op mijn jongeren tp letton on hun "goeie exempels ~t-o gwoo. omdat- zij pist
zouden "slecht voren wout in zulkon streken noot' non oppassen voor» awel
ja voor de "schoon naskons
- Sn gij Vooir hebt gy dan niet nee geweest in Parijs riet 't een of 't an
dere
- Zwijgt toch door mor over mijn jongens er zijn dingens die go ni moeit
zeggen
- Grote branden medegema.akt Vooir
- llatuurlijk» maar de grootste brand was toch deze van ons oude kerk niet
waar De was thuis en mijn vrouw kont zeggen "Het brandt" ik zeg "jan de
vroor he "aai» zeg ze» in de aa. kerk" - Zie man als ik dat hoorden dan had
ik ook spijt dat ik zo oud was» ik ging op onze zolder en ik zag van daar
ons schoon kerk branden, ik sukkelde naar benoden en ik moest toch willen
of niet eens gaan zien. Zie jongens dat was toch spijtig» ik had "effenaf
verdriet". Maar toch was ik fier op ons pompiers onda.t ze zo goed werkten
"da zien e kik geren".
- Wat denkt ge van ons huidig korps Vooir
- Wol me duhkt dat alles goed gaat. Ik zie dat ze terug allemaal goede ka
meraden zijn* Dat or verandering kont net dal sport, enz. en dat zie ik
geren.
- Sn Vooir mag ik vragen of dat ge een goeie "ponpiersvraa ooit"
Ja ik man» mijn Katrien was een goede, ze kon verdragen dal ik eens naar
een vergadering, een oefening of n'en brand, een uitstap en zo neer ging
en natuurlijk eens bleef hangen. Zie da.ar voor heb ik haar altijd "geren"
gezien. Dit wil natuurlijk r.iot zeggen dat ik niet een koor met andere zou
durven dansen hebben, maar dit ook kon mijn vrouw verdragen. Ik wenste dab
al onze pompiers een dergelijke vrouw hadden.
- Is het waar Vooir dat gij ao graag ging vissen
- Awel ba ja» ik ging graag vissen» alhoewel dat ik altijd geen vis had -
want soms moest ik ook mijn kalanten gaan bezoeken» kwestie van kalandise
"allei ge verstoo mij wel hein en zwijg doorover moor".
- Wij hebben gehoord Vooir dat gij uwen gouden jubileum gevierd hebt
- Ja. mijn jongens, den 19 Juli 1943 heb ik""mijn gouden jubileum geda.an» -
's morgens na.ar de zeven-uren nis, dan naar huis onnaar mijn bedde, "want
ik was er zuiver van gepakt» "Ik meindege nog ions te vissen moor 't was
ba.a.t ik ben d'er bij in 't sloop gevallen"Ik was kontent van de bloemen
die do pompiers me gestuurt hebben, dit was goed ik zal dal niet vergeten.
- En na Vooir "wa.t denkt ge voor 1951 met onzo grote feesion
- Ja jongens 't is nog zo lang nietwaar» naar allé als 't God. belieft zal
ik toch medoen en dan zal ik met de jongeren nog eens de cafés gaan slui
ten, niet te voet "zee" moor net de J ,ep van dc Politie-
- Hog iets Vooir
- Hawel» doe de groeten aan al de pompiers "aa en jonge» de die da kik k.
ka.an en ni en kaonj' zeg dat ze altijd braaf moeten zijn» dat ze moeten
goeie pompiers zijn» en te samen gelijk in ons lieken kent "ionen band moe
ten smeen in alle omstandigheden-.
Ziedaar wat Vooir ons vertelde- Vooir wij danken U omdat gij ons zo be
reidwillig te woord stond het deed ons een wa.ar genoegen- Wij voelen dat
gij steeds een pompier zijt geweest met hart en ziel- Wij danken
"Wij maken Uw groeten over aan onze makkers en roepen U - Leve Vooir
D'HOEDT Victor.
Le.nsisr 45
Vrienden Pompiers, waarom als U zich eens iets herinnerd schrijft gij dit
niet op; of als ge eens iets mooi hebt'genaakt na een prachtigo reis laai
ons uw kameraden da.a.r ook van genieten» en laat het verschijnen in uwe en
onze "SPUITER".