bereikt en da vl'am'-is uit. Eh het noch uitgloeiena eindje dor pit wordt annstukken ge trokken net de kaken. Als het gevaar helemaal verdwenen is keren de o- verlovefiden naar hun nest terug. En het bleek wel dat onze mieren stil aan in de- gewoonte geraakten, want in den beginne hadden zij drie minu ten nodig, maare ten slotten konden zij in dertig seconden hun taak vol brengen. Dezelfde poging, op andere kolonieën aangewend, leverde zo geen door slaande uitslagen op. Zekere nierennesten bleven onverschillig; bij an dere spanden de mieren zich in om het waslicht je te verwij'deren, iets dat natuurlijker blijkt' te zijn dan het spuiten mot nierenzuur; do blussing gebeurde slechts driemaal op twaalf", en dan nog toevallig. Kortom, ner gens ondervond men dezelfde schitterende inrichting Van de eerste ploeg. De biologen waren"van" mening dat deze, gezien haar huisvesting aan de wegrand! moer gestoord word en aldus altijd op haar hoede was, waardoor haar "verdedigingsinstinct ontwikkeld was geworden, zelfs tegenover oen onbekend gevaar",' Wij"voegen er aan toe dat het "dank zij de oefening is dat de eerste kolonie er mocht in gelukken op 't einde het vuur te overmeesteren in dertig' seconden» Uit een weekblad voor de jeugd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Aalsterse Spuiter | 1948 | | pagina 6